...Dan ben ik ziek. Een beetje hoor, dit keer verkouden met alles erop en eraan.
Vannacht niet geslapen omdat ik om de 5 minuutjes mijn neus moest legen en om de 10 mijn blaas. Gelukkig had ik twee katers die me vergezelden in de hoop dat ik zo Aai de veiligheid kan bieden haar laatste weken bij ons, om haar behoefte op de bak te doen.
Helaas vond mijn suffe snotkop vanochtend toch een verse drol op de bank. Nu is deze wel beschermd met vuilniszakken en handdoeken, maar toch, zat zijn we het beide. Poes gaat naar een franse dame op een 90 minuutjes rijden van hier.
Naast mijn ziekige gesteldheid, is ook mijn pc bezweken aan een vast lopende grafische kaart. Zonder zo'n kaart doet een pc simpelweg niets.
Ook mijn camera is definitief overleden, dus typ ik op Marc's pc dit logje terwijl hij naar de grote stad is om mijn pc te laten maken.
Over een nieuwe fotocamera; die zal lang op zich moeten laten wachten. Ik wil graag een iets betere, dus een iets duurdere en deze was al niet goedkoop.
Treurnis tussen mijn oren.....
Enige lichtpuntje is dat ik door het snuiten en plassen de vroegste schemering meemaakte die mij uit bed riep om de verse knisperende ongerepte 15 cm dikke sneeuwlaag in te stappen. Toch maar een wat crappy filmpje gemaakt met de gratis-filmcamera-met-SuperU-punten, ik kon het niet laten; Het bos en ons huisje in de sneeuw zo vroeg op de ochtend is een waar sprookje.
Dus dat u het weet; voorlopig geen nieuws, geen mooie foto's of leuke filmpjes.
Ik zak nu op de werkstoel van Marc onderuit met mijn rug tegen zo'n grote zware ijzeren radiator om met een koptelefoon een filmpje te kijken om de middag zo snel mogelijk voorbij te laten gaan.
Marc kwam rond de schemering pas thuis. Met een pc die heel anders gemaakt is dan we dachten. In de computer-zaak waar we altijd heen gaan hadden ze een heel klein eenvoudig grafisch kaartje van weinig euro's, maar daar kan ik niets mee doen dat moet voor de virtuele werelden. De andere keuze was een super-super grafische kaart van 300 euro, terwijl alleen het ventilatortje stuk is. -Dan raakt de kaart oververhit en slaat je systeem vast.- Normaliter had Lief haast met de reparatie's. Nu belt hij mij even. Met moeite rekt mijn verkouden lijf zich uit om de film stop te zetten, koptelefoon af te doen en de telefoon te grijpen ergens verder weg op het bureau. Alleen als Marc het is, want mijn hoofd staat nergens anders naar. "Wat zal ik eens doen, tis of waardeloos en betaalbaar of te goed en te duur?"
"Het lijkt mij best om een paar dagen geen pc te hebben, kom ik goed aan mezelf toe." geef ik hem als antwoord, met andere woorden; zoek het maar ff uit met die kast op stroom....
Sinds kort zit er een computerzaakje in het marktstadje, een gese man die engels spreekt en die gewoon een tang en een schroevedraaier in de pc zet om er een gewone ventilator op te schroeven. Nog meer weetjes en tips worden uitgewisseld en zo staat Marc later weer buiten , 25 euro armer. Wat een verschil! En dat omdat we onthaast zijn, heerlijk.
Met Marc komt ook de post mee naar huis. Weer met het magazine 'GENOEG!' waarin door lezers ook vraag en aanbod staat van allerhande en meer tegen 'gratis op te halen' , 'zelfgebakken appeltaart' , een kadobon of gewoon echt 'help me ervan af, ik wil het niet aan de container geven'. Het magazine komt gemiddeld zo'n twee weken later aan in onze franse brievenbus, dan dat hij in Nederland op de matten valt.
Dus wat een geluk als ik het nummer bel dat bij 'aangeboden' staat, ze is èn thuis èn die camera is nog niet verkocht èn morgen gaat ze voor een lange tijd op reis. Mazzel, mazzel, mazzel want ze bied een Digitale Camera Powershot G6, helemaal compleet, aangeboden voor 125 euro!! Nu zijn ze nieuw heel veel duurder en alles zit erbij. Alleen is de automaat kapot. Maar dat is nu juist de uitdaging, wat nou; foto's maken met automaat? Ik moet het zelf maar eens gaan doen en die groothoeklens die erbij zit, kijk, laat ik dat nou nog het interessantst vinden...
Dus bericht ik B die nu ergens in Amsterdam zit, de aanbieder in GENOEG! ook, om te vragen of hij me die gunst wil verlenen om hem voor te schieten, op te halen en hem mee wil verhuizen met nog meer spullen die niet meer in het bagagerek van de Thalys pasten. Dat wil hij wel, ik sta dus nogal in het krijt en een bomenklusje bij hem zal me hoop ik wel een beetje uit het krijt trekken....
PC werkt weer en een camera is bijna onderweg.
dinsdag 31 januari 2012
maandag 30 januari 2012
Twentiefoorseven
Vluchten kan hier niet, er is geen kroeg open tot laat in de avond. 'Een stukje rijden' om even stoom af te blazen kan niet, de wegen zijn er niet geschikt voor en het kost meer energie dan datzelfde stukje rijden op strakke nederlandse wegen op een stil moment. Je kunt niet even naar de buurvrouw, zelfs als je die hebt, zul je je in het frans moeten uiten. Nu is dat misschien te doen als je frans goed is, maar de fransen uiten zich zo niet, zeker niet bij de buren. Even naar vrienden zit er ook niet zo 1-2-3 in, want vrienden in de buurt zijn a. zeldzaam en b. op z'n minst de afstand Rotterdam-Breda over erg donkere kronkelweggetjes waar het wild soms ook levensmoe is. Elkaar ontlopen kan natuurlijk wel als je in een kasteel woont, een wandeling gaan maken ook, maar dat is vaker niet gerieflijk dan dat het het wel is, zeker bij ons op dit terrein en nu omdat het koud is door een snijdende wind die op je ligt te loeren zodra je een bocht van het bospad bereikt. Zomers is het gewoon te warm om uberhaupt naar buiten te gaan. Het wonen in de middle of het spreekwoordelijke 'no where' dwingt je tot altijd samen zijn en het zien van alles, het aan horen van elkaar en alles deel je, zonder uitzonderingen. Schrijven, skypen en mailen met vrienden en familie ten spijt, het is allemaal op afstand en digitaal, niet te vergelijken met ook echt je huis verlaten om elders even andere lucht in te ademen.
'Twentiefoorseven' op elkaars lip moet je dus kunnen.
Ik heb er nooit over nagedacht toen ik Marc ontmoette en we twee maandjes daarna al samen woonden. Ik heb nog een paar maanden doorgewerkt, maar dat beviel ons echt niet. Als ik dan in de avond thuis kwam, hadden we gek genoeg meer dan de resterende avond nodig om de dag door te spreken, dus mijn werken-voor-een-baas was al snel passé.
Emigreren naar de rust en de ruimte die velen ambiëren heeft dus nog een niet zo vaak besproken en bekend facet; het op elkaars lip zitten, 24/7.
Voor ons één geluk; we hebben een kleine 3 jaar geoefend in Nederland, we woonden al afgelegen omringd door een sloot, bossages met een flink hek dat ons terrein afsloot voor iedereen die over de dijk reed. Marc had twee bedrijven die zo goed liepen dat zijn aanwezigheid één keer per week voldoende was. Saampjes opstaan wanneer we wilden, de dag indelen zoals we wilden, uitgaan samen wanneer we daar behoefte aan hadden en de momenten dat we niet samen wilden zijn; makkelijk, of hij of ik pakte de auto, hij naar het strand -10 minuten rijden- en ik naar hobby of ouders voor een praatje pot.
Ons niet realiserend, ook niet tijdens 2008 toen we wisten dat we zouden eindigen in een afgelegen bos ver weg van al die vertrouwde dingen, dat dat niet meer zou kunnen na de verhuizing naar Frankrijk.
Een baan buitenshuis geeft je structuur, hobbies en TV-programma's ook en natuurlijk enige afleiding van die structuur. Als deze wegvalt -door pensioen, ziekte of een verhuizing naar Verwegistan- zit je saampjes zonder structuur dus heel de dag -en nacht- samen.
Ons geluk is dat de plek zelf waar we op elkaars lip zitten goed is, genereus met helend groen, bronwater, gezonde lucht en we kunnen ons uiten zo we willen, want het ontbreekt ons aan buren of andere storende elementen.
Ik ben erg blij met de drie jaar in Nederland, een onbewuste oefenperiode voor het altijd samen zijn. Afgelopen drie jaren zien we elkaar groeien en veranderen, we worden echter, eerlijker en kunnen elkaar lezen als we onszelf niet kunnen uitdrukken. Een verdieping extra, een dimensie in de liefde die langzaam M&M binnensluipt zonder geniepig te zijn. We nemen onze eigen ruimte, ons eigen ritme en voelen inmiddels haarfijn aan wanneer de ander iets meer of minder nodig heeft.
'Op elkaars lip' heeft voor ons een prettige bijsmaak die verschilt.
En ik schrijf dit niet, omdat één van ons het er moeilijk mee heeft. Ook niet omdat we elkaar gemist hebben afgelopen weken of elkaar in de haren zijn gevlogen. -Gelukkig komt dit extreem zelden voor.-
Misschien alleen omdat ik er twee weken tussenuit ben geweest en dat niet als vakantie kan ervaren zonder mijn lieverd. Door wat we van elkaar dan missen gedurende 360 uren. Misschien door een verhaal dat ik mocht zien en horen van een vriend waarbij dit 'altijd samen zijn in den vreemde' verkeerd af liep. De relatie sneuvelde door gebrek aan een periode waarin je 24/7 samen bent op nog bekende bodem.
Ik uit dit alleen maar om duidelijk te maken dat je het moet kunnen voor je de stap neemt om in een ander land altijd samen te zijn. Je kunt niet vluchten, zeker niet als je ver weg van alles woont.
Je hebt elkaar in alles nodig, in het geven en nemen van een structuur waar je je beide prettig in voelt. Het elkaar steunen, ook als je beide niet lekker in je vel zit. Dan zal er één zich toch enigszins op moeten offeren voor de ander. Je zult je open moeten stellen, anders krijg je echt scheefgroei die op langere termijn niet meer recht te trekken is. Je zult iedere oneffenheid in elkaar gaan zien, alle onhebbelijkheden en elkaar toch je eigen waarheid moeten zeggen.
Je moet het willen, het 'kunnen' speelt zelfs een ondergeschikte rol hierin want de liefde heeft de hoofdrol!
'Twentiefoorseven' op elkaars lip moet je dus kunnen.
Ik heb er nooit over nagedacht toen ik Marc ontmoette en we twee maandjes daarna al samen woonden. Ik heb nog een paar maanden doorgewerkt, maar dat beviel ons echt niet. Als ik dan in de avond thuis kwam, hadden we gek genoeg meer dan de resterende avond nodig om de dag door te spreken, dus mijn werken-voor-een-baas was al snel passé.
Emigreren naar de rust en de ruimte die velen ambiëren heeft dus nog een niet zo vaak besproken en bekend facet; het op elkaars lip zitten, 24/7.
Voor ons één geluk; we hebben een kleine 3 jaar geoefend in Nederland, we woonden al afgelegen omringd door een sloot, bossages met een flink hek dat ons terrein afsloot voor iedereen die over de dijk reed. Marc had twee bedrijven die zo goed liepen dat zijn aanwezigheid één keer per week voldoende was. Saampjes opstaan wanneer we wilden, de dag indelen zoals we wilden, uitgaan samen wanneer we daar behoefte aan hadden en de momenten dat we niet samen wilden zijn; makkelijk, of hij of ik pakte de auto, hij naar het strand -10 minuten rijden- en ik naar hobby of ouders voor een praatje pot.
Ons niet realiserend, ook niet tijdens 2008 toen we wisten dat we zouden eindigen in een afgelegen bos ver weg van al die vertrouwde dingen, dat dat niet meer zou kunnen na de verhuizing naar Frankrijk.
Een baan buitenshuis geeft je structuur, hobbies en TV-programma's ook en natuurlijk enige afleiding van die structuur. Als deze wegvalt -door pensioen, ziekte of een verhuizing naar Verwegistan- zit je saampjes zonder structuur dus heel de dag -en nacht- samen.
Ons geluk is dat de plek zelf waar we op elkaars lip zitten goed is, genereus met helend groen, bronwater, gezonde lucht en we kunnen ons uiten zo we willen, want het ontbreekt ons aan buren of andere storende elementen.
Ik ben erg blij met de drie jaar in Nederland, een onbewuste oefenperiode voor het altijd samen zijn. Afgelopen drie jaren zien we elkaar groeien en veranderen, we worden echter, eerlijker en kunnen elkaar lezen als we onszelf niet kunnen uitdrukken. Een verdieping extra, een dimensie in de liefde die langzaam M&M binnensluipt zonder geniepig te zijn. We nemen onze eigen ruimte, ons eigen ritme en voelen inmiddels haarfijn aan wanneer de ander iets meer of minder nodig heeft.
'Op elkaars lip' heeft voor ons een prettige bijsmaak die verschilt.
En ik schrijf dit niet, omdat één van ons het er moeilijk mee heeft. Ook niet omdat we elkaar gemist hebben afgelopen weken of elkaar in de haren zijn gevlogen. -Gelukkig komt dit extreem zelden voor.-
Misschien alleen omdat ik er twee weken tussenuit ben geweest en dat niet als vakantie kan ervaren zonder mijn lieverd. Door wat we van elkaar dan missen gedurende 360 uren. Misschien door een verhaal dat ik mocht zien en horen van een vriend waarbij dit 'altijd samen zijn in den vreemde' verkeerd af liep. De relatie sneuvelde door gebrek aan een periode waarin je 24/7 samen bent op nog bekende bodem.
Ik uit dit alleen maar om duidelijk te maken dat je het moet kunnen voor je de stap neemt om in een ander land altijd samen te zijn. Je kunt niet vluchten, zeker niet als je ver weg van alles woont.
Je hebt elkaar in alles nodig, in het geven en nemen van een structuur waar je je beide prettig in voelt. Het elkaar steunen, ook als je beide niet lekker in je vel zit. Dan zal er één zich toch enigszins op moeten offeren voor de ander. Je zult je open moeten stellen, anders krijg je echt scheefgroei die op langere termijn niet meer recht te trekken is. Je zult iedere oneffenheid in elkaar gaan zien, alle onhebbelijkheden en elkaar toch je eigen waarheid moeten zeggen.
Je moet het willen, het 'kunnen' speelt zelfs een ondergeschikte rol hierin want de liefde heeft de hoofdrol!
vrijdag 27 januari 2012
Komeet
Na de verhuizing naar een lintdorp langs de dijk tegenover het eiland van Dordrecht, vond ik mezelf groot genoeg voor het van de plank plukken van boeken van mijn ouders. Konsalik ging erin als koek, lekkere dikke boeken ook. Maar vaak viel mijn oog op een stukgelezen boek, nu ja, 'stuk', oud was het, een paperback met een nogal aparte kaft, niet te vergelijken met de vaak zo zoete plaatjes op de covers van de mooi ingebonden Konsalik-boeken. De titel van dat boek met zijn al bijna bruine pagina-kanten was 'De geverfde vogel', schrijver Jerzy Kosinski.
Eigenlijk stiekem heb ik dat boek gelezen, een jaar of 12 was ik toen ik de beschreven gruwelijkheden tot me nam en details zijn me altijd als foto's bijgebleven. Nu, 26 jaar later, heb ik datzelfde boek misschien al 4 keer gelezen, zou het zo nog een keer kunnen doen mits ik niet bezig ben met een knappe heelalsage bestaande uit 6 delen en het geleende 'Duivelsverzen' nog op me ligt te wachten. Nu zou ik ook in tig dozen moeten gaan graven met een koplampje op, want waar het boek is gebleven??
Even terug naar dat bizarre verhaal over de geverfde vogel;
Daarin beschrijft de hoofdfiguur ook hoe de zigeuners altijd met een komeet rondtrokken om zo gloeiende kooltjes mee te kunnen nemen, het vuur dragen om overal de warmte te hebben die zo onmisbaar is voor mensen.
De beschrijving van hoe een komeet in elkaar zit is eenvoudig; Men neme een oud blikje, maak onderin veel gaatjes, maak er een handvat aan zodat je het heen en weer kan zwaaien als een wierrookvat zodat de kooltjes af en toe wat zuurstof krijgen.
Wat moeten wij met zo'n komeetje, zou je denken? We zijn geen ronddwalend volk, misschien alleen tussen de oren.
Om takkenbossen ergens op ons grote terrein te verbranden is het vuur maken met een aanmaakblokje geen doen. Die blokjes stinken en de blokjes gemaakt van natuurlijk materiaal gaan snel weer uit of branden buiten niet lang genoeg om een takkenberg aan te steken. Daarnaast zijn ze niet goedkoop in de hoeveelheid die wij ze gebruiken, soms drie keer op een dag. (Takkenbossen, schouw en CV)
We kunnen natuurlijk vragen aan iedereen echte kurken te bewaren, ze hier in een oud vat petroleum te laten weken om ze na een half jaartje gebruiksklaar te hebben als aanmaakkurkjes, maar das ook wat.
Dus maakte ik in 2009 een komeetje met een handvat, want de te lopen afstanden zijn niet zo enorm als rondtrekkende volkeren. Toen hadden we nog geen houtgestookte CV. Dus het komeetje lag vergeten onder wat troep in het tuinhuisje na het twee keer gebruikt te hebben, bedolven onder het stof en Castels wintervacht dat tussen de kieren van de vloer alles daar beneden bedekt in een paar maanden.
Begin dit jaar bedacht Marc dat we beter af zijn als we het komeetje gebruiken voor het aansteken van de CV, dom dom dom, nooit meer aan gedacht.
En snel dat dat gaat met kooltjes uit de schouw, ideaal! Ons komeetje, een prul, een blik met gaten, maar zo handig!
donderdag 26 januari 2012
Foto's
Rijp
Een seconde voor mijn camera de geest gaf; 'Het oog van C'
Heerlijk, een echt draaiorgel in de grote stad
Ganzen
Grote Broer & Zoon
Wie zijn naam weet, mag het zeggen...
De lachtortels van C die 's nachts op uilen lijken
Neefje
Ook in Rotterdam; Occupy
Oer Hollands straatje om te logeren
Camera nieuws;
Marc ging er eens op googlen, misschien kunnen we de camera zelf wel maken... Panasonic heeft een goede klantenservice, want je kunt live met iemand chatten over je probleem na het invullen van een basisformulier.
Maar als je dan je uiteindelijke vraag op wilt sturen om een live service gesprek te krijgen, moet je eerst akkoord gaan met een betaling van 24 euro voor het antwoord op je hoofdvraag voor het versturen van het formulier. Ben je niet tevreden over het antwoord, dan krijg je je geld weer teruggestort.
Net zoiets als de service voor de eigenaren van kapotte Panasonic Plasma TV's zo vonden C en ik uit toen ik haar TV van slag bracht net voor het weekend; voorrijkosten mevrouw; 150 euro. Natuurlijk bellen we even om de reparatiekosten te geven. Zijn ze bij Panasonic een beetje gek geworden??
Dus googled Marc verder en vindt een forum van gebruikers van fototoestellen.
Gelijk een antwoord van een andere gebruiker; er kan condens in het toestel zitten.. Dus open maken en goed laten drogen. Zo gezegd , zo gedaan....
Hij lijkt het warempel weer te doen.. Op hoop van zegen en niet meer 's nachts in de auto laten liggen zoals ik in NL wel heb gedaan.
boek-concept
twee weken NEDERLAND/de crisis
-geen 1 en 2 cent meer uitmogen geven
-karakter Carina
-Ruwandese vrienden en machete
-Oostblokkers, Kroaten, Lovel & Fik (Bosnier)
-Huurauto
-Generatie, problemen
-varkens koppersbos
-De hongaar
- De Wip (verzin er 1 bij)
-RelatiePlanet.nl
-De Waal, overstroomde uiterwaarden, berijpt dijkgras, bevroren uiterwaarden in felwinter ochtendlicht, 4 windmolens
-A15, "come as you are" Nirvana
-1 Gitaar door 5 man
-Blowtjes
-De Gesprekken politiek/geschiedenis/oorlog/filosofie/liefde/sex/verliefdheid/verlaten en verlaten worden/ouders/kinderen
-Karakter Paul
-Harry komt niet onder emotie uit
- de laatste angst
-geen 1 en 2 cent meer uitmogen geven
-karakter Carina
-Ruwandese vrienden en machete
-Oostblokkers, Kroaten, Lovel & Fik (Bosnier)
-Huurauto
-Generatie, problemen
-varkens koppersbos
-De hongaar
- De Wip (verzin er 1 bij)
-RelatiePlanet.nl
-De Waal, overstroomde uiterwaarden, berijpt dijkgras, bevroren uiterwaarden in felwinter ochtendlicht, 4 windmolens
-A15, "come as you are" Nirvana
-1 Gitaar door 5 man
-Blowtjes
-De Gesprekken politiek/geschiedenis/oorlog/filosofie/liefde/sex/verliefdheid/verlaten en verlaten worden/ouders/kinderen
-Karakter Paul
-Harry komt niet onder emotie uit
- de laatste angst
twee weken NL
zondag 16;30 in Meer, bij mw Paulussen blijven slapen , indrukwekkende 2e kennismaking met Bart
maandag auto opgehaalt, pa verrast op het land, 's avonds uit eten
dinsdag naar Carina
woensdag 1600 uur Villa Augustus, belletje ma over acupunctuur, prosecco met Corine, eten bij pa en ma, pa cardiovasie, Bas komt niet, acupunctuur, eerst betalen, over m'n toeren, langs Spijk gereden en uitgehuild bij Carina
donderdag mail naar ma gestuurd, naar p&m, rest dag met Marry
vrijdag naar Bas, boodschapje, speeltuin met Julian, Lovel zien staan, in bad met Julian, eten, Bas gaat kwart voor 8 naar bed met Juultje. Jovel en ik....
zaterdag Dag erop,pannenkoeken, Jovel gaf geen sjoege, condoompapiertje slingert rond,afscheid grappig. Edgar en Daphne, knappe mannen, braaf thuis geslapen
zondag naar Koppersbos, sms Harry, onbereikbaar, come as you are, blowtje, op twee tijdlijnen met bewustzijn van nu, Hongaar & duitser, Kora, ruzie met Harry,snaps x2, eten bij Duinrand, naar p&m
maandag 9 uur acupunctuur, 10 uur ri Brummen, toch maar naar Huissen/Paul. leuk weerzien, kids ontmoet, naar A&A ,toentien en tiennu, slapen in Pauls bed, gemasturbeerd.
dinsdag, r'dam in, lunch met Silvie, moeder-dochter relaas en oppervlakkige onzin, naar Molen, randomreader gehaald, meel gekocht, door prachtige polders naar Spijk gereden. Uurtje bij Carina, R'dam naar Denise, indrukwekkende avond. machete meegenomen
woensdag koppersbos soppen met machete in keuken voor raam. herinneringen aan koppersbos
's avonds gegeten met Harry, geslapen bij Carina
donderdag weer naar Koppersbos eind van de middag voor dakgoten, schemer in dakgoot op sportschoenen, Martini gedronken, met Harry afgerond, Fik en Andrea geweest
vrijdag acupunctuur-notaris, marc belde, paniek, Carina komt me ophalen, auto weggebracht, andere bij Sven gehaald, uitgerust bij haar
Zaterdag uitslapen, rommelen, eten bij d'r zus.
zondag spullen gepakt, middagje p&m, eten met Marry, Avatarzan gedaan.
maandag treinreis; Parijs, stinkende man, dutje in Thalys.
maandag auto opgehaalt, pa verrast op het land, 's avonds uit eten
dinsdag naar Carina
woensdag 1600 uur Villa Augustus, belletje ma over acupunctuur, prosecco met Corine, eten bij pa en ma, pa cardiovasie, Bas komt niet, acupunctuur, eerst betalen, over m'n toeren, langs Spijk gereden en uitgehuild bij Carina
donderdag mail naar ma gestuurd, naar p&m, rest dag met Marry
vrijdag naar Bas, boodschapje, speeltuin met Julian, Lovel zien staan, in bad met Julian, eten, Bas gaat kwart voor 8 naar bed met Juultje. Jovel en ik....
zaterdag Dag erop,pannenkoeken, Jovel gaf geen sjoege, condoompapiertje slingert rond,afscheid grappig. Edgar en Daphne, knappe mannen, braaf thuis geslapen
zondag naar Koppersbos, sms Harry, onbereikbaar, come as you are, blowtje, op twee tijdlijnen met bewustzijn van nu, Hongaar & duitser, Kora, ruzie met Harry,snaps x2, eten bij Duinrand, naar p&m
maandag 9 uur acupunctuur, 10 uur ri Brummen, toch maar naar Huissen/Paul. leuk weerzien, kids ontmoet, naar A&A ,toentien en tiennu, slapen in Pauls bed, gemasturbeerd.
dinsdag, r'dam in, lunch met Silvie, moeder-dochter relaas en oppervlakkige onzin, naar Molen, randomreader gehaald, meel gekocht, door prachtige polders naar Spijk gereden. Uurtje bij Carina, R'dam naar Denise, indrukwekkende avond. machete meegenomen
woensdag koppersbos soppen met machete in keuken voor raam. herinneringen aan koppersbos
's avonds gegeten met Harry, geslapen bij Carina
donderdag weer naar Koppersbos eind van de middag voor dakgoten, schemer in dakgoot op sportschoenen, Martini gedronken, met Harry afgerond, Fik en Andrea geweest
vrijdag acupunctuur-notaris, marc belde, paniek, Carina komt me ophalen, auto weggebracht, andere bij Sven gehaald, uitgerust bij haar
Zaterdag uitslapen, rommelen, eten bij d'r zus.
zondag spullen gepakt, middagje p&m, eten met Marry, Avatarzan gedaan.
maandag treinreis; Parijs, stinkende man, dutje in Thalys.
woensdag 25 januari 2012
Hanensoep
Het is geschied.
Zo fel als dat ik was over de aanvallen van gisteren met als resultaat die putjes in mijn benen, zo gaf het me de kracht de vogel eigenhandig het leven te ontnemen, te plukken en er hapklare brok van te maken. Tot groot genoegen van Castel en de katten. Saamhorigheid ten top met twee kippen die onaangedaan hun toktok-gang gaan. het vieze filmpje is niet zo'n prettig gezicht als je nog nooit bent aangevallen door een haan of nog nooit een dier geslacht hebt met als doel het op te eten.Niet voor tere zielen dus! Wij eten er drie dagen van, ik kan weer rustig naar buiten, een andere haan is ons al aangeboden, de katten en Castel hadden een feestdag en M&M zijn weer een klein stapje dichterbij het back-to-basic leven.
Marc heeft nog een restje emotie met betrekking tot het doden van een gezond wezen. Ik in dit geval absoluut niet, het verbaast hem enigszins, wat ik wel begrijp, maar geen invloed heeft op mijn resolute manier van me het ontdoen van meneer de Haan.
De reis & Parijs
Nog voor half 7 word ik door mijn vader op het station afgezet waar ik op tijd de trein naar Rotterdam heb. Het is niet koud voor januari, nog donker en het stadse leven komt op gang. De intercity doet er nog geen kwartier over en spuugt me uit op een vies rommelig perron waar iedereen zich verder haast. De zacht oranje verlichting is hier vervangen door het felle wit van stevige armaturen en bouwlampen, het Centraal Station wordt immers verbouwd en het werk moet door.
De Thalys is vroeg en ik zoek naar het juiste treinstel en stoel, maar hij is doodleuk bezet met de reizigers uit Amsterdam en in de gauwigheid zie ik in het kopcoupéetje geen andere stoel vrij en laat me even op een klapstoeltje zakken nadat ik mijn koffer in een rek heb gezet. Ik ben al geen ochtendmens, dus om me te oriënteren en zo vroeg al over-assertief te zijn gaat er niet in, of komt er niet uit. Zodra de trein zich in beweging heeft gezet besluit ik toch even te informeren bij de forse dame die met drie tassen en een jas zichzelf flink veel ruimte geeft. Gehaast staat ze op, sjouwt haar tassen en jas mee, moet een man aan de andere kant verzoeken op te staan, om zich daarna met veel gedoe te laten zakken in de niet zo ruime zachte zetels van deze lekker snelle en stille trein. Reizen met de Thalys is best luxe, schoon en goed georganiseerd, maar toch, die stoelen blijven aan de krappe kant evenals de beenruimte. Ik bedenk me dat het allicht beter is als vliegen in een sardienenblikje. De vader tegenover me met glanzend gepoetste schoenen, spijkerbroek, colbert en een nonchalante sjaal als winterjas wordt gebeld door zoonlief en legt daarna uit aan 'mamma' dat hij het niet ziet zitten om helemaal naar het middelste treinstel te lopen om koffie te halen. Hij zit net achter de 'cockpit' en de restauratie-ruimte is het middelste treinstel van deze enorme lange trein. In geval van een aanrijding zijn we de klos, wij achten zo helemaal voorin. Jaloers maar toch ook met een glimlach knikt hij naar me als ik mijn thermoskannetje tevoorschijn haal met een innimini dekseltje als beker om een lekker warm bakje koffie in te schenken. Het betreurt me diep dat ik geen ander bekertje bij me heb, ik had het graag gedeeld om het zwaarmoedige al vermoeide reisgezelschap op te beuren. De bedompte stilte met enkel het geluid van de beweging van deze snelle techniek-slang met mensjes geeft me weinig ademruimte en dit op de maandagochtend.
Hier word ik nou meewarig van, ik heb een beetje medelijden. Met al die mensen die zich hierin begeven, vrijwillig en vaak gedreven, om te werken voor bedrijven waar iedereen zich zo afhankelijk van opstelt. Voor de zekerheid, voor de spaarrekening, voor de kinderen en later, voor de huur en de hypotheek of voor een auto die vaak voor de garage staat, omdat ze nu eenmaal met het openbaar vervoer reizen. We zeggen niets en kijken niet naar elkaar. Iedereen in zijn eigen wereld met uiteraard de mobieltjes, ipods en blackberriedingesdingen. We krijgen van de Thalys minder ruimte als dat er in de leerboeken staat dat we minimaal een armlengte nodig hebben om psychisch en sociaal gezond te blijven. Op zo'n moment, in die bomvolle Thalys, op maandagmorgen doet het me beseffen dat ik niet anders kan dan me zoveel mogelijk te distancieëren van deze gekte. Het kan toch niet zo zijn dat wij mensen zo ontzettend snel evolueren dat ik, met maar 37 jaar op de teller, de enorme verschuiving zie die ze 'vooruitgang' noemen? Ik vind het niet gezond voor de mensheid, de machteloosheid snoert me mijn gedachten.
Ik zie het wel, maar waar sta ik? "Vanavond bij een vuur in een ruwe ongepimpte schouw, met een ander blij vrij mens, een levenskunstenaar, met ruimte in het zo popperige sprookjeshuisje vol met M&M enzo. In een bos met een hard stromende, haast kolkende rivier die vaak een stil mistig meer mag zijn met enkel leven vanuit het dierenhart, en wij dan."
Na Brussel komt er wat ruimte, maar de lucht blijft bedompt. Tijd om een filter op te trekken om me op te laden voor ruim 4 uur Parijs in m'n up. Met goede voornemens 'even naar Austerlitz te metroën, koffer in kluisje, terug naar het centrum om eens uitgebreid relaxed (-hahaha, och goshie Tien toch, hoe haal je het in je hoofd!-) te gaan lunchen met mezelf en kosten nog moeite besparend.'
Omdat ik geen buur meer heb kan ik me in een hoekje van de coupé nestelen, benen gestrekt onder de tafeltjes en laat ik mijn hoofd rusten op mijn borst, luikjes toe en dromen over het uitstappen in het zuiden van Frankrijk, thuis. -Dat uurtje nog rijden naar huis is peanuts vergeleken bij de eerdere 1000 kilometers.-
Een kwartiertje voor Parijs word ik wakker en voel me echt al wat opgefrist en beter wakker dan vanochtend om 5 uur. Nog steeds relaxt loop ik later met koffer, rugzak en linnen tasje over het perron richting metro. De rijen voor de ticket-automaten zijn eindeloos. Ik oriënteer me rustig, maar voel me gelijk beklemt alsof er van alles staat te gebeuren dat ik zeker niet in de hand heb. Ik trek een relaxte zelfverzekerde houding op en ga toch maar in één van de rijen staan. Op m'n gemakkie lukt het me deze keer makkelijk om kaartjes te kopen en ga ik eerst uitblazen boven. Gard du Nord is geen kattenpis als je uit de middle of nowhere komt en je je nog wel kunt bewegen in het bekende Nederland, met de auto dan weliswaar.
Ik sta nog geen 2 minuten naar de continuë chaos te kijken van wat neon, reclames zo groot als de mooie oude panden zelf, een overdaad aan kleur en vormen tegen de zo klassieke panden er achter en omheen, het razende verkeer, stoplichten en mensen. Mensen, mensen, wat een mensen. Een heksenketel, er loopt natuurlijk van alles en zo'n station is vatbaar voor alles. Naast de reizigers heel veel anderen die daarop leven. Hetzij werkzaam voor de spoorwegen, hetzij voor de gevulde zakken en tasjes die niet goed vastgehouden worden. Taxi's en een clubje meiden van onbekende afkomst die met smoezelige papiertjes komen van een of andere kinder-actie voor zielige kindjes. Ik voel me bijna net zo'n zielig kindje als ik haar uberhaupt het voordeel van de twijfel en oogcontact aanbied. Muts die ik ben. Geïrriteerd houd ik vol dat ze weg moet gaan. Door naar Austerlitz, waar ik de verkeerde uitgang heb en daar even blijf dralen voor een korte impressie van zomaar een plek in Parijs. Daar waar alleen taxichauffeurs, bedelaars en dieven regelmatig verpozen en elkaar zo'n beetje wel kennen, de mensen die kijken en wachten en grijpen hun kansjes. Zo ook een echte oude clochaar met een lange grijzende baard, een lange zwarte jas en ok schoeisel, een zwarte muts op zijn hoofd en anderhalf kop kleiner als mij. Zijn hand gewoon uitgestoken en mijn hand zat al -jjaa, relaxed en nonchalant- in mijn zak te wriemelen met wat eurocentjes. Ik ben de rotste niet, geef die man wat centen en wil weer verder om me heen kijken, de lucht proeven en de tijd ruiken. Maar Clochaar geeft me de kans niet. Hé, deze wordt ook vervelend. Hij wil me een kusje geven als ik laat merken dat die zak van mij leeg is. Maar ho even! Dus ik moet het mannetje hardhandig van me afduwen. Clochaar druipt af en drie enorme grote afrikanen neutraal gekleed komen vragen of alles goed is. Lachend zeg ik "Ja", ik denk nog best relaxed te zijn. Op naar de bagagekluizen die onder het spoor gevestigd is bij de achteruitgang van het station.
Het leek wel een vliegveld met douane; mobiel in het bakje buiten de metaaldetector om, alle tassen op de rolbank door zwarte flappen die de spullen scannen op ....? Geen idee eigenlijk. De voorwaarden waaronder ik mijn spullen daar voor wat euro's in een kluisje stal hebben geen weet van mijn bestaan en ik kan zulk frans vakjargon echt nog niet begrijpend lezen.
((Er zit een machete in, een groot half gekromd hakmes voor in de rimboe, voornamelijk gebruikt op het zuidelijk halfrond door boeren. Maar vooral in Rwuanda tijdens de laatste van de 5 keer genocide. Gekregen van D die het voor ons gekocht heeft tijdens hun eerste vakantie daar na hun vlucht naar Europa. Ze gaf ons franse les en ik hou zoveel van dat gezin, zie de kinderen opgroeien en vrienden voor het leven met als verbinding ons 'vreemdeling' zijn en blijven. Zij daar, wij hier in Frankrijk.))
Dat mes in die koffer past maar net diagonaal. Dat moet er wreed uitzien, ook voor de werknemer die daar zit, ook een grote afrikaan met een rij spierwitte tanden. Een vrouwelijke medewerkster brengt me naar een kleiner kluisje als waar ik naar sta te staren om erachter te komen hoe dit apparaat nou weer werkt. Metrokaartjes-apparaat was ook al weer een machine. Jammer, zo weinig mensen-werk door al die machinerie. Ik ben onzeker over die machete in die koffer, waar controleren ze op. Zometeen kom ik terug na een heerlijke relaxte lunch ergens in een leuk tentje (-hahaha, och goshie Tien toch, hoe haal je het in je hoofd!-) , staat de Police daar om verhaal te halen bij diegene die die koffer op komt halen binnen de zoveel uren.
Niet gerust loop ik de kille betonnen ruimte uit met de lange rijen kluisjes en stap naar buiten. Misschien toch even hier de straat op lopen, ik probeer nog steeds een leuk uitziend druk Bistro'tje te vinden en misschien een foto-winkel om even naar mijn camera te laten kijken. Het eerste dat ik zie lopen is een man op blote voeten op de rug gezien, geen lange broek en een deken over zich heen geslagen. Zwart plukhaar komt als donker piekje boven de deken uit. Hij draalt en is nog ver van mij als hij zich omdraait en mijn kant uitdraalt. Hij loopt me voor de voeten, zonder gedraal dit keer en steekt ook zijn hand uit met een smekende blik. Misschien dat jullie gelijk begrijpen dat ik hem boos aankijk en afblaf, in het nederlands nog wel, hoe relaxed is dat!? In een acacia die hier langs de straat staan ingebed in stenen, beton en asfalt, zie ik een klein lief bruin gestreept kruipertje twitteren, het vogeltje is ook prima op zijn gemak. Ik zie dat even aan, maar voel me volledig overvallen door de Stad van de Liefde, Lichtstad, noem maar op de bijnamen en oh's & ah's.
En tuurlijk hoort het bij de opvoeding, indien mogelijk, om toch eens in Parijs geweest te zijn. Dit is mijn derde keer, eerste ervaring was zwart, de tweëede wit maar kort, deze derde mag er na al die jaren wel eens gewoon okee zijn, ehm, worden. Kan nog, toch?? Terug de metro in om de moed te vatten in het centrum uit te stappen en gewoon de stad even in me op te nemen. Ik snap nog steeds niet waar ik deze arrogantie vandaan haalde, de moed en met 'ogen wijd dicht', ... zoiets ja. ('Eyes Wide Shut' is een film, geen slechte!)
De aversie om in het centrum uit te stappen om te denken dat ik hier nog van genieten kan is definitief genezen. Alle Parijs-liefhebbers ten spijt. Voor mij is zo'n stad het tegenovergestelde van waar wij mensen afhankelijk van zijn als het om de essentie van leven gaat; Natuur.
Overal apparaten, computers, machines, motoren, de haast genante manier hoe we met elkaar omgaan en zoiets creëren als Parijs. Klapdeurtjes van metro's waar ik niet mee om kan gaan. Sommige deurtjes kun je zo doorlopen, bij andere moet er een kaartje in en ik kom erachter dat ik in zo'n stad erg veel tijd zou moeten nemen om me daar vrij te kunnen bewegen. Het is niet de vraag of ik dat wel wil, nee dus. Ik prijs me gelukkig dat ik onderweg naar huis ben en reis gewoon gelijk terug naar Austerlitz waar ik de Intercity richting Toulouse neem, na een déjeuneetje in de stationsrestauratie. Ik lees een AD en Marc belt me even als antwoord op mijn sms-je over mijn 1e indruk Parijs. Hij lacht en spreekt me moed in. Nu die koffer nog halen en Marc is ook benieuwd of ik met dat mes verder Parijs in mag.
Niks aan de hand, niks geen politiemacht, niks geen man met strepen en pet, ik werd vriendelijk nagezwaaid. Misschien bommen, echte wapens en drugs dan toch ook?
Nu nog 1 nieuw apparaat; een treinkaartjes-automaat en dan een ticket kopen voor de laatste trein-etappe steeds dichter bij huis, voor na de 4 uur durende rit, gelijk door op de boemel cq 'zweefbus'. Applaus voor de aansluiting van het spoor in Frankrijk! Een half uur voor vertrek staat de trein al klaar, gelukzalig laat ik me in mijn stoel bij het raampje zakken, ik mag met mijn rug tegen de rijrichting in wat de droomstand verhoogt, hopelijk een tweëede tukkie.
Helaas. Al snel komt er een man naast me zitten. Nou echt, echt, echt waar; wat een creep. Ik ga proberen een beeld te schetsen en hoop dat het lukt. Slank, 1.80 meter, rood, rond, gladgeschoren gezicht van een late zestiger met heel dun haar met een beetje brillcream dat met Lambik-achtige plukjes over zijn glanzende schedel gekamd zit, hoog opgeschoren en als een bloempot zo rond met daarboven weer een rand verticale plakkerige sliertjes dun haar. Een crème katoenen gebreid vest, smetteloze glanzend gesteven streepjesbroek met schoenen waar ik mijn haar in zou kunnen kammen. Ranke, ook rode vingers die hij zo rustig mogelijk samengevouwen in zijn schoot houdt met , zo te zien, samengeknepen knieën. Wat een kramp die man. Vier uur lang heeft hij zo gezeten, af en toe zich afleidend met een zojuist gekocht magazine om zo onzichtbaar mogelijk te reizen en geen aandacht te trekken. Laat dat nou juist wèl de aandacht trekken doordat die man zo'n stank verspreidde en er zo zijn best voor deed om te verdwijnen, creepy, creepy. Het deed me denken aan boer Pierre die zich ook bijna nooit schijnt te wassen, een zurige oude poeplucht, ik heb er geen andere woorden voor. Daar heb ik 4 en een half uur naast moeten zitten in een volle trein. Ook heb ik niet de scanbare ticket uitgeprint, maar zoiets als een betaalbevestiging, oops foutje. Maar de conducteur is een franse gentleman, dus ik bof. De stank kan ik even van me afschudden door mijn sjaal over mijn hoofd en ogen te draperen om weg te doezelen. Dit tweëede rustpunt doet ook goed, terwijl het grauwe landschap in letterlijke sneltreinvaart aan me voorbij schiet en langzaam heuveliger wordt, tot ik meer kale sombere winterbossen zie met hier en daar een pluk eeuwig groen. In Brive gelijk overstappen de boemel in, waar ik later geconfronteerd word met een heel zenuwachtig conducteuse, klein van stuk en alles controlerend met map onder haar arm. En wéér heb ik iets niet goed gedaan, foei foei foei zoals ze voor me staat en me berispt terwijl ze zich omdraait om met de francaise tegenover me te bespreken dat ze "dat toch altijd weer uitleggen moet aan 'l'étrangières'". 'T interesseert me echt niet meer. Nog een 100 minuten boemelen en om 8 uur sta ik op het stationnetje waar Marc op me wacht.
De Thalys is vroeg en ik zoek naar het juiste treinstel en stoel, maar hij is doodleuk bezet met de reizigers uit Amsterdam en in de gauwigheid zie ik in het kopcoupéetje geen andere stoel vrij en laat me even op een klapstoeltje zakken nadat ik mijn koffer in een rek heb gezet. Ik ben al geen ochtendmens, dus om me te oriënteren en zo vroeg al over-assertief te zijn gaat er niet in, of komt er niet uit. Zodra de trein zich in beweging heeft gezet besluit ik toch even te informeren bij de forse dame die met drie tassen en een jas zichzelf flink veel ruimte geeft. Gehaast staat ze op, sjouwt haar tassen en jas mee, moet een man aan de andere kant verzoeken op te staan, om zich daarna met veel gedoe te laten zakken in de niet zo ruime zachte zetels van deze lekker snelle en stille trein. Reizen met de Thalys is best luxe, schoon en goed georganiseerd, maar toch, die stoelen blijven aan de krappe kant evenals de beenruimte. Ik bedenk me dat het allicht beter is als vliegen in een sardienenblikje. De vader tegenover me met glanzend gepoetste schoenen, spijkerbroek, colbert en een nonchalante sjaal als winterjas wordt gebeld door zoonlief en legt daarna uit aan 'mamma' dat hij het niet ziet zitten om helemaal naar het middelste treinstel te lopen om koffie te halen. Hij zit net achter de 'cockpit' en de restauratie-ruimte is het middelste treinstel van deze enorme lange trein. In geval van een aanrijding zijn we de klos, wij achten zo helemaal voorin. Jaloers maar toch ook met een glimlach knikt hij naar me als ik mijn thermoskannetje tevoorschijn haal met een innimini dekseltje als beker om een lekker warm bakje koffie in te schenken. Het betreurt me diep dat ik geen ander bekertje bij me heb, ik had het graag gedeeld om het zwaarmoedige al vermoeide reisgezelschap op te beuren. De bedompte stilte met enkel het geluid van de beweging van deze snelle techniek-slang met mensjes geeft me weinig ademruimte en dit op de maandagochtend.
Hier word ik nou meewarig van, ik heb een beetje medelijden. Met al die mensen die zich hierin begeven, vrijwillig en vaak gedreven, om te werken voor bedrijven waar iedereen zich zo afhankelijk van opstelt. Voor de zekerheid, voor de spaarrekening, voor de kinderen en later, voor de huur en de hypotheek of voor een auto die vaak voor de garage staat, omdat ze nu eenmaal met het openbaar vervoer reizen. We zeggen niets en kijken niet naar elkaar. Iedereen in zijn eigen wereld met uiteraard de mobieltjes, ipods en blackberriedingesdingen. We krijgen van de Thalys minder ruimte als dat er in de leerboeken staat dat we minimaal een armlengte nodig hebben om psychisch en sociaal gezond te blijven. Op zo'n moment, in die bomvolle Thalys, op maandagmorgen doet het me beseffen dat ik niet anders kan dan me zoveel mogelijk te distancieëren van deze gekte. Het kan toch niet zo zijn dat wij mensen zo ontzettend snel evolueren dat ik, met maar 37 jaar op de teller, de enorme verschuiving zie die ze 'vooruitgang' noemen? Ik vind het niet gezond voor de mensheid, de machteloosheid snoert me mijn gedachten.
Ik zie het wel, maar waar sta ik? "Vanavond bij een vuur in een ruwe ongepimpte schouw, met een ander blij vrij mens, een levenskunstenaar, met ruimte in het zo popperige sprookjeshuisje vol met M&M enzo. In een bos met een hard stromende, haast kolkende rivier die vaak een stil mistig meer mag zijn met enkel leven vanuit het dierenhart, en wij dan."
Na Brussel komt er wat ruimte, maar de lucht blijft bedompt. Tijd om een filter op te trekken om me op te laden voor ruim 4 uur Parijs in m'n up. Met goede voornemens 'even naar Austerlitz te metroën, koffer in kluisje, terug naar het centrum om eens uitgebreid relaxed (-hahaha, och goshie Tien toch, hoe haal je het in je hoofd!-) te gaan lunchen met mezelf en kosten nog moeite besparend.'
Omdat ik geen buur meer heb kan ik me in een hoekje van de coupé nestelen, benen gestrekt onder de tafeltjes en laat ik mijn hoofd rusten op mijn borst, luikjes toe en dromen over het uitstappen in het zuiden van Frankrijk, thuis. -Dat uurtje nog rijden naar huis is peanuts vergeleken bij de eerdere 1000 kilometers.-
Een kwartiertje voor Parijs word ik wakker en voel me echt al wat opgefrist en beter wakker dan vanochtend om 5 uur. Nog steeds relaxt loop ik later met koffer, rugzak en linnen tasje over het perron richting metro. De rijen voor de ticket-automaten zijn eindeloos. Ik oriënteer me rustig, maar voel me gelijk beklemt alsof er van alles staat te gebeuren dat ik zeker niet in de hand heb. Ik trek een relaxte zelfverzekerde houding op en ga toch maar in één van de rijen staan. Op m'n gemakkie lukt het me deze keer makkelijk om kaartjes te kopen en ga ik eerst uitblazen boven. Gard du Nord is geen kattenpis als je uit de middle of nowhere komt en je je nog wel kunt bewegen in het bekende Nederland, met de auto dan weliswaar.
Ik sta nog geen 2 minuten naar de continuë chaos te kijken van wat neon, reclames zo groot als de mooie oude panden zelf, een overdaad aan kleur en vormen tegen de zo klassieke panden er achter en omheen, het razende verkeer, stoplichten en mensen. Mensen, mensen, wat een mensen. Een heksenketel, er loopt natuurlijk van alles en zo'n station is vatbaar voor alles. Naast de reizigers heel veel anderen die daarop leven. Hetzij werkzaam voor de spoorwegen, hetzij voor de gevulde zakken en tasjes die niet goed vastgehouden worden. Taxi's en een clubje meiden van onbekende afkomst die met smoezelige papiertjes komen van een of andere kinder-actie voor zielige kindjes. Ik voel me bijna net zo'n zielig kindje als ik haar uberhaupt het voordeel van de twijfel en oogcontact aanbied. Muts die ik ben. Geïrriteerd houd ik vol dat ze weg moet gaan. Door naar Austerlitz, waar ik de verkeerde uitgang heb en daar even blijf dralen voor een korte impressie van zomaar een plek in Parijs. Daar waar alleen taxichauffeurs, bedelaars en dieven regelmatig verpozen en elkaar zo'n beetje wel kennen, de mensen die kijken en wachten en grijpen hun kansjes. Zo ook een echte oude clochaar met een lange grijzende baard, een lange zwarte jas en ok schoeisel, een zwarte muts op zijn hoofd en anderhalf kop kleiner als mij. Zijn hand gewoon uitgestoken en mijn hand zat al -jjaa, relaxed en nonchalant- in mijn zak te wriemelen met wat eurocentjes. Ik ben de rotste niet, geef die man wat centen en wil weer verder om me heen kijken, de lucht proeven en de tijd ruiken. Maar Clochaar geeft me de kans niet. Hé, deze wordt ook vervelend. Hij wil me een kusje geven als ik laat merken dat die zak van mij leeg is. Maar ho even! Dus ik moet het mannetje hardhandig van me afduwen. Clochaar druipt af en drie enorme grote afrikanen neutraal gekleed komen vragen of alles goed is. Lachend zeg ik "Ja", ik denk nog best relaxed te zijn. Op naar de bagagekluizen die onder het spoor gevestigd is bij de achteruitgang van het station.
Het leek wel een vliegveld met douane; mobiel in het bakje buiten de metaaldetector om, alle tassen op de rolbank door zwarte flappen die de spullen scannen op ....? Geen idee eigenlijk. De voorwaarden waaronder ik mijn spullen daar voor wat euro's in een kluisje stal hebben geen weet van mijn bestaan en ik kan zulk frans vakjargon echt nog niet begrijpend lezen.
((Er zit een machete in, een groot half gekromd hakmes voor in de rimboe, voornamelijk gebruikt op het zuidelijk halfrond door boeren. Maar vooral in Rwuanda tijdens de laatste van de 5 keer genocide. Gekregen van D die het voor ons gekocht heeft tijdens hun eerste vakantie daar na hun vlucht naar Europa. Ze gaf ons franse les en ik hou zoveel van dat gezin, zie de kinderen opgroeien en vrienden voor het leven met als verbinding ons 'vreemdeling' zijn en blijven. Zij daar, wij hier in Frankrijk.))
Dat mes in die koffer past maar net diagonaal. Dat moet er wreed uitzien, ook voor de werknemer die daar zit, ook een grote afrikaan met een rij spierwitte tanden. Een vrouwelijke medewerkster brengt me naar een kleiner kluisje als waar ik naar sta te staren om erachter te komen hoe dit apparaat nou weer werkt. Metrokaartjes-apparaat was ook al weer een machine. Jammer, zo weinig mensen-werk door al die machinerie. Ik ben onzeker over die machete in die koffer, waar controleren ze op. Zometeen kom ik terug na een heerlijke relaxte lunch ergens in een leuk tentje (-hahaha, och goshie Tien toch, hoe haal je het in je hoofd!-) , staat de Police daar om verhaal te halen bij diegene die die koffer op komt halen binnen de zoveel uren.
Niet gerust loop ik de kille betonnen ruimte uit met de lange rijen kluisjes en stap naar buiten. Misschien toch even hier de straat op lopen, ik probeer nog steeds een leuk uitziend druk Bistro'tje te vinden en misschien een foto-winkel om even naar mijn camera te laten kijken. Het eerste dat ik zie lopen is een man op blote voeten op de rug gezien, geen lange broek en een deken over zich heen geslagen. Zwart plukhaar komt als donker piekje boven de deken uit. Hij draalt en is nog ver van mij als hij zich omdraait en mijn kant uitdraalt. Hij loopt me voor de voeten, zonder gedraal dit keer en steekt ook zijn hand uit met een smekende blik. Misschien dat jullie gelijk begrijpen dat ik hem boos aankijk en afblaf, in het nederlands nog wel, hoe relaxed is dat!? In een acacia die hier langs de straat staan ingebed in stenen, beton en asfalt, zie ik een klein lief bruin gestreept kruipertje twitteren, het vogeltje is ook prima op zijn gemak. Ik zie dat even aan, maar voel me volledig overvallen door de Stad van de Liefde, Lichtstad, noem maar op de bijnamen en oh's & ah's.
En tuurlijk hoort het bij de opvoeding, indien mogelijk, om toch eens in Parijs geweest te zijn. Dit is mijn derde keer, eerste ervaring was zwart, de tweëede wit maar kort, deze derde mag er na al die jaren wel eens gewoon okee zijn, ehm, worden. Kan nog, toch?? Terug de metro in om de moed te vatten in het centrum uit te stappen en gewoon de stad even in me op te nemen. Ik snap nog steeds niet waar ik deze arrogantie vandaan haalde, de moed en met 'ogen wijd dicht', ... zoiets ja. ('Eyes Wide Shut' is een film, geen slechte!)
De aversie om in het centrum uit te stappen om te denken dat ik hier nog van genieten kan is definitief genezen. Alle Parijs-liefhebbers ten spijt. Voor mij is zo'n stad het tegenovergestelde van waar wij mensen afhankelijk van zijn als het om de essentie van leven gaat; Natuur.
Overal apparaten, computers, machines, motoren, de haast genante manier hoe we met elkaar omgaan en zoiets creëren als Parijs. Klapdeurtjes van metro's waar ik niet mee om kan gaan. Sommige deurtjes kun je zo doorlopen, bij andere moet er een kaartje in en ik kom erachter dat ik in zo'n stad erg veel tijd zou moeten nemen om me daar vrij te kunnen bewegen. Het is niet de vraag of ik dat wel wil, nee dus. Ik prijs me gelukkig dat ik onderweg naar huis ben en reis gewoon gelijk terug naar Austerlitz waar ik de Intercity richting Toulouse neem, na een déjeuneetje in de stationsrestauratie. Ik lees een AD en Marc belt me even als antwoord op mijn sms-je over mijn 1e indruk Parijs. Hij lacht en spreekt me moed in. Nu die koffer nog halen en Marc is ook benieuwd of ik met dat mes verder Parijs in mag.
Niks aan de hand, niks geen politiemacht, niks geen man met strepen en pet, ik werd vriendelijk nagezwaaid. Misschien bommen, echte wapens en drugs dan toch ook?
Nu nog 1 nieuw apparaat; een treinkaartjes-automaat en dan een ticket kopen voor de laatste trein-etappe steeds dichter bij huis, voor na de 4 uur durende rit, gelijk door op de boemel cq 'zweefbus'. Applaus voor de aansluiting van het spoor in Frankrijk! Een half uur voor vertrek staat de trein al klaar, gelukzalig laat ik me in mijn stoel bij het raampje zakken, ik mag met mijn rug tegen de rijrichting in wat de droomstand verhoogt, hopelijk een tweëede tukkie.
Helaas. Al snel komt er een man naast me zitten. Nou echt, echt, echt waar; wat een creep. Ik ga proberen een beeld te schetsen en hoop dat het lukt. Slank, 1.80 meter, rood, rond, gladgeschoren gezicht van een late zestiger met heel dun haar met een beetje brillcream dat met Lambik-achtige plukjes over zijn glanzende schedel gekamd zit, hoog opgeschoren en als een bloempot zo rond met daarboven weer een rand verticale plakkerige sliertjes dun haar. Een crème katoenen gebreid vest, smetteloze glanzend gesteven streepjesbroek met schoenen waar ik mijn haar in zou kunnen kammen. Ranke, ook rode vingers die hij zo rustig mogelijk samengevouwen in zijn schoot houdt met , zo te zien, samengeknepen knieën. Wat een kramp die man. Vier uur lang heeft hij zo gezeten, af en toe zich afleidend met een zojuist gekocht magazine om zo onzichtbaar mogelijk te reizen en geen aandacht te trekken. Laat dat nou juist wèl de aandacht trekken doordat die man zo'n stank verspreidde en er zo zijn best voor deed om te verdwijnen, creepy, creepy. Het deed me denken aan boer Pierre die zich ook bijna nooit schijnt te wassen, een zurige oude poeplucht, ik heb er geen andere woorden voor. Daar heb ik 4 en een half uur naast moeten zitten in een volle trein. Ook heb ik niet de scanbare ticket uitgeprint, maar zoiets als een betaalbevestiging, oops foutje. Maar de conducteur is een franse gentleman, dus ik bof. De stank kan ik even van me afschudden door mijn sjaal over mijn hoofd en ogen te draperen om weg te doezelen. Dit tweëede rustpunt doet ook goed, terwijl het grauwe landschap in letterlijke sneltreinvaart aan me voorbij schiet en langzaam heuveliger wordt, tot ik meer kale sombere winterbossen zie met hier en daar een pluk eeuwig groen. In Brive gelijk overstappen de boemel in, waar ik later geconfronteerd word met een heel zenuwachtig conducteuse, klein van stuk en alles controlerend met map onder haar arm. En wéér heb ik iets niet goed gedaan, foei foei foei zoals ze voor me staat en me berispt terwijl ze zich omdraait om met de francaise tegenover me te bespreken dat ze "dat toch altijd weer uitleggen moet aan 'l'étrangières'". 'T interesseert me echt niet meer. Nog een 100 minuten boemelen en om 8 uur sta ik op het stationnetje waar Marc op me wacht.
dinsdag 24 januari 2012
Haantje
Vanochtend was ik er als eerste uit, ik heb iets minder slaap nodig. De lucht is bleek blauw, de zon moet nog opklimmen tot voorbij de randen van de kloof. Zoals altijd laat ik de kippen eruit en geef ze wat voer en breng Castel haar ontbijt met een knuffel.
Marc gaat lauzes hakken en ik probeer vuur te maken in de schouw wat niet meevalt met niet droog hout. Na een uurtje rommel ruimen wil ik even bij Marc gaan kijken buiten, de gorges bewonderen, de frisse geur opsnuiven in het bos en mezelf een extra thuis-gevoel geven.
De kippetjes scharrelen voor de schuur rond de haan die het pad blokkeren naar de zijkant van het huis waar Marc stenen zit te hakken met een muts op, dik vest aan en handschoenen. De haan is het niet eens met een nieuw kippetje. Hij valt haar aan alsof het een andere haan is, een lelijke zwakke misvormde haankip op twee enorme poten met armen als vleugels die er losjes bij bungelen.
Wat ik bedoel te zeggen is dat meneer Haan mij aanvalt alsof zijn leven en dat van zijn toom -bestaande uit twee kipjes- ervan afhangt. Hij pikt me in de benen en of ik hem nu diverse schoppen geef met de ronde punt van mijn slippers of niet, Haan blijft me aanvallen en probeert me het huis in te jagen. Ik moet hem letterlijk van me aftrappen. Dus Haan is even vergeten dat de orde hier bestaat uit twee mensen, een vrouwtje en een mannetje, wat katten die hem negeren en een hond...
Ik moet me inhouden die Haan niet te vangen om z'n kop eraf te hakken. Gesteriliseerd is hij al, dus via hem geen kuikens voor meer kippen en eieren. Een verse hanensoep zou er eigenlijk wel ingaan, maar ik krijg hem niet te pakken.
Marc kijkt vanaf zijn hakstoel geamuseerd toe.
Ergens komende maanden maak ik soep, dat staat vast!
Eind van de middag na het verzagen van een enorme dode beuk die vervaarlijk aan de overkant van het ravijn een net zo grote linde probeert scheef te zetten, stuur ik Marc onder de douche, want die zit tot achter de oren onder de aarde en het zaagsel, en ga ik de CV-ketel schoon maken om hem daarna aan te steken. De schuurdeuren zet ik open en de kruiwagen plaats ik er dan voor om alle as er zo in te kunnen schuiven. Meneer de Haan is het nog steeds niet eens met mijn aanwezigheid en terwijl ik met mijn rug naar de deuren bij de ketel bezig ben vliegt hij me weer aan en pikt drie keer in mijn kuiten waar dus nu drie bloedende gaatjes zitten. SOEPHAAN!, en razend van de schrik ga ik hem achterna en zoek wat om naar zijn kop te gooien. Geen handgroote steen als je hem nodig hebt. Geen spa of schop als je hem nodig hebt, geen machete, sikkel of bijltje als je ze nodig hebt, dus krijgt hij wat flinke schoppen, ik nog twee gaatjes in mijn kuiten en uiteindelijk weet ik een veel te lange bamboe stok te grijpen om hem het stalpad op te jagen. SOEPHAAN!!!!
Marc gaat lauzes hakken en ik probeer vuur te maken in de schouw wat niet meevalt met niet droog hout. Na een uurtje rommel ruimen wil ik even bij Marc gaan kijken buiten, de gorges bewonderen, de frisse geur opsnuiven in het bos en mezelf een extra thuis-gevoel geven.
De kippetjes scharrelen voor de schuur rond de haan die het pad blokkeren naar de zijkant van het huis waar Marc stenen zit te hakken met een muts op, dik vest aan en handschoenen. De haan is het niet eens met een nieuw kippetje. Hij valt haar aan alsof het een andere haan is, een lelijke zwakke misvormde haankip op twee enorme poten met armen als vleugels die er losjes bij bungelen.
Wat ik bedoel te zeggen is dat meneer Haan mij aanvalt alsof zijn leven en dat van zijn toom -bestaande uit twee kipjes- ervan afhangt. Hij pikt me in de benen en of ik hem nu diverse schoppen geef met de ronde punt van mijn slippers of niet, Haan blijft me aanvallen en probeert me het huis in te jagen. Ik moet hem letterlijk van me aftrappen. Dus Haan is even vergeten dat de orde hier bestaat uit twee mensen, een vrouwtje en een mannetje, wat katten die hem negeren en een hond...
Ik moet me inhouden die Haan niet te vangen om z'n kop eraf te hakken. Gesteriliseerd is hij al, dus via hem geen kuikens voor meer kippen en eieren. Een verse hanensoep zou er eigenlijk wel ingaan, maar ik krijg hem niet te pakken.
Marc kijkt vanaf zijn hakstoel geamuseerd toe.
Ergens komende maanden maak ik soep, dat staat vast!
Eind van de middag na het verzagen van een enorme dode beuk die vervaarlijk aan de overkant van het ravijn een net zo grote linde probeert scheef te zetten, stuur ik Marc onder de douche, want die zit tot achter de oren onder de aarde en het zaagsel, en ga ik de CV-ketel schoon maken om hem daarna aan te steken. De schuurdeuren zet ik open en de kruiwagen plaats ik er dan voor om alle as er zo in te kunnen schuiven. Meneer de Haan is het nog steeds niet eens met mijn aanwezigheid en terwijl ik met mijn rug naar de deuren bij de ketel bezig ben vliegt hij me weer aan en pikt drie keer in mijn kuiten waar dus nu drie bloedende gaatjes zitten. SOEPHAAN!, en razend van de schrik ga ik hem achterna en zoek wat om naar zijn kop te gooien. Geen handgroote steen als je hem nodig hebt. Geen spa of schop als je hem nodig hebt, geen machete, sikkel of bijltje als je ze nodig hebt, dus krijgt hij wat flinke schoppen, ik nog twee gaatjes in mijn kuiten en uiteindelijk weet ik een veel te lange bamboe stok te grijpen om hem het stalpad op te jagen. SOEPHAAN!!!!
Schrijven
Na twee weken Nederland zit mijn hoofd vol met boeken, allerlei verhalen, fictie en non-fictie, beelden, indrukken, inzichten en ontdekkingen.
Deze weblog gaat over het wonen en leven in Frankrijk, mijn beleving weliswaar, dus een verslag van mijn wel en wee in Nederland zou misplaatst zijn. Er komen wel wat logs aan die relevant zijn en ik hier graag kwijt wil.
Maar de stilte van afgelopen weken is terecht.
Eerst zou ik een paar daagjes in Nederland blijven; mijn pa verrassen, even polshoogte nemen bij en in ons huis-te-koop in Oostvoorne om dan zo snel mogelijk weer naar huis te gaan.
Die paar dagen werden er 10, omdat ik graag B weer wilde rijden en zo snel en goedkoop mogelijk weer naar huis zou kunnen. Maar het zit anderen ook wel eens tegen, zijn dagen werden twee weken en helaas nog een week er bovenop, wat mij deed besluiten een oproepje te plaatsen voor een lift van iemand anders.
Maar dat schoot niet op, dus verbrak Marc mijn besluiteloosheid door me te pushen de trein te pakken, koos ik een rustig moment om treintickets te boeken en gisterenochtend om 7 uur op de Thalys te stappen om 8 uur 's avonds 'thuis' uit te stappen en Marc om de hals te vliegen alsof we elkaar een paar maanden niet gezien hebben.
We kruipen niet meer achter de pc en dat is heel bijzonder, we praten, lachen, en bespreken even wat belangrijke dingen, maken tegen middernacht alsnog een snoezelkamer van de woonkeuken en genieten van het weer samenzijn.
Onze liefde heeft er wéér een verdieping bij, terwijl ik al vond dat we tot grote hoogte konden stijgen in een machineloze lift. Het valt altijd tegen als één van ons naar Nederland is en de ander 'achter moet laten', maar altijd blijkt het goed te zijn, voor ons beide en de M&M.
Leuke kleine verrassingen nam ik mee, zoals dropjes en de machete en andere kleine dingen die ons leven veraangenamen, maar ook hier thuis zie ik nieuwe dingen. Een kaartje van Nadine, een franse vriendin die afgelopen maanden over de wereld reisde met haar man, een tijdschrift van G met een lieve leuke brief erbij die het ook na twee weken Nederland wel welletjes vindt en blij is als ze weer lekker thuis in Frankrijk is om het ritme weer op te pakken en onthaast het tumult in Nederland achter zich laat. Een vers gebakken pannenkoek als avondmaal, een lachende heel blije Marc, nog blijere katten (op Aai na die echt een ander huisje nodig heeft) en een ongekende rust in een warme cottage.
De sterrenhemel treft me al zodra we het station verlaten hebben, ik kijk verrukt uit de autoramen de duisternis in, geen enkele lamp verraad de schaarse bewoning van dit zo stille gebied na twee weken altijd wel straat-, industrie- en wegverlichting. Een zo schone lucht die ik in adem, uiltjes -die veel lijken op de lachtortels van C die juist 's nachts van zich laten horen- en de geur van een houtvuurtje dat lekker knispert.
Enige treurnis; mijn camera heeft de geest gegeven toen ik zondag op de top van een duin onder een windmolen naar Maasvlakte twee stond te kijken en gezandstraald werd onder een blauwe lucht in de eerste zonnestralen die de kust bereikten. Gefrustreerd zet ik het toestel terug naar zijn fabrieksinstellingen, maar helaas, het beeld blijft knalroze overbelicht en ik neem de mooiste plaatjes in twee weken in me op zonder ze later te kunnen delen.
Vandaag is het 'verder thuiskomen', spullen opruimen, wandeling maken, nogmaals proberen mijn camera aan de praat te krijgen en schrijven, schrijven, schrijven, hapje koken tussen de middag, mailtjes sturen en genieten van het thuis zijn, de stilte, de rust, de lucht opsnuiven, de katten knuffelen en m'n Lief.
Deze weblog gaat over het wonen en leven in Frankrijk, mijn beleving weliswaar, dus een verslag van mijn wel en wee in Nederland zou misplaatst zijn. Er komen wel wat logs aan die relevant zijn en ik hier graag kwijt wil.
Maar de stilte van afgelopen weken is terecht.
Eerst zou ik een paar daagjes in Nederland blijven; mijn pa verrassen, even polshoogte nemen bij en in ons huis-te-koop in Oostvoorne om dan zo snel mogelijk weer naar huis te gaan.
Die paar dagen werden er 10, omdat ik graag B weer wilde rijden en zo snel en goedkoop mogelijk weer naar huis zou kunnen. Maar het zit anderen ook wel eens tegen, zijn dagen werden twee weken en helaas nog een week er bovenop, wat mij deed besluiten een oproepje te plaatsen voor een lift van iemand anders.
Maar dat schoot niet op, dus verbrak Marc mijn besluiteloosheid door me te pushen de trein te pakken, koos ik een rustig moment om treintickets te boeken en gisterenochtend om 7 uur op de Thalys te stappen om 8 uur 's avonds 'thuis' uit te stappen en Marc om de hals te vliegen alsof we elkaar een paar maanden niet gezien hebben.
We kruipen niet meer achter de pc en dat is heel bijzonder, we praten, lachen, en bespreken even wat belangrijke dingen, maken tegen middernacht alsnog een snoezelkamer van de woonkeuken en genieten van het weer samenzijn.
Onze liefde heeft er wéér een verdieping bij, terwijl ik al vond dat we tot grote hoogte konden stijgen in een machineloze lift. Het valt altijd tegen als één van ons naar Nederland is en de ander 'achter moet laten', maar altijd blijkt het goed te zijn, voor ons beide en de M&M.
Leuke kleine verrassingen nam ik mee, zoals dropjes en de machete en andere kleine dingen die ons leven veraangenamen, maar ook hier thuis zie ik nieuwe dingen. Een kaartje van Nadine, een franse vriendin die afgelopen maanden over de wereld reisde met haar man, een tijdschrift van G met een lieve leuke brief erbij die het ook na twee weken Nederland wel welletjes vindt en blij is als ze weer lekker thuis in Frankrijk is om het ritme weer op te pakken en onthaast het tumult in Nederland achter zich laat. Een vers gebakken pannenkoek als avondmaal, een lachende heel blije Marc, nog blijere katten (op Aai na die echt een ander huisje nodig heeft) en een ongekende rust in een warme cottage.
De sterrenhemel treft me al zodra we het station verlaten hebben, ik kijk verrukt uit de autoramen de duisternis in, geen enkele lamp verraad de schaarse bewoning van dit zo stille gebied na twee weken altijd wel straat-, industrie- en wegverlichting. Een zo schone lucht die ik in adem, uiltjes -die veel lijken op de lachtortels van C die juist 's nachts van zich laten horen- en de geur van een houtvuurtje dat lekker knispert.
Enige treurnis; mijn camera heeft de geest gegeven toen ik zondag op de top van een duin onder een windmolen naar Maasvlakte twee stond te kijken en gezandstraald werd onder een blauwe lucht in de eerste zonnestralen die de kust bereikten. Gefrustreerd zet ik het toestel terug naar zijn fabrieksinstellingen, maar helaas, het beeld blijft knalroze overbelicht en ik neem de mooiste plaatjes in twee weken in me op zonder ze later te kunnen delen.
Vandaag is het 'verder thuiskomen', spullen opruimen, wandeling maken, nogmaals proberen mijn camera aan de praat te krijgen en schrijven, schrijven, schrijven, hapje koken tussen de middag, mailtjes sturen en genieten van het thuis zijn, de stilte, de rust, de lucht opsnuiven, de katten knuffelen en m'n Lief.
woensdag 18 januari 2012
Woordenvloed die duiz'len doet
'Woordenvloed die duiz'len doet' was één regel uit het poezie-gedicht van mijn opa in mijn album met droogbloemen in een kader van folie met een plantengroen velouren kaft.
Deze zin komt spontaan in mij op als titel voor deze korte log.
Precies 10 dagen in Nederland en inspiratie voor een dik boek gevat in twee weken in Nederland.
Meer nog vogelvrij voel ik me, dan ontheemd.
Heb ik zo'n grote belevingswereld? Maak ik echt zoveel mee in korte tijd of lijkt het zo veel, omdat ik 'weinig meer gewend ben'?
Foto's en filmpjes staan op dat kaartje in mijn camera, ik heb ze niet meer bekeken na het maken, bewaar het voor volgende week. "Geen tijd" heeft in de randstad al jaren vleugels en of ik nu wil of niet; ze droegen me vanaf de dag dat ik weer voet op Nederlandse bodem zette, tegen wil en dank.
De woordenvloed die duiz'len doet, wat mijn opa al zag toen ik nog maar 6 jaar was, die woordenvloed heeft al wat jaren een podium om op te spelen. Maar nu is dat podium niet makkelijk binnen handbereik, geen tijd.
Deze zin komt spontaan in mij op als titel voor deze korte log.
Precies 10 dagen in Nederland en inspiratie voor een dik boek gevat in twee weken in Nederland.
Meer nog vogelvrij voel ik me, dan ontheemd.
Heb ik zo'n grote belevingswereld? Maak ik echt zoveel mee in korte tijd of lijkt het zo veel, omdat ik 'weinig meer gewend ben'?
Foto's en filmpjes staan op dat kaartje in mijn camera, ik heb ze niet meer bekeken na het maken, bewaar het voor volgende week. "Geen tijd" heeft in de randstad al jaren vleugels en of ik nu wil of niet; ze droegen me vanaf de dag dat ik weer voet op Nederlandse bodem zette, tegen wil en dank.
De woordenvloed die duiz'len doet, wat mijn opa al zag toen ik nog maar 6 jaar was, die woordenvloed heeft al wat jaren een podium om op te spelen. Maar nu is dat podium niet makkelijk binnen handbereik, geen tijd.
vrijdag 13 januari 2012
badderen
Badderen, iets dat ik thuis niet kan doen. Wel in bijna alle huizen van gastheren en -vrouwen. Ik zeg meestal nee, want na 10 minuutjes ben ik het dan al zat en dat vindt deze zuinige meid zonde van al die liters warm water. Maar ja, met mijn neefje in bad die het een feest vindt, ik zwicht, zeker met twee kokende mannen in de keuken en een jochie dat tot achter zijn oren onder het zandbakzand zit. Een rose'tje, stukje warm brood met wat korrels zeezout, kip met een vers pepertje en salade wachten op ons na een kwartiertje weken. Grote Broer speelt piano, terwijl een vriend opruimt en de kleine man nog wat speelt en op drakenjacht is.
Een dagje Grote Broer voelt als 'vanouds' terwijl ik nog nooit bij hem thuis geweest ben, ... apart en toch ook zo gewoon.
Ontheemd
"Ga ik van die naar gene" klinkt verfrissend en lekker anders... Maar het is niet zo jedat moet ik eerlijk zeggen. Geen plek ervaar ik als 'thuis' terwijl ik wel huiselijkheid ervaar, warme lieve mensen waar ik naar toe kan en vrijheid geniet.
Maar steeds mijn koffertje in dat kleine Peaugeotje -spelling.... ggrrrr- met een opschrijfboekje met adressen en telefoonnummers paraat zonder echte basis om naar terug te keren is toch nieuw voor me.
Maanden gebeurd er thuis niets, een paar dagen ben ik van huis en er gebeuren, veranderen grote dingen, feiten die impact hebben, mensen die ik ontmoet, indrukken en de snelheid van het leven in Nederland grijpen me toch letterlijk naar mijn strot.
Ik moet echt mijn best doen te genieten. Tot gerichte actie overgaan is een opgave.
Opeens loop ik met anti-rook-pinnen in mijn linkeroor, heb ik tig naaldjes in mijn hoofd, armen en benen gekregen, rook ik opeens maar een paar 'sjekkies' per dag, en voel ik al een naderende burn-out die afgewisseld wordt met een berusting in de dingen.
Nu ben ik wel gewend aan extreme tegenstellingen, maar deze zijn van een andere orde.
'Ontheemd' voel ik me. Een ander woord kan ik er niet voor vinden.
Ik zie mijn zieke tante die er helemaal niet zo ziek uitziet.
Met z'n vieren genieten we van een heerlijke maaltijd terwijl ik de avond ervoor nog de afrit naar C voorbij rijd met tranen en een ontzettend verward en down gevoel. Ze wordt wakker zodra ik zo zachtjes mogelijk haar huisje binnen kom en troost en een luisterend oor zijn daar voor handen, al is het midden in de nacht en moet zij werken de ochtend erop. Ik slaap er in het liefste kleinste kamertje ooit met een zalig matras(je) en haar lachtorteltjes -een gewaarschuwd mens telt voor twee- krijgen me niet wakker.
Ik maak haar TV stuk, dat apparaat is niet gewend om zelf op de standby-stand te springen en wil niet meer van die stand af. Ik moet echt weg voor mijn afspraak en ik moet haar achterlaten zonder die beeldbuis die voor mij alleen herrie en nonsens betekend. Hop, weer een rot-gevoel erbij, maar ik kon er eigenlijk niets aan doen. (Alle apparaten met snoeren eraan vinden mij een gruwel en reageren dan ook alsof ik een groot wandelend magnetisch veld ben.)
Ook heb ik afgelopen drie jaar in Frankrijk mijn eigen ideale leefklimaat gecreëerd, dat geen stand kan houden in de Randstad en dat ook niet vindbaar is in hotel, bij vrienden of bij pa & ma.
Ik bel en mail zo vaak mogelijk met Lief, maar ook hij krijgt zijn portie zo in z'n up, waarvan de belangrijkste zaken doorsijpelen via de ultramoderne communicatie-netwerken. Ik kan niets, hij ook niet. Niet voor elkaar, niet met de problematiek en onze bank bouwt gewoon een supergroot nieuw representatief pand naast de A15 met 'onze centen' wat me enorm pissig maakt. Dus probeer ik ook hierin berusting te vinden terwijl we financieel nog verder de grond in getrokken worden.
Ook al lente hier; prunussen en andere echte lentebloeiers doen het prachtig dit in tegenstelling tot de donkere dreigende wolken, terwijl Marc in de zon zich thuis tegeod doet aan een flinke dosis vitamine D.
Heerlijk is het vrienden te zien, bij te kletsen, me vrij te bewegen, nederlands te kletsen, de systemen te kennen en te weten geen tijd te hebben stil te staan bij de zorgen waar ik toch niets aan kan doen met de wetenschap dat M&M niet de enige zijn.
De skyline van mijn stadje is prachtig in de schemering. Ik kan er geen genoeg van krijgen!
Maar steeds mijn koffertje in dat kleine Peaugeotje -spelling.... ggrrrr- met een opschrijfboekje met adressen en telefoonnummers paraat zonder echte basis om naar terug te keren is toch nieuw voor me.
Maanden gebeurd er thuis niets, een paar dagen ben ik van huis en er gebeuren, veranderen grote dingen, feiten die impact hebben, mensen die ik ontmoet, indrukken en de snelheid van het leven in Nederland grijpen me toch letterlijk naar mijn strot.
Ik moet echt mijn best doen te genieten. Tot gerichte actie overgaan is een opgave.
Opeens loop ik met anti-rook-pinnen in mijn linkeroor, heb ik tig naaldjes in mijn hoofd, armen en benen gekregen, rook ik opeens maar een paar 'sjekkies' per dag, en voel ik al een naderende burn-out die afgewisseld wordt met een berusting in de dingen.
Nu ben ik wel gewend aan extreme tegenstellingen, maar deze zijn van een andere orde.
'Ontheemd' voel ik me. Een ander woord kan ik er niet voor vinden.
Ik zie mijn zieke tante die er helemaal niet zo ziek uitziet.
Met z'n vieren genieten we van een heerlijke maaltijd terwijl ik de avond ervoor nog de afrit naar C voorbij rijd met tranen en een ontzettend verward en down gevoel. Ze wordt wakker zodra ik zo zachtjes mogelijk haar huisje binnen kom en troost en een luisterend oor zijn daar voor handen, al is het midden in de nacht en moet zij werken de ochtend erop. Ik slaap er in het liefste kleinste kamertje ooit met een zalig matras(je) en haar lachtorteltjes -een gewaarschuwd mens telt voor twee- krijgen me niet wakker.
Ik maak haar TV stuk, dat apparaat is niet gewend om zelf op de standby-stand te springen en wil niet meer van die stand af. Ik moet echt weg voor mijn afspraak en ik moet haar achterlaten zonder die beeldbuis die voor mij alleen herrie en nonsens betekend. Hop, weer een rot-gevoel erbij, maar ik kon er eigenlijk niets aan doen. (Alle apparaten met snoeren eraan vinden mij een gruwel en reageren dan ook alsof ik een groot wandelend magnetisch veld ben.)
Ook heb ik afgelopen drie jaar in Frankrijk mijn eigen ideale leefklimaat gecreëerd, dat geen stand kan houden in de Randstad en dat ook niet vindbaar is in hotel, bij vrienden of bij pa & ma.
Ik bel en mail zo vaak mogelijk met Lief, maar ook hij krijgt zijn portie zo in z'n up, waarvan de belangrijkste zaken doorsijpelen via de ultramoderne communicatie-netwerken. Ik kan niets, hij ook niet. Niet voor elkaar, niet met de problematiek en onze bank bouwt gewoon een supergroot nieuw representatief pand naast de A15 met 'onze centen' wat me enorm pissig maakt. Dus probeer ik ook hierin berusting te vinden terwijl we financieel nog verder de grond in getrokken worden.
Ook al lente hier; prunussen en andere echte lentebloeiers doen het prachtig dit in tegenstelling tot de donkere dreigende wolken, terwijl Marc in de zon zich thuis tegeod doet aan een flinke dosis vitamine D.
Heerlijk is het vrienden te zien, bij te kletsen, me vrij te bewegen, nederlands te kletsen, de systemen te kennen en te weten geen tijd te hebben stil te staan bij de zorgen waar ik toch niets aan kan doen met de wetenschap dat M&M niet de enige zijn.
De skyline van mijn stadje is prachtig in de schemering. Ik kan er geen genoeg van krijgen!
Ontheemd
"Ga ik van die naar gene" klinkt verfrissend en lekker anders... Maar het is niet zo jedat moet ik eerlijk zeggen. Geen plek ervaar ik als 'thuis' terwijl ik wel huiselijkheid ervaar, warme lieve mensen waar ik naar toe kan en vrijheid geniet.
Maar steeds mijn koffertje in dat kleine Peaugeotje -spelling.... ggrrrr- met een opschrijfboekje met adressen en telefoonnummers paraat zonder echte basis om naar terug te keren is toch nieuw voor me.
Maanden gebeurd er thuis niets, een paar dagen ben ik van huis en er gebeuren, veranderen grote dingen, feiten die impact hebben, mensen die ik ontmoet, indrukken en de snelheid van het leven in Nederland grijpen me toch letterlijk naar mijn strot.
Ik moet echt mijn best doen te genieten. Tot gerichte actie overgaan is een opgave.
Opeens loop ik met anti-rook-pinnen in mijn linkeroor, heb ik tig naaldjes in mijn hoofd, armen en benen gekregen, rook ik opeens maar een paar 'sjekkies' per dag, en voel ik al een naderende burn-out die afgewisseld wordt met een berusting in de dingen.
Nu ben ik wel gewend aan extreme tegenstellingen, maar deze zijn van een andere orde.
'Ontheemd' voel ik me. Een ander woord kan ik er niet voor vinden.
Ik zie mijn zieke tante die er helemaal niet zo ziek uitziet.
Met z'n vieren genieten we van een heerlijke maaltijd terwijl ik de avond ervoor nog de afrit naar C voorbij rijd met tranen en een ontzettend verward en down gevoel. Ze wordt wakker zodra ik zo zachtjes mogelijk haar huisje binnen kom en troost en een luisterend oor zijn daar voor handen, al is het midden in de nacht en moet zij werken de ochtend erop. Ik slaap er in het liefste kleinste kamertje ooit met een zalig matras(je) en haar lachtorteltjes -een gewaarschuwd mens telt voor twee- krijgen me niet wakker.
Ik maak haar TV stuk, dat apparaat is niet gewend om zelf op de standby-stand te springen en wil niet meer van die stand af. Ik moet echt weg voor mijn afspraak en ik moet haar achterlaten zonder die beeldbuis die voor mij alleen herrie en nonsens betekend. Hop, weer een rot-gevoel erbij, maar ik kon er eigenlijk niets aan doen. (Alle apparaten met snoeren eraan vinden mij een gruwel en reageren dan ook alsof ik een groot wandelend magnetisch veld ben.)
Ook heb ik afgelopen drie jaar in Frankrijk mijn eigen ideale leefklimaat gecreëerd, dat geen stand kan houden in de Randstad en dat ook niet vindbaar is in hotel, bij vrienden of bij pa & ma.
Ik bel en mail zo vaak mogelijk met Lief, maar ook hij krijgt zijn portie zo in z'n up, waarvan de belangrijkste zaken doorsijpelen via de ultramoderne communicatie-netwerken. Ik kan niets, hij ook niet. Niet voor elkaar, niet met de problematiek en onze bank bouwt gewoon een supergroot nieuw representatief pand naast de A15 met 'onze centen' wat me enorm pissig maakt. Dus probeer ik ook hierin berusting te vinden terwijl we financieel nog verder de grond in getrokken worden.
Ook al lente hier; prunussen en andere echte lentebloeiers doen het prachtig dit in tegenstelling tot de donkere dreigende wolken, terwijl Marc in de zon zich thuis tegeod doet aan een flinke dosis vitamine D.
Heerlijk is het vrienden te zien, bij te kletsen, me vrij te bewegen, nederlands te kletsen, de systemen te kennen en te weten geen tijd te hebben stil te staan bij de zorgen waar ik toch niets aan kan doen met de wetenschap dat M&M niet de enige zijn.
De skyline van mijn stadje is prachtig in de schemering. Ik kan er geen genoeg van krijgen!
Maar steeds mijn koffertje in dat kleine Peaugeotje -spelling.... ggrrrr- met een opschrijfboekje met adressen en telefoonnummers paraat zonder echte basis om naar terug te keren is toch nieuw voor me.
Maanden gebeurd er thuis niets, een paar dagen ben ik van huis en er gebeuren, veranderen grote dingen, feiten die impact hebben, mensen die ik ontmoet, indrukken en de snelheid van het leven in Nederland grijpen me toch letterlijk naar mijn strot.
Ik moet echt mijn best doen te genieten. Tot gerichte actie overgaan is een opgave.
Opeens loop ik met anti-rook-pinnen in mijn linkeroor, heb ik tig naaldjes in mijn hoofd, armen en benen gekregen, rook ik opeens maar een paar 'sjekkies' per dag, en voel ik al een naderende burn-out die afgewisseld wordt met een berusting in de dingen.
Nu ben ik wel gewend aan extreme tegenstellingen, maar deze zijn van een andere orde.
'Ontheemd' voel ik me. Een ander woord kan ik er niet voor vinden.
Ik zie mijn zieke tante die er helemaal niet zo ziek uitziet.
Met z'n vieren genieten we van een heerlijke maaltijd terwijl ik de avond ervoor nog de afrit naar C voorbij rijd met tranen en een ontzettend verward en down gevoel. Ze wordt wakker zodra ik zo zachtjes mogelijk haar huisje binnen kom en troost en een luisterend oor zijn daar voor handen, al is het midden in de nacht en moet zij werken de ochtend erop. Ik slaap er in het liefste kleinste kamertje ooit met een zalig matras(je) en haar lachtorteltjes -een gewaarschuwd mens telt voor twee- krijgen me niet wakker.
Ik maak haar TV stuk, dat apparaat is niet gewend om zelf op de standby-stand te springen en wil niet meer van die stand af. Ik moet echt weg voor mijn afspraak en ik moet haar achterlaten zonder die beeldbuis die voor mij alleen herrie en nonsens betekend. Hop, weer een rot-gevoel erbij, maar ik kon er eigenlijk niets aan doen. (Alle apparaten met snoeren eraan vinden mij een gruwel en reageren dan ook alsof ik een groot wandelend magnetisch veld ben.)
Ook heb ik afgelopen drie jaar in Frankrijk mijn eigen ideale leefklimaat gecreëerd, dat geen stand kan houden in de Randstad en dat ook niet vindbaar is in hotel, bij vrienden of bij pa & ma.
Ik bel en mail zo vaak mogelijk met Lief, maar ook hij krijgt zijn portie zo in z'n up, waarvan de belangrijkste zaken doorsijpelen via de ultramoderne communicatie-netwerken. Ik kan niets, hij ook niet. Niet voor elkaar, niet met de problematiek en onze bank bouwt gewoon een supergroot nieuw representatief pand naast de A15 met 'onze centen' wat me enorm pissig maakt. Dus probeer ik ook hierin berusting te vinden terwijl we financieel nog verder de grond in getrokken worden.
Ook al lente hier; prunussen en andere echte lentebloeiers doen het prachtig dit in tegenstelling tot de donkere dreigende wolken, terwijl Marc in de zon zich thuis tegeod doet aan een flinke dosis vitamine D.
Heerlijk is het vrienden te zien, bij te kletsen, me vrij te bewegen, nederlands te kletsen, de systemen te kennen en te weten geen tijd te hebben stil te staan bij de zorgen waar ik toch niets aan kan doen met de wetenschap dat M&M niet de enige zijn.
De skyline van mijn stadje is prachtig in de schemering. Ik kan er geen genoeg van krijgen!
dinsdag 10 januari 2012
uit & thuis
Voorslapen gedurende een aantal dagen voor het vreten van 1100 km. Vanaf eind oktober niets schrijven over waarom ik er zo op gebrand ben veel decoraties te maken en te verkopen, want niet alleen die investeringen wilde ik eruit hebben, maar ook vliegtickets, treinkaartje en huurauto. Pap wordt 9 januari 65, de hele familie is afgelopen jaar ziekenhuis in en uit geweest, in Nederland, en met mijn tante gaat het niet goed. Ik wil haar zien. -Een andere tante als Tante-
Maar die trip naar Nederland moet wèl een verrassing blijven voor mijn pa en ze lezen mijn weblog, dagelijks... De teleurstelling tijdens kerstmarkt 1 en de spanning net voor kerstmarkt 2 zijn zwaar, want in ons gewone budget passen geen vliegtickets en of huurauto. Ik maakte nog een andere grote fout; ik boek twee tickets via Ryan-Air, 1 naar Stansted en vandaar naar Eindhoven. Ik zie de overstaptijd in Londen; 45 minuten! Ook al heb ik 'boarden met priority' dan nog verzekeren britse vrienden en H me dat ik op dat vliegveld meer nodig heb dan 45 minuten om de overstap te halen. Dus zal ik nog een ticket daar moeten boeken, kan er 1 de prullenbak in en maak ik extra kosten. De verkopen gaan de mist in en het ticket de schouw.
Net nadat ik me besef dat ik 120 euro 'kwijt' ben en opvang voor dat weekend in Londen aangeboden krijg van lieve vrienden uit de virtuele wereld, krijg ik van B een mailtje met het verzoek of ik hem wil helpen die 1100 kilometers te overbruggen op 1 dag, de dag voor 9 januari.... Een lift dus, en werken voor die lift.
Voorslapen dus, een uur eerder mijn bed in -als avondmens een zware opdracht- en een uur eerder op, dit een aantal dagen en ik sta tintelfris naast mijn bed om half 5 in de ochtend.
Te vroeg treffen B en ik elkaar op de rotonde naast de snelweg waar Marc me heeft afgezet en ons gedag zwaait in het donker, half 8.
De voor mijn doen luxe automaat lijkt wel een zweeftrein. Erg goede stoel, lekker hoog in dit busje, de armleuning en de koffieservice naast me brengt ons tot aan de nederlandse grens in een ruime 8 uur. Daar rusten we uit bij B's moeder die een comfortabel warm huis heeft en uitstekende bedden. Wasjes worden gedraait terwijl ik een massagedouche geniet.
Gisterochtend zette B me bij de garage af om mijn ini-mini huurauto op te halen en ik rijd door naar 'Het Land' waar ik met mijn moeder heb afgesproken mijn vader te verrassen.
Die weet niet waar hij kijken moet en het duurt een paar seconden voordat hij zijn ogen wil geloven dat ik daar werkelijk sta, met grijns op mijn gezicht en een echtgenote die dit natuurlijk wist.
Ja, wie wist het eigenlijk niet? Pa en mijn bloglezers...... Sorry hoor, maar het mocht er echt niet op!
Mijn vader heeft een fantastische verjaardag, zeker ook omdat ik mijn broer ook heb ingelicht en we 's avonds als volledig gezin sinds vele vele jaren bij elkaar in een goed restaurant van nog beter eten genieten.
De luxe van vloerverwarming, Nespresso-apparaten, lichte huizen met grote ramen, super-spaarlampen die je best even kunt laten branden, gelijkvloerse woningen en uit je bed zo op een warme vloer stappen en je niet in veel laagjes hoeven kleden is onwennig. Ik zet het Nespresso-apparaat na gebruik ook direct uit, waardoor B later moet gaan staan wachten tot het water warm is. Dat is hij niet gewend, B is nog niet onthaast en ik ben het 'gewone' moderne leven volledig kwijt.
Ik zie Sven winnen in Boedapest en lees een Nederlandse ochtendkrant zonder opzienbarend nieuws. Ik mag weer het superdrukke verkeer in Nederland 'in', maar door de ontzettend snelle reis naar Nederland, die zo goed voorbereid is, heb ik weinig last van de rij-lag. Het is alsof ik 'opgebeamd' ben, een langzame 'teleport' of een dag in een auto een 'dagdroom' heb vormgegeven samen met B.
Alleen de lichte welbekende hoofdpijn doet me beseffen dat ik toch echt in de Randstad ben, inclusief luchtverontreiniging!
Komende weken leef ik van dag tot dag, slaap ik regelmatig ergens anders, ga ik mijn schat ontzettend missen, rijd ik van hot naar her, naar die en gene en ik kijk nu al uit om weer naar huis te zweven....
Maar die trip naar Nederland moet wèl een verrassing blijven voor mijn pa en ze lezen mijn weblog, dagelijks... De teleurstelling tijdens kerstmarkt 1 en de spanning net voor kerstmarkt 2 zijn zwaar, want in ons gewone budget passen geen vliegtickets en of huurauto. Ik maakte nog een andere grote fout; ik boek twee tickets via Ryan-Air, 1 naar Stansted en vandaar naar Eindhoven. Ik zie de overstaptijd in Londen; 45 minuten! Ook al heb ik 'boarden met priority' dan nog verzekeren britse vrienden en H me dat ik op dat vliegveld meer nodig heb dan 45 minuten om de overstap te halen. Dus zal ik nog een ticket daar moeten boeken, kan er 1 de prullenbak in en maak ik extra kosten. De verkopen gaan de mist in en het ticket de schouw.
Net nadat ik me besef dat ik 120 euro 'kwijt' ben en opvang voor dat weekend in Londen aangeboden krijg van lieve vrienden uit de virtuele wereld, krijg ik van B een mailtje met het verzoek of ik hem wil helpen die 1100 kilometers te overbruggen op 1 dag, de dag voor 9 januari.... Een lift dus, en werken voor die lift.
Voorslapen dus, een uur eerder mijn bed in -als avondmens een zware opdracht- en een uur eerder op, dit een aantal dagen en ik sta tintelfris naast mijn bed om half 5 in de ochtend.
Te vroeg treffen B en ik elkaar op de rotonde naast de snelweg waar Marc me heeft afgezet en ons gedag zwaait in het donker, half 8.
De voor mijn doen luxe automaat lijkt wel een zweeftrein. Erg goede stoel, lekker hoog in dit busje, de armleuning en de koffieservice naast me brengt ons tot aan de nederlandse grens in een ruime 8 uur. Daar rusten we uit bij B's moeder die een comfortabel warm huis heeft en uitstekende bedden. Wasjes worden gedraait terwijl ik een massagedouche geniet.
Gisterochtend zette B me bij de garage af om mijn ini-mini huurauto op te halen en ik rijd door naar 'Het Land' waar ik met mijn moeder heb afgesproken mijn vader te verrassen.
Die weet niet waar hij kijken moet en het duurt een paar seconden voordat hij zijn ogen wil geloven dat ik daar werkelijk sta, met grijns op mijn gezicht en een echtgenote die dit natuurlijk wist.
Ja, wie wist het eigenlijk niet? Pa en mijn bloglezers...... Sorry hoor, maar het mocht er echt niet op!
Mijn vader heeft een fantastische verjaardag, zeker ook omdat ik mijn broer ook heb ingelicht en we 's avonds als volledig gezin sinds vele vele jaren bij elkaar in een goed restaurant van nog beter eten genieten.
De luxe van vloerverwarming, Nespresso-apparaten, lichte huizen met grote ramen, super-spaarlampen die je best even kunt laten branden, gelijkvloerse woningen en uit je bed zo op een warme vloer stappen en je niet in veel laagjes hoeven kleden is onwennig. Ik zet het Nespresso-apparaat na gebruik ook direct uit, waardoor B later moet gaan staan wachten tot het water warm is. Dat is hij niet gewend, B is nog niet onthaast en ik ben het 'gewone' moderne leven volledig kwijt.
Ik zie Sven winnen in Boedapest en lees een Nederlandse ochtendkrant zonder opzienbarend nieuws. Ik mag weer het superdrukke verkeer in Nederland 'in', maar door de ontzettend snelle reis naar Nederland, die zo goed voorbereid is, heb ik weinig last van de rij-lag. Het is alsof ik 'opgebeamd' ben, een langzame 'teleport' of een dag in een auto een 'dagdroom' heb vormgegeven samen met B.
Alleen de lichte welbekende hoofdpijn doet me beseffen dat ik toch echt in de Randstad ben, inclusief luchtverontreiniging!
Komende weken leef ik van dag tot dag, slaap ik regelmatig ergens anders, ga ik mijn schat ontzettend missen, rijd ik van hot naar her, naar die en gene en ik kijk nu al uit om weer naar huis te zweven....
zaterdag 7 januari 2012
1 januari MMXII
Om onderstaande spreuk te bekrachtigen;
Waren bij ons de luiken vroeg dicht, de kachel al vroeg aan, de boiler leeg, het matras op de grond waar normaal een eethoek staat, de katten naar buiten -die in no-time weer op de bank lagen-, de hond gevoed, de fles Gardhu op het randje van de schouw met twee glazen ernaast.
Het gekregen vuurwerk in een kerstpakket staken we af in diezelfde schouw wat erg veel pret oplevert; knalerwtjes (eng), knalpistooltjes (eng), trektouwtjes (als trektouwtje eng, ze op het vuur verspreiden is veel leuker), kleine sterretjes en grote sterren, knalpotjes (eng) en handvuurpijl-sterretjes (leuk!!).
-Ik en vuurwerk? Geen sterke combi, op deze wijze verstookt; hilarisch en resterend poezenspul vertrekt geen spier of ooglid.-
Vandaag was het 1 januari voor M&M, inclusief goede voornemens waarvan we er al gelijk een aantal van uitgevoerd hebben. Ja, belofte maakt schuld, dus niet te lang wachten.
vrijdag 6 januari 2012
Pipo
Ik heb Pipo leren kennen eind 2005. Deze kat was het beste maatje van de uit de kluiten gewassen rotweiler. Eens in de paar weken kwam Pipo even binnen om te laten weten dat hij nog bestond, verder leefde hij in de paardenstallen op het weiland van de buurman in Nederland en jaagde de muizen op datzelfde weiland. Totaal onafhankelijk, maar wel wetend waar zijn thuis was. Hij kwam dan even kroelen wat gepaard ging met kwijl aanvallen. Als hij gevochten had en gewond was -kneuzingen, gebroken botten of ontstekingen- dan kwam hij naar huis en bleef rond ons heen dralen tot hij 'behandeld' werd door Marc.
Eén keer was hij zo 'kapot' van een gevecht in de regen, dat hij volledig verfomfaait, nat en modderig op mijn schoot sprong en daar heeft liggen rillen en zweten van de koorts, een hoopje niks.
Voor ik hem leerde kennen verloor hij de helft van zijn staart door te vluchten door een deur die door de wind dicht aan het waaien was. Pipo gaf geen krimp. Hij heeft diverse breuken opgelopen, maar genas dit zelf, want Pipo pakken vlak na zo'n ongeluk is onmogelijk. Pipo kent de mensen beter als zijn soortgenoten. Is als de dood voor vreemden, vooral mannen. Zorgde liefdevol voor broer Joppie en nam als eerste in de regen de benen na de verhuizing naar Frankrijk, waar we hem in de plens moesten zoeken. We konden hem gewoon onder een omgevallen boom vandaan plukken en naar huis dragen. Dat wil zeggen dat hij zelf bepaald wanneer hij hulp nodig heeft.
Zijn 2e grote avontuur hier vertelde hem niet meer ver van huis weg te lopen en in de buurt te blijven.
Het onweerde toen heel heftig, buiten, maar ook in huis. Dat doen M&M heeeel af en toe, maar Pipo is een pacifist, die kan niet tegen ruzie, stemverheffing, harde onverwachte geluiden en ander onheil. Pipo is ruim een kilometer van huis een enorme eik in gevlucht, verder geschrokken door wild of het onweer. Pipo was kwijt en de volgende dag ging de hittegolf onverminderd door. Maar omdat Pipo wel vaker dagen van huis was, maakten we ons niet direct ongerust. Ik ga de 2e dag zoeken en vind hem niet. De derde dag ga ik weer zoeken en zie hem zitten, hoog en veels te droog in een oksel van die enorme eik op zo'n 7 meter hoog, uitgedroogd met een bloedend oortje. Een dieet van mos bevalt hem niet en miauwend laat hij weten dat hij aan het einde van zijn latijn is. Met veel moeite redden we Pipo, gewond, uitgedroogd. Sindsdien blijft Pipo rond het huis, nog steeds zich niets aantrekkend van regen of kou met als lievelingsplek een soort vogelnest van klimop, waar hij slaapt, wast, zont en van het uitzicht geniet in de schaduw van de acacia boven hem. Typisch feit is dat hij nooit teken heeft, terwijl die bomen er ruimschoots in voorzien.
Het maakt Pipo tot een heel apart dier.
De pingpongbal van wild vlees aan zijn oortje is door dat laatste avontuur voor de helft van zijn oor afgescheurd. Het is schoon vlees en we zien het helen. Helemaal. Dus geen zorgen, Pipo is tegen de 20 jaar en het kwam altijd goed met die kat. Niks geen operatie's, pillen en ingrepen. Nou is Pipo onbehandelbaar, want die ruikt van meters af of je hem wilt knuffelen of een pil in z'n bek wil duwen. "Aan mijn lijf geen gezeur, behalve als ik daar zelf om vraag!" Goed Pipo, aan jouw lijf geen gezeur.
Dus ook afgelopen jaar niet meer, terwijl we zijn oortjes en neus verder opgegeten zien worden door huidkanker. We gaan 1 keer met hem naar de dierenarts om dit te laten bevestigen. Vreemd kijkt het kittige vrouwtje op als ik haar de vermoedelijke diagnose voorleg. Ik krijg wel gelijk, maar het zint haar niet.
We proberen zijn toestand met cortison-tabletten te stabiliseren, maar na een week heeft Pipo het door. Ik hoef maar naar de kast te lopen waar het doosje met tabletjes ligt, of Pipo is hem al gevlogen.
We geven het op. Hij wil het niet! En Pipo is al klaar met die 9 levens, tevreden en zichzelf laten we Pipo maar Pipo zijn. Want net als met Shadow; wie zijn wij??
De stank, de wonden, de pus en het bloed, het zit overal; op de granieten muren, op de onderkant van de tafel, de poten, alle stoelen, de handdoeken op de bank, de eetbakjes, het is dweilen met de kraan open.
Afgelopen week komt Pipo niet meer onder die tafel vandaan. Hij zit daar maar zonder de alles overheersende teddy-beren look, met een pootje opgetrokken. Soms doet hij op 1 van de stoelen een slaapje, en als we aanschuiven voor de maaltijd twee keer per dag en ik me iets van de tafel afwend, is er een ruimte tussen mij en die tafel, dan dringt de ontstekingsgeur goed mijn neus in. Ik ben niet snel misselijk, ik kan een hoop hebben, maar deze stank is echt verschrikkelijk, een riool of een kadaver is er niets bij! Ook laat Pipo snoepjes en het stukje zwoerd aan zich voorbij gaan, hij kan ook niet meer horen, dus vluchten voor gevaar zit er niet meer in.
Dit kan zo niet langer en het punt is bereikt; Pipo krijgt een spuitje.
Ik belde gisteren de dierenarts voor een afspraak, maar ik vermeld wel dat als we hem niet te pakken krijgen, ik de afspraak moet verzetten. We houden vandaag dus rekening met een laatste Pipo-avontuur door het huis. (Het luikje gaat dicht, maar dan nog, want och wat is die kat slim en wat 'kent hij zijn gasten goed'.)
Er ontvallen ons twee katten in 3 maanden... Het is slikken. Ook al waren en zijn beide katten op hoge leeftijd en klaar met dit aardse bestaan.
Naschrift
Pipo vangen ging makkelijk, geen schrammen en toch veel weerstand. Drama in het draagmandje, maar dat is altijd 'Pipo' geweest. Het verliep heel respectvol en rustig bij de dierenarts. De jonge dierenarts liet hem eerst slapen om pas daarna euthanasie toe te passen. Extra slaapmiddel was nodig, maar Pipo ging mee naar huis zoals hij slaapt, mooi. Echt heel fijn verlopen allemaal. De begrafenis was netjes, naast Shadow.... Castel snapt er niets van. De andere katten weten het 'al lang'. M&M? Ach, we wisten het ook, sinds gisteren. Het is goed zo. Huishouden doen we een andere keer. Ik ga me zo douchen, want het troosten tijdens de heenreis heeft me enigszins bevuild. Ook de terugreis gaf me een warm nattig gevoel op de bovenbenen. We zijn er een beetje stilletjes van. Voor Pipo zijn we blij, gerustgesteld.
Marc slijpt PIPO in een mooie steen, die gaan we zo plaatsen in de middagzon die de rivier zilver kleurt. Geen gouden randje om de dag vandaag, zilver is ook goed.
Eén keer was hij zo 'kapot' van een gevecht in de regen, dat hij volledig verfomfaait, nat en modderig op mijn schoot sprong en daar heeft liggen rillen en zweten van de koorts, een hoopje niks.
Voor ik hem leerde kennen verloor hij de helft van zijn staart door te vluchten door een deur die door de wind dicht aan het waaien was. Pipo gaf geen krimp. Hij heeft diverse breuken opgelopen, maar genas dit zelf, want Pipo pakken vlak na zo'n ongeluk is onmogelijk. Pipo kent de mensen beter als zijn soortgenoten. Is als de dood voor vreemden, vooral mannen. Zorgde liefdevol voor broer Joppie en nam als eerste in de regen de benen na de verhuizing naar Frankrijk, waar we hem in de plens moesten zoeken. We konden hem gewoon onder een omgevallen boom vandaan plukken en naar huis dragen. Dat wil zeggen dat hij zelf bepaald wanneer hij hulp nodig heeft.
Zijn 2e grote avontuur hier vertelde hem niet meer ver van huis weg te lopen en in de buurt te blijven.
Het onweerde toen heel heftig, buiten, maar ook in huis. Dat doen M&M heeeel af en toe, maar Pipo is een pacifist, die kan niet tegen ruzie, stemverheffing, harde onverwachte geluiden en ander onheil. Pipo is ruim een kilometer van huis een enorme eik in gevlucht, verder geschrokken door wild of het onweer. Pipo was kwijt en de volgende dag ging de hittegolf onverminderd door. Maar omdat Pipo wel vaker dagen van huis was, maakten we ons niet direct ongerust. Ik ga de 2e dag zoeken en vind hem niet. De derde dag ga ik weer zoeken en zie hem zitten, hoog en veels te droog in een oksel van die enorme eik op zo'n 7 meter hoog, uitgedroogd met een bloedend oortje. Een dieet van mos bevalt hem niet en miauwend laat hij weten dat hij aan het einde van zijn latijn is. Met veel moeite redden we Pipo, gewond, uitgedroogd. Sindsdien blijft Pipo rond het huis, nog steeds zich niets aantrekkend van regen of kou met als lievelingsplek een soort vogelnest van klimop, waar hij slaapt, wast, zont en van het uitzicht geniet in de schaduw van de acacia boven hem. Typisch feit is dat hij nooit teken heeft, terwijl die bomen er ruimschoots in voorzien.
Het maakt Pipo tot een heel apart dier.
De pingpongbal van wild vlees aan zijn oortje is door dat laatste avontuur voor de helft van zijn oor afgescheurd. Het is schoon vlees en we zien het helen. Helemaal. Dus geen zorgen, Pipo is tegen de 20 jaar en het kwam altijd goed met die kat. Niks geen operatie's, pillen en ingrepen. Nou is Pipo onbehandelbaar, want die ruikt van meters af of je hem wilt knuffelen of een pil in z'n bek wil duwen. "Aan mijn lijf geen gezeur, behalve als ik daar zelf om vraag!" Goed Pipo, aan jouw lijf geen gezeur.
Dus ook afgelopen jaar niet meer, terwijl we zijn oortjes en neus verder opgegeten zien worden door huidkanker. We gaan 1 keer met hem naar de dierenarts om dit te laten bevestigen. Vreemd kijkt het kittige vrouwtje op als ik haar de vermoedelijke diagnose voorleg. Ik krijg wel gelijk, maar het zint haar niet.
We proberen zijn toestand met cortison-tabletten te stabiliseren, maar na een week heeft Pipo het door. Ik hoef maar naar de kast te lopen waar het doosje met tabletjes ligt, of Pipo is hem al gevlogen.
We geven het op. Hij wil het niet! En Pipo is al klaar met die 9 levens, tevreden en zichzelf laten we Pipo maar Pipo zijn. Want net als met Shadow; wie zijn wij??
De stank, de wonden, de pus en het bloed, het zit overal; op de granieten muren, op de onderkant van de tafel, de poten, alle stoelen, de handdoeken op de bank, de eetbakjes, het is dweilen met de kraan open.
Afgelopen week komt Pipo niet meer onder die tafel vandaan. Hij zit daar maar zonder de alles overheersende teddy-beren look, met een pootje opgetrokken. Soms doet hij op 1 van de stoelen een slaapje, en als we aanschuiven voor de maaltijd twee keer per dag en ik me iets van de tafel afwend, is er een ruimte tussen mij en die tafel, dan dringt de ontstekingsgeur goed mijn neus in. Ik ben niet snel misselijk, ik kan een hoop hebben, maar deze stank is echt verschrikkelijk, een riool of een kadaver is er niets bij! Ook laat Pipo snoepjes en het stukje zwoerd aan zich voorbij gaan, hij kan ook niet meer horen, dus vluchten voor gevaar zit er niet meer in.
Dit kan zo niet langer en het punt is bereikt; Pipo krijgt een spuitje.
Ik belde gisteren de dierenarts voor een afspraak, maar ik vermeld wel dat als we hem niet te pakken krijgen, ik de afspraak moet verzetten. We houden vandaag dus rekening met een laatste Pipo-avontuur door het huis. (Het luikje gaat dicht, maar dan nog, want och wat is die kat slim en wat 'kent hij zijn gasten goed'.)
Er ontvallen ons twee katten in 3 maanden... Het is slikken. Ook al waren en zijn beide katten op hoge leeftijd en klaar met dit aardse bestaan.
Naschrift
Pipo vangen ging makkelijk, geen schrammen en toch veel weerstand. Drama in het draagmandje, maar dat is altijd 'Pipo' geweest. Het verliep heel respectvol en rustig bij de dierenarts. De jonge dierenarts liet hem eerst slapen om pas daarna euthanasie toe te passen. Extra slaapmiddel was nodig, maar Pipo ging mee naar huis zoals hij slaapt, mooi. Echt heel fijn verlopen allemaal. De begrafenis was netjes, naast Shadow.... Castel snapt er niets van. De andere katten weten het 'al lang'. M&M? Ach, we wisten het ook, sinds gisteren. Het is goed zo. Huishouden doen we een andere keer. Ik ga me zo douchen, want het troosten tijdens de heenreis heeft me enigszins bevuild. Ook de terugreis gaf me een warm nattig gevoel op de bovenbenen. We zijn er een beetje stilletjes van. Voor Pipo zijn we blij, gerustgesteld.
Marc slijpt PIPO in een mooie steen, die gaan we zo plaatsen in de middagzon die de rivier zilver kleurt. Geen gouden randje om de dag vandaag, zilver is ook goed.
Al is de leugen....
Vrij snel nadat we hier woonden, ontdekte Marc een kleine ruine niet ver boven ons huis. Een heel klein blokje op de kadasterkaart had al aangewezen dat daar iets had gestaan of nog steeds stond. Het gebouwtje wordt door ons van onder tot boven bekeken, het had nog aardig wat prima lauzes half op het ingestortte dak, op de grond onder de bemoste steunbalken die ook allemaal met 1 kant op de grond liggen. Een moderne deur, een tafelblad, een campingstoeltje en meer van zulke rommel. Misschien is het geheel 5 bij 4 meter, groter niet. De schoorsteen is van nieuwe blokken gebouwd, en een lage muur van nieuwe bouwblokken, volledig met mos bedekt, bewijst dat het een nieuwe ruine is. De eigenaar moet een poging gedaan hebben daar ooit iets neer te zetten, want niet makkelijk moet zijn geweest gezien het steile haarspelden-paadje en de afstand naar het bospad. Het zal ooit af zijn geweest, maar nauwelijks gebruikt. Toen nog niet zo gebrand op lauzestenen, hebben we het gebouwtje gelaten voor wat het was en er langs gelopen tijdens enkele wandelingen, maar Lief vergeet dat niet, ruines, lauzestenen op een plek dichtbij.
Ruim anderhalf jaar terug heeft Marc een goede inventarisatie gemaakt van onze eigen daken en het gebrek aan lauze. Hoe langer je niets aan de traditionele gebouwen doet, zuigen de lauzes zich vol met water, gaat er mos op groeien die hun worteltjes diep tussen alle steenlagen vastzetten.Vorst en zon doen de rest, dan spatten de laagjes ervan af en verweekt de lauze tot deze knapt en zich van het dak af laat glijden. Ook klimop en bramen vinden het heerlijk om op daken te groeien, zoveel gaatjes om zich aan vast te zetten, ideaal groeigebied. Aangezien huizen op zulke steile hellingen vaak in en tegen de rotsen worden gebouwd, raakt een dak aan de achterkant al snel de helling, de bosgrond zelf, en verdwijnt zo zoetjes aan onder de grond. Jaar na jaar, seizoen op seizoen vult die aarde zich met eikeltjes, bladeren, uitgespoeld zand en geurige aarde, plantenrestjes, beestjes die het vruchtbaar maken, muizen, want oh wat is dat toch een geweldige toegang tot een gebouw, schuilplaats, warmte en zeker ook mensentroep om nesten van te bouwen. Van de lauzes die wij gevonden hebben, opgegraven hebben, zijn er weinig meer van waarde, zo broos als crepepapier al zijn sommige stenen één bij een halve meter en niet te tillen zo zwaar,
Met goede enigszins naieve hoop achterhaald Marc de eigenaren van diverse ruines en vraagt hij of hij de lauzes kopen mag.
Maar zodra de fransen door krijgen dat iets heel ouds voor iemand enige waarde bezit, gaan ze krenterig doen, ook al draait het om een steen of haast onstookbaar hout op onbereikbare plekken. Voor hen dan. Allerlei smoezen krijg je te horen, zoals de dame van de grote goed bereikbare en karakteristieke ruine langs het bospad zelf. We zochten haar op in een gehucht op een drie kwartier rijden. Een zeer sjieke dame stond naast haar nieuwe huis, met spiksplinternieuw lauzedak, wat tonnen kost lieve lezers!, te kletsen met buren. De dame rijdt een luxe slee uit Parijs, draagt een Cartier horloge en de meest aanstellerige pumps die ik hier ooit zag met bovenop een wel zeer mooi gecoiffeerd koppie blond haar.
Zodra we haar uitleggen wat we haar komen vragen kijkt ze ons meewarig en wat verstoord aan als "hoe durven jullie dat te vragen. Met een telefoonnummer op een vlekkeloos wit kaartje vertrekken we weer en hopen op een belletje. Wat ik hiermee wil zeggen; mevrouw heeft een slee, een woonhuis in Parijs, laat hier een nieuw huis bouwen met nieuw lauzedak dat wel een paar eeuwen meegaat en dan overdrijf ik niet, heeft nog een ruine in de gorges die ze in laat storten, dicht laat groeien en waar ze al een decennia of wat niet is geweest. Dan worden die pumps vies, haar zijden goed gaat eraan door de bramen en haar haar verwaait, dat kan natuurlijk niet. Ze belt keurig op om te melden dat we de lauzes niet mogen kopen, want als er eens één van haar nieuwe dak waait, dan kan ze die vervangen. Het is maar goed dat we nog niet goed frans spreken, want wij hadden willen zeggen "mevrouwtje toch, uw haar verwaait, uw pumps worden vies, uw goed gaat eraan en u belt toch zeker de lokale dakdekker om er een mooi strak nieuw lauzeje op te komen leggen als u weer fijn in Parijs zit op uw luxe gat!"
Maar de eigenaar van die kleine ruine is lastiger te pakken te krijgen. Ook een Parijzenaar die hier geboren is en een vakantiehuis heeft op iets grotere afstand. Marc mailt hem en hij krijgt een leuke reactie; "als ik weer op vakantie kom, dan zoek ik jullie even op, leuk om wat te horen van mensen die daar echt wonen". Meneer Crier komt, met zijn vrouw, om eens kennis te maken, hij is nieuwsgierig en alleen als je goede intenties hebt zou hij bereid zijn tot het verkopen van die paar lauzes. Op van zulke kleine gebouwtjes liggen er niet veel. Tijdens hun bezoek schenk ik water, iets anders willen ze niet, ik probeer mevrouw te vergasten terwijl de heren even naar de ruine gaan kijken, een pittige korte trip door de verkoelende bossen tijdens een zomermiddag. Meneer Crier is heel enthousiast over wat wij hier doen. Vol bewondering luistert hij naar Marc, kijkt hij naar hoe we omgaan met het erfgoed van de Aveyron en komt steeds meer los. Zijn zegen hebben we in de pocket en niet tegen betaling van euro's, maar gewoon voor de heb, die lauzes zijn voor ons. Het mos ook (kerstdecoraties) en wat oude planken, ach, nee, "die zal ik ook niet missen". De grond blijft van hem, de stenen ook, maar de rest is voor ons een groot kado en een beloning voor het 'netjes vragen'.
We weten heus wel dat stenen, lauzes, bomen, alles in zo'n bos op particulier terrein privebezit is, het weghalen ervan is gewoon stelen. En wij willen dat niet op ons geweten hebben en houden ons dus aan de wet. -Voor zover we de wet kennen en de eigenaren te achterhalen zijn, want veel is staatsbezit door gebrek aan erfgenamen.- We voelen ons al lullig naar de eigenaar van het bronpaadje toe. De ruines nog verder op diezelfde helling, daar is hij geboren. Hij verhaalde over een unieke grove grote granieten schouw die iemand ooit gestolen heeft uit zijn ouderlijk huis. Die schouw staat bij ons in huis, gejat door de vorige eigenaar die ons juist erop wees overal vanaf te blijven, want iedere steen, boom, plant en bloem heeft hier een eigenaar. Die schouw ff teruggeven is niet te doen, toch zijn we blij dat die man nog nooit binnen is geweest voor een kop koffie. -Het is een alcoholist die steeds probeert ezeltjes aan me te slijten als ik eens in het dorpscafe kom voor praatje tabak en krant om met dubbele tong dubbelzinnig te glimlachen en opzichtig mijn blonde voorkomen inspecteert van onder tot boven. Of andersom.....
Het was weer kliederweer gisteren. Het terrein af zonder kaplaarzen is een halszaak. Iets tussen miezer en regen, afgewisseld met veel dikkere druppels voeden de plassen, watervalletjes, de vacht van Castel en de veertjes van de kippen die hun heil onder de Blauwe in de garage zoeken. Ik ga met tegenzin naar de markt, de bank, de super. Het is boven gewoon druk voor dit weer en de miezer begint me zowaar te plezieren. Ik heb mijn beste winterjas aan, een zacht leren half lange jas gevoerd met nepbont waar ik me een michelin-poppetje in voel. De druppeltjes verkoelen mijn wangen en als ik me die sensatie gewaar word verschijnt de eeuwige lach, de zon op mijn gezicht en verwarm ik de mensen die me komen groeten. Ik krijg een flesje wijn van de wijn- en olijvenkoopman, Pierre staat te drentelen achter me om aandacht, die wil even gedag gekust worden -de schat van een oud echt frans boertje die met krant het bos in wandeld vergezeld van zijn eenogige hond om zijn behoefte te doen. Niet die hond, maar Pierre natuurlijk. Ik smelt!- en opgeruimd doe ik mijn ding. Thuis tref ik Marc aan met hoofdpijn, die wil eten en naar bed. Maar na dat tukkie is dat hoofd nog niet opgeruimd, mijn zonnetje werkt niet thuis, dus gaat hij wandelen in de regen.
Na een dik uur komt hij binnen stuiven met een natte kop, grote blauwe ogen van verontwaardiging.
Wat blijkt? Er reed een rood trekkertje op dat oude prachtige wandelpad naar de ruine, zig zag de haarspeld bochtjes nemend, richting het plateau naar het dichtstbijzijnde gehucht. Een paadje dat vroeger de hoofdroute was om met de ossenkar naar de markt te gaan, voor het schooltje van de kinderen uit de gorges, geflankeerd aan één kant met stenen muurtjes die terrassen insluiten voor de wijnranken, nu vol met brem en eiken, grillige kastanjes, geurige paddestoelen en zomers mooie bloemen.
Marc vermoed al dat iemand de lauzestenen van Crier op is komen halen. Dat is stelen, maar een vermoeden is geen feit, dus doet hij zijn best om de trekker te voet in te halen. Dat blijkt niet te kunnen, dus spoedt hij zich naar huis voor het telefoonnummer van meneer Crier en de auto. Dit zou de derde keer zijn dat iets dat van ons is gejat wordt op een moment dat het te slecht weer is om buiten te zijn en wij het dus niet doorhebben. Gatver, stelletje..... pummels!!! Juist de inwoners van onze gemeente weten dondersgoed dat er met ons te praten valt, dat we hier altijd wonen, dat we het niet breed hebben en alles zelf moeten doen. Stelletje #@!)**#%$@#*&!&*#@!
Het gemeentehuis is dicht, op de route naar de gendarmerie ligt de afslag naar het gehucht en Lief gaat eerst daar eens kijken of hij dat trekkertje ziet staan. Op het dorpspleintje bij de kerk staat Arlette te kletsen met haar man en wat buren. We kennen aardig wat mensen daar, op die boeren na, die houden niet van import, andere mensen of verse aanwas en franse remigranten. "Kennen jullie iemand met zo en zo'n trekkertje?" vraagt Marc. "Jawel hoor, dat is die en die en die woont daar" terwijl er met vingers gewezen wordt. Arlette haar man loopt met Marc naar die mensen toe, mevrouw staat al buiten, van de boer is geen spoor te bekennen. Gelijk begint ze te liegen over dat ze toestemming hebben van de vader van de vader van de huidige eigenaar om de lauzes van die specifieke ruine te gebruiken. "Dat gaat hier al jaren zo" benadrukt ze. "En we hebben die meneer gebeld hoor, we mogen ze pakken."
Marc is ook niet gek en vist of hij dan misschien wil helpen de rest van de lauzes voor ons met zijn trekkertje naar ons huis te brengen. Marc heeft grote blauwe kijkers die uitstralen dat hij goed is, maar niet gek. Weigeren kan niemand, ik ook niet. Boos worden op die man ook niet, dat kan ik dan weer wèl.... ;-)
Hij laat de boerin mokkend, maar onder de indruk achter met een papiertje met naam en nummer. Wat blijkt; haar man is de jachtvoorzitter en hem moeten we hebben om af te dwingen dat ze ons bellen voor ze gaan jagen op en rond ons terrein. Een dubbeldate dus op korte termijn!
Weer thuis weet Marc dat we weer een mijlpaaltje geslagen hebben in de eeuwenoude traditie die alle wetten overruled. De gendarmerie zal echt geen poot uitsteken om hier tussenbeide te komen, die weten wel beter. Wij inmiddels ook, zo werkt dat hier nu eenmaal. Communiceren doe je in deze gevallen niet door te praten, je doet gewoon op een moment dat je (bijna) zeker weet dat je die ander niet treffen zult. Stiekem gedoe.
Marc mailt naar meneer Crier die bijna gelijk antwoord dat hij "niemand anders dan ons toestemming heeft gegeven lauzes te pakken van zijn ruine" met een wat verontwaardigde ondertoon. Duidelijk, ze hebben Crier niet gebeld en de vader van de vader had geeneens een ruine of huis daar, want het is door Crier zelf vanaf de grond opgebouwd.
Ja, dat is nou typisch het achtergestelde platteland! Hetzelfde met de gestolen kettingen, dat was een grote les dat je niet zomaar een boom om mag zagen. Wij hebben dat hout en de eigenaar van de boom erg goede sleep- en trekkettingen met gekromde haken die we nog steeds niet hebben kunnen vervangen.
Wat we niet begrijpen is de leugen. Net als met die boom die geclaimd werd door de buren. Eucalypta belde na 10 minuutjes terug met het verhaal dat we het hout kado kregen en er verder geen werk van zou maken. Waarom zegt ze niet gewoon dat ze zich vergist heeft in het perceel?? Dat niet van haar is als ik op het scherm op het gemeentehuis de eigenaren van alle percelen check?? Waarom liegen mensen over zulke zaken?
"Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaald hem wel."
Ruim anderhalf jaar terug heeft Marc een goede inventarisatie gemaakt van onze eigen daken en het gebrek aan lauze. Hoe langer je niets aan de traditionele gebouwen doet, zuigen de lauzes zich vol met water, gaat er mos op groeien die hun worteltjes diep tussen alle steenlagen vastzetten.Vorst en zon doen de rest, dan spatten de laagjes ervan af en verweekt de lauze tot deze knapt en zich van het dak af laat glijden. Ook klimop en bramen vinden het heerlijk om op daken te groeien, zoveel gaatjes om zich aan vast te zetten, ideaal groeigebied. Aangezien huizen op zulke steile hellingen vaak in en tegen de rotsen worden gebouwd, raakt een dak aan de achterkant al snel de helling, de bosgrond zelf, en verdwijnt zo zoetjes aan onder de grond. Jaar na jaar, seizoen op seizoen vult die aarde zich met eikeltjes, bladeren, uitgespoeld zand en geurige aarde, plantenrestjes, beestjes die het vruchtbaar maken, muizen, want oh wat is dat toch een geweldige toegang tot een gebouw, schuilplaats, warmte en zeker ook mensentroep om nesten van te bouwen. Van de lauzes die wij gevonden hebben, opgegraven hebben, zijn er weinig meer van waarde, zo broos als crepepapier al zijn sommige stenen één bij een halve meter en niet te tillen zo zwaar,
Met goede enigszins naieve hoop achterhaald Marc de eigenaren van diverse ruines en vraagt hij of hij de lauzes kopen mag.
Maar zodra de fransen door krijgen dat iets heel ouds voor iemand enige waarde bezit, gaan ze krenterig doen, ook al draait het om een steen of haast onstookbaar hout op onbereikbare plekken. Voor hen dan. Allerlei smoezen krijg je te horen, zoals de dame van de grote goed bereikbare en karakteristieke ruine langs het bospad zelf. We zochten haar op in een gehucht op een drie kwartier rijden. Een zeer sjieke dame stond naast haar nieuwe huis, met spiksplinternieuw lauzedak, wat tonnen kost lieve lezers!, te kletsen met buren. De dame rijdt een luxe slee uit Parijs, draagt een Cartier horloge en de meest aanstellerige pumps die ik hier ooit zag met bovenop een wel zeer mooi gecoiffeerd koppie blond haar.
Zodra we haar uitleggen wat we haar komen vragen kijkt ze ons meewarig en wat verstoord aan als "hoe durven jullie dat te vragen. Met een telefoonnummer op een vlekkeloos wit kaartje vertrekken we weer en hopen op een belletje. Wat ik hiermee wil zeggen; mevrouw heeft een slee, een woonhuis in Parijs, laat hier een nieuw huis bouwen met nieuw lauzedak dat wel een paar eeuwen meegaat en dan overdrijf ik niet, heeft nog een ruine in de gorges die ze in laat storten, dicht laat groeien en waar ze al een decennia of wat niet is geweest. Dan worden die pumps vies, haar zijden goed gaat eraan door de bramen en haar haar verwaait, dat kan natuurlijk niet. Ze belt keurig op om te melden dat we de lauzes niet mogen kopen, want als er eens één van haar nieuwe dak waait, dan kan ze die vervangen. Het is maar goed dat we nog niet goed frans spreken, want wij hadden willen zeggen "mevrouwtje toch, uw haar verwaait, uw pumps worden vies, uw goed gaat eraan en u belt toch zeker de lokale dakdekker om er een mooi strak nieuw lauzeje op te komen leggen als u weer fijn in Parijs zit op uw luxe gat!"
Maar de eigenaar van die kleine ruine is lastiger te pakken te krijgen. Ook een Parijzenaar die hier geboren is en een vakantiehuis heeft op iets grotere afstand. Marc mailt hem en hij krijgt een leuke reactie; "als ik weer op vakantie kom, dan zoek ik jullie even op, leuk om wat te horen van mensen die daar echt wonen". Meneer Crier komt, met zijn vrouw, om eens kennis te maken, hij is nieuwsgierig en alleen als je goede intenties hebt zou hij bereid zijn tot het verkopen van die paar lauzes. Op van zulke kleine gebouwtjes liggen er niet veel. Tijdens hun bezoek schenk ik water, iets anders willen ze niet, ik probeer mevrouw te vergasten terwijl de heren even naar de ruine gaan kijken, een pittige korte trip door de verkoelende bossen tijdens een zomermiddag. Meneer Crier is heel enthousiast over wat wij hier doen. Vol bewondering luistert hij naar Marc, kijkt hij naar hoe we omgaan met het erfgoed van de Aveyron en komt steeds meer los. Zijn zegen hebben we in de pocket en niet tegen betaling van euro's, maar gewoon voor de heb, die lauzes zijn voor ons. Het mos ook (kerstdecoraties) en wat oude planken, ach, nee, "die zal ik ook niet missen". De grond blijft van hem, de stenen ook, maar de rest is voor ons een groot kado en een beloning voor het 'netjes vragen'.
We weten heus wel dat stenen, lauzes, bomen, alles in zo'n bos op particulier terrein privebezit is, het weghalen ervan is gewoon stelen. En wij willen dat niet op ons geweten hebben en houden ons dus aan de wet. -Voor zover we de wet kennen en de eigenaren te achterhalen zijn, want veel is staatsbezit door gebrek aan erfgenamen.- We voelen ons al lullig naar de eigenaar van het bronpaadje toe. De ruines nog verder op diezelfde helling, daar is hij geboren. Hij verhaalde over een unieke grove grote granieten schouw die iemand ooit gestolen heeft uit zijn ouderlijk huis. Die schouw staat bij ons in huis, gejat door de vorige eigenaar die ons juist erop wees overal vanaf te blijven, want iedere steen, boom, plant en bloem heeft hier een eigenaar. Die schouw ff teruggeven is niet te doen, toch zijn we blij dat die man nog nooit binnen is geweest voor een kop koffie. -Het is een alcoholist die steeds probeert ezeltjes aan me te slijten als ik eens in het dorpscafe kom voor praatje tabak en krant om met dubbele tong dubbelzinnig te glimlachen en opzichtig mijn blonde voorkomen inspecteert van onder tot boven. Of andersom.....
Het was weer kliederweer gisteren. Het terrein af zonder kaplaarzen is een halszaak. Iets tussen miezer en regen, afgewisseld met veel dikkere druppels voeden de plassen, watervalletjes, de vacht van Castel en de veertjes van de kippen die hun heil onder de Blauwe in de garage zoeken. Ik ga met tegenzin naar de markt, de bank, de super. Het is boven gewoon druk voor dit weer en de miezer begint me zowaar te plezieren. Ik heb mijn beste winterjas aan, een zacht leren half lange jas gevoerd met nepbont waar ik me een michelin-poppetje in voel. De druppeltjes verkoelen mijn wangen en als ik me die sensatie gewaar word verschijnt de eeuwige lach, de zon op mijn gezicht en verwarm ik de mensen die me komen groeten. Ik krijg een flesje wijn van de wijn- en olijvenkoopman, Pierre staat te drentelen achter me om aandacht, die wil even gedag gekust worden -de schat van een oud echt frans boertje die met krant het bos in wandeld vergezeld van zijn eenogige hond om zijn behoefte te doen. Niet die hond, maar Pierre natuurlijk. Ik smelt!- en opgeruimd doe ik mijn ding. Thuis tref ik Marc aan met hoofdpijn, die wil eten en naar bed. Maar na dat tukkie is dat hoofd nog niet opgeruimd, mijn zonnetje werkt niet thuis, dus gaat hij wandelen in de regen.
Na een dik uur komt hij binnen stuiven met een natte kop, grote blauwe ogen van verontwaardiging.
Wat blijkt? Er reed een rood trekkertje op dat oude prachtige wandelpad naar de ruine, zig zag de haarspeld bochtjes nemend, richting het plateau naar het dichtstbijzijnde gehucht. Een paadje dat vroeger de hoofdroute was om met de ossenkar naar de markt te gaan, voor het schooltje van de kinderen uit de gorges, geflankeerd aan één kant met stenen muurtjes die terrassen insluiten voor de wijnranken, nu vol met brem en eiken, grillige kastanjes, geurige paddestoelen en zomers mooie bloemen.
Marc vermoed al dat iemand de lauzestenen van Crier op is komen halen. Dat is stelen, maar een vermoeden is geen feit, dus doet hij zijn best om de trekker te voet in te halen. Dat blijkt niet te kunnen, dus spoedt hij zich naar huis voor het telefoonnummer van meneer Crier en de auto. Dit zou de derde keer zijn dat iets dat van ons is gejat wordt op een moment dat het te slecht weer is om buiten te zijn en wij het dus niet doorhebben. Gatver, stelletje..... pummels!!! Juist de inwoners van onze gemeente weten dondersgoed dat er met ons te praten valt, dat we hier altijd wonen, dat we het niet breed hebben en alles zelf moeten doen. Stelletje #@!)**#%$@#*&!&*#@!
Het gemeentehuis is dicht, op de route naar de gendarmerie ligt de afslag naar het gehucht en Lief gaat eerst daar eens kijken of hij dat trekkertje ziet staan. Op het dorpspleintje bij de kerk staat Arlette te kletsen met haar man en wat buren. We kennen aardig wat mensen daar, op die boeren na, die houden niet van import, andere mensen of verse aanwas en franse remigranten. "Kennen jullie iemand met zo en zo'n trekkertje?" vraagt Marc. "Jawel hoor, dat is die en die en die woont daar" terwijl er met vingers gewezen wordt. Arlette haar man loopt met Marc naar die mensen toe, mevrouw staat al buiten, van de boer is geen spoor te bekennen. Gelijk begint ze te liegen over dat ze toestemming hebben van de vader van de vader van de huidige eigenaar om de lauzes van die specifieke ruine te gebruiken. "Dat gaat hier al jaren zo" benadrukt ze. "En we hebben die meneer gebeld hoor, we mogen ze pakken."
Marc is ook niet gek en vist of hij dan misschien wil helpen de rest van de lauzes voor ons met zijn trekkertje naar ons huis te brengen. Marc heeft grote blauwe kijkers die uitstralen dat hij goed is, maar niet gek. Weigeren kan niemand, ik ook niet. Boos worden op die man ook niet, dat kan ik dan weer wèl.... ;-)
Hij laat de boerin mokkend, maar onder de indruk achter met een papiertje met naam en nummer. Wat blijkt; haar man is de jachtvoorzitter en hem moeten we hebben om af te dwingen dat ze ons bellen voor ze gaan jagen op en rond ons terrein. Een dubbeldate dus op korte termijn!
Weer thuis weet Marc dat we weer een mijlpaaltje geslagen hebben in de eeuwenoude traditie die alle wetten overruled. De gendarmerie zal echt geen poot uitsteken om hier tussenbeide te komen, die weten wel beter. Wij inmiddels ook, zo werkt dat hier nu eenmaal. Communiceren doe je in deze gevallen niet door te praten, je doet gewoon op een moment dat je (bijna) zeker weet dat je die ander niet treffen zult. Stiekem gedoe.
Marc mailt naar meneer Crier die bijna gelijk antwoord dat hij "niemand anders dan ons toestemming heeft gegeven lauzes te pakken van zijn ruine" met een wat verontwaardigde ondertoon. Duidelijk, ze hebben Crier niet gebeld en de vader van de vader had geeneens een ruine of huis daar, want het is door Crier zelf vanaf de grond opgebouwd.
Ja, dat is nou typisch het achtergestelde platteland! Hetzelfde met de gestolen kettingen, dat was een grote les dat je niet zomaar een boom om mag zagen. Wij hebben dat hout en de eigenaar van de boom erg goede sleep- en trekkettingen met gekromde haken die we nog steeds niet hebben kunnen vervangen.
Wat we niet begrijpen is de leugen. Net als met die boom die geclaimd werd door de buren. Eucalypta belde na 10 minuutjes terug met het verhaal dat we het hout kado kregen en er verder geen werk van zou maken. Waarom zegt ze niet gewoon dat ze zich vergist heeft in het perceel?? Dat niet van haar is als ik op het scherm op het gemeentehuis de eigenaren van alle percelen check?? Waarom liegen mensen over zulke zaken?
"Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaald hem wel."
woensdag 4 januari 2012
Als vanouds
Als vanouds zaag ik de stammen in kloofblokken, klooft Marc ze en laden we samen in.
De boktorren en hun larven -die er weerzinwekkend uitzien!- maken deze prachtige bomen dood. De larven eten hele gangenstelsels door alle lagen van de boom, waardoor ze sterven. Te beginnen bij de toppen. Als we ze niet tijdig omzagen, gaan het hout in de toppen rotten en wordt het als spons; niet te stoken en het drogen duurt extreem lang. Vorig jaar zaagden we er 5 om die een jaartje hebben liggen rusten voor we ze vorige week van de helling aftrokken. Het is heel even droog vandaag, dus gaan de zaag en bijl er gelijk in. Het kan maar netjes op de stapel liggen....Een klein grasje in het felle mos, en zo laag bij de grond ruikt het zooo lekker.
dinsdag 3 januari 2012
Woest Water
Door al die regen, dagen en nachten lang, heeft de gorges er weer tientallen watervalletjes bij. Het granietzand neemt het niet meer op, waardoor grote plassen en mini-vijvers ontstaan op de paden, de druk van het water is zo groot dat onze bron het water amper meer kwijt kan en de bronbakken stromen weer over. Ook in het dichtstbijzijnde ravijn stroomt een bergbeekje met watervalletjes die sijpelen tijdens de droge zomers en nu een bulderend geluid voort brengen. Daar horen we aan dat het de moeite waard is naar de sluizen te lopen om te kijken wat er daar allemaal wel niet buiten de oevers treedt.
Wat een donderend geweld van moeder aarde. En elke keer zijn we te laat of te vroeg om met eigen ogen te zien hoe die stalen brug ook onzichtbaar is en we via de hoge voetgangersbrug naar de overkant kunnen. Ook zijn we er nog nooit bij geweest als de sluizen open gaan om de vloedgolf de gorges in te zien stromen.
Gek genoeg heb ik geen filmpje van dit riviertje 's zomers, als je daar canyoningen kan of met een boek op een steen in de stroom af kan koelen van die verzengende zon.
Belooft, bij deze, dat ik van de zomer twee filmpjes plaats, bovenstaande en het tegenovergestelde.
Verder was ik vergeten dat ik een paar liter walnotenwijn in een keulse pot had weggezet afgelopen zomer. Botteltijd dus! Ik proef... één slokje... wat toch maar een glas werd.
Notenwijn van Tien is pittig! Met een goede notensmaak, pittige afdronk en eens niet te zoet of te zwaar. Geen wijntje voor bij het eten, eerder een lekkere winterborrel met een tikkeltje bitter. Komend seizoen maak ik het zeker weer met vroeger geplukte onrijpe walnoten, iets minder rum, iets meer suiker, ietsjes hoor, en meer liters als eindresultaat. Want de smaak is echt geweldig, alleen je moet geduld hebben en niet vergeten regelmatig te roeren de eerste weken.
maandag 2 januari 2012
happy ......
Ons jaar begon als ieder andere dag. Eén uitzondering; De schouw blijft de hele ochtend uit en de kachel brandt ook niet. Het is alles behalve koud. Nat is het wel, sinds Tante's vetrek. Ze kwam en er was zon, de dag dat ze vertrok betrok de hemel en is het weer zo somber als al die weken ervoor. De zeiltjes, emmers en teilen doen hun werk, Marc hakt zijn deels gedroogde lauzes onder een geimproviseerde tent naast het huis, ik kook aardappels, vlees en groenten en 's middags oogst ik spruitjes en twee deels opgepeuzelde kooltjes, waarna ik doorwandel -zonder jas in de mini-miezer- naar de rivier. De mistflarden strelen mijn ogen want ze maken het meer met de dode bomen weer een Lord of de Rings-scene, oudejaarsavond en de eerste dag kijken we alle 6 dvd's van deze prachtige verfilming van Tolkien's boek. Een lange zit die we onderbreken voor de avondboterham. Niks geen oesters met champagne zoals ze in Frankrijk gewoon zijn. Geen vuurwerk of de straat op om 0.05 uur om de buurt te omhelzen en mensen gelukkig nieuwjaar te wensen die je normaal niet aankijkt. Met een borrel op lukt dat dan natuurlijk wel.
Mijn facebook-pagina is normaal gevuld met 'normale' meldingen en dingen die mensen willen delen met elkaar. Nu is het enkel 'happy new year' vlak na 'happy holidays' , met verslagen van hoeveel oesters men at, hoeveel er gezopen is, de feestjes waar mensen naar toe zijn geweest en de onvrede over 2011.
Ik vraag me af, en met mij vele anderen, wat dat 'happy' nou precies in moet houden. Of mensen die dit alles wensen wel beseffen dat na afgelopen decennia er niet zoveel meer mensen over zijn die de 'feestdagen' nog als feestdagen ervaren en alles behalve 'happy' zijn met diezelfde feestdagen en liever zouden hebben dat die 'happy holidays' gewoon niet bestaan. Eerlijk gezegd voel ik me wat kerst betreft al Remy en heb ik het ouderwetse oud & nieuw al 3 jaar niet gevierd bij gebrek aan buren die ik omhelzen kan, bij gebrek aan middelen voor het bakken van oliebollen of het hangen achter de TV en die tijd tot middernacht te vullen met jaaroverzichten, eindejaarsshows (die ik zie als 'Speelen voor het volck ter leering ende vermeack') en caberetiers die het voorgaande jaar soms scherp belachelijk kunnen maken en de indruk wekken dat we met z'n allen wat geleerd hebben en het volgend jaar beter gaan doen.
Over dat 'happy'.... Doet mij denken aan het succes van het magazine 'Happiness', dat in een paar jaar tijd toonaangevend werd. Het staat bol van de counceling, media, therapiën, cursussen in 'happy worden', leren sturing geven aan je leven door in verre oorden te gaan mediteren, yoga-zijwegen, guru's en aanbiedingen voor de aanschaf van onnodige prulletjes die wel eens bij zouden kunnen dragen tot het verwerven van 'happiness'.
Terwijl ik van mening blijf dat 'uitpluggen' ( klik hier voor mijn log over 'uitpluggen' ) het allerbeste is om happy te worden of happiness te ervaren, ben ik ook weer blij dat de kortste dag voorbij is en we aan de opmars zijn begonnen naar de lente.
Dit om even terug te gaan naar de dag van vandaag met in de bossen de bloeiende Helleborissen (wilde kerstroos), de nog steeds groene varens, de paarse klokjes in het gras, de lichtgevende korstmossen en op het terras voor het huis een heuse salie -die van hitte en zon houdt- die in bloei staat. Het is zo warm, dat ik na een avond film kijken een raam openzet om het huis te luchten!, zonder jas naar buiten kan, ik hoef geen warme sokken en toffels aan, we sparen veel hout uit -goed!-. Alleen die nattigheid blijft vervelend, we kunnen geen hek renoveren, het dak niet op, maandag is geen zaagdag, ik kan geen brem gaan knippen, geen was drogen buiten.
Dit lokt discussie uit, we gaan wat meer stilstaan bij het nu en zoeken onze weg. Zo komen we uit op een M&M Schaal der vooruitgang. Wat in ons geval weergeeft hoe we onze groei naar een zelfvoorzienend leven ervaren. De enorme sprong van de verhuizing zelf, de snelheid van ons aanpassingsvermogen van een zeer luxe en modern leven eind 2008 naar een lekker rommelend, creatief en inventief leven eind 2009 met zovele plannen en werkzaamheden die ons toen nog deed geloven in een zelfvoorzienend leven met een grens gevormd door electriciteit en internet en een auto. Nu, 2012, lijkt het erop alsof we vertraagd zijn in deze plannen en de grote wens voor een eenvoudig leven. Werken in de virtuele wereld is voor het geld, voor een hypotheek te betalen, auto's die falen en schreeuwend dure diesel en andere moderne dingen waarvan we dachten zonder te kunnen, toen, de eerste 2 jaar na de grote sprong in het diepe. Er zouden ezels komen voor het zware werk, de moestuin zou voldoende opleveren en ons niet naar de markt manouvreren, kippen zouden voor eieren en vlees zorgen, vissen zouden we leren -we bakken er nog steeds niets van-, nieuwe paden zouden we gebaand hebben om dat hout van de hellingen af te krijgen en het huis zou ruimtelijker zijn door een trap van het benedenhuis helemaal naar boven.
Nu realiseer ik me echt wel dat we al ontzettend veel gedaan hebben, maar die zelfvoorzienende basis is er nog steeds niet. Ezels komen er voorlopig niet, want we weten niet hoe we op rotsen paaltjes moeten slaan voor een hek om een paar hectaren helling, de moestuin heeft granietzand als basis wat een beetje wordt vastgehouden door hedera en boomwortels. Verwijderen we de hedera voor groente, dan spoelt dat zand weg wat al weinig voeding bevat voor groenten, boomwortels hakken we wel eens uit, maar 1 wortel eruit doet 50 nieuwe acacia-boompjes ontspruiten. De kippen leggen wel eieren, maar er is er 1 opeens overleden en de eerste haan ging dood om er een gecastreerde haan voor terug te krijgen die niet in kuikens voorziet voor een gegrild kippetje op tafel. Leren vissen is net zo lastig, want in Nederland vis je in vijvers en misschien als prof aan de oever van een flinke rivier. Hier zitten we met een stenen bodem waar je haakje en blinker in blijven steken, een stroming die onvoorspelbaar is evenals de diepte van het water dat verschilt per dagdeel. Om nog maar helemaal niet te spreken van hout kappen op haast onbegaanbare puinhellingen, laat staan met de hand! nieuwe paden maken die breed genoeg zijn voor een oude landrover.
Hier klinkt pure teleurstelling, dat klopt. Het maakt van ons absoluut geen spijtoptanten, maar het is en blijft een harde dobber die hier weggespoeld wordt door de stroming en uit het oog verdwijnt zonder dat een lekkere vis zich vergist en aan de haak blijft hangen.
We gaan rustig door met in ons hart de hoop en de wil om de lijn weer steigend te krijgen. Onze 'happiness' zit hem nog steeds in de natuur, een bloeiende salie, bronwater, genoeg hout om ons heen om eeuwig warm te blijven (komende jaren hebben we voldoende, alleen komende maanden is het nog bikkelen in de kou), een moestuin die best nog wat voortbrengt getuige de potten en geblancheerde groente met zometeen spruitjes van eigen land.
Mijn facebook-pagina is normaal gevuld met 'normale' meldingen en dingen die mensen willen delen met elkaar. Nu is het enkel 'happy new year' vlak na 'happy holidays' , met verslagen van hoeveel oesters men at, hoeveel er gezopen is, de feestjes waar mensen naar toe zijn geweest en de onvrede over 2011.
Ik vraag me af, en met mij vele anderen, wat dat 'happy' nou precies in moet houden. Of mensen die dit alles wensen wel beseffen dat na afgelopen decennia er niet zoveel meer mensen over zijn die de 'feestdagen' nog als feestdagen ervaren en alles behalve 'happy' zijn met diezelfde feestdagen en liever zouden hebben dat die 'happy holidays' gewoon niet bestaan. Eerlijk gezegd voel ik me wat kerst betreft al Remy en heb ik het ouderwetse oud & nieuw al 3 jaar niet gevierd bij gebrek aan buren die ik omhelzen kan, bij gebrek aan middelen voor het bakken van oliebollen of het hangen achter de TV en die tijd tot middernacht te vullen met jaaroverzichten, eindejaarsshows (die ik zie als 'Speelen voor het volck ter leering ende vermeack') en caberetiers die het voorgaande jaar soms scherp belachelijk kunnen maken en de indruk wekken dat we met z'n allen wat geleerd hebben en het volgend jaar beter gaan doen.
Over dat 'happy'.... Doet mij denken aan het succes van het magazine 'Happiness', dat in een paar jaar tijd toonaangevend werd. Het staat bol van de counceling, media, therapiën, cursussen in 'happy worden', leren sturing geven aan je leven door in verre oorden te gaan mediteren, yoga-zijwegen, guru's en aanbiedingen voor de aanschaf van onnodige prulletjes die wel eens bij zouden kunnen dragen tot het verwerven van 'happiness'.
Terwijl ik van mening blijf dat 'uitpluggen' ( klik hier voor mijn log over 'uitpluggen' ) het allerbeste is om happy te worden of happiness te ervaren, ben ik ook weer blij dat de kortste dag voorbij is en we aan de opmars zijn begonnen naar de lente.
Dit om even terug te gaan naar de dag van vandaag met in de bossen de bloeiende Helleborissen (wilde kerstroos), de nog steeds groene varens, de paarse klokjes in het gras, de lichtgevende korstmossen en op het terras voor het huis een heuse salie -die van hitte en zon houdt- die in bloei staat. Het is zo warm, dat ik na een avond film kijken een raam openzet om het huis te luchten!, zonder jas naar buiten kan, ik hoef geen warme sokken en toffels aan, we sparen veel hout uit -goed!-. Alleen die nattigheid blijft vervelend, we kunnen geen hek renoveren, het dak niet op, maandag is geen zaagdag, ik kan geen brem gaan knippen, geen was drogen buiten.
Dit lokt discussie uit, we gaan wat meer stilstaan bij het nu en zoeken onze weg. Zo komen we uit op een M&M Schaal der vooruitgang. Wat in ons geval weergeeft hoe we onze groei naar een zelfvoorzienend leven ervaren. De enorme sprong van de verhuizing zelf, de snelheid van ons aanpassingsvermogen van een zeer luxe en modern leven eind 2008 naar een lekker rommelend, creatief en inventief leven eind 2009 met zovele plannen en werkzaamheden die ons toen nog deed geloven in een zelfvoorzienend leven met een grens gevormd door electriciteit en internet en een auto. Nu, 2012, lijkt het erop alsof we vertraagd zijn in deze plannen en de grote wens voor een eenvoudig leven. Werken in de virtuele wereld is voor het geld, voor een hypotheek te betalen, auto's die falen en schreeuwend dure diesel en andere moderne dingen waarvan we dachten zonder te kunnen, toen, de eerste 2 jaar na de grote sprong in het diepe. Er zouden ezels komen voor het zware werk, de moestuin zou voldoende opleveren en ons niet naar de markt manouvreren, kippen zouden voor eieren en vlees zorgen, vissen zouden we leren -we bakken er nog steeds niets van-, nieuwe paden zouden we gebaand hebben om dat hout van de hellingen af te krijgen en het huis zou ruimtelijker zijn door een trap van het benedenhuis helemaal naar boven.
Nu realiseer ik me echt wel dat we al ontzettend veel gedaan hebben, maar die zelfvoorzienende basis is er nog steeds niet. Ezels komen er voorlopig niet, want we weten niet hoe we op rotsen paaltjes moeten slaan voor een hek om een paar hectaren helling, de moestuin heeft granietzand als basis wat een beetje wordt vastgehouden door hedera en boomwortels. Verwijderen we de hedera voor groente, dan spoelt dat zand weg wat al weinig voeding bevat voor groenten, boomwortels hakken we wel eens uit, maar 1 wortel eruit doet 50 nieuwe acacia-boompjes ontspruiten. De kippen leggen wel eieren, maar er is er 1 opeens overleden en de eerste haan ging dood om er een gecastreerde haan voor terug te krijgen die niet in kuikens voorziet voor een gegrild kippetje op tafel. Leren vissen is net zo lastig, want in Nederland vis je in vijvers en misschien als prof aan de oever van een flinke rivier. Hier zitten we met een stenen bodem waar je haakje en blinker in blijven steken, een stroming die onvoorspelbaar is evenals de diepte van het water dat verschilt per dagdeel. Om nog maar helemaal niet te spreken van hout kappen op haast onbegaanbare puinhellingen, laat staan met de hand! nieuwe paden maken die breed genoeg zijn voor een oude landrover.
Hier klinkt pure teleurstelling, dat klopt. Het maakt van ons absoluut geen spijtoptanten, maar het is en blijft een harde dobber die hier weggespoeld wordt door de stroming en uit het oog verdwijnt zonder dat een lekkere vis zich vergist en aan de haak blijft hangen.
We gaan rustig door met in ons hart de hoop en de wil om de lijn weer steigend te krijgen. Onze 'happiness' zit hem nog steeds in de natuur, een bloeiende salie, bronwater, genoeg hout om ons heen om eeuwig warm te blijven (komende jaren hebben we voldoende, alleen komende maanden is het nog bikkelen in de kou), een moestuin die best nog wat voortbrengt getuige de potten en geblancheerde groente met zometeen spruitjes van eigen land.
Abonneren op:
Posts (Atom)