dinsdag 30 oktober 2012

portretten

Ik heb het altijd al eens gewild; goed op de foto, echte mooie slimme foto's gemaakt door iemand met kijk op de zaak en in bezit van de techniek van het hanteren van een camera. Nu was het ff spontaan zover. Die met de bril is een grapje, als foto'tje achterop mijn eerste publicatie misschien?? Nummer twee, van boven naar benee, is de 'wie doet me wat en kijk je uit?!!', Nummer 3 is de 'lol' -laugh over laugh- als lichte zelfspot met een vleugje cést moi en ja, nummer 4 ... mooie meid toch? 




Voordat u nou de foto's download en als wallpaper gaat gebruiken, naar de copy-shop rent en er een poster en of behang van laat printen; DIT MAG DUS NIET. Ten eerste; het is ikkuh, ten tweede; ik bescherm haar IP (Intellectual Property) en het CopyRight van Elly Schuurman van InSight Photography! 

Verder; Genietse, dat doe ik ook!

zondag 28 oktober 2012

Uitje

 Onderweg naar het noorden van Carcassonne kom ik langs Albi met de vele reclame van supermarkten en fastfoodketen Mc.Drek. Ik kom zelden in grote steden en het is net half 2 en na twee appels en 2,5 uur rijden hunker ik naar een enorm foute Mc.Bacon. Ik parkeer de Blauwe pal voor de ingang, alle koppen draaien richting die expeditie-camper, iets waar we altijd van genieten, toffe bak.
De hamburger smaakt heerlijk, al kauw ik mijn schuldgevoel niet weg, want de absurditeit van de vleesindustrie van vlees-gigant Tyson in de USA die zorg draagt voor de vulling in zo'n klef broodje dat er 10 jaar lang als vers uit blijft zien kan alleen blijven bestaan omdat de vraag naar die troep blijft bestaan door onder andere types als ik.
Ik stuur een sms-je naar Eleyna die ergens rond Albi in een interieur-decor winkeltje werkt, geen idee waar, misschien ben ik er al lang voorbij en is het een roteind om. Toch wil ik haar even laten weten dat ik aan haar denk. Gelijk krijg ik een berichtje terug dat als ik zin heb haar de gestuurde knuffel in het echt te geven, ik het moet laten weten. Iets later bij Elly aankomen maakt ook niet uit en ik ben wel nieuwsgierig naar haar winkeltje en wil haar zo graag even zien dat ik vraag hoe ik er moet komen. Twee hele lange sms-jes volgen met een heel ingewikkelde route-beschrijving. Ik klop Cordes sur Ciel in en laat de domdom me erheen brengen. Een indrukwekkend stadje vult een heuveltop en haar instructies laten me weten dat ik de kleinste straatjes moet rijden om ergens hoog nog verder te voet moet. Ook dat ik me warm moet kleden, het schijnt er ijzig koud te zijn.
Een heel erg mooi stadje, zeer de moeite waard, ik wil er eens terug. Ze onthaalt me met de breedste warmste lach ooit, kletsen de oren van elkaars kop, ik snuffel rond en verwen mezelf met wat ezelinnenmelk-zeep en interieur-spray voor het verjagen van Merlin's vlaggengeur.

Bij Elly wacht me weer een warm welkom, drie meiden die me kusjes geven, me tekeningen geven die samen met een kadootje ingepakt in een tekening en een bosje lavendel op m'n logeerbed liggen. Het grote huis met al zijn kamers is even een doolhof. Een brandende houtkachel, 4 baby-bengaaltjes die in je nek kruipen met scherpe nageltjes en kogelronde nieuwsgierige oogjes (ik beloof je Marc; 'k zal ze hier houden bij mama-poes), een lekkere couscous-maaltijd, eten met m'n handen (zalig!), wijntjes leuten en lekker laat naar bed, want de tijd gaat toch een uur terug. Het uitzicht is wijds en ver, de zonnestralen zichtbaar, de nacht lang en gaat aan me voorbij. Ik slaap dus als een roos.
Elly en Zoe gaan met mij een boodschap doen en op de terugweg duik ik het plateau op een 4x4-pad en laat ze even proeven van wat je kunt met zo'n 4x4.

Diva, hun Main Coon, dametje hoor! 

Ukkie..... Het is wat donker in de zijkamer waar ze in een mandje wonen. Misschien betere foto´s, later, als ik de twee andere meiden dat 4x4 rijden heb laten proeven, om papa jaloers te maken die dit weekend in NL moest blijven.

Jaaaa, ik blijf nog even!

zaterdag 27 oktober 2012

Even weg

Het telefoontje kwam als een geschenk uit de hemel; "of ik nog zin had in een paar dagen meuten en leuten, kletsen, lachen en misschien ook janken?" Ja lieve Elly, heel graag.
Marc ziet me ook graag even vakantie nemen, want opstaan met de pittige en complexe problematiek van mogelijk je huis verliezen, stuk lopen op contacten die je zoekt (adviseurs, advocaten, notarissen, websites), samen in de stress proberen nog elkaar te blijven steunen terwijl we beiden op zijn, geen rek meer voelen en toch door moeten om 's avonds hiermee ook weer ons bed in te stappen is loodzwaar!
Een eindje in de middag laat ik de -verboden- koeienhoorn klinken in de Kerkstraat in een dorpje ten noorden van Carcassonne. Eerst 4 uurtjes toeren door mooi Frankrijk, dat bevrijdt het hoofd, dan een wijntje en 4 maand-oude bengaaltjes bewonderen om al babbelend mijn bewondering voor haar stap te tonen.
Lieve lezers; tot ergens volgende week!

vrijdag 26 oktober 2012

Asterix & Obelix


Al heel lang wil ik hier een log over schrijven; Asterix en Obelix.
Ik leerde dit tweetal met klein hondje kennen op heel jonge leeftijd, omdat dat het enige stripboek is dat mijn vader regelmatig las. Ze lagen ongegeneerd naast zijn bed en omdat ik werkelijk gefrustreerd was de jaren dat ik nog niet lezen kon -en schrijven-, nam ik er af en toe één stiekem mee naar mijn kamer om dan maar plaatjes te kijken. Als analfabeetje kon ik de volwassen humor er al inzien en dat ben ik blijven doen totdat ik het ook echt begon te begrijpen. Die humor is knap geschreven en getekend, want echt Franse humor is vaak onbegrijpelijk voor de Brit of de Hollander en de Nederlandse humor, daar lacht geen Fransman om.
Uiteraard wist ik niet welke rol Galliërs gespeeld hebben tijdens de gouden eeuwen van Rome dat tenslotte in Italië ligt en ver van Gallië. Ook had ik nog nooit een wild zwijn gezien, hadden wij geen slim klein hondje thuis en die strikjes in vlechtjes op een dik mannetje die je niet dik mag noemen en de witte vleugels op een metalen helmpje van een klein mannetje in een wel heel foute rode broek vond ik ook maar raar. Maar toch, de consistentie van de verhaallijnen, altijd weer die domme romeinen, de angst dat de hemel op hun hoofd zou vallen, het bourgondisch tafelen van de ruwe bolsters tegenover het verfijnde eten van liflafjes en druifjes happen vanonder een trosje in de dikke vingers van die Roomse elite van voor het christendom hebben me altijd een glimlach op de lippen getoverd.
Vele jaren later ontdekte ik en passant een boek getiteld 'Asterix & Obelix, de Waarheid', ik kocht het direct. Het gaat over de historische accuratesse waarmee Goscinny en later Uderzo deze stripboeken schrijven en tekenen. 
Ik kreeg van Brian de Britse TV-serie 'Rome' die ik afgelopen weken bekeek voor het slapen gaan. Ter afleiding elke avond 1 aflevering. Een prachtige serie, ik kijk hem zo nog een keer. Treffend zijn de overeenkomsten met de feitjes zo humoristisch aangehaald in alle 35 stripboeken van Asterix en Obelix. Dit terwijl ik al zovele malen Parc Astérix passeerde en het nooit bezocht heb. Het staat op mijn verlanglijstje, maar is 7 uur rijden en de entree plus een overnachting in de buurt laat het me uitstellen, ooit, ja ooit ga ik erheen om me als een kind met volwassen inslag te wentelen in dat tweetal dat me al jong vergezelde.
Nu weet ik heel goed hoe een sanglier eruit ziet. Ook hoe het vlees smaakt, beter bestaat niet. Helaas is de toverdrank die onoverwinnelijk maakt het enige dat echt verzonnen is, hoewel maretak wel zijn speciale eigenschappen heeft. HET ingrediënt dat het hem doet heeft de druide goed geheim kunnen houden.
Toch zoek ook ik naar dat ingrediënt om mezelf onoverwinnelijk te maken. Ik geef de hoop en moed niet op, ik zal het vinden! Ode aan die twee, Asterix kan niet zonder zijn Obelix en hij is weer niets zonder zijn maatje met hersens.

het Nu

Natuurlijk, we leven in het nu. En afgelopen weken is er als altijd hard gewerkt. Niet alleen aan de voordeur van mevrouw, maar ook in huis. Het trapgat is nu dicht wat nu al rendement heeft in het uitblijven van tocht en een testavondje kachel stoken resulteerde in een vrij snel verwarmde woonkamer. Ik heb in juli twee dubbelglazen ramen besteld, één voor in de keuken en één in de woonkamer. Die zijn gisteren geplaatst terwijl ik de voordeur afmaak boven en Serge weer langs kwam met een vriend en mijn werk eens nauwkeurig opnam. Zijn gezicht sprak boekdelen, wat hij rap mompelt versta ik nauwelijks. Uit dat gezicht sprak bewondering dat ik die deur toch zo strak geverfd heb gekregen, ernstig knikt hij me toe en zegt de vriend waarmee hij een wandeling maakt door het stadje dat als hij nog een schilderklus heeft, hij die rustig aan mij kan geven. Nog even en ik ben de goedkoopste schilder in de regio, want het minimumloon waarvoor ik werk op contract met het arbeidsbureau is netto maar 9,40 per uur. Zo verziek je dus wel de artisan-markt, maar ik wil ook af en toe een krent in mijn dunne pap, nietwaar? 
Tussen de balken die de vloer van de kamers boven de woonruimte maakt spannen we wit doek, wat het een stuk lichter maakt in de kamer. Beter, want de kleine ruimte met laag plafond van donker gebeitst eiken en die met de hand gehakte eeuwenoude balken en de kleine ramen maken het tot een donker hol, zeker 's winters wat niet echt best is voor het gemoed. We hebben geen geld voor het degelijk isoleren van het plafond, dat dubbelglas is eigenlijk ook te duur voor het moment, maar van de zomer heb ik een aantal dure beslissingen genomen die mijn leven en het huis alleen maar ten goede komen.

DQ is een aparte en verder doodnormaal. Kattenliefhebbers weten dat het zinloos is dure mandjes en andere spullen te kopen voor een kat of poes. Deze huisdieren verkiezen vaak een oude doos, of een nieuwe. Het speelgoed dat we hen aanbieden bestaat uit oude walnoten, kastanjes, veren van haan Emiel, toiletrolletjes en propjes aluminiumfolie. Net als met kleine kinderen ruim ik iedere avond het speelgoed op in DQ zijn doos. Het compacte dier zal het niet uitmaken, hij gaat er bovenop liggen om zijn meisje te verwelkomen. Alleen Sooty mag erbij, of er bovenop, of eronder, maakt niet uit. Samen brengen ze er de nacht door of doen een tukkie zo halverwege de dag.

 Dit schurfterige hondje moet stok en stokoud zijn. Hij of zij scharrelt iedere dag voorbij het huis van mevrouw Voordeur. Het vieze oude beestje kijkt niet op of om, loopt dwars over straat en maakt geen haast, doet gewoon zijn ding om na een rondje parkeerterrein, een plas of twee en een snuffel hier en daar weer naar huis te scharrelen. Dat het beestje nog niet is aangereden daar is mij een raadsel.
 Het snoephuisje en de voordeur. Eindelijk klaar, het kostte me 22 uur en vele ritjes naar boven waarvoor ik een 90 minuten extra schreef om de diesel te bekostigen.

Ook vooruitgang met het schuurdak; het is nu volledig dicht met planken waarop de lauze-stenen gelegd kunnen worden en de niet zichtbare vlakke stukken met golfplaat, waarvan er één doorzichtig is voor wat extra licht op de bovenverdieping, de werkplaats.
Vanavond het feestje van het centrum ter afsluiting van het seizoen, net als vorig jaar; iedereen neemt iets mee om een gevarieerde maaltijd te genieten met elkaar, er wordt gelachen en gedanst en afscheid genomen voor de komende winter, beloftes en afspraken gemaakt voor volgend jaar. Ik maak weer gehaktballetjes, 35 stuks, met zelfgemaakte zoete sambal wat natuurlijk weer hilariteit op gaat leveren, want ze gieten de sambal als tomatenketchup over de balletjes heen. Ja halloooo, tis sambal hoor! Ik heb nu al voorpret!

donderdag 25 oktober 2012

Nieuwe Armen


De Nieuwe Rijken, het begrip kennen we allemaal. De wereld is toe aan de tegenhanger ervan en ik zal de eerste willen zijn me tot een groep te willen rekenen. Ik ben een Nieuwe Arme.
En inderdaad de wanhoop nabij. Ik heb er hier nooit veel over willen schrijven. Mijn oudste en trouwste lezers weten het nu zo onderhand wel en het schemert steeds door sommige berichten heen dat het water aan onze lippen staat. Het is dat langdradige gezeur over een huis in Nederland dat maar niet verkocht wil worden.  Ach, we zijn de enige niet en ja, het gaat slecht met de economie. En ja, de banken blijven injecties nodig hebben en het Europese beleid is er nu eenmaal ook voor landen als Griekenland. Inderdaad, we zijn er niet zo slecht aan toe als de dakloze alleenstaande moeders in de States, of de kindjes in Afrika, maar toch ben ik een Nieuwe Arme. Nu bejegent Qatar Frankrijk als een soort van ontwikkelingsland. (bron ; http://reneevonk.wordpress.com/) Mogen ze van mij ook met Nederland doen. Misschien moet ik zelfs een sjeik een aardig briefje sturen om te vragen of hij gat ziet in dat stukje land in de Hollandse polder, vlak achter een dijk met een oude molen, hoe Hollands wil je het hebben? Dicht bij airport Zestienhoven, dicht bij de haven en Maasvlakte 2, dichtbij de ferry naar Engeland en Ierland, dichtbij de snelwegen, dicht bij het zo leuke oude dorp, dichtbij de duinen en het bos en toch lekker privé. Maar ja, wie gaat er NU een semi-bungelow kopen met een luxe badkamer opgetrokken van zeldzaam Italiaans marmer, stoomcabine, ligbad met bubbels en jetstralen? De grond is duurder dan dat huis en genoeg mogelijkheden er iets uit te baten dat de gemeente ten goede komt, maar toch kraait er al 5 jaar geen haan naar dit bijzondere inmiddels onverkoopbare object en zuigt het ons iedere maand verder leeg. Zoog moet ik zeggen, want het is op. Investeringen zijn heden ten dage linke soep. Huizen kopen  en verkopen gaat niet meer zo 1-2-3, de mensen zijn bang, de banken nog veel banger en over de steeds falende overheid maar niet te spreken. I rest my case.
Daarom voel ik me behoren tot de Nieuwe Armen.
Vijf jaren staat het nu te koop en de eerste vraagprijs klinkt nu absurd (te) hoog. Toen ging het om ‘De Tuinen van Putten’, een bezoekerstuin die jaarlijks veel bezoekers trok. De huidige marktwaarde is minder! dan de helft, de hypotheek ligt daar nog een slordige 2 ton boven. Vijf jaar lang wisten wij de hypotheek  -geen luttel bedrag mag u weten-  op te hoesten op een manier die ons nog steeds opjaagt middels een curator die zijn strepen wil halen over een domme administratieve handeling. Ondanks zijn dreigementen van een maand geleden is het even stil. Meneer S, de curator, houdt zich even koest of beraadt zich toch om ons de stoelpoten onder het lijf vandaan te schoppen. Wij weten en horen niets. Als die vent met het verkeerde been uit bed stapt of zijn vrouw heeft de welbekende hoofdpijn, dan kunnen wij een briefje per email verwachten, opgemaakt door zijn secretaresse in anti-SIRE-taal verwoord, de lul. Stressfactor nummer 3.
Terug naar stressfactor nummer 1, het geld is op voor de hypotheek voor dat huis in Nederland. Dit toch bescheiden cottage in Frankrijk hebben we destijds (een 10 dagen voor de crisis ‘uitbrak’!! 10 dagen!!!) gekocht met wat Marc’s bedrijf opleverde na een wat teleurstellende verkoop. Er bleef wat over om de komende 10 jaar van te leven, mits het huis in Nederland verkocht zou worden en we hier een zelf-voorzienend eenvoudig leven op hadden kunnen bouwen. Dat het huis dus al te koop stond ver voor we überhaupt de beslissing hadden genomen naar het buitenland te willen verhuizen voor een andere kwaliteit van leven, rust, ruimte en natuur. Natuurlijk hadden we in no time niks meer over om ‘die komende 10 jaar’ van te leven. Ook niet met bronwater, een bos op te stoken en vier rechter handen. De dag dat alles op zou zijn is nu wel heel erg dichtbij. Marc googled, belt, denkt zich een punthoofd en een bijna-hernia. Ja, financiele stress zet zich vast op de onderrug, een gegeven feit. Ik word er nogal labiel van, van de wetenschap dat we er rekening mee moeten houden ergens volgend jaar met een tas met kleding op straat op het bospad te staan. 
Als Nieuwe Arme loop je des te meer tegen de huidige economische situatie aan, want waar voorheen er nog wel mensen, regelingen en wetten waren ter bescherming van zulke situaties omdat je toch heel je leven belasting en premies hebt afgedragen, netjes hebt gewerkt en niet hebt gerommeld, daar is nu niets dan angst en onzekerheid. Komt voor ons bij dat we alles in Frankrijk hebben. We betalen hier belasting, zijn hier verzekerd, hebben hier geen hypotheek, vallen onder het Franse stelsel, maar hebben wel een hypothecair contract met de R…bank. En oh oh oh, wat is de boerenleenbank onbuigzaam naar zijn klanten toe. Ook hebben ze al een poging ondernomen contractbreuk te plegen door op zeer dwingende toon een brief te sturen waarin wordt aangedrongen om een flinke som op de hypotheek af te lossen, terwijl we nog nooit te laat zijn geweest of in gebreke zijn gebleven, zij wel?!! We hebben hemel en aarde moeten bewegen om hen aan te tonen waar dat staat in die kleine lettertjes van de hypotheek, dat dat niet verplicht is voor ons, indien we aan onze hypotheekverplichting voldoen en dat doen we, voor alsnog. Dit houdt binnenkort op, ja, op = op.
Ik bedoel te zeggen dat de rek eruit is. De R…bank zal ons huis in Nederland tegen executiewaarde verkopen, dat levert een verschil op met de hypotheek die we hebben, want door de crisis is de waarde van het huis wat tonnen onder de hypotheek gezakt en de executiewaarde is natuurlijk nog veel lager. Voor dat verschil heb je in Frankrijk toch een leuk optrekje. Nu is dit land geen republiek waar je in de jungle kunt verdwijnen, het ligt nog in Europa ook, dus die R…bank weet ons wel te vinden met een huisje dat ongeveer zoveel waard is wat de bank nop van ons tegoed heeft. Ook ons huis hier zal dan verkocht moeten worden. De waarde van ons huis hier zal nog niet eens de lading van die restschuld dekken, als het zo doorgaat zeker niet. Dan staan we dus op straat en dat zou kort door de bocht funest zijn, voor onze gezondheid, voor ons leven, voor alles waar we zo hard voor gewerkt hebben.
Marc had nog iets gevonden dat hoopgevend genoeg was om ons in vast te bijten, het oprichten van een SCI. Om het begrijpelijk te houden; een soort stichting ter behoud van dit authentieke huis. De SCI is dan eigenaar van het huis en niet wij. De R…bank kan dit huis dan niet tegen weer een executiewaarde verkopen om onze restschuld te innen. (Waarvan we de resterende hypotheek wèl kunnen betalen, oversluiten zonder een inkomen? Daar zal de bank niet aan meewerken…) Maar die SCI moet ons huis dan van ons kopen. Waar moet de SCI dat geld vandaan halen? Van ons natuurlijk, want dat huis is van ons, een 0-euro transactie, ff overzetten het spul. Maarrrrr
Dat kan natuurlijk niet, wettelijk moet de notaris de waarde van dit huis, die fysieke kleine 2 ton, op een geblokkeerde tussenrekening beschikbaar hebben voor 1 maand. Wie kan dat ff schuiven??? Een filantroop met liggende gelden misschien? Wij hebben van onze bank hier al begrepen voor 1 maand geen hypotheek of andersoortige lening te kunnen krijgen… Het punt is dat het geld dat we graag voor die SCI voor 1 maandje willen lenen niet naar ons gaat, dat geld wordt natuurlijk met rente direct terug gestort op rekening van diegene met tijd, goodwill, vertrouwen en de mogelijke  1,5 tot 2 ton aan liggende gelden of een inkomen dat zo’n lening mogelijk maakt, voor een paar weken op contract met een advocaat, op de een of andere manier. Not, of in dit geval Non. Wishful thinking, of misschien gewoon ‘out of the box’ gedacht.
De wanhoop zijn we niet nabij, daar zijn we al. Het zijn enkel de scenario’s die nog moeten komen, maar NU moeten we ermee aan de slag, zoals we al die jaren al bezig zijn geweest en eigenlijk niets ons meezat. En natuurlijk zal het allemaal wel goed komen, maar niet op de manier die we saampjes wensen. Het rare is dat we nu onderdak hebben, nu heel zuinig leven, nu te eten hebben, een veilig thuis(je) met een sluimerend bewustzijn dat we op het punt staan alles te verliezen waar zo ontzettend hard voor gewerkt is. Ik ben ook nog steeds verschrikkelijk boos op de dame die Marc’s bedrijven overnam, wanbeleid voerde, de boel failliet liet verklaren en eerst alle dure machines wegmoffelde om onder een andere naam –haar vriendje- de bedrijven gewoon voort te zetten zodat ze onder haar lening uitkwam die ons nog een extra 4 jaar had moeten voorzien van geld voor het betalen van die hypotheek. Door onze neus geboord op een niet zo nette maar ‘legale’ manier. Spinnijdig nu wij de kans lopen op het bospad te eindigen met niks.
Zo kan emigreren dus ook verlopen. En nog maakt het van ons geen spijtoptanten, want terug willen we niet en kunnen we niet. Ik heb niet eens een BSN meer of verzekering en of ik nu hier poetsmadame word of daar in het kleine land, het levert niet genoeg op om ons uit het slob te helpen
We zoeken nog steeds;
-          Een andere oplossing dan die SCI
-          Een persoon met de middelen, goodwill en tijd om een lening te verstrekken voor 1 maand
-     Een persoon die wil investeren in een zeer bijzonder huis met veel terrein op een ongekend mooie locatie, zowel in Nederland als in Frankrijk
-          Goede ideeen
-          Hulp


zondag 21 oktober 2012

D(on) Q(uichotte)

DQ hebben ze me genoemd. Die naam slaat nergens op, dat weten ze zelf ook wel. Een blauwe katertjesmaandag heette ik nog YinYang, maar dat vonden M&M te lang. Hoe ze op Don Quichotte kwamen weet ik ook niet, maar is al niet meer van belang, het werd DQ, uitgesproken als DeeKu. Zo'n korte naam is alleen voor hen makkelijk en niet dat ik naar mijn naam luister hoor, alleen naar de toon waarop ze iets roepen. Vaak heb ik lak aan die twee. Het liefst lig, zit of hang ik ergens waar ze me niet zien, achter de schuur op de helling waar ik kan knipogen naar mijn grote broer Cros. Dat is pas een kater, want hij vangt muizen als hij daar zin in heeft en legt ze binnen neer voor de kleintjes. Om te oefenen hoe ze dat aan moeten pakken. Heb ik ook eens gedaan, maar vond er niks aan. Saai en ik krijg toch wel brokken, dus waarom zo moeilijk doen? Ik heb inmiddels door waar de douche voor dient. Een douche is een flinke vierkante bak met hoge rand waar water naar beneden komt en M&M zich wassen onder stromend water. Ja luister, die wezens zijn niet helemaal goed hoor! Eerst jezelf nat maken en dan niet jezelf droog likken om je vacht schoon te krijgen. Nee, dat water gaat in een doek die stinkt naar water. Maar goed, ik heb het hier over mezelf en niet over die twee verzorgers die me te pas en te onpas oppakken om me te knuffelen en zo graag aan mijn gemangelde staart zitten. Ik ga altijd eerst drinken uit die bak, als zij er onderuit zijn uiteraard. Dan draai ik wat rondjes door de bak en schud mijn poten uit, 't kleeft zo. Dan positioneer ik me nauwkeurig boven het doucheputje in het uiterste hoekje van de bak, til mijn staart op het schuine randje en doe mijn plas. Ideaal, want ik maak mijn poten niet vies en ik hoef het niet te begraven, ook hoef ik ervoor niet de regen in of gadegeslagen te worden door dat stel domme kippenvogels of de neus onder m'n gat te voelen van Merlin. (Niet om het één of ander, maar dat katje is dan wel een nep-siamees, mooi enzo, maar wat een ontzettend domme dikkie dik is dat zeg!)
Iedereen is onder de indruk van mannetjeskippen, teleurstellend moet ik zeggen. Want hanen zijn niks anders als die kippen, ze leggen alleen geen eieren -zulk lekker spul; eieren- en hebben een grote snavel. Ik blijf zitten waar ik zit als die haan naast me komt staan, omdat er een klein beessie rond me loopt wat niet de moeite waard van het toehappen is. Ik ben eigenlijk wel wat teleurgesteld in het leven. Ben pas ruim een half mensenjaar oud en nu al uitgekeken op alles waar de rest zo'n drukte om maakt. Ok ok, ik ben wel nieuwsgierig, dat levert me een vrijheid op die de andere katten niet hebben. Zoals een tukkie doen, ongestraft, in de auto's, op bed van het vrouwtje of op tafels liggen. Waarschijnlijk omdat ik pootje lichten van kwetsbaar mensenspeelgoed -het ezeltje- na één keer al gezien had, zo saai! Wat ik wel geweldig vind is harde wind tijdens de bladerenregentijd. Zo in zo een berg met blaadjes springen en ze allemaal tegelijk proberen te vangen, maak me gek, ik gooi mijn vacht los. En bomen klimmen om ergens bovenin, gadegeslagen door Merlin en superSooty (das m'n meisje, met haar wil ik kleintjes maken.... red. helaas knul, dat gaat niet meer) ondersteboven aan twee poten onder een tak te gaan hangen om me dan twee pootlengtes te laten zakken en dan weer in z'n achteruit richting Sooty te rennen. Ja, bomen en herfstblad, de lust in mijn leven. Maar verder beste mensen, is het leven van een kater met verzorgers oersaai!
Déçu, zo spel je mijn naam dan zeker in het Frans? Dat zou nog eens ergens op slaan, het betekent
o.a. bedrogen, gedupeerd, gedesillusioneerd, ontgoocheld of teleurgesteld. Bedrogen door mijn kittenjaren
, het zag er zo rooskleurig uit. Gedupeerd, want mijn gebit is te groot voor mijn bek, ik heb twee breuken in 
mijn staart, waardoor ik er heel zielig uitzie. Gedesillusioneerd, want ik dacht dat muizen vangen een nut had.
Ontgoocheld en teleurgesteld, want het leven is gewoon leven en er is te weinig om me mee in te laten.
Misschien is het aangeboren wijsheid, dat ik nergens van onder de indruk ben. Gelaten kijk ik naar 
oude Joppie die nog steeds opgewonden naar Cros kijkt als hij met een muis thuis komt om de restjes
op te eten, dan ben je toch niet goed? Uberhaupt die muizenvangerij van Cros begrijp ik niet, al die 
moeite voor niks in de stromende regen, om dan binnen die muis weg te leggen naast de bakken met brokjes 
en dan brokjes te gaan zitten eten. Niet goed wijs, toch?? Verder krijgen we nog wel eens wat lekkers, 
maar ook daar doe ik geen extra moeite voor. Dat die kleintjes nog de domste capriolen uithalen is ok, 
ze houden me een beetje wakker en om Merlin kan ik lachen, voor zover katten dat doen, en Sooty is 
een mooie ranke snelle slimme meid, die heeft iedereen al om de vinger gewonden. En M&M ook maar
rennen en vliegen heel de dag door, met machines in de weer, herrie maken, stamp sramp stamp de trappen 
op en af, onbegrijpelijk! Als zij me oppakt duw ik gewoon met mijn poten en laat haar voelen dat ik nagels heb.
Ik sla ze niet helemaal uit hoor, er blijft niks van de brokkengeefster over, maar ik laat me dus niet alles welgevallen
van die twee. Ik ben gewoon een coole kat, dat u het weet. 
Daarom heet ik DQ, heb ik een zwiebelstaart, ben ik de beste in bomen, begrijp ik de functie van een 
doucheputje en vang ik geen muizen!

zaterdag 20 oktober 2012

keek op de week


De voordeur
De wind woei, en niet zo’n beetje ook. Om een voordeur te gaan verven die pal op de wind in de stevige scharnieren hangt leek me geen succes, maar dat moet ik mevrouw wel even laten weten. Er waait blad en stof tegenaan en dat wespennest in de hederaboom naast het huis is niet in beste doen na 3 dagen stormwinden, die zijn en masse geagiteerd en opgewonden en zoeken een windluwe ruimte; de hal waar ik sta te verven. Er is toch markt, dus ga ik wel even langs. Marc gaat mee, wat ik na de treurnis van de dag ervoor heel fijn vind. Samen zien we dat de oude verflaag te dik blijkt en ik wederom de deur heel goed moet schuren om die kwart-millimeter diepe vlakke kuiltjes vloeiend over te laten lopen door de 2e of 3e verflaag. De klus is dus veel lastiger als gedacht. Ze is niet thuis, haar loop ik dus zo meteen wel tegen het kleine lijfje. Het wat bange krasse dametje staat bij de viskraam in het gezelschap van andere dames wat te babbelen. Ze begroet me altijd zo schuw en heeft altijd even tijd nodig om in te schatten hoe mijn pet blijkbaar staat. Nee, ik ben geen professional die voor het minimum loon de klus klaart, ik ben een meid die graag wil werken en het zo goed mogelijk probeert te doen. Maar voor dit dubbeltje zit ze niet op de eerste rang, wel op de 2e en ik vraag me af of ze daar genoegen mee neemt. Ze schudt Marc de hand en bespreken de oplossing voor het euvel van de enkelvoudige enorm dikke oude verflaag en gaan gedrieën naar de winkel van sinkel op het plein of er iets van vulspul te krijgen is. Maar de vlakjes zijn geen gaten of kieren, dus speciaal voegsel voldoet niet en we maken de afspraak dat ik zaterdag verder ga met het nogmaals opschuren van de deur voor de 2e en 3e laag. Ik beloof haar de weekenduren op een doordeweekse dag te schrijven, ik heb tenslotte nooit weekend, mij maakt het niet uit, haar wel.

De wind
In Nederland zijn er weeralarmen als het sneeuwt. Hier gebeurt hetzelfde bij windkracht 6 of harder, voor ons Hollanders een lekkere bries om een fijne strandwandeling te maken om even uit te waaien. Hier zit per definitie één of meerdere regio’s zonder stroom. Van telefonie en internet maar niet te spreken, want ook die leidingen lopen door bos en dal en daar staan nou eenmaal bomen die doorgaans aan hun lot worden overgelaten. Zolang die bomen staan, staan ze daar goed. Mits het geen stokoude bijna dode eik is, want dan gaat ie om, voor de winter drie jaar daarop, je blijft er zo lekker warm bij en je kunt er lang op koken, een hele winter. Maar goed, windkracht 7 werd het. En 8 en af en toe een dot 9. De wind waait uit het westen zo de gorges in, weerkaatst tegen de steile rotswanden en beukt op ons huis. En de bomen, en de leidingen die hier uit het zicht toch echt hoogspanningskabels zijn die naar de centrale lopen. Woensdag had ik een rotdag, daarover later meer. Ik trok me terug op mijn kamer met het niet-storenbordje aan de trappaal en heb me niet meer laten zien die dag. Donderdag tegen het middagmaal klapt de stroom eruit en ik vraag of het handig is even naar de paal te lopen, die 700 meter terug op het bospad staat waar onze meter hangt. Maar dit heeft Marc de dag ervoor al drie keer gedaan, “het is de wind, vanaf gisteren is er steeds geen stroom geweest en  er moeten elders storingen op de hoofdleiding zijn”. Dus eten we in kaarslicht en scharrel ik extra standaards op waar ik stompkaarsen op de pennetjes zet. De stilte is bijzonder de rest van de dag en het wordt langzaam donker buiten. De wind is warm en terwijl Marc de maandboodschappen een keer op zich neemt, stik ik deze middag met de hand een nieuwe zoom in één van de loodzware tochtgordijnen. Dit doe ik op de grond op de deurmat met het onderluik dicht met de mat er half tegenaan. Dat onderluik is een honderd jaren oud en de voordeursteen uitgesleten. De ruimte die dat open laat is voldoende voor bladeren, stof en takjes, kittenpootjes en een hondenneus. Maar het licht heb ik toch echt nodig met de donkere zware stof van het gordijn en de scherpe naald die ik door 4 lagen stof moet zien te duwen. Kattenpret; hun verzorgster op de vloer met naald, draad en stof met om haar hoofd alles met twee vliezige vleugeltjes, want de wind blijkt hen te desoriënteren; zweefvliegen, kleine zweetvliegjes die normaliter rond runderogen hun best doen, wespen, bijen en de gewonde vlieg, ze zijn er allemaal. De zweegvliegen nemen rustig plaats op mijn vingers die rustig doorgaan, want zweegvliegen kunnen wel wat kriebelen, prikken kunnen ze niet.
Al drie keer heb ik vandaag met de bezem het blad en stof de deur uit gewerkt, met een bezem, want geen stroom is ook niet stofzuigen. Ik heb gewacht met beddengoed wassen en kleding van en een week, want het was te nat. Nu is het droog en warm en waait het lekker, maar geen stroom is niet wassen. Om nou dat beddengoed met de hand in de beek te gaan zitten doen is me teveel werk. Het enige geluid is die de wind voortbrengt. Het zijn net Gods handen die de bomen kamt om een nette frisse coupe te krijgen. De dode bossen aan de overkant die nog altijd kale plekken hebben na de bosbrand van afgelopen lente worden ontdaan van de zwarte staketsels, maar ik hoor ze nu niet vallen. De enige flinke tak van de oude acacia naast de secadou staat te leunen op een dood stuk van diezelfde boom en kraakt vervaarlijk, maar heeft zijn kromming tegen de wind in, dus die vormt geen gevaar. Om mijn ogen en vingers rust te geven zaag ik wel een uitgescheurde tak uit de schuine acacia die uit dezelfde kluit is gegroeid en nu het kippenhekje verbogen heeft. Ik rommel mijn tijd vol en hoop dat Marc op tijd terug is samen een nieuw toom kippen te halen.

Kipjes
Nee, zeiden de tuincentra waar briefjes hangen dat ze pluimvee verkopen. Die van de Point Vert hoeven we niet meer. Eerst een haan die na 8 weken dood van zijn stok viel. Haan 2 die we gratis kregen bleek gecastreerd door zijn nogal dominante gedrag en had een kromgegroeide snavel. Wat hem overigens niet belette mij aan te vallen nadat ik twee weken afwezig was geweest, dit kippetje hoorde er niet meer bij. Dat was het einde van haan 2. Ondertussen stierf er een kip na een kort ziekbed onder de Aucuba. Emiel, haan numero 3, was een schreeuwlelijkerd op de verkeerde plek. Hij overleefde met zijn geschreeuw onze stress niet. Zondag 19 augustus vond kip 2 de dood in de bek van een ontsnapte jachthond zo groot als een panter. De RAGT, ook zo’n boeren- c.q. tuin- & dierenwinkel gaf ons wel een nummer, maar daar willen ze ons alleen in de vroege lente aan kippen helpen.  Op de markt staat iedere week een blozend rond klein vrouwtje van net in de 30. Kort donkerblond haar staat op een nuchter koppie met rode kleine oortjes. Ze verkoopt vrije uitloop eieren, ook aan huis, want het bordje met ‘eieren te koop’ prijkt aan een lantaarnpaal als je langs het gehucht rijdt. Ook verkoopt ze farcous, hartige gefrituurde koeken van bladgroente die erg lekker kunnen zijn mits je het recept wat hebt aangedikt, anders is het een wat smakeloze vette hap. Sinds de enig overgebleven kip niet meer legt, uit pure eenzaamheid natuurlijk, koop ik bij haar mijn eieren. Steevast vergeet ik de lege doosjes en volgt er iedere donderdagochtend weer het excuus dat ik ze vergeten ben. Ook de Boriouls liggen op een stapeltje klaar, 80 centen, pannenkoeken zonder boter met gist. Rare dingen met een vreemde smaak, armeluisvoer van vroeger, vergeten snelbrood dat de boeren vroeger als ontbijt aten, makkelijk om mee te nemen en goedkoop met alleen wat meel, water en gist. Marc is getuige van mijn soepele interactie met deze hardwerkende meid en kijkt verwonderd als ik ook zo’n pannenkoek koop als laat ontbijt en het later al wandelend naar de auto in stukjes scheur en het ding opsnoep. De smaak is puur en authentiek, waarschijnlijk de enige reden waarom ik ze koop. Ook brengt het de maag acuut op orde, ideaal. Pas nu we daar samen op de markt bij het eiervrouwtje wat staan te babbelen met en Felix (de godfather van het kasteeldorpje en chef van de groep jagers aan onze kant van de gemeente) en Rene de knoflookman (met twee enorme flessen zuurstof naast zich waarvan er op één een slangetje aangesloten zit dat de dikke man met longoedeem van adem voorziet) en nog wat derden die allemaal de afgelopen jaren passant zijn geweest in Open naar Frankrijk, valt me op dat ze levende kippen verkoopt voor de slacht. Ze zijn al 2 jaar en dan gaan ze minder eieren leggen, met dunnen schalen, legt ze uit. Boeit ons dat? Niet echt… Kippen kunnen oud worden, mits de jachthonden netjes in hun hok blijven en de vossen worden afgeschoten. Zodoende spreken we af dat we diezelfde middag kippen komen kopen, een paar. Maar eind van de middag is Marc nog altijd niet terug van het doen van die maandboodschappen, zegt de storingsdienst van de EDF dat de hele regio geen stroom heeft door de harde wind en dat er natuurlijk een groot team is uitgerukt om de grote groene knop weer te laten werken. Ik pluk 25 euro uit m’n knip en stap in de Blauwe op weg naar het dorpje waar ik ergens achter een boerderij of drie een lachende jonge boer aantref die zijn vrouw gaat roepen. Maar de hond en hun twee kinderen zijn hem voor. Een meisje met aan weerszijde van haar hoofd twee staartjes, een lekkere vieze speelbroek en een shirtje met een konijn erop komt me tegemoet rennen met een ontvankelijkheid waar je van smelt. Dat kan hier dus nog. Ook de enorme grote blaffende hond aan een ketting is net zo’n te lieve snoes als Castel en het jochie van misschien net 8 is bijdehand genoeg achter zijn jongere zusje te blijven staan met donkere grote kijkers die de enorme Blauwe Landrover bewonderend opnemen. Ik geef de kleine meid in haar konijnenshirt het tasje met de eierdoosjes en wacht geduldig op mama. De boer gaat rustig door met het afkoppelen van iets dat lijkt op een mestkar, een nette weliswaar, maar toch. Ik moet mee het hokje in waar ik net rechtop in kan staan en je niet zou verwachten met twee kids en twee volwassenen je kont te kunnen keren. Maar dat gaat best moet ik bekennen. Kwartelkuikens van 5 dagen lopen fris en fruitig onder een warmtelamp. In het hokje eronder de kwartelkuikens van een maand. Die van 5 dagen zijn schattig, zo lief gespikkeld en de helft van een kippenkuikentje. Ik vraag het meisje of ze ze alle 45 namen heeft gegeven. Nee, zegt ze, maar je mag ze wel even knuffelen hoor, roept ze enthousiast. Nee, dank je lieve schat, ik ben bang dat ik ze fijn knijp, zo klein als ze nog zijn. De achterwand is enkel en alleen clapier; konijnenhok, vossenproof. De hokken zijn misschien 50 breed, 50 diep en 40 hoog. Per hokje zitten er 6 kippen achter een staalgazen deurtje, de drie ielige jonge haantjes hebben twee hokken zonder tussenwand van beton, jaja vossenproof!, maar ook wat hokken bevatten konijnen, kleintjes en wat grotere en één in z’n up, de man onder de dames. De boerin gaat een doos halen terwijl het ventje achter een ontsnapte kip aangaat buiten en het meisje en ik kijken naar de piepkleine kwartelkuikens. We zoeken de kippen gezamenlijk uit en gaan met haantje en al in een doos die kleiner aandoet als een bananendoos. Ze blijft benadrukken na de betaling dat we niet teveel mogen verwachten van de kippen, zeker niet qua eieren leggen, maar twee per dag is meer dan voldoende en dat ielige haantje? Die mag zo ielig blijven, als ie zijn ‘werk’ maar doet inclusief het ’s ochtends even! kraaien. De kinderen blijven met grote ogen rond de auto drentelen en ik laat ze alles zien dat er te zien valt; de badkamer, twee slaapkamers, de keuken natuurlijk en de mini-garage, de ‘stuurhut’ en de voorraadkasten, prachtig vinden ze het.
Thuis zet ik de doos binnen tot het donker wordt en Marc klaar is met het opruimen van de boodschappen, in een niet zo koude vrieskist en de steeds lauwer wordende koelkast met het onmisbare koplampje op natuurlijk. De kippen zet ik op stok, de haan schreeuwt moord en brand maar laat zich toch wat later op de poten zakken voor een welverdiende rust. Ze zijn uitgezweet en tokken wat, maar verder doen ze het goed de eerste dag in het hok. Morgen, zaterdag, gaat het luikje open zodat de oude nu opperkip ze mag leren hoe naar buiten te gaan om van de vossenvrije ruimte te genieten. We hebben nu 5 kippen en haan nummer 4, we zijn benieuwd na 2 kippen en 3 hanen.

Geen stroom
Net had ik het er al even over, geen stroom hebben. Dit houdt meer in dan je beseft. Meer dan even een uur zonder stroom, want de batterij van je mobiel zou maar bijna leeg zijn en het enige apparaat waarmee je de buitenwereld kunt bereiken. Nog afgezien van of je nog beltegoed hebt, want daar krijgen we met onze prepay-kaart te laat bericht van en opladen doen we per internet. Geen stroom betekent het ding niet op kunnen laden en geen beltegoed kunnen kopen. Ruim 24 uur geen stroom resulteert in vele dingen. Je hoort jezelf weer denken en komt tot rust. Ook samen en zeker in onze penibele financiële situatie. Werk stapelt zich op. De advocaat waar we nog niet van gehoord hebben. De makelaar die we niet kunnen bellen voor een rits vragen. Een kennis bellen die die makelaar weer goed kent voor achtergrond informatie. Geen mails kunnen lezen en niemand kunnen bellen of informeren. Dat afgekapte gesprek niet voort kunnen zetten. De koelkast die maar maximaal 24 uur zonder stroom kan. Een half volle vriezer die dit wel ruimschoots kan, maar dan wel echt rap gaat ontdooien. Automatisch vergeten we ons koplampje bij het binnengaan van alle ruimtes, niet handig met een trapgat als dat van de hobbit-trap (hij is echt schitterend, een topstukje improvisatie, maar toch wat laag voor iedereen langer dan onze 1m73). We flappen vergeefs met onze handen langs lichtschakelaars, die doen het opeens niet meer. ’s Avonds is het warme water snel op, want de boiler warmt niet meer op, de afwas is al gedaan en Marc heeft gedoucht. De stapel was wordt een verleiding voor jonge nep-siameesjes die overal hun vlag willen zetten. M’n kop zit vol van de belevenissen, maar om alles met een pen neer te schrijven in het schijnsel van kaarslicht klinkt wel pakkend, maar zover back-to-basic ben ik nog niet en het zou me ook teveel tijd kosten. Juist op zulke momenten kom je toe aan een verdieping extra en klusjes buiten, hoe kalmerend. Muziek luisteren zit er ook niet in. Dat staat allemaal op mijn systeem, net zo min als het kijken van een filmpje, wat wel gaat als er internet is, maar zonder stroom geen livebox met zijn meestal zo fijne groene stabiel brandende lampjes. Marc kan ook niet verder met het dak, aan een slijptol zit nu eenmaal een snoer en een stekker. Die rust in kaarslicht is een onverwachte weldaad die hetzelfde effect heeft op M&M. Beter als een pelgrimstocht of een seizoen sofrologie. Beter werkt de stilte op ons beider gemoed dan boswandelingen en kalmeringsmiddelen. “Waar gaat de wereld naartoe?” zien we elkaar denken alleen al. De katten zijn allemaal relaxed, anders. Ze spelen met de wind en elkaar, Joppie ondergaat gelaten maar met karakter een oorbehandeling, ik spuit zijn oor uit met lauw gekookt water met zeezout. Cros heeft zijn vrede gevonden slapend op de rioolbuis opgeborgen in de punt van het zwembaddak waarin bamboestokken liggen te drogen. Zonder stroom is een zorgwekkende weldaad. We komen nader tot elkaar en brengen wat moeilijke zaken ter sprake waarvoor we juist door de stilte en de afwezigheid van internet en telefoon de juiste toon en woorden kunnen vinden en ook de leegte hebben die woorden goed tot elkaar door te laten dringen. Je kunt even niets aan de situatie veranderen, niets doen van hoe je het gewend bent en alles lijkt even stil te staan, het leven zelf. Terwijl juist de andere kant van het leven de ruimte krijgt, kleine buitenklusjes inclusief. De zorg over de berichten en belletjes die we nu missen blijft op de achtergrond aanwezig, geen klantenservice in Secondlife of de webshop, terwijl we weer even zo hier samen zijn als in het prille begin, maar nu met een berg aan ervaringen, elkaar, warmte, water en onder een wel heel stevig dak met gesnoeide bomen rond het huis. Geen stroom was goed.

Alleen jammer dat ook de telefoonlijn het ergens op de helling heeft moeten begeven. Niet alleen die van ons natuurlijk en France Telecom heeft wel erg veel meldingen en werken doorgaans op zaterdag niet. Weer een melding in de vrijdagmiddag zal niet erg helpen.  Marc pakt het bij de storingsdienst wel diplomatiek aan en maakt er een leuk praatje van met de man van de klantenservice. Het zal wel volgende week worden. Veel gedoe dus. Ik sjees na sofrologie even door naar het arbeidsbureau, het internetcafé (alles behalve een café, dat begrijpt u wel) is dan dicht, maar de meiden daar zijn zo behulpzaam, dat ze me vriendelijk door laten lopen, ik ben de eerste zeker niet?
Even snel log ik over de komende dagen van het niet kunnen publiceren, plaats een berichtje in het Engels voor wat vrienden op Facebook, stuur een vriend een berichtje die op beide niet komt en vind ook nog de bevestiging van mijn inschrijving op de Schrijven Online Academie met het eerste lespakket, een vriendelijk spontaan informeel welkomstwoord en een berichtje van de docent die mijn eerste huiswerk met oprechte interesse tegemoet ziet. Maar ik vind het al zo coulant van de dames dat ik toch de internetruimte mag gebruiken, en om dan te vragen of ze even een 25 pagina tellend document,  het lespakket, uit willen printen.. Maar de fijnste meid die daar rond loopt komt vragen of we nu dan toch wel weer elektriciteit hebben, niets is teveel lijkt het wel. Zo blij als een klein kind met leesvoer en huiswerk van de stap die ik zette door te investeren in schrijflessen, vertel ik haar wat voor document het is. Dat ik toch echt hoop wat meer te groeien in deze en de belofte aan mezelf waar wil maken op mijn 40ste een boek gepubliceerd te hebben, misschien dat het werktechnisch nog wat oplevert, wie weet. Nooit geschoten altijd mis en zonder bluf is het leven suf. De boom in en de voordeur verven, dit is waar ik het voor doe. Klein half uurtje internetten kost misschien wel 40 cent, maar die prints is andere koek. Ik mag niet betalen zegt ze, cadeautje, hiiiii, nog blijer. Zjoef, naar huis, tuurlijk geen stilte meer, geen kaarslicht meer en de muziek aan. Maar de rust van geen internet, oef.

De eerste Les
Over personages. Pittig spul, ander kaliber dan de LOI, niks mis mee hoor, maar ben verheugd over de insteek en opzet, de opdrachten en oefeningen zijn pittig, maar erg leuk. Ik zou me net even kunnen laten imponeren, maar wuif dit gevoel dat alleen maar leunt op de gedachte makkelijk weer weg. M’n zin d’ran  is net even groter, een doel kan mooi zijn en in dit geval een voor mij prettig contrast met de sores over dat huis in Nederland. Op = Op Lekker schrijven, leren, lezen. Onderwerpen genoeg en zelfs lezers. Ja, dat bent u in dit geval. Tof.

Zaterdag
Ik schuur me weer een bult en blauwe vingertoppen op die grote voordeur en natuurlijk moet neef Serge (van Nadine, één van de vele neven) even gedag komen zeggen en het commentaar geven dat ik het helemaal verkeerd doe. Ik had 2 dikke oude lagen witte verf en twee oude lagen beits van die deur moeten branden, hem moeten schuren, vetvrij maken en dan een aantal keer netjes lakken. Ja Serge, natuurlijk, maar mevrouw wil graag voor een dubbeltje op de 2e rang en heeft de klus te laat aangevraagd. Er zit ons meiden dus niks anders op het anders te doen en het gaat er heus wel netjes uitzien.
Thuis staat de eerste zuurkoolprak met rookworst  -waarvoor veel dank aan Ben-  op tafel terwijl de natuur nog steeds de haren kamt. Na het eten masseer ik een onderrug die door geldzorgen vastzit en ga even schrijven nu de stroom weer helemaal stabiel is. Tot Castel aanslaat en ik achter het hek een Socatelbus zie staan. De mannen werken dus wel op zaterdag, een bedrijf ingehuurd door France Telecom voor aansluitingen, onderhoud en storingen. Wat bleek; donderdag is er een hoogspanningskabel van een mast gewaaid en op de telefoonleiding gevallen. Dit was een calamiteit van formaat en kreeg natuurlijk voorrang. De heren hebben vanochtend de 3,5 kilometer steile helling beklommen om onze lijn langs te lopen en vonden niets. Nu staan ze op de stoep om in huis alles door te meten. Iedereen betaalt in Frankrijk hetzelfde bedrag, in geval van de service die M&M af en toe nodig hebben ben ik daar dankbaar voor, want als we dit op uurbasis zouden moeten betalen… oeps. Uiteindelijk vinden ze het probleem; onze bliksembeveiligingsbox is kapot. Als het probleem in huis zit, waar je zelf verantwoordelijk bent voor de kabeltjes en livebox, dan is de reparatie of het vinden van het probleem per definitie 100 euro, of meer. Het is zaterdag, het probleem zit in huis, in die dure box waardoor we verzekerd zijn als we schade hebben aan de pc’s na blikseminslag, die er niet was, het waaide alleen wat hard. De mannen van Socatel knipogen, leggen de wijsvinger op de lippen en wensen ons een fijn weekend. Kijk, van ons zul je nooit klachten horen over de service van de EDF of France Telecom die een topbedrijf als Socatel inhuren voor het werk in deze lastig te bereiken regio!

We zijn er weer…..


vrijdag 19 oktober 2012

Bij bosjes

Bij bosjes vallen de bomen, door windsnelheden tot 100km per uur. Dus ook op de elektriciteitsleidingen die hier allemaal op palen hangen alsook de telefoonlijnen. Onze lijnen gaan door bos en dal, door kloof en ondoordringbaar gebied. Storingen dus en een hele fikse die ons afgelopen 24 uur zonder stroom zette. Wat echt prachtige verhalen oplevert, maar wel met pen bij kaarslicht in een schrijfblok genoteerd. Het geeft een hoop rust hoor, geen elektriciteit, maar het is even slikken met zoveel werk te doen en net maandboodschappen in huis die in een bijna warme koelkast moeten en een vriezer die te ontdooien staat.
Nu zat de hele regio lang zonder stroom, maar toen de EDF de meeste varkentjes gewassen bleek te hebben, konden wij weer in de mobiele telefoon klimmen (de vaste telefoon had lege batterijen en geen ontvangst natuurlijk, het mobieltje kreeg 15 minuten oplaadtijd) om France Telecom te vragen de 'lijn ff langs te lopen'. Dat houdt hier in; 3,5 km klimmen op een heel steile puinhelling.... Maandag zijn we dus de eerste.

Ik spoed me naar het arbeidsbureau waar ze ook een internet-punt hebben, maar dat is vrijdagmiddag gesloten. Ik hoef niet eens iets uit te leggen, ze snappen het al en ik mag plaats nemen achter een pc om toch even dit bericht de wereld in te sturen.

Geen zorgen, alles is ok, alleen een kleine week geen internet en vaak geen stroom om bij kaarslicht naar de vlammen in de schouw te turen, tot rust te komen en wat verhalen maar even op papier te parkeren.

De katten genieten van de afwezigheid van elektrosmog en harde muziek en zijn bijzonder rustig.
Een nieuwe toom kippen en een kleine jonge krielhaan zijn aan het wennen in het hok waar de overgebleven kip probeert een pikorde te creeëren, hilarisch!

Volgende week dus meer nieuws.

Kijken wij hoe de bomen bij bosjes vallen, want ze liggen overal....

donderdag 18 oktober 2012

Boompjes

Pierre was een gedreven succesvolle journalist die de hele wereld gezien heeft, voor Le Monde en Le Figaro werkte en is nog steeds in de weer met camera en toetsenbord als hij een leuk verhaaltje ruikt. Maar wel echt gepensioneerd, dus alleen voor zijn eigen lol. Zijn dochter heeft hem verboden om als tachtigjarige nog bomen te snoeien en via Nadine benaderde hij me om te vragen of ik heel misschien een paardekastanje en een es wilde snoeien. De kennismaking verliep zo leuk en de afspraak was snel gemaakt. Pierre ging ook akkoord met de offerte, maar wilde wel heel zeker weten of ik wel verzekerd was voor dit werk. Gelukkig ben ik dat inmiddels wel.
Het weer afgelopen maandag was werkelijk schitterend en als je hier in de vroege ochtend tijdens de herfst over een hoog gelegen plateau mag rijden terwijl de zon wat laatste mistflarden wegjaagt, bekruipt je weer het geluksgevoel dat hier leven, wonen en werken een voorrecht genoemd mag worden. Het is hier echt onvoorstelbaar mooi en zeker in de herfst met mooi weer!
Monique en Pierre kunnen zich nog niks voorstellen bij een dame die in bomen klimt en daar met relatief gemak de boel kort en klein zaagt. Ze staan beide met een camera continue op veilige afstand plaatjes te schieten en ik zie hoe zij net zo genieten als ik. Ik heb Pierre in no time overtuigd van mijn kunnen en dat ik geen prutser ben, er ontgaat hem niets en verhaald tijdens het betalen en een bak koffie 2,5 uur later wat hij zag, hoe voorzichtig ik te werk ga, mijn zekeringen verplaats, mezelf verplaats en met Marc overleg. De man is nogal een pietje-precies, wat hij heel goed weet van zichzelf. Dus is het nog lastig werk, want de tuinhekjes onder de bomen mogen niet stuk, de lauzes op het dak moeten blijven liggen en al het blad moet van het gazon geharkt op een stapel tegen de muur van de schuur, zodat de wind ze niet weer verspreid.


 Helaas is Pierre wat extreem in zijn wensen, de takken moeten allemaal op 50 cm gezaagd en geknipt worden, ook de allerkleinste, en opgestapeld onder de Lo Trabalh, een installatie voor het beslaan van ossenhoeven. Het was en is een erg arme omgeving en paarden waren hier nauwelijks. Alle wagens werden door ossen getrokken. We stoten zo ons hoofd nogal eens met armen vol kleine takjes en blijven met die takjes hangen in de waslijntjes, maar ach. Het plezier van die twee om ons aan de slag te zien is ongekend. (De rugpijn ook na het klein zagen en knippen....)


Alle foto's die ze van ons maken heb ik 's avonds al in mijn mailbox. Pierre is niet van gisteren en spreekt veel talen. Hij vraagt of ik 'boven' ben dinsdag om me de foto's ook op papier te geven, want hij gaat de griepprik halen. Ik sta te schilderen, dus dat komt mooi uit. De schat; op heel mooi fotopapier krijg ik de drie leukste foto's op A4-formaat en de rest klein. Wauw! Nu kan ik een reclame-folder gaan maken, want hij biedt ook aan om te vertalen van het Engels naar het Frans en in vakjargon! 
Volgend jaar wil hij graag de drie enorme lindebomen gesnoeid zien. Op straffe van de dood, zoals hij het uitdrukt, want zijn dochter doet hem wat als hij die drie bomen laat snoeien. Ze schijnt nogal extreem te zijn, maar die drie moeten echt een keer verzorgd worden voordat de twee buitenste de daken van huis en schuur gaan beschadigen of er takken uitbreken. 
Dit korte maar zo leuke klusje zorgt voor meer werk, want ze zijn onder de indruk en weten dat we werk nodig hebben en dat ik voor de begrippen hier een prof genoemd mag worden, mooi!

dinsdag 16 oktober 2012

Van alles door elkaar

Vandaag ga ik mijn cursus betalen; 'Personages, Perspectief en Conflict', een schrijverscursus via een Online Schrijversschool. Ik kan haast niet wachten. Met extra techniek in de vingers zal het me makkelijker af gaan om wat structuur aan te brengen in het samenstellen en uitdiepen van die boeken die nu nog vast zitten in mijn bovenkamer. Dat betalen kan niet online bij Credit Agricole, de Franse bank die wij kozen.
Het bomenklusje van gisteren was inderdaad een fluitje van een cent met 2 bewonderaars extra. Daarover later meer. Want... ik heb geen tijd. Gut is dat wat!
Zo weer 'naar m'n werk', in de vrieskou een start maken met het lakken van die enorme voordeur. Vanmiddag is het warmer zodat de eerste verflaag kan drogen, dan naar de bank natuurlijk, even naar het arbeidsbureau voor een weer wat typisch Frans administratief regelzaakje. Even langs H voor pet-sit-instructies, dan terug naar de deur, dan naar het centrum voor een uurtje evenwicht verschaffend sofrologie met die zo lieve dames en wat heren om thuis in de stofzooi te eindigen. Dat trapgat moet echt dicht, de kou rukt op en die is geen sinecure. We stoken uit het bos, niet voor het bos.
Een leuke log over de klant van gisteren komt er ook aan, met foto's, want ze waren heel erg enthousiast over mijn professie -glunder-bloos-blij-trots- en dit resulteerde gisteren in een emailwisseling en een snelle afspraak tijdens de klus die nu op me wacht. Voor zover ik de hem begreep heeft hij foto's uitvergroot en geprint om me die zometeen te komen geven als hij net zijn griepprik heeft gehaald bij de dokter.
Ik vind het hier nog steeds lieflijk toegaan, de mensen zo vriendelijk en behulpzaam, vertrouwd.
Ja ja, drukdrukdruk hier, maar het geeft me een ouderwetse hoeveelheid energie waar ik blij van word, dat heeft niets met pilletjes van doen, maar alles met eigen inzet en plezier in het leven, ondanks het zwaard van Damocles en de steen die ik voel rond de nek.

zondag 14 oktober 2012

Werkvoorbereiding

Eén ding mag ik zeggen over mezelf; Als ik dan toch ga werken voor de poen (en Franse conversatieles en werken aan een groter sociaal netwerk en mezelf een interactief uitje gunnend) dan bereid ik me altijd goed voor, èn op tijd. Zoals ik extra spullen pak voor schilderklussen zodat ik niet onthand hoef te staan wat me een onprofessionele uitstraling geeft en het eventuele wantrouwen van de verse klant in de hand werkt, zo ook voor boomklusjes. Maar die voorbereidingen zijn andere koek. Het is niet even een rol afplaktape en een flesje white spirit in de auto mikken, maar al mijn materiaal nakijken, geordend in de auto deponeren, ladder op het dak en goed vastzetten, tandjes van 3 kettingzagen slijpen, luchtfilters schoon blazen, drie keer nadenken of ik AL het benodigde materiaal wel heb en de werkplek in gedachte nog even doornemen ter bescherming van de klant zijn overige planten, bomen, muren en ramen, hekwerken en ga zo maar voort. Eén van de redenen waarom ik hier nooit full-time zou willen werken. Al helemaal niet als boomverzorger, want dan ben ik iedere avond bezig met die voorbereiding en blijft er net wat tijd over om te eten en te slapen, nee dank u, de rest van mijn leven zou ik verwaarlozen en dat doe je toch niet met iemand waar je van houdt? De bomen gaan niet voor en de klant al helemaal niet.
(De reden dat ik boomklusjes afzeg als ik me niet goed voel, slecht slaap of sores tussen de oren heb, de reden dat ik nog twee ongeschonden voeten heb, al zien ze er niet uit moet ik eerlijk toegeven, en nog steeds 10 vingers.)
Lief is het er niet helemaal mee eens, dat gewerk buitenshuis. Maar hij profiteert wel mee van dat steeds groter wordende, met goodwill gevulde sociale netwerk. We komen nog eens ergens en maken erg leuke dingen mee naast het leren kennen van mensen. En geloof mij nou; mensen zijn mensen, zelfs de Fransen. Ik heb hem inmiddels uit weten te leggen dat het beetje extra poen dat ik in ons gezamenlijke laadje weet te brengen bestemd is voor de extra en dure zorg voor de katten, aankoop van een nieuwe toom kippen, uitjes die ik nodig heb, de extra diesel die ik opmaak door er vaker uit te gaan, het abonnement voor het centrum en dat ene pakje sigaretten waar ik mezelf mee verwen elke week. Die shaq gaat me wel eens de strot uithangen. (Stoppen wil ik, nu even 'wachten' tot mijn intentie sterk genoeg is, ik kom er wel, dat weet ik.)
Als M&M gaan we morgen een klein bomenklusje doen met een maaltijd als afsluiter. Bij de Fransen thuis te gast zijn is altijd een verrijking, een bonus. Ik neem de halve appelkruimeltaart mee als toetje, ze noemen dat hier dessert natuurlijk, maakt niet uit. Dat het een halve taart is, zal misschien gek gevonden worden, maar mijn voorpret is er al.
Vanmiddag, na de nasi met zelf gebakken kroepoek -mjum- is het zover dat ik alle kettingzagen helemaal na ga kijken. Mijn klimspullen, de knopen en lijnen, de carabines smeer met loodpoeder, de mengsmering en olie inlaad en de beste ladder op het dak hijs. Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt dit morgenochtend vroeg te moeten doen. Ik wil morgen om 9 uur bij de klant zijn, die toevallig Branche heten, om gelijk aan de slag te gaan. In 3 uurtjes kan ik dit houten varkentje wel wassen met mijn grondbuddy.
Vaak is me gevraagd waarom ik een buddy nodig heb. Hij ziet vanaf de grond de boom en mijn verrichtingen vanuit een ander perspectief. In geval van nood kan hij klimmen en mij uit de boom helpen. Hij zaagt de takken klein die ik uit de bomen zaag en kan de veiligheid voor omgeving en omstanders in de gaten houden. Ook is hij trots, dat ik dit kan en ook gewoon doe. Hij laat me wel aan mijn lot over wat betreft de voorbereidingen en de offertes, het klantcontact en de afwerking van zulke klussen, en terecht, tis tenslotte echt mijn ding dat ik altijd met volle overgave doe.
Gelukkig heb ik weinig van zulk werk. Het zou me opjagen te vaak de bomen in te moeten. Het is heel zwaar werk en zoveel ervaring heb ik ook niet.
Vanavond dus lekker op tijd naar bed, lang slapen, lekker opstaan en ontbijten.
Ik geniet van vandaag, maar kijk erg uit naar morgen met een voldoening over de dag van gisteren.

de Vriendschap

Uit De Vriendschap van Connie Palmen wil ik graag een stukje citeren. Het is een roman, dus weet je dat het niet voor de schrijfster zelf hoeft op te gaan als zijnde auto-biografisch, net zo min als dat ik er helemaal achter sta alsof het uit mijn hart en hoofd komt. Toch vind ik het een intrigerend stukje en als naschrift van 'Merde, l' amour!!' de moeite waard;

...Het hart is de meest geknede, bewerkte, gemangelde en bedrogen spier die we hebben. Als in onze eeuw één orgaan in het menselijk lichaam object is geweest van bedrog en infiltratie, dan is het deze bloederige pomp. Ik begrijp niet dat vrouwen er trots op kunnen zijn om voor gevoelig en intuitief door te gaan, als dat alleen maar inhoudt dat ze zichzelf ontslaan van de verplichting om iets te verklaren en uit te leggen. Wat heb je nou aan kennis die je niet kunt overbrengen? Hoe kun je iets begrepen hebben als je niemand anders kunt verduidelijken wat je begrepen hebt?
Het hart en de hersens moeten een verbinding hebben, want kennis kan pijn doen en ontroeren, en een liefde kan het begin zijn van grote inzichten. Nu hebben ze de band tussen die spier en het hoofd doorgesneden en aan het hart niet alleen een zelfstandigheid toegeschreven die het niet heeft, maar het bovendien opgehemeld, verfraaid en versierd en het vervolgens met veel bedrieglijke omhaal aan de vrouwen geschonken...    
..... Zodra je het hart beschouwd als autonoom en eigenzinnig, kun je niet meer zien welke strenge, desnoods hoogstpersoonlijke logica schuilgaat achter een zogeheten passie of een overweldigend gevoel. Hart en hersens horen bij elkaar. Het gevoel is verstandig en het denken is gevoelig......

zaterdag 13 oktober 2012

Merde, l'amour!!


Een pittig eerlijk logje over een driestrijd in mij, misschien niet echt een strijd, maar meer mijn realiteit waar ik wijs uit probeer te worden. Dit logje is niet echt geschikt voor mijn lezers die houden van de leuke kanten van het leven in de Franse jungle. Ook niet voor de lezer die hapklare makkelijke brok voorgeschoteld hoopt te krijgen als zijnde een gevatte colum te vinden in Libelle of Happiness, tis maar dat u het weet.

Merde, l’amour!!
Ik slaap eens uit, tot 10 uur tot Marc het welletjes vindt en me koffie op bed brengt om gelijk weer naar beneden te lopen via de Hobbit-achtige wenteltrap, voorbereidingen treffen om verder te gaan aan het sluiten van het trapgat waardoor we anders ’s winters zoveel warmte verliezen. Na een halve 2e mok koffie besluit ik de Koopmans Appelkruimeltaartmix te gebruiken die ik kreeg van P&W toen ik gisteren even gedag ging zeggen. En om P te bedanken voor zijn steun en hulp afgelopen zomer, die hier 6 maanden heeft genoten van hun vakantiehuis, een mooi spulletje dat ze ook maar uit de verkoop hebben gehaald, mooi en betaalbaar of niet, ook zij lijken een onverkoopbaar object te hebben en moeten hun beslissingen met betrekking tot hun toekomst ook bijstellen door de crisis met lange termijngevolgen. Ik kreeg er een zak minuscule appeltjes bij van de oeroude nooit gesnoeide appelboom die naast hun huis in een tochtgat staat, ooit een zaadje geweest dat uit de poeperd van een vogeltje kwam of een nooit geraapte vrucht die in vruchtbare aarde viel tussen het puingesteente dat nu als bodembedekker een zeer multifunctionele blauwe druif heeft die geen rank genoemd mag worden, als onkruid groeien er diverse over het taludje dat naar het erf van de buurman loopt. Het licht dat de eik afgelopen seizoen wierp op dat talud geeft de druiven een extra volle smaak, de eik die ik vorig jaar opkroonde, waar ik zo’n kick van kreeg omdat de klus door mij met nadruk ‘ff’ geklaard werd. De kleine appeltjes hebben alle prachtige herfstkleuren, inclusief het bruin van de steeltjes en rotte plekjes en doorgangen van snoepende insecten. Het is net alsof ik een dikke kilo krielaardappeltjes moet schillen en uithollen met een aardappelschilmesje, dat echte fruitmesje ben ik al een twee jaar kwijt. Monnikenwerk is het. Gepriegel, terwijl ik Marc hoor zuchten en steunen onder het verstikkende stof dat veroorzaakt moet worden, bijna fijnstof veroorzaakt door 150 jaar dichtgetimmerd troep-hout, behang met druk bloemwerk motief, isolatielagen, schrootjes en houtwormstof. Steeds vraagt hij om een handje, om de paar minuten leg ik het geschil stop, doe mijn handen af of loop zelfs met beslag aan de handen naar hem toe waar ik planken en troep aanpak of het meetlatje, of de hamer, of die nijptang. Muziek staat aan en ik voed de katjes op. Alles bij elkaar dus een zootje en ik scherm me af door tussendoor te vluchten in schrijfsels in mijn hoofd. Relevante gedachten, de liefde, l’amour, merde!!
Tijdens het uitzetten van mijn wekker  -die Nokia-  zie ik dat ik een sms-je heb, van Alain, een van de vele neven van Nadine, de man die al langer als een jaar hoteldebotel van me is. Een hele lieve man, een zorgzame zachte persoonlijkheid met gouden handen, geboren en getogen in het rijkste dorp van de regio, maar zelf berooid als een kerkrat. Een man met dezelfde passies in het leven als ik, een kleine heel magere bijna blauw bleke man met de mooiste diepzwarte krullen tot op de schouders grijzend aan de slapen en wat vanuit de kruin. Ogen die leed en levensvreugde weten uit te stralen als zijnde gelijken van elkaar. Getekend, kwetsbaar en nog open en oprecht ook, hij lijkt zonder reserves. Een bijna 50 jarig voor mij zo onbekend karakter die me op afstand adoreert, er ook heimelijk open over is naar een enkeling, Nadine en mij. Hij vraagt af en toe via een tekst-berichtje hoe het met mij is, terwijl hij zelf aan het einde van een tragische scheiding in een goedkope schuur terecht komt, wonende in een oude caravan in diezelfde, uit betonblokken opgetrokken schuur met een golfplaten dak. Eerst een geruïneerd hart, door een gehandicapte inmiddels ex-vrouw en haar familie. Na het eindoordeel van de rechter nu ook een geruïneerd leven als haast dakloze klusjesman van het lokale bejaardentehuis, ooit een succesvol artiest als messenmaker bij notabene Laguioles.
Met geen mogelijkheid kan ik hem uitleggen waar ik zit met de liefde. Niet tussen wal en schip. De missende chemie allang losgelaten, de dag dat Marc vertrok, 30 juni, voor de laatste keer viel dat woord en in een fragiele nieuwe balans met mijn echtgenoot om nooit meer relevant te zijn. Hij is er niet, die vlam of sprank of partical of hoe ze dat ook noemen tussen twee mensen die de liefde van hun leven lijken te bezitten. Ik wil hem ook niet bezitten, hij mij ook niet. We hebben samen al zoveel voor elkaar geknokt, we zijn al zover gekomen dat  we zien, echt daadwerkelijk zien en ervaren om ons heen, dat wat wij hebben hemels genoemd mag worden. Alleen zijn we niet elkaars hemel, vol sterren en de maan. We weten inmiddels heus wel dat we ergens tegen moed en wil samen zijn, dat het voor NU goed is en niet anders kan, afdwingen kan niet, het is te groot geworden. Ja ook die liefde die tegen wil en dank gegroeid is, ijzersterk als dat stalen blok dat op een kantje op het eiland staat in de enorme tuin van ons huis in Nederland. Dat vervloekte onverkoopbare huis dat zo de moeite waard is, maar zijn eigen waarde door een crisis om zeep geholpen ziet worden. Een afgedankt ding dat simpel uit de mode is, of zoiets, en onze basis zo aan weet te tasten. Dat blok dat zo razendsnel in 7 maanden van een dun zijdeachtig draadje naar een stalen blok groeide, van 1 bij 1 bij 1 meter, geplaatst op een hoek, op het kantje, gewaagd aan elkaar, gelijken tot op het scherpst van de snede die ons uit blijft dagen, on the edge of a rasorblade. Chaos in de M&M liefde met een andersoortige rust en balans die ons beide nog volkomen vreemd is en heel af en toe nog een strijd kent die door ons beide vlug in de kiem gesmoord wordt, omdat we alle twee dondersgoed weten dat de eventuele uitkomst van een conflict niets dan zinloos en uitputtend is. Marc zijn verkoudheid wil graag doorzetten, hij wil niet toegeven aan het een paar dagen niks doen, thee drinken, appeltaart snoepen en op bed liggen met een boek en een bammetje als hij maar ff roept. De liefde die mij mijn werk laat vallen, die appeltjes, mijn schrijfsels die steeds dwarszitten op de meest onmogelijke momenten; Eten koken bijvoorbeeld, hij staat tenslotte op die enge ladder met een accuzaag in de hand in het stof te happen terwijl kittens ook mee willen zagen en zijn vrouw ergerlijk genoeg appeltjes zit te schillen voor een totaal niet belangrijke appeltaart. Bah. Dat het griepbacillen zijn die hem nog het meest parten spelen mag geen naam hebben. Ik probeer hem aan te voelen en zodoende sta ik dus om de paar minuten wat aan te geven en te pakken, om me voor te nemen Alain te antwoorden en te schrijven, deze middag. Daar komt niks van, al zou ik de tijd nemen, de woorden zijn er niet.
Die man van mij moet gewoon alles loslaten en naar bed. Dan schep ik orde in huis  -dat stofruimen kost me zeker een paar uur-  en creëer tijd om te schrijven, denk ik. DOM. Tegen de tijd dat ik dan wil gaan zitten schrijven en Alain wil laten weten hoe complex het voor mij op dit moment is, de liefde en het leven, l’amour et la vie, zijn de zinnen verdampt door de verse geur van een taart die af staat te koelen en de te warme gerimpelde vingers van de afwas die te comfortabel voelen om te typen in een sentimentele bui, aangewakkerd door die ‘blije periode’ die mijn leven iedere maand even vorm lijkt te geven. Merde, l’amour!!
Alain weet een beetje van hoe en wat hier. Na kennismaking kwam hij er tussen pruimentaart en koffie ook achter dat ik een getrouwde vrouw ben en daar blijf je met de poten vanaf, zeker met een vreemdelinge die je niet kan peilen, alleen aan proberen te voelen en kijken. Wat hij zag vorig jaar heeft hem blijkbaar een zekere hoop gegeven. Hoe groot was zijn blijdschap toen hij hoorde eind juni dat mijn man vertrokken was voor onbepaalde tijd, net nu de uitspraak van de rechter eindelijk achter de rug is en hem laat weten dat hij alles kwijt is dat hij afgelopen 25 jaar heeft opgebouwd. Hoe triest de parallel met Marc zijn laatste 30 jaar! Dat ik hier in m’n up de winter niet door zou komen, staat vast, maar oeps. Alain heeft sinds de lente een 15 jaar oudere vriendin die (helemaal) in Parijs woont en werkt. Ze kunnen elkaar dus maar af en toe zien als zijnde loonslaven voor een wat pover zieleleven, bij gebrek aan beter de leegtes opvullend met elkaar in de vakantieperioden en incidenteel een lang weekend met bij elkaar geschraapte vrije dagen. (De Fransen werken erg hard mag u weten!) Te integer is hij om haar te bedriegen, te sterk zijn aantrekkingskracht voor mij en mijn leven hier om me los te laten en niet te laten weten dat hij aan me denkt middels dat sms-je zo eens in de paar weken.
Merde, l’amour. Liefde kan verscheurend zijn, zeggen ze. Het kan ook hartverscheurend zijn als je enkel de ander verscheurd ziet worden, door de liefde van hun leven die onbereikbaar is, of lijkt.
Misschien zouden Alain en ik het geweldig doen, maar eerlijk gezegd; Wat u niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet. Marc heeft te leven met de verscheuring die hij voelt met zijn terug gevonden liefde die hem afwees. Bij gebrek aan beter voel ik me al vele jaren, dat is me afgelopen zomer pijnlijk duidelijk geworden, maar benadrukt de liefde voor mezelf, mijn eigen waarde, de pracht van mijn huidige leven ondanks dat ‘alles’. Ik kan Alain niet botweg afwijzen, ik ben zijn ware niet vanuit mij gezien, dus misschien moet ik hem duidelijkheid scheppen, en het toch maar wel doen. Maar het voelt zo wreed, ik weiger het te zijn. De woorden om me uit te drukken in het Frans komen niet. Hoe goed ik ook mijn best doe zo weinig mogelijk schil van die appeltjes af te priegelen. Ik ben misschien wel Alains ware, maar wat kent hij me nou? Dat blijkt er niet toe te doen, de ware liefde bevat die chemie, de vonk of vlam, de mantel die het ongeziene bedekt. Die vreugde vanuit de ander  verliezen, schijnt te verscheuren, waarbij mijn verscheurd-zijn in het niets verdwijnt, mist die weggeblazen wordt voor het heldere licht van die geweldige liefde die IS, schijnt te zijn, echt te bestaan. Het verscheurd worden door anderen, voor wie ik liefde voel, die ander die zijn en haar ware liefde in het leven verloren wanen, dat wordt niet gezien. Er blijft me geen andere conclusie over dan dat ik durf te concluderen dat ik maar 1 liefde in mijn leven erkennen kan, de liefde voor mezelf. Ook die is wreed, en ja, verscheurd me, omdat ik me juist daardoor bewust ben van die ware liefde die reëler is dat die ware buiten jezelf vinden en je ervan afhankelijk op te stellen. Maar hen die vonden, verloren en daardoor niet zien dat ze alleen de ware voor henzelf kunnen zijn om vrij verder  te leven en open te blijven staan voor anderen, het leven zelf dat ze leiden, zijn er niet veel beter aan toe als ik. Die haar liefde in vele stukjes evenredig zou willen delen, maar hierin steeds weer vast loopt. Alsof ik mijn liefde exclusief aan maar 1 persoon mag geven, mag delen en terug mag vragen of krijgen als was het een gunst een dienst die verleend wordt. Niets mis mee; als je met je ware leeft, prachtig, ontroerend, warm en niets om jaloers op te zijn. Want als je die ware die buiten jezelf een eigen en zelf is, verliest, och arme. Merde, l’amour!!
De 1000 tracks lange muziek-mix die de klusherrie, het opvoeden van katten, genies en geproest van Marc  en het appeltjes schillen vergezelt heet ‘Beautiful voices’. Heel fijne muziek, chill en relax, melodieus en ingenieus aan elkaar gemixt, vol rust en inspirerende teksten en meditatieve geluiden, maar de helft van al die songs gaan over de liefde, wat me terug brengt naar de zoektocht in mijn bovenkamer naar woorden om open kaart te spelen met Alain. Dat we echt niet iets samen kunnen hebben, iets dat volgens Vulcan-achtige logica eigenlijk gewoon zou moeten zijn en de kans zou moeten krijgen. (*Vulcans zijn een volk uit de serie StarTrek die leven op de planeet Vulcan)
Ik gaf Marc de kans, maar zijn ware gaf hem die niet. Alain geeft mij de kans en de tijd, alleen durf ik hem niet te nemen, het is allemaal al zo complex en ik durf te beweren dat ik veel van Marc houd, al is het niet genoeg om de chemie te ervaren als een bezit dat we ‘de ware’ durven noemen in de vorm gegoten van een ander mens. Ik kan mijn liefde al zo moeilijk in tween splitsen, voor mezelf en voor Marc, laat staan in drie-een en ook Alain evenredig veel, het is wreed maar onmogelijk en zo zijn er weer drie zielen verscheurd. Merde, l’amour!!
Inmiddels is de kom met appelblokjes vol en meng ik het aan met citroensap, quatre epices uit een potje  -in plaats van enkel die kaneel- en rozijnen en kiep de bak in de met deeg aangedrukte vorm. Die vorm had ik met een speciaal Koopmans-antiaanbakspuitbus in moeten vetten, maar ammehoela, de bodem krijgt wat bakpapier en de rand niks. De taart komt in beter dan perfect samenhangende staat uit het bakblik als dat deze erin ging. (Dat commerciële geneuzel met zijn speciale gemaksproducten, grrrrrrr!) Ik begin gelijk aan het eten, maar kom niet verder als het stukjes kip opbakken en het snijden van een grote peen als ik weer moet helpen met het aangeven en –pakken van meetlatje, rolmaat, potlood en hamer om drie keer naar de schuur te mogen lopen voor een speciaal zaagje, spijkertjes en een lijmklem terwijl Marc zich schuldig staat te voelen dat ik niet ff verder kan met die onbelangrijke taart en dat eten dat ook wel een uurtje later kan, vandaag opeens wel. Ik sta er wederom wat verscheurd bij, vertederd en verteerd door de liefde die ik voel voor Marc die onnodige offers brengt door niet de opening te bieden onze eigen agenda’s naast elkaar te leggen voor hij begint aan een omvangrijke klus die vaker drie en vier handen nodig heeft dan twee.
Merde, l’amour, mijn man moet gewoon lekker naar bed of een wandeling gaan maken in de herfstzon die na een heel koude nacht die de pompoenen net overleefden, heerlijk zacht aan doet. Dan heeft het stof tijd om neer te dwarrelen, de katten de kans de pannen op het aanrecht stiekem leeg te likken omdat we geen van beide de afwas willen doen en ik de tijd om te schrijven in alle stilte. Dat hij geen idee heeft hoe hij het aan moet pakken om als gelijken in overleg twee agenda’s te combineren omdat hij het hele idee van plannen of het überhaupt hebben van een agenda verwerpt, is mij een grote last. Zeker als ik mezelf al in de weg zit met het kiezen tussen de liefde voor mezelf en mijn leven dat nou eenmaal meer heeft om voor te zorgen dan ik alleen. Een huis en groot terrein, zorgen van financiële aard (had ik maar een suikeroompje), de liefde die ik voel voor Marc, het mededogen dat me soms lijkt te dragen voor Alain, mijn ouders en inderdaad zelfs een handvol!! andere vrienden die mijn hart hebben gestolen door het delen van het hunne en hun oprechte zijn. Tijdens de maaltijd buiten in de zon met eens niet-lastig kattengebroed en een hond die keurig op de plaats wil blijven probeer ik ter sprake te brengen dat we wat vaker zulke werkdagen met 4-handen-klussen in moeten plannen. Maar het woord plannen schopt tegen het verkeerde griep-been aan. In de kiem smoren we hem en ik koester de hoop dat mijn boodschap, gebracht met de hormonen van die blije periode waarin ik de bevestiging krijg een echte vrouw te zijn – hoeraaaa, duidelijker is als ooit tevoren.
Ik schiet klassiek getrouw vol, door inderdaad een overdosis aan hormonen en de onmacht om mezelf de ruimte en de tijd te geven te schrijven. Op de rand van het scheermesje, ach, alles went. Marc staat op, trekt me overeind, geeft me een knuffel en stuurt me naar boven om te schrijven, of te pitten, of te neuzepeuteren, nee, om te schrijven en na te denken. Zolang ik wil. Hij houdt van me… Merde, l’amour!!

Een bijna quote van een medelogster;
Ik ben volledig verantwoordelijk voor wat ik schrijf, niet voor wat u hier wilt lezen.

Veel dank gaat uit naar hem die mij bemind en me na laat denken over mijn liefde die me lief is.

donderdag 11 oktober 2012

Structuur


Ik verbaas mezelf door, als avondmens,  er elke ochtend om 7 uur al uit te zijn en een half uur later al lang en breed een mok koffie genoten te hebben. Aan de nachten ligt het niet, ik word steevast een keer of drie wakker om onduidelijke redenen om een half uurtje later pas weer in te dutten. Het valt me op dat de structuur van het vroege opstaan en ‘naar mijn werk gaan’ me goed doet. Ook al is het maar voor een paar uur, naar de markt of dierenarts  -zoals vanochtend-  of een ander ritje voor eigen welzijn. De dagdelen die ik elders slijt zorgen ervoor dat ik de rest van de dag ook goede zin heb.  Als ik mezelf heel de dag thuis aan de gang moet zien te houden blijk ik toch eerder lui dan moe, gek genoeg.
De voordeurklant is inmiddels volledig ontdooid wat me vanochtend een tijdje koffieleuten en meidenpraat tot resultaat had, over aankomen, de liefde voor chocolade, verschillen in belastingtarieven per gemeente en zwartwerken. Dit nadat de buurvrouw op het plein nauwkeurig verslag doet van hoe vroeg ik al met penseeltje op de knieën zat om de mooie ijzeren spijkertjes zwart te lakken terwijl zij boodschapjes op de markt deed. Ja die buuf houdt het allemaal netjes in de gaten, maar was wel vergeten waar ze haar tasje had laten staan, zo blijkt uit het bijkletsen wat ze doet met de klant die via het open keukenraam het oude dametje vergezeld van wandelstok helpt te herinneren dat ze toch iedere morgen vroeg naar bakker Bos wandelt. Een korte maar stevige wandeling, want het straatje heeft een hellingshoek van 45 graden, of zo in die richting, mijn geodriehoek haalt er weinig uit natuurlijk. Ook mocht ik tijdens het rommelen met de inktzwarte kleverige verf getuige zijn van een gesprekje dat het buurvrouwtje heeft met voor haar bekende passanten, een lesje Franse conversatie volgen, stiekem weliswaar, want ik penseel rustig door en spits de oren. Het gesprek in de koude mist die traag over het pleintje drijft gaat over vreemdelingen in deze regio, hun aanpassingsvermogen en het feit dat de gekleurde vreemdeling hier gewoon niet welkom is, ik voel de ogen van de kletsers  bijna liefdevol over mijn rug glijden en in de hoogblonde krullen in mijn nek blijven steken. Ik klop mezelf niet op de borst hoor, maar aanleiding tot dit kletspraatje ben ik wel, zo gaat dat hier nu eenmaal. Iets waar je aan moet wennen, je bent de vreemdeling en zult het altijd blijven, een vorm van positieve discriminatie in mijn geval, het heeft zo zijn voordelen.
DQ ligt onder zeil bij de dierenarts, och arme lieve zachte je-weet-wel-kater in spe. In de kleine kattenbench was het een lijden en last tijdens de 30 minuten durende rit naar boven. Hij probeert een gat door de plastic bodem te graven, plast de handdoek onder en probeert ook die te begraven, miauwt en piept tot de zuurstof haast op is in de cabine, klauwt aan het traliedeurtje en probeert met zijn nagels mijn vingers naar binnen te trekken als ik hem probeer te laten ruiken dat ik dichtbij ben en alles ‘goed’ is. Maar DQ is niet van gisteren, het is niet goed, hij zit opgesloten in een herrie-machine en is weggerukt uit de veilige omhelzing van zijn twee kinderen Merlin & Sooty, hij heeft honger want hij moet nuchter de operatietafel op en alle katten waren vannacht aan het draken, want die pikken dat niet; zonder eten naar bed. Je zou dan denken ‘ga boeven muizen vangen’, maar zeker DQ is ook liever lui dan moe, Joppie kan even niet jagen met maar één oog en de vermoeidheid diep in de oude botten en de twee ukkies sabbelen nog sentimenteel op de kleine tepeltjes van hongerige DQ.  Ik mag DQ net voor midi wel ophalen, maar hij ligt nog verdoofd te slapen in de bench, de verkoeverkamer wordt dus mijn kamer en ik dek de bench in de auto goed toe, zodat hij geen extra licht-prikkels krijgt tijdens de toch onrustige rit. Het arme ding blijft nog een uurtje in de mand om zich er daarna op de knieën uit te wurmen en weer knock-out gaat, ik dek hem toe met een warme fleece-trui, hij voelt zo koud.  Een uur later is hij niet meer te houden, kijkt uit zijn ogen of hij een lijntje heeft gesnoven, sprint naar buiten en bemoeit zich met het verplaatsen van een tig aantal kruiwagens grond en stenen, die is weer beter! (Dierenartsen nemen het zekere voor het onzekere met alle instructies die je meekrijgt; tot ’s avonds geen brokjes of water, separeren, warm en rustig houden en eten en drinken in heel kleine beetjes. En goed in de gaten houden natuurlijk… mmmm Aan DQ niet besteedt. Ook aan Cros destijds niet, niet aan Aai of Case, niet aan Castel, aan welke kat of hond eigenlijk wel??)
Morgen dus weer terug naar de structuur; 7 uur op, 9 uur bij de klant, net als komende maandag en nog een dag die week om die deur af te lakken, heerlijk! Nee, niet dat vroege opstaan terwijl het nog donker is buiten en binnen koud en vochtig, maar het doet me dermate goed dat het me meer energie geeft dan dat het me kost om het avondmens in mij om zeep te helpen. Structuur dus, de mijne, niet de dagelijkse aan een exercitie grenzende discipline van mijn echtgenoot, maar een rommelstructuur, mijn structuur.