Deze eerste werkdag begon dramatisch met het ontwaken door een droom die gemiddeld zo'n drie keer per jaar mijn dagen wist te confisqueren. Drie keer per jaar sinds de niet geplande emigratie 3,5 jaar geleden.
De droom kent steeds een andere locatie, steeds een andere setting, altijd het zelfde thema; 2e keus zijn, mijn partner die iets essentieels mist in onze relatie. En met de jaren mis ook ik iets dat aan me vreet. Deze droom veroorzaakte ware spijt van het ontwaken zelf dat destructief de eerste uren van mijn dag wist te vernietigen. Om niet om te komen van ellende schreef ik de droom uit en mijn analyse ervan, ik zocht de groei en het inzicht, want als ik zo bewust droom is het nooit onzinnig of onverklaarbaar.
Het enige waar ik vanochtend, voor ik me alles behalve fris en fruitig naar mijn werk-afspraak spoedde, de tijd voor gaf was het uittypen van de droom en de analyse en het nadenken over het versturen van de uitwerking van mijn droom naar Marc of niet. Ik deed het toch. Eigenlijk alleen om mezelf niet tekort te doen, alleen omdat mijn droom voor mij relevant is, het aan hem kenbaar te maken wat er echt in me omgaat. Het recht heeft hij niet, maar ik wel, dus stuur ik een lange email en sluit de pc af met een rot gevoel. Ik wilde niet wakker worden en voel me allerminst capabel om me onder de mensen te begeven. Zeker voel ik me niet, fysiek ook niet goed om te gaan werken, om gezamenlijk met deels onbekenden een maaltijd te delen, om me voor te stellen aan een andere garage voor accute Rode-EHBO en andere regelzaken.
Ik vertrek toch. In een Rode met bijgeluiden die ernstig klinken, ingesnoerd in de gordel, voorzichtig in de bochten, beide handen aan het stuur en de wetenschap dat de auto 1-2-3 zomaar onverwacht total-loss is.
Maar waarom zou ik mijn vriendin me niet laten pamperen?? Waarom zou ik mezelf deze essentieële hulp ontzeggen? Waarom zou ik het mezelf moeilijker maken, ze zijn er, de hele regio, 5 complete gemeentes hoe klein ook, vormen te samen mijn veilig thuis.
De deuren op de klink en slot met de mega grote sleutel, de kipjes en Emiel op de oprit, Castel wakend in haar schone huis, de katten al slapend op de bank, verlaat ik mijn groene voedzame haven om te werken voor de kost. Ik heb de opdracht al de raamkozijnen en deuren in de beits te zetten van één van de oudste, grootste en meest monumentale panden van het stadje; 1e laag, 2e laag, onderhoudslaag na 3 jaar weer, zon en wind. Als ik 6 maanden ingeschreven sta als werkzoekende en wat klussen aanneem heb ik recht op aow en bijstand, krijg ik een uitstekende maaltijd tussen de middag, gezelschap, Franse conversatieles en hulp bij meest urgente zaken, integratie-gericht of sociaal en maatschappelijk. Wie ben ik om dit gepamper te weigeren???
Ik blijf het eng vinden dit huis achter te laten, ook al zitten de deuren op slot en ben ik verzekerd en maar een paar uur weg. Maar na het overleven van de droom van vanochtend voel ik me haast onkwetsbaar, hoewel ik wat ellende-tranen wegduw tijdens het rijden naar de openbare weg, de gorges uit, naar boven waar werk op me wacht. Ik ben eigenlijk een kwartiertje te vroeg voor de maaltijd bij Nadine en haar man en ik spot Claud op het terras van de bistro, een gepensioneerde butler van 84 van de Rockefeller-familie in Amerika, een man die net zijn vrouw naar een verzorgingstehuis bracht en verder van zijn ruime pensioen geniet in één van de grootste en mooiste huizen van het kasteeldorpje op een uur lopen afstand van mijn stulpje. Hij spreekt engels, ach nee, nog net wat Amerikaans. Hij was 60 jaar met haar samen, ik 6,5, dus waar hebben we het over .... Relativeren kunnen de locals erg goed en niets menselijks is hen vreemd, dit is een cultureel plus-puntje en zeker nu.
De mini kermis wordt opgeruimd op het plein zonder fontein, het was feest natuurlijk, het weekend van de 14e juli, ik schuw de herrie en zulk vermaak past hier helemaal niet, maar ja, de tijd komt overal. Ik wandel door het enige nauwe winkelstraatje en word binnen gelaten bij Nadine door een nichtje van 7 van Jean's kant van de familie. De hierarchie is hier nog in tact, de zuilen staan ook nog intact overeind en Nadines echtgenoot is al in de 80, was DE dokter, hoofd van DE school, chef van de pompiers en daar bovenop 20 jaar lang burgemeester van de gemeente die veel groter is als waar ik onderdeel van ben. Jean heeft dus nogal status en 80 jaar? Niks van te merken, ik geef hem niet meer dan 65 lentes. Nadine is zijn tweede vrouw en beide spreken ze iets van 10 talen. Hij bleek een locale dictator te zijn, maar nu met pensioen is het een charismatische man die zich op humoristische en scherpe wijze over mij ontfermd samen met Nadine. Ik word gepamperd. Uiteraard is er familie op vakantie in het oudste en meest intacte familiehuis recht tegenover het net zo collossale pand van de Marie. Zo beland ik vaker bij haar aan tafel voor een goed middagmaal in gezelschap van familie, deel de maaltijd en kreeg een beetje op mijn kop, ik vind mijn taalbeheersing alles behalve goed en Janine, schoondochter van Jean, is haast verontwaardigd dat ik zo ontevreden ben. Ik had een goed moment, er zijn ook van die dagen dan snap ik niets van de conversaties.
Na het eten een snelle bak koffie om samen naar de huisarts te gaan, de huisarts die een volledige praktijk in de schoot geworpen kreeg van Jean en Nadine pakt iedereen in als ze wil.
Ik heb zijn handtekening nodig en een stempel voor de zorgverzekering die een naam wil zien van een huisarts die verklaard dat ik gezond ben. Normaal volgt er een algeheel onderzoek of ik niet op voorhand de verzekering een poot uitdraai door iets stiekem onder de leden te hebben. De man lacht, krijgt wat toegefluisterd van Nadine, die ook een zoete glimlach naar de assistente werpt, en de dokter zet gewoon zijn handtekening op de formulieren, de assistente de stempels en datum et voila, ook weer geregeld. Ik heb een huisarts via de plaatselijke konkel-politiek die zo voor me uitpakt dat ik me een glibberige slang voel met een vreemdelingen status wat hier nog uitwerkt als positieve discriminatie.
Dan door naar de garage. Ook zoiets; al 3,5 jaar gingen we naar dezelfde garage. Zeldzaam traag, duur, onkundig wat betreft Landrover Defenders, veel misverstanden, niet geleverde onderdelen, te laat geleverde onderdelen of verkeerd geleverde onderdelen en slechte communicatie. De Rode is afgelopen jaar voor een kleine 3000 euro gerepareerd en het houdt ergens op met de kosten die ik ervoor moet maken. Maar ik MOET een auto hebben, simpel feit. Nadine troont me mee naar familie van haar. (U mag wel weten dat werkelijk iedereen aan iedereen verwant is hier. En niet zo direct dat alles inteelt is, maar het is wel 1 pot familiair nat.) Drie broers hebben er een garage en keuringsstation, onze oude garage stuurde ons altijd doodleuk helemaal naar Aurillac voor keuringen en kom niet te laat, want dan is er geen tijd meer, achterlijke toestanden. Maar goed, die kruiwagen die Nadine ook is maakt dat de Rode deze middag nog op de brug gaat om te kijken na een ritje met de techneut en ons meiden. De man hoort het gelijk; foute boel, geen meter meer mee doorrijden, want total loss is total loss, ook hier met het gerommel binnen de marges.
Nadine brengt me naar het huis om te starten met schilderen van al het houtwerk van deuren en ramen, 5 verdiepingen, veelal facet ramen dus ik kan mijn lol op.
Drie uur later besef ik me goed dat schilderen meditatief is. De achterplaats van het huis was ooit een heus bordes, met de toren aan de ene kant en aan de andere kant een trap. Er staan twee lindebomen waar duiven en mussen en soms een enkele koolmees huist, het bordes en het plaatsje is geheel ingebouwd in garages, wat het koel en gesloten maakt. Meters hoge rozen zijn zorgvuldig geleidt naar de dakranden van de garages. Een citroenboompje staat te zonnen achterop het plaatsje en de trap is aan de muurkant bezet met potten met planten en bloemen. Een koele bries laat de linden ruisen en het getsjilp van de mussen creeert een nieuw thuis-gevoel, want iedereen is vertrokken voor vakantie-activiteiten, bessen plukken en een afspraak bij een specialist in Aurillac. Dus sta ik daar te schilderen, mijn schouders gestreeld door nog vriendelijke zonnestralen, in alle deuren sleutels, ramen open, weten waar sap en water staat, geen druk en geen zorgen, alleen dat blik met verf en wat kwasten met mussen die me zeggen of ik het wel netjes doe.
Eind van de middag gaan we terug naar de drukke garage waar de Rode nog op de brug staat. Ik kruip er dus onder en zie het gelijk; 2e kruiskoppeling is verruineerd, afgesleten, nog net niet in de soep gedraaid! En vorige week heeft deze auto dus nog op de brug gestaan bij onze 'eigen' garage terwijl ik aangaf dat er iets goed mis was... gggrrrrrrrrrrr. Ik leen dus de bus van Nadine, allemaal geen probleem en terwijl ik naar mijn eigen groene stek rijd voel ik me goed los van het Garfield gevoel na een zware dag.
De eerste werkdag zit erop. Ik praat mezelf moed in, dit moet ik blijven doen. Het levert me sociale zekerheid op in de breedste zin van het woord.