Ik loop al een maandje te dubben over deze post. Hij moet eruit, het zit me dwars en toch is het niet zo 1-2-3 gedaan, geschreven zoals het is, gelijkwaardig, aan twee zijden belicht.
Het effect van het isolement en de financiele kant op onze relatie is groot aan het worden. We worden zo in beslag genomen door de invloed van deze twee belangrijke factoren, dat we het gevoel hebben aan het begin van het einde te staan.
Ik probeer gewoon mee te groeien met het geheel van; de mensen, de taal, het land -cultuur-, de gang van zaken, de Franse Republiek, de omgang met de mensen hier, ons gedoetje, de veranderde situatie met betrekking tot de financiële middelen, het bos, ons plekje zo specifiek en een geheel nieuwe manier van leven door de haast verplichte bewustwording die hier nu eenmaal optreedt.
M'n lief houdt vast aan het beeld dat vanzelf ontstond in de korte tijd tussen dit plekje voor het eerst zien en de handtekening bij de notaris al hier. Samen rommelen, improviseren, alles delen natuurlijk en samen ertegen aan als het moeilijk wordt. Het is een man die graag alleen is, met z'n maatje, en wars is van de ruis die ons tegenstond in Nederland. (Ter verduidelijking; die ruis is hier exact hetzelfde, in Frankrijk. Alleen bij ons is deze minimaal doordat we geen dagblad hebben, geen TV kijken en in één van de meest afgelegen gebieden van Frankrijk wonen op een nogal afgelegen plekje.)
Ik wist, we wisten, van tevoren dat ik meer mensen nodig heb, die ik desgewenst op kan zoeken. Wat ik ook blijf doen, hoe eng het ook is om alleen een groep of een gemeente binnen te stappen of me open te stellen voor de mensen hier. Het eerste anderhalf jaar kregen we regelmatig bezoek, afgelopen jaar is het stil, heel stil. Ook in het hoogseizoen. De nieuwsgierigheid naar les étrangérs is er wel af na deze 2 jaren.
Ik doe mijn ding, me laten leven, me mee laten nemen op dit nieuwe pad, dit mooie weggetje vol eenvoudige natuurlijke verrassingen. Ik groei zo mee met de wereld om me heen, ook al is deze klein.
Marc blijft waar hij is en ziet mij gaan en weer komen, met verhalen, informatie, een aardig woordje frans (niet stuitend goed hoor) en nieuwe namen; voor hem allemaal oude bekende ongewenste ruis die ik mezelf geef en zijn stille isolement verbreekt.
De weerstand is stilletjes gegroeid, zo'n ontwikkeling waardoor gescheiden mensen vaak schouderophalend als oorzaak vermelden dat ze 'uit elkaar gegroeid zijn', zo ongemerkt maar toch aan het fundament aan het knagen. Het doet ons geen goed en we voelen ons onmachtig en geblokkeerd. We zijn ons er beiden van bewust, kunnen het zelfs bespreken. Al gaat dit niet vaak alsof we zoete broodjes bakken. En we willen beide graag terug naar hoe we in dit leven zijn gestapt op een ochtend in januari 2009. De M&M eenheid was het met elkaar eens, en op sommige momentjes is die eenheid er nog. Maar deze twee individueën ontwikkelen zich alletwee anders als dat je kunt voorzien. Ehm, vraagje aan mezelf; kun je zulke ontwikkelingen voorzien?? Overzien misschien?? Tien denkt nu toch echt 'nee'.
We missen de eenheid, mijn neus staat op integreren voor zover binnen mijn wilsbereik ligt en saampjes wat rommelen hier om een toch zeer eenvoudig natuurlijk leven te leven. Dat gaat volgens m'n schat niet lukken, die twee zijn in zijn ogen onverenigbaar en standvastig als hij gelooft in wat hij ziet en ervaart, treurt hij en is verdrietig om mijn manier van zijn in deze situatie.
Hij neemt de volledige verantwoordelijkheid op zich voor de financiën, wat niet hoeft, maar het zit in de man gebakken. Hij werkt zich een bult om hier te kunnen leven, maar de rekenfout zit hem in die crisis. Wat ik uitgeef moet ik op een weegschaaltje leggen en op eten bezuinigen we nauwelijks. Wat hij koopt zijn in mijn ogen dure dingen die vaak op de plank of in de doos blijven, omdat hij er niet aan toe komt ze te gebruiken. Ehm..... weerstand.
En of ik het nu met de paplepel ingegoten heb gekregen, of het is me aangeboren; ik wil ten alle tijden een mate van zelfstandigheid behouden. Onafhankelijkheid hoeft niet, maar zelfstandig m'n ding kunnen doen, me kunnen redden, dat is een soort basisbehoefte waar eigenlijk niemand aan mag zitten. Daar horen initiatieven bij die ik blijf nemen, ondanks, ja daar izzie weer, weerstand. Weerstand van een man die zich te verantwoordelijk voelt voor alles dat hem lief is, inclusief een mens dat graag een mate van zelfstandigheid wil hebben en dit krampachtig vast zal houden als eraan getrokken dreigt te worden. Ik ga speels door het leven, Marc neemt dat leven heel serieus, ook al maakt hem dat heel verdrietig op zijn tijd, omdat hij ziet hoe de wereld is...geworden.
Na langere tijd met wederzijdse weerstand leven maakt dat we ons beide gecontroleerd voelen. Zodra ik ergens naar toe ga en weer thuis kom met nieuwe dingen, voelt m'n lief zich gepasseerd dat ik dit niet uit onze eenheid kan halen. Dat ik dingen deel met anderen, dat ik behoefte heb aan 'ruis', wat voor mij geen ruis is maar gewoon leven. Zijn gewoon is het mijne niet en zeker ook andersom.....
En door dit alles loopt onze liefde als een sterk draadje. Die liefde zorgt voor de ontladingen -in welke zin dan ook-, de liefde zorgt voor het samen eten, het samen praten en het samen op klus gaan of rommelen in en rond het huis. Die liefde zorgt voor toch warme handen terwijl de kachel niet brand en een blije hond, omdat we weer gaan wandelen met haar. Die liefde zorgt ervoor dat we elkaar toch nog niet zo uit het oog verloren hebben, dat we elkaar niet meer zien en stug ons weegs gaan. De liefde zorgt ervoor dat we een lach vaak niet kunnen onderdrukken, elkaar wijzen op de eekhoorns die door de boomtoppen vliegen alsof ze geen pootjes hebben en om Cros zijn geweldige capriolen. De liefde zit in die warme hap waar hij zich tegoed aan doet. Als dit niet zo is, zou hij het bord halfvol van zich af schuiven met een vies gezicht. Ik kan niet (zo goed) koken, maar de brandstof is met liefde bereid.
We hebben alletwee de hoop dat ons huis toch een keer verkocht gaat worden. Ik hoop dat mijn 'eruit gaan' een stabiele situatie oplevert, een evenwicht in thuis en uit. Dat dat evenwicht een klein stukje van de financiën aanvult, wat m'n lief weer kan gebruiken om meer buiten bezig te zijn dan achter de PC. Hij voelt zich er verantwoordelijk voor, maar wil heel graag minder op die bureaustoel geplakt zitten.
Hij hoopt op het terugzien van zijn rommelende vrouwvrouw, lekker in de weer met bamboestokken, kruidjes en groente, jammetjes en andere probeersels. We hopen weer in elkaar te kunnen geloven, zodra we ons niet meer zo laten beinvloeden door het isolement en de financiële situatie. Hij hoopt op een moment dat hij kan zeggen in dit klimaat te kunnen leven, te kunnen functioneren zo hij wil en hoopt dat hij op een dag de zee niet meer zo zal missen.
We hopen dat onze eenheid weer terug zal komen. We missen het.
We geloven in onszelf. We geloven in deze plek, het huis, de bossen en de moestuin met zijn stenige grond. We geloven in het goede en zeker in het goede dat in ons mag huizen. Ik geloof in mezelf, dat ik het juiste doe. Dat ik voldoende initiatief neem en doe wat goed is voor ons beiden. Ik geloof dat mijn gedrag naar 'buiten' ook voor m'n lief heel goed is. Hij gelooft in zichzelf, sterker dan ooit tevoren. Wat het hem ook weer heel moeilijk maakt, door de weerstand van de wereld, de mensen, waar hij niet (meer) in gelooft. (En ik, die dan wat argeloos die grote boze mensenwereld in stap, keer op keer....) We geloven dat we het gaan redden, M&M, hier en dan, niet nu.
Voor ons is het even erg moeilijk, moeilijk om maar gewoon te blijven doen wat je moet doen en wilt doen. Zoveel kleine niet-zo-heel essentiële dingen die niet kunnen of misgaan, die voor afleiding zorgen voor onze eenheid in geloof, hoop en liefde. Elkaar zo missen in hoe we elkaar dachten te kennen. Een extra spannende tijd waar het seizoen op mee lijkt te deinen, in plaats van andersom.