We hebben een stal. We hebben oud hekwerk. We hebben een stuk hek gerenoveerd, want ooit liepen hier geitjes en ezels, maar met het verstrijken van de jaren en het overlijden van de geiten-eigenaar (buurman) is hier geen dier meer geweest dat je vee kunt noemen. Tijdens ons eerste bezoek, vorig jaar lente, hebben we de stal bijna kunnen bereiken. Onder de manshoge bremstruiken, brandnetels en bramenbossen vonden we een groot bot. De makelaar wist ons toen te vertellen dat de vorige eigenaar hier een pony of een ezel had. Later vonden we nog 2 grote botten, maar waar is de rest? Onze buren hebben ons verteld dat de (vermoedelijke) ezel hier in zijn/haar up is overleden. Haar broer (van de buurvrouw) leefde in het huis waar zij geboren is. (overgens een huisje zonder voorzieningen, de man is 2 jaar geleden overleden en heeft dus tot die tijd geleeft zonder water in huis, riolering of sanitair) Hij had geitjes die hij binnen 'onze' omheining liet leven samen met de ezel van de vorige eigenaar. Maar die woonde hier niet, enkel met vakanties. De buurvrouw moet nog huilen als ze verhaald over hoe het dier alleen, zonder zorg, gestorven is. Hoe of waaraan weet niemand! Ze houden ook van dieren, met 3 ezels, 3 honden en het redden van Cros. (terwijl ze verder echt niet weten wat ze met een katje aanmoeten) Omdat we van de lente een appelboom in bloei hebben zien staan beneden op de helling onder het pad naar de stal, wilde ik heel graag de appel bereikbaar maken. Want hij hangt vol met al kleurende appeltjes en de notenboom die ernaast staat mag ook wel wat zorg. (Walnoten zijn heerlijk door gebak en gerechten en als noot natuurlijk ook niet te versmaden, vol van vitamines en mineralen)
Dus goed ingepakt ben ik aan die hoek begonnen op een bewolkte dag. Eerst maar eens wat bramenbossen (met stammetjes zo dik als een kleine pols) wegmaaien met het slagmes. Achter een hoge oude bremstruik vang ik bot met het slagmes. Geen steen, want dat kun je horen aan het mes, ook geen hout, maar wat dan wel. Ik leg de bosmaaier even neer en doe m'n veiligheidsbril af. Met dikke handschoenen graai ik wat bramentakken weg. De kaak van een groot dier ligt daar ongeschonden tussen de afgemaaide stengels van braam en brem.
Alle tanden er nog in en nog niet weggesleten door het herkauwen. Toch een ezel en geen pony? Ik trek de kaak los van de sprieten en leg hem klaar om naar boven mee te nemen en bedenk me dat er dan toch ook een schedel moet liggen. Verwoed graaf en speur ik verder tussen de maairommel. Een rib, en nog 1 en nog meer! De complete ruggengraad diep ik op uit de aarde en wortels. De bekkenbeenderen, staartbeen en wat minder goed definieebaren beenderen. Geen schedel. Eigenlijk wel jammer en vreemd ook wel. Ik laad alle botten in de auto om ze te laten bleken in de zon. Gek genoeg vind ik dat het dier niet vergeten mag worden en wil ik de botten bewaren. Het inspireerd me ook om er wat mee te doen, maar dat zal van de winter wel blijken. De rest van de week concentreer ik me weer op de fruitbomen en de brem. (De brem is belangrijk voor het stoken van de broodoven. Met de volgende gast willen we weer brood bakken en de takken moeten wel eerst drogen) Dag ezeltje, gestrekt door ziekte of ongeval. We zullen je terughalen in levende vorm. Je eer aandoen en je nooit vergeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten