zaterdag 28 juli 2012

David

Een mooi verhaal over wat een enorme racisten een toon zetten voor het in stand houden van het authentieke karakter van deze regio die hem zo onweerstaanbaar maakt voor de Franse en veelal Nederlandse toeristen;

David wordt in Libanon geboren waar hij wees wordt en een beentje verliest. Hij wordt geadopteerd door een Frans stel, maar blijft zijn eigen paspoort houden. Hoe het precies zit weet ik niet, maar in zijn geval moet hij asiel aanvragen als hij 18 wordt. Hij is homofiel, vindt de liefde van zijn leven in Parijs en maakt carrière. Tot de liefde hem bedroog en hij vlucht uit Parijs om zover mogelijk van de stad van de Liefde en toch in het land waar hij opgroeide verder te leven. Volgens de asiel wetten hier in Frankrijk (geen idee, maar Fransman is David nog steeds niet als hij Parijs voor de liefde ontvlucht.) wordt hem op eigen verzoek een appartement aangeboden in de gemeente hier. Schuin tegenover Jean's huis komt er opeens een Arabier ! wonen met een andere huidskleur dan blank, 'zwarte' ogen, gehandicapt, net even te openlijk homofiel met een abaya aan en een bijpassende bedekking van het hoofd. In een stad van zelfs klein formaat is het niet echt heel veel bijzonders... Maar hier, verteld Nadine, was het te schokkend voor woorden. We hebben het nu over 2005!!! De man wordt openlijk beschimpt, tot op het bot vernederd en dat hele jaar is hij kind aan huis bij Jean en Nadine zoals ik nu, als vreemdelinge waar vele 'mee weg lopen' zoals ze me steeds blijft inpeperen. Uiteraard hebben David en het doktersgezin lange gesprekken en veel emotionele verhalen. David is gewoon katholiek net als de rest hier, heeft gestudeerd en Frans is zijn eerste taal, hij kan zich prima uitdrukken. 
Op een dag breekt er iets in David en hij klimt in de pen om President Chirac in hoogsteigen persoon zijn verhaal te sturen van deze weerzinwekkende situatie in 2005 in een modern land als Frankrijk. Het secretariaat reageert binnen 2 weken met een lange brief en een nieuw adres voor hem in Toulouse, een stad zonder zulke oude vastgeroeste oogkleppen. Het is een wreed verhaal met een goed einde.
Maar het zegt iets over die 'heerlijke idyllische authenticiteit van het Franse platteland' die je als bezoeker en toerist te zien krijgt. Door gebrek aan kennis worden de leefgrenzen verkleint, je kunt niet alles zijn of zeggen, doen of ook maar denken, de boeren wijsheid zet de toon, maar niets zo bedrieglijk als wat alleen het oog ziet, het racisme viert hier inderdaad hoogtij door gebrek aan educatie en het centraliseren van de minder welkome immigranten in de grote steden met getto-vorming als gevolg. 
Tijdens de koffie vertelt Nadine over David, na de koffie over de oorzaak. De regio is nog maar een kwart eeuw wat beter bereikbaar, weinig is gedigitaliseerd, alles verloopt nog wel zo'n beetje als diezelfde 25 jaar geleden, iedere puber met de capaciteit om te studeren verlaat de regio om pas na pensionering terug te komen. Ik voel me positief gediscrimineerd, dat ervaar ik toch als wat gênant, want wat maakt de kleur van je ogen nou uit? Of die seksuele geaardheid? En alleen de bereisde en geschoolde mens kan dat onderscheid niet meer maken, zoals we allemaal mens zijn, vanuit die eerste mens in Afrika notabene, de afkomst van de mensheid...
David is nu gelukkig in Toulouse

de dag dat ik sterven ga

'Morgen bestaat niet.'
Ik ervaar dit dagelijks. Meestal voor ik ga slapen, als ik de dag doorneem met mezelf. Ik kan niet zeker weten dat de wekker me morgen nog wekken kan, omdat alles in me nog werkt. Ik blijf het weigeren om het vanzelfsprekend aan te nemen als dat ik zwanger zou zijn en ervan uitga dat het een roze wolk wordt met 10 teentjes en 10 vingertjes zonder een extra pink om me door mijn kind te laten overleven. Vanuit dit idee denk ik vaak aan het nu, waar ik nu ben en hoe ik hier dan toch zo beland ben met mezelf.
Afgelopen maand was al zwaar en ik doe geen uitspraken over komende maanden, de tijd die een vijand kan zijn, maar zo vrij zijn op zo'n jonge leeftijd en eigenlijk weinig missen, weinig ontberen is een gelukzalig makend gegeven en zo rij ik in de meest felle en pijnlijke zomerzon naar m'n werk. Ik weet dat ik deze middag alleen aan de oost kant van het huis terecht kan om te beitsen. De ramen zijn erg hoog met 5 facet-ramen zodat ik op een trapje in dat raamkozijn zal moeten staan om mijn werk te doen met een flink aantal meters onder mij de harde genadeloze straat.
Dat ik nu hier leef, woon, werk en ben, is nog steeds moeilijk te bevatten. 11 Jaar geleden sprak ik me uit over wat ik wilde bereiken als ik mezelf op orde zou kunnen krijgen. Dat was het meisje dat in de kruidentuin van Mies op het biologisch volkstuinencomplex waar pap een volkstuintje had en met de vlinders en de oorkruipers gesprekken aanging. Maar dit meisje natuurlijk wel als volwassen vrouw op een plek die niet vreemd aanvoelt, past als een tweede huid, waar alles een beetje vanzelf lijkt te gaan, maar vooral mijn 'eigen keuze' is.
Ik ben pas! 38 en het geluk dat ik voel om iedere dag zelf te kiezen of ik ga werken, waar en hoe lang ik werk is meer dan een zegen. Dat ik weer tussen, met en in de natuur kan leven gaat de rede te boven, ik zweer het. Dat ik een dak heb en kleding, water in overvloed, aarde die op mijn naam staat en kostelijke maaltijden krijg is meer dan zegeningen tellen. Dat een taal barrière niet alles zegt omdat de mens die barrière wel slechten zal met mens-zijn en dat geldzorgen niets afdoen aan levensgeluk als het zich maar vrij aan kan dienen. En al veel vaker afgelopen jaren bekroop mij dit gevoel; 'je bent waar je wezen wil als je terug kijkt op dat moment 11 jaar geleden, voor NU ben je klaar, het is goed zoals het is, dwing je morgen het recht van bestaan af of laat je het aan morgen zelf over?' Kortom; het is een prachtige dag om te sterven.
Begrijp me goed, ik ben alles behalve levensmoe, ik vind het leven te mooi om echt waar te zijn en toch is het waar, want als ik mezelf in de bovenarm knijp doet het zeer en heb ik later gewoon een blauwe plek.
De hitte in de cabine wordt gekoeld door de luchtkleppen van de Rode, een vage lucht, niet helder en stootjes wind die de verdroogde eiken doet bewegen en de acacia's al blad laat verliezen, kondigen de weersomslag al aan, regen, verkoeling. 
11 Jaar geleden wilde ik heel graag weer tussen de bloemen en de kruiden zitten en eigenlijk zit ik daar nu in een land dat me vertrouwd is omdat ik al mijn vakanties in Frankrijk spendeerde, trekkend met de 2 DeWaard tenten door zo vele departementen, het land waar ik in de Ardeche leerde zwemmen, de krekelkoren leerde kennen, knoflook en wijn kocht voor papa en mama, dit land is een goed land. Ook volgens dat jaarlijkse grote onderzoek naar welk land het beste woont, leeft en werkt; al heel lang op nummer 1; Frankrijk. 
Als ik zo'n moment heb van opperste voldoening heb, aan het einde van een lange periode als die 11 jaar met een duidelijk doel, de sterke intentie waarmee het leven prima te sturen blijkt te zijn, dan zou het logisch kunnen zijn op zo'n dag te sterven. 
Hier zijn gevaren genoeg. Dan kijk ik alleen maar naar de smalle kronkelwegen langs de rand van ravijnen waar de toeristen de wegen niet kennen en locals nog op tijd op hun werk willen zijn in flinke bedrijfsbusjes. Ik ga schilderen, staand in een raamkozijn van een kleine twee meter hoog en ik bedenk me dat dit zo'n mooie dag is om te sterven, voor nu ben ik klaar. Ik wens dan weer wel dat het genadeloos snel gaat en hoop dat ik mijn nek breek, want ik vrees wel het lijden dat vaak vooraf gaat aan de dood.
Het gaat prima op dat trapje aan de kant van het huis waar de zon al weg is. Alleen hebben de stenen van straten en gebouwen de zonnewarmte geabsorbeerd om tot diep in de toekomstige nacht hun hitte uit te stralen. Door alle deuren en ramen die tegen elkaar open staan komt meestal een briesje die wel wat verkoelt, maar ook alsof je in de deuropening staat van een gigantische oven. Mijn wat rare gedachten over deze dag, over dood vs levensvreugde, worden verjaagd door het straatbeeld. Het huis staat in een smalle straat die een 35 meter aan winkeltjes heeft, 2 café's waarvan één zo'n echte vreetschuur met fantastische 5 gangen maaltijden voor de arbeiders voor een 12 euro. Het Office du Tourisme zit er op de hoek, dan een pleintje dat de entree voor de kerk is, met een stiekem klein hekje ernaast dat via een 4 meter lang steegje uitmondt in de kerktuin. Vanuit het dorre grasveld die ze 'tuin' durven noemen steekt een stenen grafkruis schuin omhoog richting de hemel, één van de weinige graven hier die zich mag laven in de schaduw. Dit tuintje heeft een achteraf doorgang naar de parkeerplaats van het arbeidsbureau en de dierenarts. Als iedereen ver buiten het centrum moet parkeren, omdat het nu eenmaal druk is, stal ik de Rode daar. De bewoners parkeren hun auto op dat pleintje, grote bus of niet, ook is er gewoon twee richtingsverkeer, wat vreemd is, want er past echt maar 1 auto door 'le grand rue', zoals ze hem toch echt noemen terwijl het zo small is en hoog. Ook het straatleven schud me uit gedachten en mijmeringen, wakker van zo meteen of toen, ik leef nu en nu rent er een oude dame over straat, voor zover ze rennen kan op iets dat lijkt op zwarte slofjes. Er hangen twee grote zwarte handdoeken over haar schouders en de nette lange rok lijkt kleurloos nu ze haar voetjes zo snel mogelijk beweegt. Haar korte haren zien grijzig van de shampoo, ah, mevrouw heeft een huishoudelijk spoedje en rent even van de kapper naar huis. Het oudere dametje dat aan de overkant naar buiten kwam om aan haar geraniums te plukken en de hemel te bekijken om het onweer te lezen dat er echt aan zit te komen, vraagt de zich voort snellende dame lachend naar het spoedgeval thuis. Als de zwarte slofjes de steeg ingeschoten zijn kijkt ze omhoog naar mij en samen schieten we in een deuk. Ik zeg haar dat dit stadje al een film scene is en met zo'n enig plaatje tussendoor nog echter. Een stem van de andere kant schatert mee, we hadden beide het nonnetje niet gezien, ze wandelt naar de kerk, want vanmiddag is er een begrafenis, de kerkklokken zullen het na het slaan van Midi laten weten. Naast het pand van de geranium-dame huist een Duitse die hier al meer dan 35 woont en sinds een paar jaar een soort B&B heeft, alleen haar accent doet vermoeden dat ze niet van hier is, gewoon een local. Zij doet het huishouden met open ramen en lijkt wel intens te genieten van de zon die pal op haar open ramen staan waar ze met een gast wat babbelt over de idylle in deze straat op het moment van een wel heel mooie zomerdag. (Daar denken de buitenlui nu even wat anders over, geloof me, allemaal!)
De lunch van weer wilde rijst, tomatensalade en lamskoteletjes geven me de energie eens wat langer te werken dan afgelopen weken, maar om 4 uur houd ik het toch voor gezien. De concentratie om in dat raamkozijn te staan, de hitte en de vermoeidheid na de eerste week leven-met-een-agenda jaagt me naar huis, waar ik huis en terrein storm-klaar maak om te gaan zitten schrijven tot het onweer begint, lekker langzaam als een advocaatje met een aanzwellende regenbui die me het gebrek aan water geven in de moestuin vergeeft. 
Blij dat ik leef, deze dag was dus nog niet de dag, maar het was er wel een hele mooie voor geweest...


Naschrift n.a.v. een reactie per email op bovenstaande. 

Vanzelfsprekend zijn we ooit begonnen met leven, we leven nu, vanzelfsprekend komt hier een zekere dag (!daar heb je hem!!) dat daar een einde aan komt, aan het leven. 
Ik zou het ondankbaar vinden naar het gegeven leven zelf, om te veronderstellen dat je morgen uiteraard vanzelfsprekend weer een nieuwe dag hebt het beter of anders te doen of minder zwartgallig te zijn en bij het opstaan niet al te zeggen 'pffffff morgen weer een dag'. Die mensen zijn er, behoorlijk veel! Om na dat opstaan de douche in te stappen en uit te glijden. Of een korte blackout in de verkeerde bocht met tegenligger met twee begrafenissen die week daarop.
Ik zou het ontzettend onachtzaam vinden als ik niet iedere keer dat ik besef dat ik een goed en wel heel mooi uitdagend leven heb, een hart en goed verstand, dat ik dat moment op die prachtige dag onderuit haal door ervan uit te gaan dat er nog vele volgen.
Want ik kan het leven dan wel zelf maken, maar ik ben God nog altijd niet en kan de perfectie en de volledigheid van zijn schepping toch niet zo te grabbel gooien door te beweren dat ik net zo perfect ben en geen enkele blinde vlek heb??
Ik zou mijn eigen menselijkheid zelfs volledig ontkennen, dat van de ander dus ook, want die ander kan ook die blackout hebben en ik de tegenligger zijn.

donderdag 26 juli 2012

vakantie-kiekjes


B&E kwamen vorig weekend op bezoek.
De huisdieren komen niets te kort!











De beloofde fotoserie van het huis waar ik alle raamkozijnen moet beitsen en later dit jaar ook wat kozijnen moet renoveren. Het is niet zomaar werk; het is pure therapie, ik noem het zo terwijl ik een ontzettende hekel heb aan het woord. Ik denk meer na en laat de gedachten stromen. Meestal ga ik met een leeg hoofd en een volle maag naar huis. Samen met Daniëlle, de huishoudster die Jean begroet met een timide 'Bonjour monsieur le Docteur', een muizig vrouwtje van tegen de 60 behorend bij het meubilair na al 35 jaar trouwe dienst voor de familie, besteed ik iedere dag een paar uur aan de onderhoud van dit schitterende pand. Het ziet er binnen veel indrukwekkender uit als van buiten in de nauwe straat, maar ik heb een jaar de tijd moeten nemen en wat brutaal moeten zijn om binnen niet meer te verdwalen. Ook ik heb een huissleutel gekregen en kan komen werken wanneer ik wil.
Ik krijg officieel toestemming om foto's te maken in elke ruimte die ik maar wens en ze te publiceren op mijn weblog. Ja, het zijn schatten van mensen. Ik ben het meest onder de indruk van het trappenhuis met oeroude eikenhouten trappen met zware bewerkte leuningen. De snuisterijen zijn of antiek of echte onvervalste kunst. Dit huis is af en oud, heeft een rijke historie en Jean's familie woont er al vele generatie's, heel speciaal.
Let ook eens op het eenvoudige maar bijzondere ornament boven de voordeur. Het blijft maar op mijn pad komen dit jaar, het ligt er zo dik bovenop en ik weet niet wat ik ermee aan moet. Maar goed, het jaar is nog niet om.
 Authentieke gootsteen, het water komt gewoon uit de kraan hoor, het is tenslotte 2012.


 De rookkamer, annex bibliotheek.

 Het torentje, tijdens de fotosessie kom ik erachter dat het huis 7 
                                                                verdiepingen heeft in plaats van 5!











De zolders -3 verdiepingen zolder....- 



 De stoppenkast..... ehm stoppenplank.
Zo'n klein plastic bakje met bloemetjes 19 euro 80, 't mag wat kosten. Misschien maar beter dat de geraniums uitverkocht waren als tevens alle andere 1-jarige bloemen.


Straatjes.....


zo gaat dat dan

Het back-to-basic leven dat we ooit voor ogen hadden is er niet van gekomen. De echte goede start van zo'n eenvoudig leven hadden we willen bekostigen met alle spaarcenten die net na aankoop in rap tempo verdampt zijn. door de crisis. Heel veel 'werken' zijn vertraagd, duurde langer of opzij geschoven om plaats te maken voor andere werkzaamheden; het hier goed leefbaar maken. Daar zijn we dus nog niet klaar mee. We wilden niet werken voor geld om zo de groenten te kopen die we ook zelf kunnen oogsten in eigen moestuin.
Nu ben ik natuurlijk niet alleen gaan werken voor dat minimumloon, meer nog voor het socialiseren (waar ik toch wel trots op ben en laat blijken dat ik niet voor niets persé naar de markt en het centrum wilde, want ik schijn precies de juiste mensen te kennen). Mijn taalvaardigheid gaat enorm snel vooruit nu, vele rap geratelde gesprekken in pure locale spreektaal begrijp ik al redelijk goed, ook sommige grapjes komen onverwacht al binnen. Ze zien me dan mee lachen en peilen zo precies hoe ver ze kunnen gaan. Ik leer een berg mensen kennen waar je akelig van zou worden, ik heb permissie namen te vergeten en ook de familieverbanden hoef ik niet thuis uit te schrijven. De aandacht op de drukke donderdagmarkt tussen al die toeristen door op een oververhit pleintje is overweldigend. Ik was er al een maand niet geweest. En Nadine die kletst maar over hoe ik vooruit ga en hard werk en nog meer moet gaan werken.
Later tijdens de lunch met zalm met kappertjes en wilde rijst probeer ik haar in het Frans uit te leggen dat ik er niet zoveel meer bij kan hebben, Jean was 20 jaar de strengste burgermeester ooit en hij vraagt kwasie geirriteerd aan zijn vrouw om enkel Frans te spreken. Hij spreekt zelf 7 talen, dus volgen kan de 80 jarige het allemaal wel, maar hij is van mening dat in mijn gezelschap het Engels oefenen zonde van de tijd en de moeite is.
Ik heb mijn huishouden, de beesten, de moestuin, een enorme lijst met 'home-improvement' klussen, onderhoud van het terrein, een slaap tekort door de berg extra die ik te verwerken heb, administratie en geldzaken, gasten binnenkort en het onderhouden van dat sociale netwerk dat zich uitspreidt van Nederland tot Hawaii (ben uitgenodigd om er 3 maanden te komen overwinteren, hoe klinkt dat!!!!? nu nog zien uit te vissen hoe ik voor januari 2500 dollar bij elkaar gespaard krijg met te weinig tijd om full-time te werken...), Schotland en Sardinië, de USA en natuurlijk Frankrijk dichtbij en uren rijden. Daarnaast heb ik een grote behoefte aan schrijven, heb ik interessante briefwisselingen die me helpen te verwerken en me eens goed aan het denken zetten.
Dit 'teveel' aan mijn hoofd hebben gaat iedere dag opnieuw op papier als lijstjes, memo's, schriftjes met lijstjes en als 'afspraak' met alarm in mijn mobiel. Als ik één weekend bezoek heb ligt de week erop weer wat extra's te wachten.
Gelukkig mag ik niet vergeten; het is hier maar 2 maanden zo druk, 4 maanden vaak te heet om wat te doen, 'iedereen'  heeft vakantie en is losjes en makkelijk, in blije stemming en gasten en toeristen, vrienden die ik nu maak, zijn er van de winter allemaal niet. Die periode duurt een kleine 7 maanden, dus dan kan ik ook veel doen.

Kattennieuws;
Ik ging met DQ naar de dierenarts, net zo'n mooie verschijning als de tandarts (zie archief april 2012), voor zijn vaccinatie's en een algehele check-up. Blijkt het bijna 14 weken jonge beestje al 2 kilo te wegen. Voorspeld wordt dat dit een flinke kater gaat worden. Geweldig, net als Cros en Joppie.
En ja hoor, tis me toch gelukt, binnenkort is de katerteller weer tot 5 gestegen. Nadine ontfermt zich al jaren over een poes, vrij schuw, maar ik zie haar altijd als ik even bij haar familiehuis rondloop. Nu heeft poes kleintjes, ze vertroetelt de moederpoes met het beste eten dat je je maar wensen kan. Waar de andere dorpskatten natuurlijk ook van weten. Het resulteert in heel mooie gezonde schone kittens waarvan drie mannetje... Ik ben vanmiddag gaan kijken.... Oh oh oh..... U snapt het al! Paar weken wachten nog .....

Ik heb er rotte dagen tussen zitten. Dagen dat ik alleen maar schrijf en verder alleen maar dat eenvoudige dag- en nachtritme aanhoud, letterlijk alleen maar naar Nadine rijd om een uur te verven, mee te eten en dan weer naar huis te vluchten om weer verder te schrijven, te niksen, rondje te lopen om dan weer naar binnen te vluchten, want die muur van hitte is als boter om doorheen te zwoegen. Juist op die dagen dat ik eigenlijk in mijn bed wil blijven, ga ik er gewoon uit op de gebruikelijke tijd om de beesten eten te geven, neem een douche, kleed me zorgvuldig aan, draag altijd sieraden als ik naar boven ga -iets dat ik voorheen echt nooit deed- en laat mijn gezicht zien zoals het staat. Het voelt niet prettig, maar eigenlijk is het wel goed.

Het is ontzettend druk op de wegen, ook op het bospad. (de EDF die er nu overheen moeten maken er dagelijks een rally van met elkaar, dan eens de 4x4 pickup van de EDF op kop en de andere keer het kleine autootje.) Ik rijd iedere dag een keer naar boven en passeer al weken elke dag Bruce Willis, niet in eigen persoon, maar wel een jongere Franse dubbelganger. Er wordt in een bocht aan de weg gewerkt, arme Bruce want dat is niet te doen en hij en zijn makkers moeten wel. Tijdens de lunchpauze gaan er witte zeildoeken over de cabines van de kranen en moeten stoplichten ervoor zorgen dat de ene camper niet frontaal op de andere rijdt. Wat zijn die dingen breed voor deze wegen! Elke keer moet ik stapvoets voor zo'n gevaarte om het te passeren zonder in de greppel terecht te komen, of je rijdt 30 want die mensen hebben ook vakantie en kennen de wegen niet, verder is iedere rots en ruine interessant.
Ik heb het eindelijk begrepen waarom de locals toch een beetje moeite hebben met het toeristenseizoen. Al dat bloot, de winkels zijn anderhalf keer duurder want de toeristen kopen het toch wel, naar je werk gaan kost langer want die campers ...., er is opeens geen plek meer op de bankjes en op de terrasjes, de mussen vallen hier van het dak -ook hier is het weer nooit goed- en je moet alles weer op slot en dicht gaan doen want waar toeristen zijn is criminaliteit. Nog een week of 6, ja, dan al, keert de rust geleidelijk terug.
Geef ook mij maar de herfst, de winter en de lente, die zomer mag van mij overgeslagen worden.
Verder heb ik bezoek gehad toen ik er niet was. Iemand die verder keek dan de gesloten hekken en voordeur. Het hek van het achterterras staat opeens open als ik laat in de middag thuis kom. Dat hek heeft een truukje om niet open te kunnen waaien en zit altijd dicht in verband met de kippen die anders het terras onder poepen. Dat truukje is niet aan deze bezoeker besteed die helemaal omgelopen is om de achterdeur even te proberen. Ik kan het brutaliteit noemen en in paniek schieten over bezoekers die juist bezoekers zijn als de auto er niet staat, maar ik kan beter vertrouwen op mijn nieuwe ritme waar nu eenmaal bijhoort alles, maar dan ook alles op slot te doen als ik weg ga. Iets dat niet nodig was toen we hier met z'n twee zaten, want mijn vent ging nog minder graag het terrein af als ik, l'homme sauvage.

De moestuin schiet niet op. De boontjes die ik oogst deel ik meestal uit aan vrienden. De tomaten zijn nog kleiner dan een aardbei, 6 meloenen blijven maar die 5 cm, de pompoenen moeten nog vrucht gaan dragen en de kool wordt weer opgegeten door die rot punaises die hier een plaag zijn en lastig te bestrijden zonder gif. (Ik ga mijn eigen land niet verontreinigen.)

De connectie met Marc is onmogelijk te ontkennen, hij is nog maar net op reis en toch voel ik haarfijn aan waar hij zit met zichzelf. Ik ben heel erg gelukkig met het alleen zijn thuis, meer dan 'heel erg' eigenlijk, ondanks dat ik het bos niet meer zie door de bomen. Door zijn afwezigheid alleen heb ik het te druk voor veel essentiele dingen (moestuin, werk aan het huis en terrein en schrijven) en dat stoort me enorm. Maar voor geen goud zou ik nu hier met hem kunnen leven, ik krijg dat plaatje niet compleet, het past gewoon niet meer, maar het is en blijft zijn huis. Nu leef ik wel met de dag, maar toch zorgt dit voor een hoofdbrekende gedachtenstroom die alleen maar naar de toekomst gericht is en afleidt van het nu.

dinsdag 24 juli 2012

Simon

Vorige week vrijdag trof ik sinds twee jaar weer eens een briefje aan op het hek, een label van een nieuw paar wandelsokken, beschreven met het typisch kinderlijke handschrift van Simon.
Zijn - Britse - vader kocht in de vroege jaren 60 een ruine, een best goede ruine met een dak erop zonder gaten, een stromatras en nog wat oude rommeltjes. Voor de vakantie's later, met de kinderen. Er is een piepklein bronnetje vlakbij, maar dan heb je het gehad met de voorzieningen. Ook dit huisje was ooit een wijnboerderijtje geweest, in die jaren ook verlaten als een toekomstige behuizing voor de dieren in het bos en een wilde klimop die de voorkeur geeft aan het binnen groeien. Er is nooit elektriciteit geweest, het stond leeg gedurende die snelle industriële revolutie met daar bovenop een wereldoorlog of twee, daarna een gebrek aan mannen die als jong gezin een huis nodig hebben en ervoor kiezen om helemaal daar te gaan wonen als 'famille sauvage'. 
De gorges is 'opgeleukt' met enorme hoogspanningsmasten, inherent aan een waterkrachtcentrale, schuin tegenover het turbinehuis dat het water op- en afpompt, het huis staat er net achter en onder. Alleen een steil rotsig pad dat het bospad verbindt met het eerste gehucht naast het kasteeldorpje maakt het bereikbaar, te voet of per ossenkar, iets anders bestond daar nog niet.
De eerste week dat de man alleen eens gaat kijken wat er aan opgeknapt moet worden en aan de slag gaat om enige orde te scheppen in de wildernis, droomt hij over hoe hij hier met het gezin naar toe zal gaan om vakantie te vieren, werkt hij hard in de hete zuid Franse zon, iets te hard wellicht. Halverwege die week staat hij op van het nog verse stromatras, maar valt dood neer, hartstilstand. Zijn twee zoons zijn nog jong en het huisje blijft daar staan om de klimop en de bosdieren te dienen.
Zo erft Simon, die later naar Australië emigreert, met zijn broer dit huisje waarvan het dak nog steeds intact is wat voorkomt dat het in een paar jaar een echte ruine is.
Eens per jaar komt hij een paar weken kamperen in dit huisje. Alle zware dingen die hij nodig heeft als eten en drinken, gereedschap, gasflessen en zijn bagage voor een maand vervoert hij in een oude houten kruiwagen van dat gehuchtje naar het huis. Wat geen sinecure is, want eerst moet het slingerpad vanaf het gehucht gelopen worden met een kruiwagen bouwjaar 1956 om vervolgens door hoog met de hand slordig gemaaid gras geploegd te worden. Toch kan dat Simon's pret niet drukken.
Elk jaar neemt hij zijn bad en douche in 'de badkuip' een kilometer voorbij mijn huis verder de wildernis in, 'de badkuip' is een hele mooie kleine waterval met een uitgesleten ronde kom met een diameter of 3. Zo neemt hij regelmatig het bospad om leven hier te bespeuren nadat het jaar en dag ook leeg stond.
Het sokkenlabel met telefoonnummer doet vermoeden dat hij nog niet weet dat Marc op reis is.
Zondagavond is er een vuurwerkshow in het rijkste dorp in de omgeving en er wordt hoog over opgegeven, dat belooft wat en omdat die Simon daar toch maar in zijn uppie zit, stuur ik hem per sms een uitnodiging om mee te gaan naar de vuurwerkshow en een drankje vooraf te doen bij Nadine. Ik typ duidelijk dat ik op hem wacht op het bospad, 2100 uur.



 De man is 60, enigszins grotesk in zijn voorkomen, gebruind door die Australische zon. Simon neemt de tijd woorden te zoeken voor de meest eenvoudige zinnen, het kost hem moeite en mij hetzelfde en meer om gefocust te blijven en te volgen wat hij nu eigenlijk vertellen of zeggen wil. Het is een goede oefening voor mijn geduld.
Het is een man, een echte. 
Want de tamtam werkt hier erg goed. Ook bij een Australiër die een paar weken per jaar in zijn krot zit, verstoken van enig comfort. De 3 dagen dat hij in de Auberge verbleef om van zijn jet-lag bij te komen heeft hij blijkbaar bij gepraat met alle mensen die hij tegenkwam. Dat weet ik zondagavond nog niet en het maakt me nieuwsgierig hoe snel nieuws zich verplaatst naar werkelijk alle uithoeken. (Daarin tegen krijg ik geen roddel en achterklap, want zomaar een uur in het café gaan zitten om op de hoogte te blijven van het lief en leed lukt me nog niet.)
Ik sta dus om 9 uur op het bospad te wachten waar het wandelpaadje omhoog kronkelt. Maar ik wacht daar zo een 10 minuten, geen Simon. Hij stuurt me een antwoord op mijn sms-je of hij nog komt, 'dat hij met hapjes en een wijntje op mij zit te wachten in zijn huisje'. Er gaat een alarmbelletje bij me af.
De zon is rond die tijd toch echt al ver achter de bergen weg gezakt, ik loop op mijn paasbest in straatschoenen. Niet echt geschikt om het stenige rotspad te belopen en al helemaal niet om het verwaarloosde paadje te bewandelen waar ik na ettelijke bochten een geïmproviseerde hap aan zal treffen.
Ik ben geen zeur en eet alles, maar tegen de schemering aan een half uur op en neer... Domme blonde toch vermoeide Tien doet dit dus wel, zwaaiend met een handtasje, warme kleer, want in het dal van de rijke gemeente waar het feest in volle gang is, is het koud, zeker 's avonds. 
Simon hebben wij leren kennen als een wat trage grote kerel met verward grijzend zwart slaghaar dat altijd net te lang is, ongeschoren -ja, die man heeft ook vakantie- vieze oude kleer -ja, wat wil je in een bestoft krotje dat bewoond wordt door muizen en hun gevleugelde equivalent.- drinkt graag wijn, te veel en nog sjieke wijn uit een fles ook, terwijl hij zware dingen te voet moet versjouwen.
En terwijl ik toch de wandeling maak komt de vraag al; wilde hij me niet begrijpen door me te vragen helemaal naar boven te lopen (geen kleine moeite!) tegen de schemering aan om gezellig te snacken en dan in het donker misschien... toch naar dat vuurwerk te gaan?, af te dalen in het donker zonder maanlicht nog op dat moeilijke pad, of is die man al op de hoogte, heeft hij op zijn briefje op het hek gedaan alsof zijn neus bloedde en houdt hij zich van de domme om me 's avonds laat naar dat krot te lokken.
Want het is en blijft een man, een echte, waarin gespeelde onschuld wel een plekje heeft. 
En sodeju; ik ben dat foute grote zwarte superscherpe mes niet bij me dat ik juist kocht voor deze momenten van voorkennis van onbekende oorsprong die als je ze negeert meestal moet bekopen met ongeluk en ellende.
Een gewaarschuwd mens telt voor twee. 
((Tijdens deze wandeling over dat oneffen paadje schiet me ineens een lachsalvo van B te binnen die met zijn vriendin mij vereerde met een bezoek ditzelfde weekend. Die kwam voort uit zijn vraag hoe het zich ontwikkelt dat ik hier als meid alleen woon en de locals ook niet achterlijk zijn en hij kent mannen, hij is er zelf één. Hij weet van mijn voorliefde voor handwapens, welke dan ook. Gedurende al die uren dat we gedrieën tafelen, lachen, wandelen, delen, uitwisselen, weten ze ook dat ik jaren aan full contact karate heb gedaan bij een beruchte dojo notabene. Ook dat mijn reflexen nogal snel zijn, dat mijn instinct prima werkt en hebben ze alle wapens gezien die her en der in huis rond slingeren. Zodra B de optelsom maakt schiet hij in een deuk over die arme mannen met toch echt verkeerde intenties die het lef hebben me te treffen op een verkeerd moment.))
Nogmaals, een gewaarschuwd mens telt voor twee en Simon is niet gewaarschuwd, och goshie.
Met moeite trek ik pas gemaaide bramenslierten uit mijn nette broek als ik de laatste 100 meter afleg naar dat verstopte huisje met tijdelijke bewoner, toerist, maar ook weer niet.
Ik hoop nog even hem aan te treffen als vanouds; stinkend naar het zweet bij gebrek aan een douche, heel klein beetje beschonken, hij heeft nog wel enig decorum, maar alles behalve een verleiding voor mij en zeker na het bijna te aangename bezoek van de afgelopen 20 uur, jong, aantrekkelijk, lief en sprankelend.
Maar nee hoor, meneer staat met een net ingeschonken schoon glaasje rode wijn op me te wachten. Komt zo te zien net bij de coiffeur vandaan, heeft daar ook zijn wenkbrauwen laten doen en zich laten scheren. Simon riekt naar iets sjieks uit een flesje zonder verstuiver, het zit er ruim op. Gekleed in een wel heel schone broek, er zit nog net geen vouw in, een denim blouse die wel nieuw lijkt en een donker oranje wollen colbert, breed lachend met zelfs gepoetste brillenglazen, zijn blote voeten in donker groene crocs stevig op het platgetrapte gras voor het huisje met overal emmers, teiltjes, een tafel van een gescheurde plank die op een steen en een hakblokje steunt.
Maar goed, op een nog sjiekere stoel die haast als een troon zit in de vieze slordige zwerversbende geniet ik toch van dat wijntje, probeer me weer te concentreren op die zinnen die heel traag gevormd worden en er wat verwrongen uitkomen alsof hij hersteld is van een hersenbloeding en opnieuw heeft moeten leren praten. Zijn poging om een gentleman te zijn en me degelijk te ontvangen in zijn beste goed met de voeten in Crocs gestoken, gaat hem best goed af, mag gezegd. De hapjes is een meloen in slordige stukken en plakken, worst met een velletje dat ik met geen mogelijkheid kan scheiden van de worst erin en onverteerbaar in mijn mond ronddwaalt met een half gesmolten geitenkaasje met bruine rand, ah jakkes. Met moeite slik ik het geheel door. Ik ben best assertief, maar om dit nou uit te spugen, nnnnnee. Langzaam wordt het donker en we moeten dat pad nog af terwijl hij heel rustig van zijn wijntje geniet en de zinnen vormt die wel een lijdensweg lijken geboren te worden.
En dan de nieuwe Tien weer door de bocht die hem onderbreekt en hem wijst op het feit dat ik op die schoenen nog naar beneden wil, geen lampje bij me heb en een afspraak heb met Nadine die me op komt zoeken als ik niet op kom dagen. Dit is niet zo, maar beter als met een groot mes rond gaan lopen. Wonderbaarlijk genoeg reageert hij door het bord met snacks snel leeg te maken en dat glaasje wijn natuurlijk, om toch maar even de fles nog snel te legen (in zijn glas) en het snel leeg weg te zetten in de verrotte vensterbank van het getraliede raam. Met het kleinste zaklampje dat ik ooit zag zijn we naar de auto gelopen en naar de vallei gereden.
Koud, Nadine is natuurlijk nergens te vinden, want het is donker en heel erg druk, ik ben te laat voor een begroeting, het huis is leeg dus de hele familie loopt al in de menigte. Dit wat achterhaalde prestigieuze dorp is tijdens zo'n dorpsfeest een voor mij adembenemende toestand.
(Het contrast met geen dorpsfeest en winter en HET zomerseizoen is zo enorm, verpletterend en bijna stuitend en die moderne kermisherrie met als tegenhanger de 4x4 met aanhanger waarop drie oudjes op een stoel de echte Aveyronnaise ten gehore brengen op fluit, trommel en trekharmonica, al rondjes rijdend door het dorp inclusief versterking! ... is haast onbeschrijfelijk.)
Simon pikt mijn signalen erg goed op, het zijn misschien niet eens signalen, alleen mijn gedachten die ik sterk stuur, ze missen hun doel niet vaak, ook zonder dat ik ze onder woorden breng. Hij doet zijn best gewoon te doen, als getrouwde man op vakantie die met een dame naar een dorpsfeest gaat, maar ergens wel weet dat hij illusies koestert.
Maar goed, we lopen een rondje door het feestende dorp en ik kom niemand tegen die ik ken. Niet vreemd in het donker met kermis muziek afgewisseld door de aanhanger met de oude deunen die alleen leuk zijn als je als toerist naar zo'n feest gaat. Dat dat gejengel je behoorlijk tegen kan gaan staan zal iedere local je bevestigen.
De show is prachtig, maar de muziek ronduit slecht, geen verband, 4 losse popnummers die echt totaal geen connectie hebben met het feest, de zomer of vuurwerk zelf, de afsluiting van een leuke tijd.
Na het vuurwerk wandelen we door het parkje het kermisterreintje op.
((Geen excuses voor al die verkleiningen die ik gebruik, want tot op het wellness centrum aan toe is hier alles op kleine schaal.))
Nadine's familiehuis drupt langzaam vol en ik wordt als huis- en familievriend warm onthaald. De kinderen hebben 36 rivierkreeftjes gevangen gedurende de dag, een grote opbrengst en de lange tafel is gedekt voor 16 personen. Dat wordt een smulfeest gezien de salades en het nog geurende brood, het is inmiddels 11 uur geweest. De kinderen moeten me komen begroeten met hand en twee zoenen, er wordt in de bomvolle keuken gedanst als de speakers in het dorp op pop over gaan, omdat de ouderen naar het dorpshuis gaan voor de tombola. Dit is nu voor mij al 'gewoon' terwijl Simon vervuld is van het authentieke Franse gebeuren tijdens de lange zomer, betrokken bij het Franse familie-gebeuren dat zeker ons Nederlanders vreemd is. Zeker op deze schaal. 
(Als ik een toerist zou zijn in het gezelschap van een expat die aardig leuk geintegreerd is, zou ik ook de belevenis van mijn leven hebben, zeker na HET jaarlijkse grote dorpsfeest.)
Simon laat zich meevoeren naar de pannen met kreeftjes, zet een dansje in als hij een halve vierkante meter ruimte heeft bemachtigd, de man is eenzaam, kan niet anders, zo sterk voel ik dit als ik hem in een flits observeer. Zijn vrouw komt een weekje mee bikkelen op de steile helling, waarschijnlijk kan ze vakantie krijgen in september als hij terug is van een bezoek aan zijn broer die nog in Engeland woont. Nadine haar man lijkt me direct te begrijpen als ik hem begroet en drie woorden spreek over 'mijn vriend', zoals men denkt.
-- Gisteren ga ik weer naar mijn werk; verven bij Nadine, daar leg ik haar en een nicht uit wie die Simon eigenlijk is. Ze liggen in een deuk als ik vertel hoe de uren verliepen voor dat we onze neuzen lieten zien in de helder verlichte keuken met de feestelijk gedekte tafel terwijl Michael Jackson door de gemeentelijke luidsprekers schalt. Heerlijk; meiden onder elkaar, mijn Nederlandse nationaliteit maakt geen verschil en ik voel me thuis, geborgen, gezien en begrepen. --
Ik geef Simon het handgebaar voor 'kom, we gaan' en hij volgt gedwee. Ik moet stiekem lachen, het is een man, een echte.
Ik rijd naar de gorges op een macho-manier, alle toys voor boys liggen me na aan het hart, de rally op het bospad maakt Simon tot een zwijger en ik geniet er stiekem wel een beetje van. Och goshie.
Toch blij dat ik voor de laatste kilometer alleen in de auto zit rijd ik door in z'n eerste versnelling om van de spreekwoordelijke ruimte te genieten in de kleine cabine.


De naam 'Simon' is gefingeerd en de foto's zijn genomen in 2010.

donderdag 19 juli 2012

Mensen

Mensen. Wat een indrukwekkende wezens zijn wij eigenlijk. Mensen, niemand kan zonder, maar met is ook niet altijd je dat en dan kom je toch uit op het zoeken naar je eigen balans.
Ik heb het hier een zege gevonden de mensen op te kunnen zoeken als ik daar behoefte aan had, in plaats van ze te moeten ontvluchten en dat in de Randstad. In het gezelschap van zo'n ander mens lag die behoefte nog lager, maar knabbelde niet aan de hechting van zijden boeien die het me altijd moeilijk heeft gemaakt langer als een uur of twee van mijn eigen terrein af te gaan. Nog nooit, ook niet tijdens geslaagde dagtrips, uitjes en bezoek aan markt, vrienden in de buurt of Nederland.
Ik ben sinds 2,5 week weinig dagen heel de dag alleen thuis of niet onder de mensen boven op het plateau aan de rand van de gorges die me zo eigen is geworden. Ergens kan ik de tijd die ik elders doorbreng niet missen. De administratie en ons internet bedrijf, alle bank- en geldzaken, alle beslissingen en regel dingen die alleen in Frankrijk gedaan kunnen worden, alle zorg voor de beesten, extra werk aan mijn sociaal netwerk en integratie, het tekenen van mijn eerste contract met Nadine voor het schilderwerk, onderhoud van huis en tuin en niet te vergeten; lief zijn voor mezelf en een beetje flexibel blijven met betrekking tot het verwerken van de finale van een lang intens puur traject zonder winnaars en verliezers. Nou ben ik niet helemaal eerlijk, vrees ik....
Maar goed, werken op contract basis is niet het enige werk dat geregeld wordt. H&T met een veel sterren gite zijn van makelaar toch de heel goede vrienden geworden waar ik mezelf best af en toe zonder gene te eten kan vragen, komen met twee mogelijkheden aan in mijn vak nog wel. Een ZZP hovenier helpen met het onderhoud waar hij door het vele aanleg-werk niet aan toe komt en een klus om een huis dat de verkoop in moet uberhaupt toegankelijk te maken door de tuin kort te wieken op nette wijze en wat enorme naaldbomen naast het huis te beoordelen, of die niet weg zouden moeten of opgeknapt. Ze schijnen erg dicht bij de muur van het pand te staan. En dan ook nog van de winter in de Bistro?.... Na zeg, en dan beweren dat er geen werk is hier. Ik heb nog niet eens gekeken naar de toeristenindustrie, elk jaar weer een goede voor deze regio. Heerlijk gebabbeld, heerlijk eenvoudig echt lekker ge-BBQ-ed bij H&T, boontjes meegebracht, leuke lange beetje platte gele rare snij?boontjes, rauw zacht en bijna zoet, kort gekookt in een salade nog veel lekkerder. Zij Nederlandse, hij Schots, al 8 jaar hier na 7 heel magere zware jaren eindelijk eens een beetje tot rust en op orde, ik laaf me in de goede afloop der dingen, het komt altijd een keer goed.
Gaar en buikpijn, een domme fb-horoscoop voor deze dag gebood me rust te nemen en alleen mensen op te zoeken die in kunnen schatten waar ik zo'n beetje zit met hoofd en hard en daar mee om kunnen gaan. Voor ik dus naar H&T rijd ga ik de brievenbus sleutel en de benzinetank uit de Rode halen die dus bij die drukke garage staat waar ik dacht heel misschien zaterdag de auto terug te hebben. Anders een weekend geen auto, ook niet erg, maar Nadine wil het niet hebben en de neef die zich over de Rode gaat ontfermen weet als chef van de pompiers hoe geisoleerd ik wel niet zit, het is aan de enige blusroute aan deze kant van de gorges.
De Rode staat geparkeerd met sleutels in het contact en raampjes open, net als sommige andere auto's op het terrein, dat laat me dan toch weer glimlachen en me een veilig gevoel geven, dat kan hier dus gewoon. Ik haal de sleutel uit de cabine en de lege tank uit de bak om die vol te tanken. Haar Neef komt naar buiten gelopen in zijn werk overall en roept dat hij klaar is. Sorry, ik ben verschrikkelijk slecht in het onthouden van al die namen, het zijn er zoveel in een zeer hoog tempo op dit moment. Namen van mensen, zo'n afgelegen gebied kent er nog al wat als je ze zo nodig hebt, mensen. Hij heeft een minuutje nodig voor hij me even uit komt leggen hoe en wat. Nu vrees ik die momenten, want bij de andere garage kan de techneut mij echt nooit iets duidelijk maken, terwijl ze wel jaren engelse les bij H volgden, maar goed. Ik schiet vlug uit het zicht naast de Rode en kniel om onder de auto te kijken of hij echt in twee dagen, ff tussendoor voor z'n nicht mij voorrang geeft in het vernieuwen van deze onmisbare kruiskoppeling, gloednieuw, geniaal. Nadine! Ik hou van je!!
Maar deze Neef krijgt me exact duidelijk wat er gedaan is en wat er echt nog gedaan moet worden in de kern van de koppeling zelf. Ik heb totaal geen verstand van auto's, hij spreekt echt gewoon alleen netjes Frans en ik begrijp hem helemaal. Ok, ik ben ook verkocht en verlaat de garage-die-me-niet-begrijpt, waar ik eigenlijk echt bij had moeten blijven. Ik zal er nog gaan tanken, 't ligt op de route naar mijn werk. (Klinkt toch wel hilarisch hoor, 'naar mijn werk gaan'.)
De wagen is opeens geen piepende, schurende rammelbak meer en zelfs op wel heel fijne hakklompjes heerlijk om te rijden. De knalrode bus van Nadine is te stil en te vage omtrekken die ik maar niet aan kan voelen. De bus is gewoon te luxe en te gevoelig door al die elektronica die de Rode  nul komma nul heeft. Wat een geruststelling en dat in 2 dagen waar die andere garage overheen kijkt of weken over doet en geen leenauto heeft plus erg hoge rekeningen. Pas in de schemering kom ik thuis met m'n viervoeter plat op de weg met een achterwerk dat heerlijk meekwispelt, een blij koppie dat verlicht wordt door de koplampen, DQ die van de helling achter de schuur afschiet en naar het huis holt met dat typische staartje in een dubbele kromming. Ik kan trouwens nog steeds niet zien of hij die geknakte helft kan bewegen, aan zijn capriolen te zien maakt het hem niks uit. Eerst de beesten, dan de systemen aan en berichten bekijken na het legen van de brievenbus waar ik een kado in tref in de vorm van een tijdschrift met een lief briefje van een unieke vriend. Als mijn leven een sprookje a la Grimm is, dan is hij de oude wijze man met achter hem de nog oudere spiegel verstopt in 't stof voor enkel de zieners. Ook sommige van jullie komen mijn leven binnen door openhartigheid en woorden aaneen als zinnen tot mensenlevens gevormd, mensen.
Het is fijn om te kunnen zeggen dat ik van mensen houd, ik houd dus ook van mij.
Mijn droom van maandagochtend is weer een zegening extra gebleken, met eigen inzicht in woorden omgezet, gedeeld, begrepen en erkent, erg prettig.
Morgen weer onder de mensen, P&W komen boontjes eten en 'even' een klusje klaren, vrijdag werken, zaterdag een klus inventariseren om een offerte uit te brengen, zonder bezoek en 's avonds naar de peperdure vuurwerkshow in de rijkste gemeente van de regio, omdat ze erg erg veel betaald krijgen van de EDF om die gemeente vol te zetten met alles dat nodig is voor 1 van de grootste waterkracht centrales.
Wat een week, wat een mensen, heerlijk.

ps
Weet wel dat dit enkel 's zomers kan en is. 's Winters gaan hier de spreekwoordelijke slagbomen dicht, blijven de mensen 3 maanden binnen interen op de gewekte en ingevroren of opgekuilde voedingswaren en lezen de in het seizoen vergaarde boeken uit. Zijn de hotels dicht en de restaurants in de weekends, want dan zijn er geen werklui tussen de middag, de enige klandizie. Dan is er geen bont gekleurde kleding te koop op de markt of die leuke snuisterijen als een speelgoed zwaard en een sleutelhanger met het logo van de regio erop. Komende winter is het altijd stil op straat en de helft van de huizen staan dan leeg. Het is zwart-wit op het platteland!

woensdag 18 juli 2012

gewoon

 Ik bagger Castel haar verdieping uit. Zet de hoge druk op het onderkleed, repareer de gebroken lat door een stevige plank op te spijkeren, bezem de spinnenwebben van het puntdak en ook het onderkleed spijker ik met schrootjes vast. Castel heeft de gewoonte haar kleden op te frommelen om er bovenop te gaan liggen. Ook als het -20 vriest.

De knalrode bus van Nadine parkeer ik in één van de nauwe straatjes, niet pal voor haar huis in dat winkelstraatje tegenover het gemeentehuis. Dat klinkt allemaal best ruim, maar in Nederland zou hier per definitie een parkeerverbod gelden. Hier niet en parkeren de bewoners daar waar ze willen.
Het zal echt zuid Frans heel warm weer worden, maar ik sta dan een vestibule te beitsen met de voordeur open om nog wat licht te hebben. Het voelt allemaal heel gewoon om naar mijn werk te gaan, het voelt gewoon om mee te eten, gezien te worden als huisvriend tegen familie aan. Ook al zijn Jean en Nadine hun eigen ding aan het doen, zit de zoon van Jean zich aan de 4 meter lange eettafel zit een half uur een bult te lachen en te grinniken om iets dat hij op een labtop bekijkt, het klinkt als een komische serie, maar net te zachtjes om het goed te kunnen horen. De musjes hebben vandaag gezelschap van kauwen en een luidruchtige tortelduif die wild klapperend met de vleugels een plek zoekt in de vorig jaar door mij gesnoeide linden. Er wordt een balletje getrapt op straat, zo rustig is het hier in het centrum terwijl het aantal toeristen met de dag toeneemt. Goed voor de economie, maar iedereen ziet deze stroom van te bloot gekleede vreemdelingen liever gaan dan komen, tis zelfs nodig te vragen wat ze willen drinken en 'wij' krijgen zonder te vragen wat we willen hebben. Snelheid is dus geboden als ik eens een koel wit wijntje wil in plaats van de café crème.
Gewoon krijg ik de huissleutel om het indrukwekkende pand af te sluiten, want iedereen gaat zijn eigen weg en ik blijf achter met de kwast in de hand.
In dit huis heerst een andere stilte. De pendule op de weer enorme massieve geornamenteerde houten kast heeft zo'n lieflijke tingel ieder half uur, een vriendelijke tijdsaanduiding van 30 minuten die me meevoert naar de flat van opa vroeger. Ook daar stond een Franse pendule met een lieflijk geluid, op een sjieke secretaire, misschien ook wel van Franse makelij. Steeds hoor ik achter de muur die nu het bordes begrenst een deurbel en het duurt een dag om door te hebben dat het de slager is, 1 van de 5 in dit toch wel heel kleine stadje. Flink veel klandizie 's middags.
Ik vroeg het Nadine al, of ik foto's mag gaan maken van details, dat belooft dus een kleine reportage binnenkort.

Thuis ben ik met wat grotere klusjes bezig die ik in veel stukjes moet hakken nu ik iedere dag 'naar m'n werk moet'. En nee hoor, ik heb nog steeds geen zin het terrein te verlaten. Nog steeds vind ik het moeilijk hier langer als een uurtje weg te zijn. In tegenstelling to Marc die nu 'vast zit' door het afronden in Nederland, nog steeds niet is begonnen aan zijn reis. De gemailde droom en mijn interpretatie heeft ook hem nogal diep geraakt. En wéér ervaren M&M hetzelfde met één heel groot verschil, dat hij dit huisje een donkere grot vindt en de gorges te diep, te nauw, geen horizon, geen frisse zeewind, geen meeuwen en duingrassen. Hij heeft zich vergist, in het huis en de plek en weet dit nu hij in huizen komt met alleen maar veel en grote ramen en overal uitzicht heeft zo ver zijn ogen kijken kunnen. Het bevestigd dat deze stier het wèl als een veilige plek ervaart in een huis met metersdikke muren. We zijn het nog steeds met elkaar eens, het is nog steeds goed zo.
M&M doen gewoon, we doen nog steeds niets dat ons niet past. We doen beiden gewoon wat we moeten doen en het zal zo niet overkomen op anderen, misschien, maar ik, ach, ik doe gewoon gewoon.


dinsdag 17 juli 2012

De eerste werkdag

Deze eerste werkdag begon dramatisch met het ontwaken door een droom die gemiddeld zo'n drie keer per jaar mijn dagen wist te confisqueren. Drie keer per jaar sinds de niet geplande emigratie 3,5 jaar geleden.
De droom kent steeds een andere locatie, steeds een andere setting, altijd het zelfde thema; 2e keus zijn, mijn partner die iets essentieels mist in onze relatie. En met de jaren mis ook ik iets dat aan me vreet. Deze droom veroorzaakte ware spijt van het ontwaken zelf dat destructief de eerste uren van mijn dag wist te vernietigen. Om niet om te komen van ellende schreef ik de droom uit en mijn analyse ervan, ik zocht de groei en het inzicht, want als ik zo bewust droom is het nooit onzinnig of onverklaarbaar.
Het enige waar ik vanochtend, voor ik me alles behalve fris en fruitig naar mijn werk-afspraak spoedde, de tijd voor gaf was het uittypen van de droom en de analyse en het nadenken over het versturen van de uitwerking van mijn droom naar Marc of niet. Ik deed het toch. Eigenlijk alleen om mezelf niet tekort te doen, alleen omdat mijn droom voor mij relevant is, het aan hem kenbaar te maken wat er echt in me omgaat. Het recht heeft hij niet, maar ik wel, dus stuur ik een lange email en sluit de pc af met een rot gevoel. Ik wilde niet wakker worden en voel me allerminst capabel om me onder de mensen te begeven. Zeker voel ik me niet, fysiek ook niet goed om te gaan werken, om gezamenlijk met deels onbekenden een maaltijd te delen, om me voor te stellen aan een andere garage voor accute Rode-EHBO en andere regelzaken.
Ik vertrek toch. In een Rode met bijgeluiden die ernstig klinken, ingesnoerd in de gordel, voorzichtig in de bochten, beide handen aan het stuur en de wetenschap dat de auto 1-2-3 zomaar onverwacht total-loss is.
Maar waarom zou ik mijn vriendin me niet laten pamperen?? Waarom zou ik mezelf deze essentieële hulp ontzeggen? Waarom zou ik het mezelf moeilijker maken, ze zijn er, de hele regio, 5 complete gemeentes hoe klein ook, vormen te samen mijn veilig thuis.
De deuren op de klink en slot met de mega grote sleutel, de kipjes en Emiel op de oprit, Castel wakend in haar schone huis, de katten al slapend op de bank, verlaat ik mijn groene voedzame haven om te werken voor de kost. Ik heb de opdracht al de raamkozijnen en deuren in de beits te zetten van één van de oudste, grootste en meest monumentale panden van het stadje; 1e laag, 2e laag, onderhoudslaag na 3 jaar weer, zon en wind. Als ik 6 maanden ingeschreven sta als werkzoekende en wat klussen aanneem  heb ik recht op aow en bijstand, krijg ik een uitstekende maaltijd tussen de middag, gezelschap, Franse conversatieles en hulp bij meest urgente zaken, integratie-gericht of sociaal en maatschappelijk. Wie ben ik om dit gepamper te weigeren???
Ik blijf het eng vinden dit huis achter te laten, ook al zitten de deuren op slot en ben ik verzekerd en maar een paar uur weg. Maar na het overleven van de droom van vanochtend voel ik me haast onkwetsbaar, hoewel ik wat ellende-tranen wegduw tijdens het rijden naar de openbare weg, de gorges uit, naar boven waar werk op me wacht. Ik ben eigenlijk een kwartiertje te vroeg voor de maaltijd bij Nadine en haar man en ik spot Claud op het terras van de bistro, een gepensioneerde butler van 84 van de Rockefeller-familie in Amerika, een man die net zijn vrouw naar een verzorgingstehuis bracht en verder van zijn ruime pensioen geniet in één van de grootste en mooiste huizen van het kasteeldorpje op een uur lopen afstand van mijn stulpje. Hij spreekt engels, ach nee, nog net wat Amerikaans. Hij was 60 jaar met haar samen, ik 6,5, dus waar hebben we het over .... Relativeren kunnen de locals erg goed en niets menselijks is hen vreemd, dit is een cultureel plus-puntje en zeker nu.
De mini kermis wordt opgeruimd op het plein zonder fontein, het was feest natuurlijk, het weekend van de 14e juli, ik schuw de herrie en zulk vermaak past hier helemaal niet, maar ja, de tijd komt overal. Ik wandel door het enige nauwe winkelstraatje en word binnen gelaten bij Nadine door een nichtje van 7 van Jean's kant van de familie. De hierarchie is hier nog in tact, de zuilen staan ook nog intact overeind en Nadines echtgenoot is al in de 80, was DE dokter, hoofd van DE school, chef van de pompiers en daar bovenop 20 jaar lang burgemeester van de gemeente die veel groter is als waar ik onderdeel van ben. Jean heeft dus nogal status en 80 jaar? Niks van te merken, ik geef hem niet meer dan 65 lentes. Nadine is zijn tweede vrouw en beide spreken ze iets van 10 talen. Hij bleek een locale dictator te zijn, maar nu met pensioen is het een charismatische man die zich op humoristische en scherpe wijze over mij ontfermd samen met Nadine. Ik word gepamperd. Uiteraard is er familie op vakantie in het oudste en meest intacte familiehuis recht tegenover het net zo collossale pand van de Marie. Zo beland ik vaker bij haar aan tafel voor een goed middagmaal in gezelschap van familie, deel de maaltijd en kreeg een beetje op mijn kop, ik vind mijn taalbeheersing alles behalve goed en Janine, schoondochter van Jean, is haast verontwaardigd dat ik zo ontevreden ben. Ik had een goed moment, er zijn ook van die dagen dan snap ik niets van de conversaties.
Na het eten een snelle bak koffie om samen naar de huisarts te gaan, de huisarts die een volledige praktijk in de schoot geworpen kreeg van Jean en Nadine pakt iedereen in als ze wil.
Ik heb zijn handtekening nodig en een stempel voor de zorgverzekering die een naam wil zien van een  huisarts die verklaard dat ik gezond ben. Normaal volgt er een algeheel onderzoek of ik niet op voorhand de verzekering een poot uitdraai door iets stiekem onder de leden te hebben. De man lacht, krijgt wat toegefluisterd van Nadine, die ook een zoete glimlach naar de assistente werpt, en de dokter zet gewoon zijn handtekening op de formulieren, de assistente de stempels en datum et voila, ook weer geregeld. Ik heb een huisarts via de plaatselijke konkel-politiek die zo voor me uitpakt dat ik me een glibberige slang voel met een vreemdelingen status wat hier nog uitwerkt als positieve discriminatie.
Dan door naar de garage. Ook zoiets; al 3,5 jaar gingen we naar dezelfde garage. Zeldzaam traag, duur, onkundig wat betreft Landrover Defenders, veel misverstanden, niet geleverde onderdelen, te laat geleverde onderdelen of verkeerd geleverde onderdelen en slechte communicatie. De Rode is afgelopen jaar voor een kleine 3000 euro gerepareerd en het houdt ergens op met de kosten die ik ervoor moet maken. Maar ik MOET een auto hebben, simpel feit. Nadine troont me mee naar familie van haar. (U mag wel weten dat werkelijk iedereen aan iedereen verwant is hier. En niet zo direct dat alles inteelt is, maar het is wel 1 pot familiair nat.) Drie broers hebben er een garage en keuringsstation, onze oude garage stuurde ons altijd doodleuk helemaal naar Aurillac voor keuringen en kom niet te laat, want dan is er geen tijd meer, achterlijke toestanden. Maar goed, die kruiwagen die Nadine ook is maakt dat de Rode deze middag nog op de brug gaat om te kijken na een ritje met de techneut en ons meiden. De man hoort het gelijk; foute boel, geen meter meer mee doorrijden, want total loss is total loss, ook hier met het gerommel binnen de marges.
Nadine brengt me naar het huis om te starten met schilderen van al het houtwerk van deuren en ramen, 5 verdiepingen, veelal facet ramen dus ik kan mijn lol op.
Drie uur later besef ik me goed dat schilderen meditatief is. De achterplaats van het huis was ooit een heus bordes, met de toren aan de ene kant en aan de andere kant een trap. Er staan twee lindebomen waar duiven en mussen en soms een enkele koolmees huist, het bordes en het plaatsje is geheel ingebouwd in garages, wat het koel en gesloten maakt. Meters hoge rozen zijn zorgvuldig geleidt naar de dakranden van de garages. Een citroenboompje staat te zonnen achterop het plaatsje en de trap is aan de muurkant bezet met potten met planten en bloemen. Een koele bries laat de linden ruisen en het getsjilp van de mussen creeert een nieuw thuis-gevoel, want iedereen is vertrokken voor vakantie-activiteiten, bessen plukken en een afspraak bij een specialist in Aurillac. Dus sta ik daar te schilderen, mijn schouders gestreeld door nog vriendelijke zonnestralen, in alle deuren sleutels, ramen open, weten waar sap en water staat, geen druk en geen zorgen, alleen dat blik met verf en wat kwasten met mussen die me zeggen of ik het wel netjes doe.
Eind van de middag gaan we terug naar de drukke garage waar de Rode nog op de brug staat. Ik kruip er dus onder en zie het gelijk; 2e kruiskoppeling is verruineerd, afgesleten, nog net niet in de soep gedraaid! En vorige week heeft deze auto dus nog op de brug gestaan bij onze 'eigen' garage terwijl ik aangaf dat er iets goed mis was... gggrrrrrrrrrrr. Ik leen dus de bus van Nadine, allemaal geen probleem en terwijl ik naar mijn eigen groene stek rijd voel ik me goed los van het Garfield gevoel na een zware dag.
De eerste werkdag zit erop. Ik praat mezelf moed in, dit moet ik blijven doen. Het levert me sociale zekerheid op in de breedste zin van het woord.

zondag 15 juli 2012

De Jaarlijkse BBQ

Via via leerde ik P&W kennen, een Nederlands stel dat hier, ergens in de buurt, een vakantiewoning heeft. Vooral P geniet er vele maanden per jaar van zijn pensioen. Het zijn echte Hollanders en dat is in alles te merken; Het 's avonds warm blijven eten, speciale koffie uit Nederland meenemen en meer van zulke kleine dingen die de nationaliteit verraden. Op zich niks mis mee, het kenmerkt alleen zo duidelijk.
Ieder jaar valt P's verjaardag samen met de nationale feestdag 14 juli, maar dit keer viert hij het een dagje later, op zondag, zodat iedereen kan komen... let wel; alle Nederlanders waar hij hier mee bevriend is en de eventueel aanwezige familie of vrienden van het stel, want ook hun huwelijksdag vieren ze met de Jaarlijkse BBQ.
Daar hebben M&M wat mensen ontmoet en het verschil leren kennen tussen Nederlandse Fransen en Nederlandse Pied a Terres, nu even zonder plus of min en andere sterke meningen over het enorme verschil tussen de twee. Marc heeft altijd gegruwd van zulke gelegenheden, "'k ben toch niet voor niks naar Frankrijk verhuisd, zeker niet om tussen de Nederlanders te gaan zitten". En verder het groepsgebeuren, het past hem niet.
De eerste BBQ die we meemaakten was voldoende reden het jaar erop om koppig thuis te blijven en ik volgde hem gedwee, net als wat andere gelegenheden waar veel mensen bij aanwezig waren. Ik wilde niet alleen gaan. Na een paar keer zijn sabotage ervaren te hebben vlak voor we in de auto behoorden te stappen, besloot ik af en toe dan maar alleen naar zulke feesten en samenkomsten te gaan. Ik heb mensen nodig en heb de luxe ervoor op uit te gaan, in plaats van de moeite moeten doen om in de natuur even een stilteplek te zoeken.
Ondertussen werd Castel zwanger. Wat heeft dit er nu mee te maken, zult u zich afvragen? Alles, want die vorige weblog van mij werd grondig en met fanatisme gevolgd door mensen die hier ergens ook wonen cq een vakantiehuis hebben. Laten bijna al deze mensen nou een grote liefde en voorkeur aan de dag leggen voor honden. Groter dan voor andere dieren en in een enkel geval ook de viervoeter boven de mens plaatsen, inclusief zichzelf.... Ik heb op mijn weblog toen maanden mijn best gedaan hulp te krijgen voor de komende pups die hier op het platteland niemand wil hebben. Dus vroeg ik hulp in Nederland, aan mijn 3500 lezers per maand -nu dus gereduceerd tot een wel heel selectief clubje waarvoor mijn grote dank, want ik heb juist jullie nu meer nodig dan ooit- of ze eens rond wilden vragen of er iemand een mooie half jachthond pup wil hebben. Maar niks hoor, de enige raad bestond uit; jullie keuze een hond te nemen, niet te laten helpen (we wonen etterlijke kilometers van andere mensen af) en er is daar vast wel iemand.
Dus zat ons er niets anders op dan wat de locals hier ook doen; afmaken. En zo geschiedde.
Dit had onder een aantal van mijn lezers niets anders tot gevolg dan tot de eeuwige verbanning uit hun leven en dus ook werd ik in m'n up goed weg gekeken tijdens de jaarlijkse BBQ van P&W, terwijl ik Marc zich thuis liet verteren door dat rotgevoel wat hem altijd besluipt als hij in een groep moet stappen, welke dan ook.
De tijd heelt alle wonden, zeggen ze, en ach, ja, daar kun je goed op vertrouwen, dus ga ik vandaag weer naar De Jaarlijkse BBQ, zonder Castel, want die hoort bij het huis, waakt en speelt met de katten.
Ik ga voor P&W, net als de vorige keren, laat verschillende honden aan me snuffelen en zal een bedelende poedel onder tafel van me weg duwen. Ik ga ja en amen knikken en me niet uitlaten over afgelopen maand. Het is nu, NU ga ik mijn dierbare vriend P een dikke kus geven en gezellig bij babbelen.

Wat zou er over zijn van de zelfingenomenheid, de oordelen en de afkeuring nu M&M niet meer is en alleen Martine zich laat zien tussen al die mensen die zich zo vastklampen aan de gemaakte zekerheid van de flat in Nederland. Ik kan de tijd nemen te leren zien wie ik ben zonder de echtgenoot naast me. 
Dit is wat eng, maar wel goed voor mijn zelfbeeld. De locals en de Nederlanders en de andere hier neer gestreken vreemdelingen, wie ben ik? 

donderdag 12 juli 2012

vraag en antwoord

Mijn gaste houdt het wat eerder voor gezien als gepland. Niks erg, wel jammer voor haar.
Ik kon eerlijk gezegd geen kant met haar op. Ik voel me al schuldig als ik een aansteker bij een teek houd die ik net uit DQ zijn zachte vacht heb geplukt. 'Die moet je met je nagel dood maken, dan lijdt de teek minder lang als met een aansteker'. 'Is dat zo?' vraag ik me af, en zo ben ik heel de dag bezig in mijn hoofd of ik haar niet teveel shockeer met de dingen die ik hier doe. Ze vraagt me de oren van het hoofd, ook over de lange lange lijst met klusjes. 'Waarom moet het groen achter het zwembad weg?, omdat de muur anders over een x-aantal jaren kapot gedrukt wordt.' 'Oh, hoe komt dat dan?' 'Waarom moeten de jonge eiken weg van die helling?', als ze omvallen is de overkapping van het zwembad stuk en de buitendouche. 'Waarom gebruik je afwasmiddel? Afspoelen onder de lopende kraan is ook voldoende. Dat er brandstof nodig is om het water te verwarmen en in haar geval dure waterzuiveringsinstallaties, ontgaat haar volledig. ' Waarom eet je vlees? Waarom zijn biologische slakkenkorrels beter als gewone als de slak er toch aan dood gaat? Kun je ze niet beter van je planten plukken iedere dag, samen met de duizenden andere groente etende insecten? Waarom eet je vlees? Hoe zit dat dan met de bron? Waarom is je toilet stuk en zit de bril los? Waarom mag ik het toiletpapier niet doorspoelen? Waarom mogen er geen vleermuizen in huis wonen? Waarom mag de hond niet naar binnen? Waarom ga je niet gelijk naar de dierenarts nu ze een klein wondje heeft van een teek? Waarom kan de badkamerdeur niet op slot? (Dat was een erg heet hangijzer.)
Ik vraag haar waarom ze niet buiten wil douchen en vertwijfeld en met geschrokken gezichtsuitdrukking speurt ze naar de overkant die volledig groen is en waar de weg niet meer bestaat door een fikse aardverschuiving. Ze vraagt me of ik alsjeblieft geen rokje wil dragen, want die blote benen, daar heeft ze zo'n moeite mee. Ze vraagt me of ik het vlees in de koelkast een plankje hoger wil leggen, zodat de tofu niet zo dicht bij het vlees ligt. Ze vraagt zich af waarom ik groente koop terwijl ik een moestuin heb. (Dat is dan best een zinnige vraag en ik beantwoord deze dat ik iets gevarieerder wil eten als dat de moestuin op dit moment kan leveren.) En meerdere keren of ik verslaafd ben aan internet. Het is maar hoe je het bekijkt. Ik ben verslaafd aan sociale contacten die ik hier nodig heb om nog een beetje sociaal te blijven.
Haar behoefte aan antwoorden, kennis, informatie is zo enorm groot dat het me verbaast dat ze zo weinig schijnt te weten. Ook over de zendmasten en hun werking zelf waar ze zo slecht tegen kan, nee erger, die haar zo ziek maken dat ik een tafelgenoot heb die chronisch vocht vast houdt, oorsuizen krijgt van gewone draadloze vaste telefoons, een jaar niet heeft kunnen functioneren door de elektromagnetische straling en nu 'revalideert', iets dat ze beter niet hier kan doen gezien de complexiteit van mijn leventje op dit moment.
Ze lacht nauwelijks, eigenlijk niet. Ze is ontzettend bang voor van alles, voor mensen, waar ze niet van kan houden als van de dieren. Een lampje gaat branden in mijn door vragen vermoeide hoofd, ze houdt meer van dieren dan van zichzelf en de mensen om haar heen. Acuut gaat er bij mij een knopje om, hier ben ik als gastvrouw ook niet tegen opgewassen, ik ben ook maar een mens.
Naast haar eindeloze vragenstorm waar ze ook tegen middernacht haar bed voor uit komt om dan pas 3 uur later 'gerustgesteld' weer naar terug te gaan, is ze ontzettend bang voor wat mensen zijn; zelfstandig denkende en handelende mensen. En dan met name de rotte appels die zich vermommen, wolven in schaapskleren, ze lijkt ze overal te zien. Wat haar het meeste angst aanjaagt is mijn dubbele gezicht. Want het beeld dat ik afgelopen 4 jaar van mezelf, M&M en ons leven hier schetste op mijn oude weblog is toch iets heel anders dan dat zij nu ziet. Ik schijn heel anders te zijn. Logisch, ik ben heel eerlijk als ik schrijf en publiceer, maar ik ben selectief open. (Ook al denken de mensen die mij nog kennen uit Nederland zoals familie, dat ik echt alles publiceer...) Ook begrijpt ze mijn energie-niveau niet, ze wil het doorgronden, hoe ik zo energiek ben en zo weinig slaap terwijl ik betrekkelijk weinig eet. Ik begrijp zelf al niet hoe dat werkt in mij, dat ik voldoende heb aan 4 uur slaap en heel de dag vrolijk door rommel.
Als ze dus erg laat uit haar bed komt en weer een paar minuten dralend ijsbeert om me dan buiten te roepen net voor ik de kettingzaag wil starten om wat oud hout in stukken te zagen in stoere werkoutfit, weet ik genoeg. Die wil maar één ding en dat is terug naar de grote Stad in Nederland, waar ze dan wel last heeft van veels te veel zendmasten, maar wel veilig weg kan kruipen in haar eigen gedoe, iets dat ze hier niet heeft en ook niet even snel kan creëren.
We hebben het uitvoerig over veiligheid gehad, alsof het iets is dat gekocht kan worden. Alsof veiligheid bestaat uit goede sloten op de deuren, prima verzekeringen en het gebrek aan zendmasten in de buurt.
Mijn gevoel voor veiligheid is natuurlijk wèl afhankelijk van een dak boven mijn hoofd en wat mensen in de buurt, maar ook dat dak en die mensen zijn niet DE veiligheid die mij vrij laten zijn en me aansturen, dat gevoel voor veiligheid is het vertrouwen dat ik in mezelf (moet) heb dat ik goed voor mezelf zorg en mijn kwaliteiten ken om me staande te houden waar dan ook.

In Aurillac waar ik haar afzet op het station en zij wat verdwaasd haar weg probeert te vinden, word ik verleidt door alle SALE-borden en verwen mezelf met stevige leren stappers, een schrift met een harde kaft dat dienst mag gaan doen als gastenboek en worstjes. Ja, u leest het goed, worstjes van echt vlees die ik thuis braad en verorber met echte Heinz bonen in tomatensaus en een lekker klef wit Frans broodje.
Toegegeven, vegetarisch eten met bosgroentensalade is echt ontzettend lekker, maar toch, ik ben een vleeseter en heb tijdens het kijken van een film gesmuld van de Franse saucisse!
Een wandeling naar het meer tijdens de schemering met Castel om de dag af te sluiten, levert een bos wilde bloemen op en ik weet nu gelijk wat ik wat vaker en meer moet gaan doen; bloemen rond het huis! Ik ga zo meteen dus naar het tuincentrum; bloemen, al zijn het die knalrode supergewone en hier peperdure geraniums.

woensdag 11 juli 2012

Les 1 en 2

 Ik weet best hoe deze bloem heet, maar ik vind toch de naam Bloem het mooiste passen.

Muizenvang les 1

Cros wijkt niet van DQ's zijde en hij niet die van Cros. Ik heb echt gezien afgelopen weken dat Cros een vader is, een grote broer, een drill inspector met een paar Dan graden, buik of dij-warmer of kussentje en leraar. 
Les 1 lijkt een praktijkles. 
(Eigenlijk is het les 2, Les 1 bestaat uit een periode van observeren, het rustig afwachten op een strategisch plekje, het sluipen, de laatste sprong met verlekkerende hebberige grom diep uit de keel met de spierwitte manen en een wat opgetrokken neus. Waarna Cros er even mee speelt in het kielzog van zijn leerling tot hij hem toch toevallig, ja heel per ongeluk dood maakt tijdens een volgende buiteling als een balletje aan een elastiekje dat zo steeds in een rechte lijn in je hand terug veert. Arme muis, maar ik doe er weinig aan, ze doen het aangenomen werk toch best trouw, ook al halen ze de muizen van buiten naar binnen en niet andersom, maar goed, opleiding van de kleine hoort erbij.)

Praktijk Les 1;
Opwarmen met Observatie Les 1 uiteraard. Voorheen ving Cros de meeste muizen, die hij inderdaad dan quasi teleurgesteld dood speelt, om het lijkje door oude rode Joppie op te laten peuzelen. Nu met een leerling, de ontzettend leuke, leergierige, niks niet schuwe, glanzend zachte kitten. DQ is een volhouder. Het op schoot klimmen als tussenstation naar het tafelblad om mee te eten, ontelbaar keer zet ik hem aan het nekvel weer op de grond en deze corrigerende acties gaan heel de dag door, gelukkig neemt Cros het leeuwendeel van de opvoeding op zich. 
Dus Cros laat de muis in de steek en gelijk schiet DQ erop af, er volgt een kort non-contact schijngevecht waarna Cros ter goedkeuring de muis vrij geeft. DQ is er een twee en een half uur mee zoet. Onder toeziend oog mag DQ in een bepaald hoekje met de muis in de weer. Cros huppelt soepel achter DQ aan als hij ermee naar buiten loopt de donkere bewolkte nacht in. Cros stuurt de kleine terug naar binnen, muisje en DQ zijn onafscheidelijk en toch blijft Cros het katje in dat hoekje spelen, hij mag er niet weg. Joppie zit met de poten dubbel rustig te wachten, al die uren, hij is 20 en 'het zal allemaal wel, ik krijg die muis'. Nope....
Tot ik het zat ben en de kleine kaken met hun scherpe tandjes van elkaar moet duwen om de muis in zijn geheel - nog maar net hoor - uit de bek te trekken. Het kost enige moeite en hij verzet zit met alle tenen wijd uit elkaar. De muis blijft heel en ik verdonkeremaan het lijkje in de compostemmer. Het duurt even voordat ze het alle drie in de gaten hebben dat de les voorbij is. 
Om nou over een uurtje de hele vloer bedekt te zien met stukjes muis vind ik ook zo wat.