Schrijven. Dat moet je
gewoon doen. Tijd maken en zitten, schrijven.
Bij gebrek aan romans, verhalen
om na een tiental bladzijden nog net de lichtschakelaar uit te kunnen doen, lees ik boeken over
schrijven. De eerste 2 van de 4 modules
van de schrijfcursus haalden de helft aan van wat ik door Stephen King ook ingepeperd krijg; Gaan zitten, deur dicht en doen. Nu begonnen aan de
Schrijfbijbel. Ook zo'n boek over schrijven dat alle uiteinden van die typ-zenuwen in de 4 a 5 vingertoppen raakt.
Non-fictie lees ik niet
graag. Artikelen gaan nog, een enkele long-read eens in de week, een column per
dag en de Correspondent om verder te komen dan de schandalige roof met
mishandeling van een oude baas naast het graf van zijn overleden vrouw. (Interessanter vind ik het te lezen over het waarom.) Maar zeker niet
die woorden vlak voor het slapen gaan. Dan wil er enkel fictie in. Daar vind ik
dan de rode draad, het thema, een ontwikkeling, groei in het karakter. Een
feest van herkenning waarin mijn verlangen zich verdrinken kan.
Want dat schrijven van
mij is nog geen eens de wens om broodschrijver te worden. Nummer 1 op de lijst
van debuterende schrijvers opgemerkt door de grote uitgevers met naam is ook
mijn ambitie niet. Ik heb eigenlijk geen andere ambities dan mezelf te worden
en het leven te nemen zoals het is, om dit te delen in een verhaal waar je over droomt. Voorgaande is een levenstaak, moeilijk zat en heel leuk, mooi.
Schrijven is een drang.
Dwangmatig zal het nooit worden, te snel afgeleid. Woorden, zinnen, one-liners, titels,
alinea’s en manieren om uit te drukken wat er leeft. Veel daarvan komt binnen
als ik met twee modderhanden een jonge plant Eeuwige Moes zit te planten. Een
koolsoort die vele jaren oud kan worden, waar je een groot deel van het jaar
van kunt oogsten. Eten gaat dus voor het schrijven.
Maar de drang blijft.
Onweerstaanbaar iets in mij, door niks of niemand gezaaid. Door niemand
gestimuleerd. Stiekem onder de dekens als kind al boekjes lezen en de eerste
dagboeken stammen uit die tijd. Was ik 6 of 7? Hongerig naar woorden die voor
mij ook ‘leven’ zijn gaan betekenen. De bibliotheek van mijn ouders bestaat nog
immer uit twee bescheiden meters op planken van het dressoir. De kinderafdeling
van de Dordtse bibliotheek had ik uit voor ik naar de middelbare school ging.
Onlangs gevoed door de film
The Book Thief naar het gelijknamige boek van Markus Zusak. Dat hakt er aardig
in. Verhalen, verwoorden, woorden als leven prachtig in beeld gebracht. Het
boek zal wel beter zijn en is besteld.
Zonder woorden kan ik
niet en het liefst in stilte ontvangen, privé voor mezelf alleen. Zelf
geschreven selectief gedeeld of het slot erop, de deur dicht. Als ik 20
seconden een ezel in mijn kielzog heb die zelf ook loopt te dromen. Dan komen
de zinnen weer. De beeldspraak en geniale zinstructuren, originele adjectieven.
Maar een ruk aan mijn arm door een puber-in-training haalt me weer bij de les
van nu. Van schrijven komt niets.
Toch raakte ik menig
keer in paniek. Wanneer dan? De lente wil ik benutten. Elleboog wil best wat
meer gaan doen getuige een geknotte acacia waar we al 3 jaar over bakkeleien.
Boom om of snoeien? We werken vanaf opstaan tot we ’s avonds gaan zitten als
het donker wordt om vaak nog verder te werken voor onze bedrijvigheid in de
virtuele werelden. Voorkomen dat we niet daar in de rode cijfers terecht komen.
Mijn hoofd is ’s avonds net zo moe als mijn lijf. Nee, zelfs een email aan een
vriend gaat niet meer lukken, het bed lonkt.
Lees ik dan boeken over
schrijven, resulteert dat steevast in dromen over boeken, schrijven, woorden en
alles wat er verder zou kunnen kleven aan het schrijverschap. Ook steekt de
paniek, de frustratie steeds even de kop op. Die geniale invallen die met het
leven gepaard gaan, ze blijven soms gespaard van de vergetelheid. Meestal verdwijnen ze, verloren beelden in woorden gevat.
Nu, hebben we weer meewerkende gasten tegen kost en inwoning. Na de winter waarin er geen bezoek kwam en pech in de moestuin, is het meer dan welkom. M&M gaan op stand 'flexibel' en proberen het weer. Een Britse stadsjongen van 26, inclusief hefvermogen mbt drank -dat went- en de Britse humor die ook het Deens-Estlandse stel van onze leeftijd kan appreciëren. Moestuin-muur en plantvakken en brandhout voor stookseizoen 2017 is het hoofddoel. Wij meiden mogen in en om huis tutteren.
Schrijven lukt niet met het volle dagprogramma van het hosten. 7 uur op om ontbijt te regelen, dan het eerste dieren (Sarko) ritueel om pas als iedereen naar bed is alles op te ruimen en even uit te blazen met binnen druppelend kattengebroed x5 die komen kijken of het binnen 's nachts wel rustig is.
'Er was eens...' Zo zal dat schrijven ooit beginnen.