maandag 31 oktober 2011
Het winterseizoen
Volgens de oude culturen en de natuur zelf begint de winter ongeveer nu. 21 December is het tenslotte midwinter. We hebben wat drukke weken achter de rug met niet zulke standaard activiteiten en een weekje een logé, allemaal aangenaam, alles verliep prima, we zijn er niet moe of stuk van, maar toch zijn we heel blij dat het winterseizoen gestart is. Dat wil voor ons zoveel zeggen als; zagen, zagen en wiedewiede (krui)wagen vol met hout. Het is harder werken dan een meewerkende logé in huis, vermoeiender als een interview geven en gevaarlijker dan naar een 100% frans feestje gaan. We bereidden ons dan ook goed voor.
Zaterdag op zondag kwamen we thuis. Ik moest zo nodig die indrukken van me af schrijven en nam er ruim de tijd voor. Voordat ik mijn ogen sloot was het een uur of 3. Om 6 uur gaat de wekker om voor Harrie ontbijt te maken en mee te lopen of hij alles heeft. Ik kook 3 eitjes, 1 voor mij en 2 voor hem. Maar om half 6 als ik de eierschalen met mijn wijsvinger zit te vermorzelen zijn er nog geen mannen wakker. Staat de wekker wel goed?
7 Uur wil de man gaan rijden, lekker op een rustige weg zonder vrachtverkeer en woon- werkverkeer. Lief komt kwart voor 7 het bed uit rollen, nog geen Harry, die komt om over zevenen, terwijl Marc er net achter kwam dat de tijd terug gezet is met een extra van 60 slaapminuten. Potverdrie! Ik blijf wakker, we zwaaien Harrie gedag en lummelen de hele ochtend, brak natuurlijk!
's Middags gaat het matras op de grond tussen schouw en geimproviseerde bioscoop en de kachel mag 1 volle lading stoken, maar we zijn te moe om nog op te warmen. We doezelen weg zo in de warme knusse rustige kamer zonder zware harde basstem en hond met poezengedrag. Het is werkelijk schitterend weer buiten, maar het gaat helemaal aan ons voorbij, zeer zeldzaam!
We maken 's avonds plannen voor het werkritme, winterseizoen, hout-voorraad; twee lange ochtenden per week minimaal. De stukjes bos zijn al lang bepaald, gedurende de andere seizoenen lopen we altijd wijzend door het bos, struinen over de hellingen en bekijken de potentiele haardblokken als ze nog aan 1 stuk zijn. Gek genoeg verveelt dat nooit, is het zwaar en zou je denken dat 40 kub per stookseizoen een opgave zou worden tijdens de sombere koude maanden met de zo korte dagen en het vaak verplicht binnen zitten in een huisje dat overal frisse lucht binnen laat en erg donker is door de kleine raampjes. Niets is minder waar;
De winter is nooit te heet om te werken en voor onszelf te zorgen. Tijdens komende maanden is het rustig in het bos, weinig paddestoelen, bijna geen bloemen, geen gesnater van jonge vogeltjes of het gebrul van motoren en het harde gepraat van wandelaars. Geen 3x per week naar het centrum voor ontspanning, franse conversatie-les of andere buiten-uitjes. Geen dorpsfeesten, geen bergen met boontjes, geen maaiwerk. Buiten zagen en de daken, zo koud dat je zooo graag werken wilt, want daar wordt je lekker warm van. Met tussendoor een vol bord winter-eten op voorverwarmde borden. De kerstdecoratie-stress die alleen maar leuker wordt en waar ik zoveel van blijf leren. Vaker kaarsjes aan en dan mooi groot vuur in de schouw.De romantiek van overdag hout zagen en hakken. De klappen op de stronken als de bijl erin hakt in het mistige bos, de vlaamse gaaien die ons verraden naar de reëen toe, die altijd al op hun hoede zijn als we er heel af en toe 1 mogen bewonderen. De jagers dragen wel mee aan het plaatje, maar we zijn ze toch liever kwijt dan rijk.
Ach, heerlijk, de winter komt eraan.
Dus velden wij vanochtend een flinke Es, die heel subtiel ging vallen, precies tussen de eiken in, exact de richting die hij moest vallen. Verend door de nog natte flexibele takken van de Es, komt de kroon van de knoepert zachtjes op de helling aan de andere kant van het pad. Ik zag de top klein en gooi de stammetjes op een hoop, Lief doet het grove werk, samen met de auto en een lange ketting, trekken we de stammen van de helling. De stam zelf is al in blokken.
Niks twee dagen per week; Morgen gaat Tien de eik in waar een gescheurde tak en heel veel hedera in hangt en Lief gaat takken stoken en verder kloven. We doen romantisch tegen elkaar, werken met een lach, maken grapjes en uiten ons, heerlijk. Dit samen leven is nog steeds nieuw voor ons, het op elkaar aangewezen zijn, maar we doen het alsof we niet beter weten.
Ik realiseer me wel dat het apart is, niet alledaags, wat we hier zo doen, hoe we leven. Dit huis heeft ons toen in Nederland al van het internet geplukt. Nee, lieve lezers, niet andersom. Zoals het soms gaat in relatie's -"Niemand kan met mijn partner omgaan zoals Ik!"- zo gaat het met M&M en deze plek op die grote vermoeide aardkloot. Ik noem het romantiek, met een plekje op deze aarde, één ander mens en de natuur waarvan het huis gemaakt is en binnen net zo aanwezig is als buiten.
Mijn romantiek.... Met heel veel 'niet & geen' komende tijd, en veel ruimte en tijd voor al dat 'wel'.
zaterdag 29 oktober 2011
Le Centre
Le Centre Aqualudisme klinkt als een vergissing met de l in het midden in plaats van de n. Waar dit woord taaltechnisch vandaan komt is me nog niet duidelijk, maar 'le centre' wèl.
Half februari dit jaar kom ik Nadine weer eens tegen op de markt en vertelt me over het centrum dat begin maart haar deuren weer opent om naast allerlei moderne en klassieke activiteiten ook in yoga-lessen te voorzien en ze weet zeker dat het iets voor me is. Maar zo makkelijk wentel ik me niet in nieuwe groepen dus wacht ik tot eind maart om het centrum eens op te zoeken. Het gebouw dat er inderdaad gloednieuw uitziet ligt aan de rand van een flauwe beboste helling met aan haar voeten een vakantiedorp met particuliere vakantiehuizen en een complex met te huren huisjes, meer voor grote groepen met een feestzaal en een receptie, alles zo traditioneel mogelijk gebouwd en voldoende moderniteiten om aan de hedendaagse eisen te voldoen. Daaronder in het dal het dorp met de naam het rijkste van de omgeving te zijn en een alles behalve plaisant bestuur. -Zéér stug en conservatief en hierdoor niet geliefd, maar alle notabelen al jaren stevig in het zadel.-
Mijn eerste bezoek dit jaar was een voorzichtig bezoekje, niet verlegen meer door die paar keer dat ik er lekker ging zwemmen en de mini-sauna mijn lijf liet voorwarmen voor de komende winter. Ik kende de weg en daarom kocht ik laat in maart een seizoenskaart.
Van één keer yoga per week naar drie keer. Van het me eens openstellen voor sofrologie, steeds minder yoga. Heel zoetjes aan krijg ik steeds meer contact met de vaste bezoekers, veelal de dames, en kan ik meer van mezelf laten zien. Ik negeer 'het zijn van een vreemdelinge', dat ik ben en altijd zal blijven. Ik negeer enige gene, ik negeer mijn onzekerheid, ik zeg eerlijk als ik iets niet begrijp en dat ze me -nog- beter niet kunnen betrekken in de rappe conversatie's en dat ik graag luister om te leren. Hoe verder het jaar vordert, hoe makkelijker ik het ervaar die vreemdelinge te zijn, maar juist ook zo hetzelfde; gewoon mens.
Ik kom natuurlijk met mijn verhalen thuis, over mensen die mijn Lief niets zeggen. Over dat vage sofrologie, waarvan ik de essentie zo duidelijk ervaar, dat ik dat Lief ook prima uit kan leggen. Over de kleuren van de muren, de spiegelwand, het feit dat ze na 2x al niet meer naar mijn abonnementskaartje vragen, over de bijzondere keren dat we buiten op het terras de meditatie's doen onder de machtige blikken van de oude eiken op de helling. Over de roddels die ik wel opvang, de zwemkledij uit de jaren 60 die hier nog heel gewoon is (Zie je het voor je?; die grote rubber badmutsen versiert met enorme bloemen in dezelfde kleur die allen rondom uitsteken en iemands hoofd vervormd tot een kitscherige vaas bloemen die op het water ronddobbert. Of de badmeester met een jaren 70 zwembroek aan een gespierd maar toch 50 jarige kont!)
Eén keer heeft Marc één van de dames in de super ontmoet, een heel klein meisjesachtig vrouwtje van tegen de 60, met een dramatisch levensverhaal zonder einde, dat positief en kwiek, ongemoeid door het leven gaat. Een schat is het, maar dat kan ik Lief niet overbrengen, dat is blijkbaar iets vrouws, ofzo.
Le Centre, anders wordt het in de volksmond niet aangeduid, omdat er niets in de wijde omgeving is dat hierop lijkt, moet 3 maanden dicht. Door het ontbreken van de tijdelijke -hoofdzakelijk Parijse- clandizie, is het te stil om het kleine complex te verwarmen. Ondanks dat de uitbaters het zo graag willen doen, het gesmeek van alle lokale gebruikers, zijn de notabelen van de gemeente, die het complex bezit, niet bereid het centrum open te houden, ze hebben verklaard geen salaris te betalen aan de medewerkers, uitbaters inclusief. We hebben maar te slikken, met z'n allen, de notabelen zie je er niet.
Le Centre is twee jaar gesloten geweest voor verbouwing, uitbaters gevonden en dit is het eerste jaar dat het officieel geopend was met een aangebouwd stuk zwembad, een groot terras ter uitbreiding van de zaal waar men allerlei cursussen geeft, de fitnesszaal is vergroot en vernieuwd en daarnaast een heus 'Club House' met een barretje en een kantoortje van 2 bij 1.5 meter. Natuurlijk ook nog twee squach-zaaltjes naast het zwembad.
Na zo'n eerste seizoen met veel oud en bekend publiek, ook veel nieuwe gezichten, waaronder een verse vreemdelinge, c'est moi. Oops, nee, niet oops, ook dat negeer ik.
Om afgelopen jaar te vieren, vragen Patricia en Daniël -de uitbaters- aan alle bezoekers of ze het leuk vinden een feestje ter afsluiting van het seizoen te vieren. Op een eenvoudig lijstje kun je je inschrijven een aangeven of je iets 'sucré' meeneemt of iets 'salé'.
Ik ben nooit van de feestjes geweest. Voelde me uitgenodigd omdat het moest of zodat ze ook op mijn feestje mochten komen, want mijn ouders deden hele leuke dingen voor de kinderen. Later, feestjes, verschrikkelijk. Veelal verplicht, heel soms wel leuk hoor. hoe ouder hoe meer in mijn smaak.
Dat was opeens totaal verdwenen toenik deze inschrijflijstonder mijn neus kreeg. Of ik mijn partner meeneem? O/N Oui, vul ik in, met de wetenschap dat ook Marc niet van feestjes houdt. Toch is deze anders, het is 98% frans, die overige 2% zijn M&M, en dat ziet hij wel zitten. Een paar mensen kent hij al wel, ik zeg niet dat ze komen, ik zeg niks en sloof me uit, de laatste dag van Harry's 'bakkie koffie komen doen' door 5 broden te bakken. (met verschrikkelijk vies zuurdesem-achtig biologisch meel en stokoude gistblokjes uit de koelkast -hoe onachtzaam, maar acceptabel na afgelopen week met logé) Door 22 gehaktballetjes te maken a la 10 en te zorgen dat hier alles doordraait.
Ik maak het met Harry goed door een roerei voor hem te maken en een volle pot koffie. Zo laten we hem zijn laatste avond alleen tutteren, want wij gaan echt uit! Jeeee, hoe oubollig klinkt dat! Dat ook Lief er zin in heeft, bewijst zijn gelikte schone kleer en het feit dat hij ruim op tijd klaar zit en wacht. Ik maak me op, dat wil zeggen rode lipstick passend bij mijn kleding -ja, ik kan het wel- en mascara. De broden, nogal desemzwaar, sambal badjak en de hete balletjes in hun jus in een aardewerkenschaal met folie eromheen. Hopen dat het een paar uur warm kan blijven.
Omdat de harde kern van de club toch een beetje familie is geworden, weet ik dat dit één van de twee feestjes in mijn leven wordt dat me langdurig een prettige herinnering op zal leveren. Beide hier in Frankrijk 100% puur tussen de fransen.
We rijden voor het eerst sinds jaren samen in het donker het terrein af. Dat is een vreemde gewaarwording, niet dat samen, maar dat in het donker het terrein af rijden, in plaats van erop; thuiskomen. We zien een grote ree die rustig het bos de helling af huppelt. We zeggen niks, terwijl hij de diesel over de kronkelwegen stuurt met het grote licht aan.
Normaal wordt het Club House gebruikt als verruimde wachtruimte met hooguit een fles sap of water in de koelkast, rieten bankjes, wat spiritueel getinte folders en boeken.
Nu is het er al een drukte, net na achten. Schalen met aperatiefjes, plastic bestek en slappe papieren bordjes in bruin en wit liggen te wachten op een plekje. De tafels overtrokken met net zo goedkoop wit tafelpapier van een rol. 35 Mensen komen zoetjes aan binnen druppelen en zetten hun aandeel in de gezamelijke maaltijd op het barretje en een rij tafels bij de schuifdeuren naar het terras, waarvan de gegroefde planken oplichtende strakke strepen trekken door de kille plafond armaturen met grote ronde halogeenlampen erin.
Fransen komen rustig op gang tijdens zo'n feestje. De dames rederen, Daniël is een echte gastheer, de meeste mensen komen heel netjes gekleed en ik zie veel partners voor het eerst, zo ook Marc mag vele handen schudden en zijn naam noemen. Er wordt heel langgewacht tot er even gespeecht wordt om dan pas muizendrankjes te verschaffen, om mee te starten, en het toetasten gebeurt ook nog maar mondjesmaat.
Wij zitten al een uur naar al die lekkernijen te kijken, die zijn uitgestald op de tafels, eens netter geschikt worden, tussen de herfstige kleine beukentakjes die tussen de schalen zijn neergelegd. Wij zijn gewoon na een dag hard werken, tijdens de schemering rond 7 uur een stevige broodmaaltijd te eten. Dus stiekem eet Lief maar vast van de standaard zoutjes uit een pakje, makkelijk en bekend, nootjes en vraagt om water. Dat is maar raar, "je bent op een feestje Marc, hier!.... -champagne vult Lief's plastic waterbekertje en Lief zwicht- dus je drinkt een licht drankje mee. Drinken tijdens een frans informeel dinner-party is anders, dat kennen wij Hollanders niet.
In Nederland heb ik mij altijd een vreemdelinge gevoeld. Hier bèn ik de vreemdelinge, maar ervaar ik dat niet meer. Wat ik in Nederland voelde, is precies omgekeerd. Misschien is dat de reden dat we vielen als een blok voor hier verder gaan, ongeacht de tegens en de ja-maren.
Terug naar dat feestje; men blijft kleine beetjes schenken, zo lijkt het alsof er veel gedronken wordt. Toch gaan er geen tientallen flessen leeg en vele flessen water. Alle tafels en de hele bar was vol met schalen, mijn mislukte superdesem zware jongens gesneden in hollandse plakjes -waarvoor mijn dank Lief!-, ook de balletjes staan warm te zijn in de dekschaal met de sambal badjak ernaast. Ik ben benieuwd maar één frans schaap over de gehaktballendam van Tien, en die schaal vloog leeg. Marc stoot me lachend aan en knikt met zijn hoofd in de richting van de strakke muisgrijze bar om te laten zien hoe ze staan te dringen om een balletje te pakken te krijgen. Ik heb er eigenlijk veels te weinig. Ik schiet in de lach, ook de sambal wordt scheutig geschonken. (ja, ehm, ze is een beetje dun uitgevallen)
Al die schalen, bijna alle taarten in vele smaken en een suikerkunstwerk ter ere van het eerste jaar Centre Natura & BienEtre, zijn helemaal leeg. Van het brood is nauwelijks gegeten, maar die bijna lege pot sambal en die schaal met alleen wat jus, is al goed genoeg. De muziek wordt opgedraait, wat stoelen aan de kant en wat super gezond uitziende stralende dames gaan dansen en trekken nog wat dames mee. Ook ik laat een tijdje aan me trekken, ik ben zoo houterig als ik geen ruimte heb. Maar ook ik zwicht. Lief ziet en ontmoet eindelijk juist die mensen waar ik vaak wat over vertelde thuis, nu ook gezichten en gesprekjes. Praat wat bij met de burgermeester en kijkt rustig rond terwijl hij nipt van zijn champagne die hij stiekem bijvult met veel water. Daarna moéten de mannen dansen, tja, tis dat ze moeten. Tot, als tijdens perfecte regie, de dames zich ermee komen bemoeien door ze een beetje op te zwepen. Losser van drank worden we wel, maar in zo gepaste 'Zen'-mate, dat hij toch weer lekker lokaal en eenvoudig is, maar wel compleet met dans en lach. Oververhit door het binnen zijn met 35 man ga ik even het terras op, ik ben al uren vergeten te roken, wat leuk! Ik kijk even naar binnen, maar draai me al snel om naar de zwarte boomkruinen, zwart door de vuile donkere lucht erachter. Geen sterren, bewolkt en nèt geen nieuwe maan. Vocht en blad, mos en paddenstoelen, de weg aan de voorkant door de hoge naaldbomen oplichtend door de oranje lantaarns, achter me opruim geluiden en gedemptere muziek. Lief komt bij me staan om te zeggen dat iedereen opeens, als op kommando, aan het opruimen is, uitdansen op zachtere muziek, praatjes uitkletst, afspraken maakt voor komende winter, een plastic bekertje in één teug leegt. We helpen en Lief staat te grijnzen, want die heeft ook lekker staan dansen. We zwaaien iedereen gedag en schudden en kussen met 'oude bekenden' met wensen als "tot volgend jaar", of "we zien jullie op de markt?" Samen stappen we de duisternis in, de weg over naar onze auto. Half twaalf is hier een normale tijd om op zaterdagavond naar huis te rijden.
We slingeren rustig naar huis, geen ree meer op het pad, alles in diepe rust.
Harry moet morgen -ehm, zometeen- 10 uur sturen, dus ook Miska ligt in diepe rust in haar mand tussen 4 katten tegen de trapkast.
Het Centrum zal ik missen, juist komende maanden. Het weerzien volgend seizoen en de herkenning zo tussendoor op de markt en in de wandelgangen zal al in een grote behoefte voorzien. En wéér kunnen we de mensen hier thuis eens begroeten. Na goed uitleggen gaat er bij de meeste mensen een lampje branden. Ver weg, ooit wel eens gewandeld, daar jaagde mijn opa vroeger, enzovoorts. "Daar kun je dus nog wonen?" "Ja, dat kan", gevolgd door een big smile van onze kant.
Ja, het centrum is even een Zen-herinnering zelf, beperkt houdbaar tot eind februari volgend jaar.
vrijdag 28 oktober 2011
Onderwijl
Onderwijl al die andere bezigheden in, werken de mannen zich twee dagdelen per dag door een volledig dichtgegroeit stuk bos heen. Waar ooit een paadje is aangelegd voor het plaatsen van telefoonpalen -wonderlijk genoeg- naar de overkant van het stuwmeer, om daar de nog steilere hellingen te beklimmen naar een groter dorp voor het verkrijgen van telefoon, is het nu volledig dicht gegroeit met decennia oude braamstruiken, hondsroos met dezelfde leeftijd, elzen en populieren. Daar stroomt al eeuwen de bron die uiteindelijk het meer voedt. Het pad is de uitloper van het stalpad en we zouden graag dit door laten lopen tot zo ver mogelijk aan de rivier. Deze helling moet een stukje bosbouw worden voor onze houtvoorziening; snel groeiende bomen waar we bij kunnen met de auto om te vellen en blokken hout in te laden.
Omdat ik twee keer per jaar maaide tot waar ik niet bleef hangen in de oude rozenstruiken viel het mee, waren het oude populieren die waaibomenhout geven (weinig warmte en snel opgebrandt) en bereikbaar met de auto. Maar daarna is het puinhoop!
De rozen en bramen groeien van de helling af, erop en voor je voeten, onbereikbaar met de bosmaaier, onbereikbaar met de kettingzaag. Dus een stukje help ik de heren, toch met beide machines terwijl zij bramenbossen, takken en blad verstoken. Zwiep, zwap, zwaai met de kleine Echo (kettingzaagJE) en reng, rang, klap met het slagmes van de bosmaaier onder, in en tussen al die doorns die je op lijken te vreten.
Ik ga al langer geen gevecht meer aan met de slierten, maar voel me wel de prins uit Doornroosje, alleen lig ik niet in een 100 jarige slaap. Mijn prins staat achter me met zijn vader die we op sleeptouw nemen, omdat hij anders verdwaalt in de klusjeskeuze en onzeker wordt van de stilte die ons kindje is geworden en waar we ons prettig bij voelen. Thuis heeft Harry een TV (ruis & herrie), kostgangers (ruis & herrie), heel veel werk (ruis & verkeerslawaai), ontzettend veel sociale contacten (voornamelijk ruis) en de kabbelbranding van Westvoorne-kust nog net niet in de achtertuin en dit alles op vlak terrein. Dit is andere koek. Meestal komt Harry vrij onverwacht voor onbepaalde tijd -zolang het ons drieën blijft bevallen- met twee enorme kratten eten en drinken en 3 zelf bereide maaltijden genoeg voor 6 uitgehongerde houthakkers bevroren en in kranten verpakt.
Ze werken hard, toch slaapt Harry slecht in. Het is niet de stilte, lichte doofheid is zonder gehoorapparaten gewoon doof. De duisternis of de andere geuren, hij weet het zelf ook niet. Bange tuthond Miska krijgt een les van Castel die langs de auto meerent, waar we ook gaan, naast een groot vuur in het bos gewoon ligt te slapen terwijl de machines kabaal maken en de takken om haar flaporen zwiepen en regen? Dat is wel het minste probleem van onze viervoeter die nu toch echt waaks is en ons uit bed blaft als ze iets ontwaart in de buurt van het huis. Miska was altijd heel erg bang voor katten. Nu slaapt ze liever in het donker in eigen mand tussen 4 katten in, dan dat ze met Harry mee naar de bar gaat om zich daar op te krullen tot poes-formaat in de versleten leunstoel.
Pais en vree, temeer omdat ik steeds beter zijn manier van doen kan hanteren en weet dat hij er maar tijdelijk is. Je went aan alles; twee tot drie keer herhalen wat je zegt. Je went aan de moddersporen in een net gedweild huis, je went aan het aanrecht bezaait met één keer gebruikte mokken en glazen, broodkruimels, beboterde messen en de zware basstem die maar door ratelt als hij op zijn spreekgestoelte zit. Helpen doet ie!
Al 40 meter gedaan, dat kleine stukje moet nog onder een sombere herfstlucht die af en toe wat regen laat vallen en je uit je jas doet waaien. Lief en ik houden het wat langer vol en ronden zo de dag samen af op de helling vlakbij de modderpoelen van de wilde zwijnen. Ook Castel is hem al gevlogen, terug naar boven waar ze vast veel lekkers krijgt van Harry.
's Avonds is het wat anders, dan is het donker, is ons licht maar net genoeg voor hem om een boek te lezen en zal hij zichzelf wat moeten vermaken; wij werken op kantoor als het donker is. Ergens ongezellig, maar we kunnen het ons niet veroorloven alle avonden maar wat te babbelen aan de enorme houten eettafel.
Vandaag een rustdag voor lijf en leden, hebben we hard nodig en het weer dwingt ons ook, net even te nat om ons uit te sloven in het bos bij een vuur dat door het vocht niet wil oplaaien.
donderdag 27 oktober 2011
live!
Sinds we een weblog en website hebben van ons virtuele werk (-bedrijf M&M Creations), heb ik de pagina verwijderd uit deze weblog. Het was dubbelop en ik heb geen tijd al die pagina's bijgewerkt te houden.
Deze avond zijn we geinterviewed door een TV-station dat alleen programma's maakt in virtuele werelden en deze uitzend op hun website. Voor het eerst in onze 4,5 jarige carriere in virtuele werelden worden we uitgebreid geinterviewd. Zomaar, opeens!
Voor al mijn lezers die niet echt een idee hebben wat dat nou is, zo'n virtuele wereld, hier het gehele TV interview. De dia-show op de achtergrond is een greep uit ons werk en de enorme winkel.
ps;
dit web-based TV-station is er niet alleen voor residenten/avatars in virtuele werelden, ze maken programma's voor het world wide web, dus voor iedereen die engels verstaat.
Deze avond zijn we geinterviewed door een TV-station dat alleen programma's maakt in virtuele werelden en deze uitzend op hun website. Voor het eerst in onze 4,5 jarige carriere in virtuele werelden worden we uitgebreid geinterviewd. Zomaar, opeens!
Voor al mijn lezers die niet echt een idee hebben wat dat nou is, zo'n virtuele wereld, hier het gehele TV interview. De dia-show op de achtergrond is een greep uit ons werk en de enorme winkel.
Watch live streaming video from spoton3dcom at livestream.com
ps;
dit web-based TV-station is er niet alleen voor residenten/avatars in virtuele werelden, ze maken programma's voor het world wide web, dus voor iedereen die engels verstaat.
woensdag 26 oktober 2011
licht
dinsdag 25 oktober 2011
Goed lezen!
Een blanco enveloppe met mijn meisjesnaam erop vind ik in de brievenbus als we terug komen van een etentje met Harry, die me zo 1 dag vrij geeft van eten koken.
Salade vooraf, truffade en gegrild kalfsvlees, kaas sloegen we over, crème brulée en koffie, en dit keer in een auto naar huis die het gewoon deed in plaats van een lift krijgen van de kaasboer na 2 km lopen en een auto die de mannen gestart kregen, maar niet meer kon stoppen.
De enveloppe scheur ik gretig open, altijd spannend, al vermoed ik dat het de RSI is (Verplichte Ziektekosten Verzekering voor zelfstandige ondernemers; 'Autoentrepreneuse'). En ja hoor, met dik gedrukte letters HET formulier om een carte vitale te krijgen. Eind vorig jaar ben ik gestart met me inschrijven als zelfstandige, veel ergernis, lang wachten en vele kopiën van geboortebewijzen, paspoorten en andere officiële paperassen later, is er weer een vervolg op dit typisch lange franse traject.
De begeleidende brief is een uitleg hoe ik met het formulier moet omgaan;
Handtekening binnen de zwarte lijntjes met zwarte pen gezet.
Nieuwe kleuren pasfoto die precies binnen het zwarte kadertje past. (hoe ze weten hoe ik er NU uitzie, is mij een raadsel)
Die foto mag ik niet plakken met lijm, plakband of vastnieten! Nee, moet geplakt worden op de plakstrip al reeds aanwezig in het kaderlijntje.
Alle gegevens op het formulier moeten op juistheid worden gecontroleerd.
Kleuren uitdraai van mijn geldige paspoort op A4 papier (het aantal grammen van het printpapier staat me vrij), de afbeelding mag niet verschaald worden!
De print van mijn paspoort moet precies gevouwen worden als aangegeven; te weten, in de breedte in drieën.
Deze twee papieren moeten in de bijgevoegde enveloppe.
De twee papieren mogen niet geniet, aan elkaar geplakt of bevestigd worden met een paperclip (trombone in het frans, geweldige taal!!).
De enveloppe mag alleen met de lik-plak-strip dichtgeplakt worden.
Franceren als brief met de postzegel binnen de zwarte lijntjes.
De enveloppe mag niet beschreven worden en niet gevouwen.
Je begrijpt het al: Ik word daar nu nog zenuwachtig van. Blij dat ik zoiets pas een kleine 3 jaar na de verhuizing onder ogen en te doen krijg.
Goed lezen, zeker bij zulke dingen, hééél goed lezen!!
De enveloppe ligt al wel klaar voor La Poste. Ik ben erg benieuwd hoe lang dit gaat duren, voor ik die felbegeerde verzekeringskaart in mijn portemonnee mag stoppen.
Salade vooraf, truffade en gegrild kalfsvlees, kaas sloegen we over, crème brulée en koffie, en dit keer in een auto naar huis die het gewoon deed in plaats van een lift krijgen van de kaasboer na 2 km lopen en een auto die de mannen gestart kregen, maar niet meer kon stoppen.
De enveloppe scheur ik gretig open, altijd spannend, al vermoed ik dat het de RSI is (Verplichte Ziektekosten Verzekering voor zelfstandige ondernemers; 'Autoentrepreneuse'). En ja hoor, met dik gedrukte letters HET formulier om een carte vitale te krijgen. Eind vorig jaar ben ik gestart met me inschrijven als zelfstandige, veel ergernis, lang wachten en vele kopiën van geboortebewijzen, paspoorten en andere officiële paperassen later, is er weer een vervolg op dit typisch lange franse traject.
De begeleidende brief is een uitleg hoe ik met het formulier moet omgaan;
Handtekening binnen de zwarte lijntjes met zwarte pen gezet.
Nieuwe kleuren pasfoto die precies binnen het zwarte kadertje past. (hoe ze weten hoe ik er NU uitzie, is mij een raadsel)
Die foto mag ik niet plakken met lijm, plakband of vastnieten! Nee, moet geplakt worden op de plakstrip al reeds aanwezig in het kaderlijntje.
Alle gegevens op het formulier moeten op juistheid worden gecontroleerd.
Kleuren uitdraai van mijn geldige paspoort op A4 papier (het aantal grammen van het printpapier staat me vrij), de afbeelding mag niet verschaald worden!
De print van mijn paspoort moet precies gevouwen worden als aangegeven; te weten, in de breedte in drieën.
Deze twee papieren moeten in de bijgevoegde enveloppe.
De twee papieren mogen niet geniet, aan elkaar geplakt of bevestigd worden met een paperclip (trombone in het frans, geweldige taal!!).
De enveloppe mag alleen met de lik-plak-strip dichtgeplakt worden.
Franceren als brief met de postzegel binnen de zwarte lijntjes.
De enveloppe mag niet beschreven worden en niet gevouwen.
Je begrijpt het al: Ik word daar nu nog zenuwachtig van. Blij dat ik zoiets pas een kleine 3 jaar na de verhuizing onder ogen en te doen krijg.
Goed lezen, zeker bij zulke dingen, hééél goed lezen!!
De enveloppe ligt al wel klaar voor La Poste. Ik ben erg benieuwd hoe lang dit gaat duren, voor ik die felbegeerde verzekeringskaart in mijn portemonnee mag stoppen.
maandag 24 oktober 2011
Halo
Gevaarlijke machines.... Je kent ze wel; circelzagen, slijptollen, versnipperaars misschien, maar toch zeker kettingzagen. Of deze nu ter hand worden genomen door de profs of de amateur, het blijven machines die lelijk kunnen verwonden met blijvend letsel of nog erger. Nu hebben we wel zo'n verzekeringsnummer, maar daar is alles mee gezegd. Het geeft niet minder risico.
Uiteraard kwam het zagen van hout ter sprake in de oktoberzon net na de boterham onder het genot van koffie op z'n hollands gezet. Er komt een kleine middenmaat Stihl te voorschijn, mooi zaagje, robuust met geintegreerde kettingvanger. Hoe we samen op kettingzagen reageren is grappig, we hebben respect voor deze dingen, kennen ze van haver toto gort en blijven in ons hart de gevijnsde amateur, omdat we zoveel ander 'speelgoed' hebben om ons leven te veraangenamen. Ik kom vaak mensen tegen die er niet professioneel mee om hebben leren gaan. Ze hebben allemaal hun vingers nog, maar ook het respect, wat het werken met een kettingzaag net zo gevaarlijk maakt voor hen als voor de door de wol geverfde prof die vele uren per week met de scherpe tandjes in de weer is.
Maar als je dan toch een huis in Frankrijk hebt gekocht met een flink stuk bos erbij voor je houtvoorziening, is een kleine hanteerbare middenmoot al snel te klein. Die grote dode boom waar je een halve winter mee kunt stoken, krijg je er natuurlijk niet mee om. Geinteresseerd drentel ik achter B de schuur in die mijn gretige ogen goed interpreteert; ik wil hun grote kettingzaag graag even bekijken die het niet schijnt te doen. Ze stuurden hem al terug naar de winkel of fabriek waar hij van terug kwam met de mededeling dat hij het prima doet.
Dan gaat er bij mij een belletje rinkelen, zo'n belletje dat ze net even te weinig kennis hebben om zo'n 'beest' te gebruiken. Zo'n belletje van 'kijk hem even na voordat er iets ooit goed fout gaat'.
De enorme zwarte kunststof koffer om de zaag heen gaat open en de oranje ombouw blinkt van de nieuwigheid. De kleur lijkt op die van de welbekende merken, alsof zo'n zaag knaloranje of rood moet zijn om gevaar aan te duiden. -Ze vallen hierdoor ten alle tijden goed op tussen het groen en bruin van blad en hout, dat is alles.- Het is geen merk-zaag, het is een Halo met een zaagblad van maar liefst 50 centimeter. Zo'n zaag waar je een nog dieper respect voor gaat krijgen als je hem in je handen houdt en waar je een beetje bang voor wordt als je hem al draaiend en stinkend naar de brandstof in het hout zet. De ketting hangt er los op, de kap zit niet goed dicht gedraait en hij mag mee naar buiten op het gazonnetje tussen twee gebouwen in. Ik wil hem perse even nakijken en zowiezo goed in elkaar draaien om te testen of ik er leven in krijg. Mooie zaag, mooie machine, maar net even te 'nep' om er vertrouwen in te hebben. Die volle 100% bedoel ik dan, die 100 die ik wel heb bij het gebruiken van zo'n peperdure merkzaag waar je zuinig op bent. Ik ontdek een schuin kettingspan-pennetje dat niet recht erin kan door het ijzeren plaatje dat deze pen begeleidt. Dat is niet op te lossen, het plaatje lijkt een productiefoutje te hebben, wat de zaag niet onbruikbaar maakt, maar wel een extra risico geeft om van het blad af te schieten. Maar ik zet de zaag toch weer in elkaar en wil hem even aantrekken. De start-knop en choke leveren al verwarring op door de subtiele aanduiding van de knopjes. Dus moet het gevaarte even wachten.
Na nog een bak koffie -dat kunnen Nederlanders toch beter hoor- doe ik een tweëede poging, het gaat wat zwaar, maar de motor wil best graag even draaien, warm draaien en happen in hout om te laten zien dat de spotgoedkope versie hetzelfde kan als de dure.
Heel bewust in m'n nieuwe broek en Esprit-truitje, zonder oorkappen, helm, vizier, zaagbroek en de rest, zaag ik een dikke oude vertakking door van vermoedelijk een prunus. Ik let nergens op, voel geen 3 paar ogen gericht op mijn verrichtingen daar bijna op de knieën in het gras. Ik let alleen maar op het kletsen van die zaag die lijkt te jubelen dat hij serieus genomen wordt en zich zeer gretig in het hout vast hapt en mooie krullen maakt. De Halo werkt prima, zo goed zelfs, dat ik begin te twijfelen aan mijn vooroordeel over goedkope vrij te verkrijgen kettingzagen van dit kaliber. Toch vind ik het eng, zomaar even op een zondagmiddag 'ff tussendoor' in gewone kleer. Ik zou het liefst de verkoop aan particulieren verbieden, ik zou het liefst cursussen gaan geven aan diezelfde particulieren omdat ik niets te verbieden heb.
De stronk ligt in tweëen, de motor gaat af en ik drink m'n koffie op. Goede zaag, dat wel! Alleen wat extra aandachtspunten.
Maar een Halo, van groot tot klein kaliber, komt er bij ons niet in!
Uiteraard kwam het zagen van hout ter sprake in de oktoberzon net na de boterham onder het genot van koffie op z'n hollands gezet. Er komt een kleine middenmaat Stihl te voorschijn, mooi zaagje, robuust met geintegreerde kettingvanger. Hoe we samen op kettingzagen reageren is grappig, we hebben respect voor deze dingen, kennen ze van haver toto gort en blijven in ons hart de gevijnsde amateur, omdat we zoveel ander 'speelgoed' hebben om ons leven te veraangenamen. Ik kom vaak mensen tegen die er niet professioneel mee om hebben leren gaan. Ze hebben allemaal hun vingers nog, maar ook het respect, wat het werken met een kettingzaag net zo gevaarlijk maakt voor hen als voor de door de wol geverfde prof die vele uren per week met de scherpe tandjes in de weer is.
Maar als je dan toch een huis in Frankrijk hebt gekocht met een flink stuk bos erbij voor je houtvoorziening, is een kleine hanteerbare middenmoot al snel te klein. Die grote dode boom waar je een halve winter mee kunt stoken, krijg je er natuurlijk niet mee om. Geinteresseerd drentel ik achter B de schuur in die mijn gretige ogen goed interpreteert; ik wil hun grote kettingzaag graag even bekijken die het niet schijnt te doen. Ze stuurden hem al terug naar de winkel of fabriek waar hij van terug kwam met de mededeling dat hij het prima doet.
Dan gaat er bij mij een belletje rinkelen, zo'n belletje dat ze net even te weinig kennis hebben om zo'n 'beest' te gebruiken. Zo'n belletje van 'kijk hem even na voordat er iets ooit goed fout gaat'.
De enorme zwarte kunststof koffer om de zaag heen gaat open en de oranje ombouw blinkt van de nieuwigheid. De kleur lijkt op die van de welbekende merken, alsof zo'n zaag knaloranje of rood moet zijn om gevaar aan te duiden. -Ze vallen hierdoor ten alle tijden goed op tussen het groen en bruin van blad en hout, dat is alles.- Het is geen merk-zaag, het is een Halo met een zaagblad van maar liefst 50 centimeter. Zo'n zaag waar je een nog dieper respect voor gaat krijgen als je hem in je handen houdt en waar je een beetje bang voor wordt als je hem al draaiend en stinkend naar de brandstof in het hout zet. De ketting hangt er los op, de kap zit niet goed dicht gedraait en hij mag mee naar buiten op het gazonnetje tussen twee gebouwen in. Ik wil hem perse even nakijken en zowiezo goed in elkaar draaien om te testen of ik er leven in krijg. Mooie zaag, mooie machine, maar net even te 'nep' om er vertrouwen in te hebben. Die volle 100% bedoel ik dan, die 100 die ik wel heb bij het gebruiken van zo'n peperdure merkzaag waar je zuinig op bent. Ik ontdek een schuin kettingspan-pennetje dat niet recht erin kan door het ijzeren plaatje dat deze pen begeleidt. Dat is niet op te lossen, het plaatje lijkt een productiefoutje te hebben, wat de zaag niet onbruikbaar maakt, maar wel een extra risico geeft om van het blad af te schieten. Maar ik zet de zaag toch weer in elkaar en wil hem even aantrekken. De start-knop en choke leveren al verwarring op door de subtiele aanduiding van de knopjes. Dus moet het gevaarte even wachten.
Na nog een bak koffie -dat kunnen Nederlanders toch beter hoor- doe ik een tweëede poging, het gaat wat zwaar, maar de motor wil best graag even draaien, warm draaien en happen in hout om te laten zien dat de spotgoedkope versie hetzelfde kan als de dure.
Heel bewust in m'n nieuwe broek en Esprit-truitje, zonder oorkappen, helm, vizier, zaagbroek en de rest, zaag ik een dikke oude vertakking door van vermoedelijk een prunus. Ik let nergens op, voel geen 3 paar ogen gericht op mijn verrichtingen daar bijna op de knieën in het gras. Ik let alleen maar op het kletsen van die zaag die lijkt te jubelen dat hij serieus genomen wordt en zich zeer gretig in het hout vast hapt en mooie krullen maakt. De Halo werkt prima, zo goed zelfs, dat ik begin te twijfelen aan mijn vooroordeel over goedkope vrij te verkrijgen kettingzagen van dit kaliber. Toch vind ik het eng, zomaar even op een zondagmiddag 'ff tussendoor' in gewone kleer. Ik zou het liefst de verkoop aan particulieren verbieden, ik zou het liefst cursussen gaan geven aan diezelfde particulieren omdat ik niets te verbieden heb.
De stronk ligt in tweëen, de motor gaat af en ik drink m'n koffie op. Goede zaag, dat wel! Alleen wat extra aandachtspunten.
Maar een Halo, van groot tot klein kaliber, komt er bij ons niet in!
zondag 23 oktober 2011
Drie op een rij
Vandaag weer een dag weg. Nog een dag 'pauze', geen zere dakknieën of ander gedoe met dweilen en zich herhalend werk. Weer een gemist middagdutje, maar das niet erg. Want...
Onderweg naar onze afspraak -heel soms hebben we die dus echt- stuiten we door mijn instelling van de niet-up-to-date tomtom op een ruine, een juweeltje van een ruine met de voor deze streek kenmerkende rode stenen. Een oude watermolen voor meel, met veel bijgebouwtjes, de gebruikelijke broodoven met dakloos voorportaal, bomen in de gebouwen en diverse schouwen, gedroogde uien nog in bossen aan de wand en een gevulde hooizolder. Een plaatje, met jeukende handen en dromerijen in ons hoofd struinen we er rond terwijl ik probeer wat beelden vast te leggen. (Volgens mij is mijn camera stuk, want de belichting reageert vreemd en doet het tegenover gestelde als wat ik instel. Maar ik improviseer.)
Na 5 minuutjes struinen komt er een binnensmonds mompelende man aanlopen met de net zo gebruikelijke bierbuik. Misschien een wijnbuik, maar dat staat er nou net niet op. Natuurlijk voelen we ons beide enigszins betrapt bij het betreden van andermans eigendom. Maar een blonde meid met camera die je lachend komt begroeten tussen de stoffige en begroeide puinhopen door, doet het altijd goed als eerste kennismaking. Het ijs is zo gebroken en het met mos begroeide juweel blijkt van de kinderen van zijn overleden tante te zijn. Uitvoerig vertelt de ook een sjekkie rollende en rokende man, binnensmonds uiteraard, over zijn leven, de ruine en wat over de geschiedenis. Ik blijf foto's maken, zou ik toch wel zijn blijven doen, maar het zal de toezicht houdende man wel overtuigen van onze artistieke interesse, we zijn tenslotte geen rovers, vandalen of potentiële naieve kopers. Dat we verlaat op onze afspraak komen is per definitie niet zo erg, ook al kennen we de mensen niet.
B&S hebben begin dit jaar in de Aveyron een oude grote boerderij gekocht met net iets meer terrein als wij, om dit -hoe standaard het ook moge klinken- om te bouwen tot gites. Ze vonden deze blog al eerder en stuurden een berichtje. Altijd leuk!
We zoeken niet bewust landgenoten op die op redelijke afstand hier een huis hebben. We zijn ook niet op zoek naar meer vrienden of kennissen die onze cultuur kennen, maar toch komt dit op ons pad door de weblog waarin ik open en eerlijk deel wat we willen delen. Dit geeft herkenning, informatie over het leven in dit gedeelte van Frankrijk, wat er mis kan gaan, inspiratie wellicht en 9 van de 10 keer een ontzettend leuk contact met de neuzen dezelfde kant op, gite of niet.
Generatiegenoten, geen kinderen, een paar foto's, het zelfde departement en nog relatief vers in hun nieuwe toekomst, deed ons besluiten hun kant op te rijden op een dag dat de herfstzon nog heerlijk is, de tocht door de bossen en weilanden een lust voor onze ogen en de zondag met recht een zonnige rustdag mag zijn. (Ik zou toch alleen maar gaan lopen stressen voor de komst van Harry, afleiding waarbij ik niets kan doen is dan het aller beste dat ik mezelf gunnen kan en voor Lief broodnodig.)
Dat 'te laat zijn' valt in prima aarde, ook werkers, altijd bezig, plannen te over die dagelijks wijzigen. Liefde voor groen en bomen, reël idee van een leven in Frankrijk, 4 voeten op de grond zonder dromerijen. Ah nee, niet waar, tuurlijk die dromen en die plannen die je weglacht als je ze net hebt uitgesproken. Van alle markten thuis en netwerken voor helpende handen. Met een superstrak schema gaan ze volgend jaar open. Positief en erg knap.
We zijn flink onder de indruk van hun spulletje, maar groot! Een werk! En de 'gebruikelijke' tegenvallers met eigendom in Nederland, fransen die je oplichten, niet willen verkopen, je niet willen begrijpen. De boterham met kaas en melk tussen de middag -geweldig zo een keer!- , een secadou en broodoven, erg leuke details, zo frans, maken een hoop goed. En zo leuk om eens een hele middag nederlands te praten. Helpen en een steuntje in de rug zijn, dat kunnen we uitwisselen. En we blijven plakken tot we ons echt verplicht voelen naar huis te gaan in verband met schoonpapa die er voor het donker wel zal zijn. Nu vindt die man zijn weg wel, maar toch; het huis is al snel donker na zijn aankomst, er brandt geen vuur in de schouw en dan ook nog geen leven, alleen 4 geschrokken katten en een tegenover gestelde hond, die Miska en haar verwennende baas nog kent van vorige bezoeken.
De kortste route naar huis duurt maar een klein uur, de heenweg een stuk langer, ons kent ons. Alles is donker op een zo frans ongezellig lichtje in huis na, wat je vanaf het bospad niet eens kan zien. Het hek is dicht, de steen ervoor ligt er nog. is die man er nog niet? Jawel, auto'tje met nederlands kenteken staat achter de rode laro, de deur is open nadat ik Castel heb geprobeerd niet op de poten te staan en in de keuken staat een krat koekjes, koffie, luxe fruit en een zak M&M's. Hah, goede zet om dat mee te nemen. Hij ligt al lekker te slapen na 10 uurtjes sturen en gelijkt heeft hij. Maar toch komt hij voor een kop soep en een rookworstje nog zijn bed uit, om bij te praten bij een goed vuur. Wij luisteren, ik besef me nog niet dat ik moe ben, gezond moe.
Drie mooie dingen op 1 dag. -Ruine, andere een beetje 'eigen' mensen en een oudere man die veilig aankomt en zijn weg kan vinden. Drie op een rij.
Onderweg naar onze afspraak -heel soms hebben we die dus echt- stuiten we door mijn instelling van de niet-up-to-date tomtom op een ruine, een juweeltje van een ruine met de voor deze streek kenmerkende rode stenen. Een oude watermolen voor meel, met veel bijgebouwtjes, de gebruikelijke broodoven met dakloos voorportaal, bomen in de gebouwen en diverse schouwen, gedroogde uien nog in bossen aan de wand en een gevulde hooizolder. Een plaatje, met jeukende handen en dromerijen in ons hoofd struinen we er rond terwijl ik probeer wat beelden vast te leggen. (Volgens mij is mijn camera stuk, want de belichting reageert vreemd en doet het tegenover gestelde als wat ik instel. Maar ik improviseer.)
Na 5 minuutjes struinen komt er een binnensmonds mompelende man aanlopen met de net zo gebruikelijke bierbuik. Misschien een wijnbuik, maar dat staat er nou net niet op. Natuurlijk voelen we ons beide enigszins betrapt bij het betreden van andermans eigendom. Maar een blonde meid met camera die je lachend komt begroeten tussen de stoffige en begroeide puinhopen door, doet het altijd goed als eerste kennismaking. Het ijs is zo gebroken en het met mos begroeide juweel blijkt van de kinderen van zijn overleden tante te zijn. Uitvoerig vertelt de ook een sjekkie rollende en rokende man, binnensmonds uiteraard, over zijn leven, de ruine en wat over de geschiedenis. Ik blijf foto's maken, zou ik toch wel zijn blijven doen, maar het zal de toezicht houdende man wel overtuigen van onze artistieke interesse, we zijn tenslotte geen rovers, vandalen of potentiële naieve kopers. Dat we verlaat op onze afspraak komen is per definitie niet zo erg, ook al kennen we de mensen niet.
B&S hebben begin dit jaar in de Aveyron een oude grote boerderij gekocht met net iets meer terrein als wij, om dit -hoe standaard het ook moge klinken- om te bouwen tot gites. Ze vonden deze blog al eerder en stuurden een berichtje. Altijd leuk!
We zoeken niet bewust landgenoten op die op redelijke afstand hier een huis hebben. We zijn ook niet op zoek naar meer vrienden of kennissen die onze cultuur kennen, maar toch komt dit op ons pad door de weblog waarin ik open en eerlijk deel wat we willen delen. Dit geeft herkenning, informatie over het leven in dit gedeelte van Frankrijk, wat er mis kan gaan, inspiratie wellicht en 9 van de 10 keer een ontzettend leuk contact met de neuzen dezelfde kant op, gite of niet.
Generatiegenoten, geen kinderen, een paar foto's, het zelfde departement en nog relatief vers in hun nieuwe toekomst, deed ons besluiten hun kant op te rijden op een dag dat de herfstzon nog heerlijk is, de tocht door de bossen en weilanden een lust voor onze ogen en de zondag met recht een zonnige rustdag mag zijn. (Ik zou toch alleen maar gaan lopen stressen voor de komst van Harry, afleiding waarbij ik niets kan doen is dan het aller beste dat ik mezelf gunnen kan en voor Lief broodnodig.)
Dat 'te laat zijn' valt in prima aarde, ook werkers, altijd bezig, plannen te over die dagelijks wijzigen. Liefde voor groen en bomen, reël idee van een leven in Frankrijk, 4 voeten op de grond zonder dromerijen. Ah nee, niet waar, tuurlijk die dromen en die plannen die je weglacht als je ze net hebt uitgesproken. Van alle markten thuis en netwerken voor helpende handen. Met een superstrak schema gaan ze volgend jaar open. Positief en erg knap.
We zijn flink onder de indruk van hun spulletje, maar groot! Een werk! En de 'gebruikelijke' tegenvallers met eigendom in Nederland, fransen die je oplichten, niet willen verkopen, je niet willen begrijpen. De boterham met kaas en melk tussen de middag -geweldig zo een keer!- , een secadou en broodoven, erg leuke details, zo frans, maken een hoop goed. En zo leuk om eens een hele middag nederlands te praten. Helpen en een steuntje in de rug zijn, dat kunnen we uitwisselen. En we blijven plakken tot we ons echt verplicht voelen naar huis te gaan in verband met schoonpapa die er voor het donker wel zal zijn. Nu vindt die man zijn weg wel, maar toch; het huis is al snel donker na zijn aankomst, er brandt geen vuur in de schouw en dan ook nog geen leven, alleen 4 geschrokken katten en een tegenover gestelde hond, die Miska en haar verwennende baas nog kent van vorige bezoeken.
De kortste route naar huis duurt maar een klein uur, de heenweg een stuk langer, ons kent ons. Alles is donker op een zo frans ongezellig lichtje in huis na, wat je vanaf het bospad niet eens kan zien. Het hek is dicht, de steen ervoor ligt er nog. is die man er nog niet? Jawel, auto'tje met nederlands kenteken staat achter de rode laro, de deur is open nadat ik Castel heb geprobeerd niet op de poten te staan en in de keuken staat een krat koekjes, koffie, luxe fruit en een zak M&M's. Hah, goede zet om dat mee te nemen. Hij ligt al lekker te slapen na 10 uurtjes sturen en gelijkt heeft hij. Maar toch komt hij voor een kop soep en een rookworstje nog zijn bed uit, om bij te praten bij een goed vuur. Wij luisteren, ik besef me nog niet dat ik moe ben, gezond moe.
Drie mooie dingen op 1 dag. -Ruine, andere een beetje 'eigen' mensen en een oudere man die veilig aankomt en zijn weg kan vinden. Drie op een rij.
zaterdag 22 oktober 2011
Dagje stad, pffffff
Tijd voor een kort dagje stad.
Marc zoekt een oude trek-schakelaar. Zo'n plaatje met een touwtje eraan -het liefst verkleurd door de tijd- met onderaan een kegelvormig plasticje waar je aan moet trekken om het licht aan te doen. Dit voor de verlichting in het trapgat, zodat we op alle verdiepingen de lampjes aan kunnen doen. Zo'n trek-schakelaartje is heel moeilijk te vinden in het tijdperk van de op afstand bedienbare verlichting, verwarming, airco en muzieksystemen-in-één, dus start zijn zoektocht bij Emaus waar ik me tussen de andere graaiende oude dames-met-kleine-kinderen en hun moeders wurm om wat fijne kleding te vinden dat wat vlekken kan verdragen en anders comfortabel warm is voor zaag-dagen. Het zit me tot hier -das best hoog- dat hempjes en t-shirts altijd te kort zijn en na twee keer bukken op nier-hoogte blijven steken om je na de zaagdag drie dagen met rugpijn te laten zitten en onderwijl het zagen in de ban te moeten doen.
Dit graaien met het continuë gewurm, geduw en getrek aan kledingrekken en gepluk aan mouwen in een stapel truien levert me weer twee dikke lamswollen truien op (Gant & Benneton), 2 fijne lange broeken, ondergoed, een sporttop van Reebok, 2 shirts met lange mouwen, een vest en dat lange lange hemd tot onderaan de billen voor de zaagdagen, joepie, voor een tientje, en zonder trekschakelaar verlaten we het terrein.
Een vies terrein naast twee flats met gezamelijke wasrekken op het open veldje ertussen, een terrein met oude open vrachtwagens, half geruineerde bedrijfspanden, waar geen mens netjes gekleed over straat gaat en je nog eens iets van afrikaans kunt horen. Zwerfvuil overal, verroeste scheve draadhekken, betonijzer, een autowrak met onze landrover daar tussen geparkeerd.
De stad zelf is niet veel anders met de betonblok achtige hoge gebouwen die ondanks hun lichte stucwerk er toch grauw en vies bijstaan en de straten nog nauwer maken. Weer het zwerfvuil, de stoplichten vergezeld door talloze wegwijzers en verkeersborden op de meest onoverzichtelijke plekken, de dikke grote glanzende luxe wagens en afgetrapte gedeukte koekblikken met sjofele stadstypes erin die niet weten wat zebrapaden zijn, de café's die allemaal 'Salon du Thé' heten of Hotel-Restaurant met verlaten terrassen, want er komt de komende uren geen herfstzonnetje. Het zwerfvuil dat door de straten wordt gepusht door de wind, opwaait om weer ergens aan te blijven haken en daar dan overwintert. De reclame-borden op straat die samen met de paaltjes om de voetganger te beschermen juist de voetgangers hinderen en de vervallen pandjes met nog oudere etalages als die van Emaus zelf.
Ik zoek er het koffie- en theewinkeltje van een man die interesse zou kunnen hebben in
mijn bamboe potjes en lepeltjes, maar de zoektocht levert de eerste drie rondjes rond het stadspark niks op. Dat stadspark is ook al bedroevend weinig. Ik tel misschien 7 monumentale bomen, even zoveel bankjes en perkjes met de meest saaie groenblijvers en struiken en een vieze vijver die in ronde vormen door het parkje kronkelt en te veel eenden het water troebel en bruin maken. Dikke luie stadsduiven zorgen ervoor dat je de bankjes liever laat voor wat ze zijn en de bordjes om respect te hebben voor het stadse groen halen weinig uit, want ook hier ligt toch dat eeuwige zwerfvuil waar ik voor stop en uit de auto stap om het op te rapen als ik op de piste naar huis rijd.
Nadine bleef vaag over het winkeltje; het is van een man op de hoek van een plein. Leuk als de stad talloze pleinen kent. Na een kop warme chocolade midden op het grootste plein op de hoek van het stadsparkje, waar we bijkletsen over de eerste avond van de conferentie in SpotON waar we 'Skype-Live' ons zegje mochten doen, zoeken we een broodjeszaak -nee, eens géén MacDrek als we er langskomen eens in het jaar- om dan via een rondje oude binnenstad maar terug te lopen naar de auto. De broodjeszaak is dicht, maar er zit wel een koffie- en theewinkeltje. Met enig lood in mijn vreemdelingenschoenen (Ik heb weer zo'n dag dat ik niet uit mijn franse woorden kom.) stap ik binnen en zie een dame van in de vijftig me onderzoekend aanhoren. Ze begrijpt niets, maar dan ook niets van mijn verhaal, er is geen Patron van de zaak, dat is zij, en ze kijkt met lege ogen in de plastic tas met bamboe potjes die ik uitnodigend open houd om haar geheugen op te frissen. "Is er misschien nog zo'n winkeltje?" "Ja hoor, deze straat helemaal uit en bij een heel klein pleintje met twee lage boompjes." Hèhè, eindelijk duidelijkheid.
Serge woont boven zijn kunstige winkeltje op een inderdaad piepklein pleintje en staat te koken als wij na twaalven toch nog een open deur aantreffen. Eén spierwitte wand is een expositie-muur voor creatievelingen in de toegepaste kunst, de rest is toonbank, wand met koffie en thee mooi verpakt en ik zie twee bamboe lepeltjes liggen.
Het is een zachtmoedige man met een baardje, het zou de minder stugge broer van de dame van het andere winkeltje kunnen zijn. Het duurt 10 minuten gehakkel en het twee keer open houden van m'n plastic tas voor hem een lichtje gaat branden. Hij stond te koken in een zijkeukentje en de geblokte handdoek hangt nog op zijn schouder terwijl hij ons te woord staat. Dus houden we hem niet langer op, krijg ik zijn visite-kaartje en de duidelijkheid dat hij best bamboe lepeltjes wil verkopen en de muur in januari weer vrijheeft voor toegepaste (bamboe) kunst.
Toch blij dat Lief bij me was en ik de stap gewaagd heb staan we dus zo weer buiten. Langs 4 chocolateriën, 6 slagers, 4 bakkers en ontelbaar veel boetiekjes (van pantoffels, paraplu's tot wapens) lopen we terug naar de auto voor het bijna laatste onderdeel van 'dagje stad'; extra boodschapjes doen en goedkoop -na jaa, goedkoop: 1.379 per liter diesel- tanken.
*******Dit omdat we donderdagavond laat een mail kregen dat schoonvader Harry zondagavond op de stoep staat met Miska, de hond die denkt dat ze een kat is. Nu kan Harry nogal van eten genieten en wenst een biertje voor het slapen gaan. Gisteren ben ik een dag bezig de bar-kamer te ontdoen van spinnenwebben die onzichtbaar op iedere centimeter van de grove granieten muren aanwezig zijn. Zijn klacht over bedwantsen hebben we lacherig terzijde geschoven, over m'n lijk dat wij bedwantsen hebben, onmogelijk! Huisvlooien wel, maar die zijn al weer in-actief door de plotselinge vrieskou! Maar toch, zijn commentaar tijdens zijn laatste bezoek (nee, dat viel eens minder goed dan hij gewend was, en ons ook) kan ik niet loslaten. Dus sloof ik me toch uit om die man een prettiger verblijf te bieden en daar hoort die kamer goed schoonmaken nu eenmaal bij. De helft van de ruimte staat vol met dozen, een kast, een tafel vol boeken, nog meer dozen en een bar met barkrukken, dus daar kan ik aan voorbij. Een lampje wordt vervangen, een luchtverfrisser moet de lucht verfrissen, want het muizengif doet het dermate goed dat de stank van dode rottende lijkjes Marc's nachtrust al een goede week verstoord, dus ook die van gasten. Maar goed, de herrie van de relmuizen -of zevenslapers- is nog veel erger, wat moet je anders?
En al die moeite neem ik toch, ondanks dat ik liever had gehad dat hij een maandje had gewacht met zijn bezoek. Het is de enige persoon die 'ff op de koffie' komt. De enige uit onzer beide familie's die een handje komt helpen en de enige die in Nederland wat kan en wil betekenen voor ons al bijna 4 jaar te koop staande huis.
Een gegeven paard dat flink uit de bek kan stinken, letterlijk & figuurlijk en hoe juist de negatieve kanten ook aantrekken om me aan te storen, bewust kijk ik dit paard dus niet in de bek.
Nerveus word ik wel van zulke periodes. SpotON waar we beiden enthousiast over zijn in verband met onze toekomstige financiële positie, een gast & hond in huis die we op sleeptouw moeten nemen, iedere dag het ruimen van kattenpies, -poep, kots en de altijd aanwezige met bloed bespikkelde vloer onder de eettafel, de eindeloze vete tussen Aai en Joppie als ze elkaar te lijf gaan. Dit klinkt alsof Aai zich af laat slachten en ik schrik me elke keer te pletter bij het gekrijs. Ze MOET eruit, anders bega ik een ongeluk. De katten uit elkaar halen durende een gevecht is ronduit link. Het is een grote rood-wit-zwarte kluwe met 40 vlijmscherpe nagels en een schop richting luik of buiten is altijd te laat, want die twee zijn erg slim èn snel. En het klinkt grof, maar Aai gaat doodleuk naar het asiel als er niemand reageert op mijn oproepje op diverse plaatsen middels een leuk A4'tje met foto's en tekst met uitleg. Ik vind het alles behalve wenselijk, maar een ongelukkige lieve mooie poes vind ik veel erger dan het afscheid moeten nemen en alle moeite die ik doe haar een beter huis te bezorgen.********
Stadten is me een gruwel geworden. Bewust probeer ik alleen te letten op de prachtige kleuren van de bomen die in het asfalt van de stoepen gegoten lijken te zijn. Van de kleurenpracht van de lucht en het blad op de straten, van de vriendelijke en duidelijke Serge, van Lief die spreekwoordelijk mijn hand vasthoudt tijdens het uitsteken van mijn nek om mezelf creatief te stimuleren en wat te doen met de rijkdom van ons land --->bamboe, tijd & ruimte. Niets van de prachtige waar in al die leuke boetiekjes kan ik kopen, maar tijdens de tocht naar huis ben ik toch blij (ik heb het even te druk!) dat Marc een zijweg inslaat en we uiteraard terecht komen op bijzondere bospaden, nauwelijks berijdbaar, door een beek rijden, een rondje over een verlaten weiland op zoek naar een ander pad het dal uit, waar de zwijnen wroeten, de spechten wonen en er niemand is, geen straten, geen beton, geen vies stucwerk, geen verlopen types of hippe Ipod-gasten, geen koopwaar en schreeuwerige reclames, geen super bling-bling auto's rijden, geen storende imput. Alleen een zwoegende 4x4, stenen, eiken en beuken, vogels, een mooi rode eekhoorn, Lief en ik.
Twee mensen die vervreemden van de moderne wereld. Twee mensen die een eilandje verkiezen boven het grote snelle vasteland. Twee mensen die niet meer buiten de stilte kunnen, de natuur, de wind, de zon en de kou. Twee mensen die bewust zich onttrekken aan dat wat anderen juist aantrekt.
Opeens denk ik aan de Arc van Noach. Twee, in plaats van drie. Twee, het contrast dat aanvult en één maakt.
Thuis heb ik een enorme lijst met doe dingen.
Marc wil een avondje uit thuis, voor Harry en Miska ons leven komen verlevendigen. Gelijk heeft hij. Maar ik ben een vrouw. En een vrouw met een lijstje tussen de oren heeft geen tijd om uit te gaan. Ze wil wel hoor! Maar hoe?
On top gaan Aai en Joppie nog even samen door het lint, ruim ik weer kattenpies onder mijn bureau waar ik met sokken in ga staan, zitten, terwijl Lief even naar bed gaat, want een dag stad hakt er in. De blogpost gaat even in het archief, eerst dweilen en Lief opzoeken om me te uiten. Pffffff, ik heb het druk, tussen de oren. Ik ben het even moe, tussen de oren.
Ik wil er even uit, onze M&M escape!
De kachel brandt, de schouw brandt. Tijd om te douchen en alle stekkers eruit te trekken. Nee, we zijn er even niet!
Marc zoekt een oude trek-schakelaar. Zo'n plaatje met een touwtje eraan -het liefst verkleurd door de tijd- met onderaan een kegelvormig plasticje waar je aan moet trekken om het licht aan te doen. Dit voor de verlichting in het trapgat, zodat we op alle verdiepingen de lampjes aan kunnen doen. Zo'n trek-schakelaartje is heel moeilijk te vinden in het tijdperk van de op afstand bedienbare verlichting, verwarming, airco en muzieksystemen-in-één, dus start zijn zoektocht bij Emaus waar ik me tussen de andere graaiende oude dames-met-kleine-kinderen en hun moeders wurm om wat fijne kleding te vinden dat wat vlekken kan verdragen en anders comfortabel warm is voor zaag-dagen. Het zit me tot hier -das best hoog- dat hempjes en t-shirts altijd te kort zijn en na twee keer bukken op nier-hoogte blijven steken om je na de zaagdag drie dagen met rugpijn te laten zitten en onderwijl het zagen in de ban te moeten doen.
Dit graaien met het continuë gewurm, geduw en getrek aan kledingrekken en gepluk aan mouwen in een stapel truien levert me weer twee dikke lamswollen truien op (Gant & Benneton), 2 fijne lange broeken, ondergoed, een sporttop van Reebok, 2 shirts met lange mouwen, een vest en dat lange lange hemd tot onderaan de billen voor de zaagdagen, joepie, voor een tientje, en zonder trekschakelaar verlaten we het terrein.
Een vies terrein naast twee flats met gezamelijke wasrekken op het open veldje ertussen, een terrein met oude open vrachtwagens, half geruineerde bedrijfspanden, waar geen mens netjes gekleed over straat gaat en je nog eens iets van afrikaans kunt horen. Zwerfvuil overal, verroeste scheve draadhekken, betonijzer, een autowrak met onze landrover daar tussen geparkeerd.
De stad zelf is niet veel anders met de betonblok achtige hoge gebouwen die ondanks hun lichte stucwerk er toch grauw en vies bijstaan en de straten nog nauwer maken. Weer het zwerfvuil, de stoplichten vergezeld door talloze wegwijzers en verkeersborden op de meest onoverzichtelijke plekken, de dikke grote glanzende luxe wagens en afgetrapte gedeukte koekblikken met sjofele stadstypes erin die niet weten wat zebrapaden zijn, de café's die allemaal 'Salon du Thé' heten of Hotel-Restaurant met verlaten terrassen, want er komt de komende uren geen herfstzonnetje. Het zwerfvuil dat door de straten wordt gepusht door de wind, opwaait om weer ergens aan te blijven haken en daar dan overwintert. De reclame-borden op straat die samen met de paaltjes om de voetganger te beschermen juist de voetgangers hinderen en de vervallen pandjes met nog oudere etalages als die van Emaus zelf.
Ik zoek er het koffie- en theewinkeltje van een man die interesse zou kunnen hebben in
mijn bamboe potjes en lepeltjes, maar de zoektocht levert de eerste drie rondjes rond het stadspark niks op. Dat stadspark is ook al bedroevend weinig. Ik tel misschien 7 monumentale bomen, even zoveel bankjes en perkjes met de meest saaie groenblijvers en struiken en een vieze vijver die in ronde vormen door het parkje kronkelt en te veel eenden het water troebel en bruin maken. Dikke luie stadsduiven zorgen ervoor dat je de bankjes liever laat voor wat ze zijn en de bordjes om respect te hebben voor het stadse groen halen weinig uit, want ook hier ligt toch dat eeuwige zwerfvuil waar ik voor stop en uit de auto stap om het op te rapen als ik op de piste naar huis rijd.
Nadine bleef vaag over het winkeltje; het is van een man op de hoek van een plein. Leuk als de stad talloze pleinen kent. Na een kop warme chocolade midden op het grootste plein op de hoek van het stadsparkje, waar we bijkletsen over de eerste avond van de conferentie in SpotON waar we 'Skype-Live' ons zegje mochten doen, zoeken we een broodjeszaak -nee, eens géén MacDrek als we er langskomen eens in het jaar- om dan via een rondje oude binnenstad maar terug te lopen naar de auto. De broodjeszaak is dicht, maar er zit wel een koffie- en theewinkeltje. Met enig lood in mijn vreemdelingenschoenen (Ik heb weer zo'n dag dat ik niet uit mijn franse woorden kom.) stap ik binnen en zie een dame van in de vijftig me onderzoekend aanhoren. Ze begrijpt niets, maar dan ook niets van mijn verhaal, er is geen Patron van de zaak, dat is zij, en ze kijkt met lege ogen in de plastic tas met bamboe potjes die ik uitnodigend open houd om haar geheugen op te frissen. "Is er misschien nog zo'n winkeltje?" "Ja hoor, deze straat helemaal uit en bij een heel klein pleintje met twee lage boompjes." Hèhè, eindelijk duidelijkheid.
Serge woont boven zijn kunstige winkeltje op een inderdaad piepklein pleintje en staat te koken als wij na twaalven toch nog een open deur aantreffen. Eén spierwitte wand is een expositie-muur voor creatievelingen in de toegepaste kunst, de rest is toonbank, wand met koffie en thee mooi verpakt en ik zie twee bamboe lepeltjes liggen.
Het is een zachtmoedige man met een baardje, het zou de minder stugge broer van de dame van het andere winkeltje kunnen zijn. Het duurt 10 minuten gehakkel en het twee keer open houden van m'n plastic tas voor hem een lichtje gaat branden. Hij stond te koken in een zijkeukentje en de geblokte handdoek hangt nog op zijn schouder terwijl hij ons te woord staat. Dus houden we hem niet langer op, krijg ik zijn visite-kaartje en de duidelijkheid dat hij best bamboe lepeltjes wil verkopen en de muur in januari weer vrijheeft voor toegepaste (bamboe) kunst.
Toch blij dat Lief bij me was en ik de stap gewaagd heb staan we dus zo weer buiten. Langs 4 chocolateriën, 6 slagers, 4 bakkers en ontelbaar veel boetiekjes (van pantoffels, paraplu's tot wapens) lopen we terug naar de auto voor het bijna laatste onderdeel van 'dagje stad'; extra boodschapjes doen en goedkoop -na jaa, goedkoop: 1.379 per liter diesel- tanken.
*******Dit omdat we donderdagavond laat een mail kregen dat schoonvader Harry zondagavond op de stoep staat met Miska, de hond die denkt dat ze een kat is. Nu kan Harry nogal van eten genieten en wenst een biertje voor het slapen gaan. Gisteren ben ik een dag bezig de bar-kamer te ontdoen van spinnenwebben die onzichtbaar op iedere centimeter van de grove granieten muren aanwezig zijn. Zijn klacht over bedwantsen hebben we lacherig terzijde geschoven, over m'n lijk dat wij bedwantsen hebben, onmogelijk! Huisvlooien wel, maar die zijn al weer in-actief door de plotselinge vrieskou! Maar toch, zijn commentaar tijdens zijn laatste bezoek (nee, dat viel eens minder goed dan hij gewend was, en ons ook) kan ik niet loslaten. Dus sloof ik me toch uit om die man een prettiger verblijf te bieden en daar hoort die kamer goed schoonmaken nu eenmaal bij. De helft van de ruimte staat vol met dozen, een kast, een tafel vol boeken, nog meer dozen en een bar met barkrukken, dus daar kan ik aan voorbij. Een lampje wordt vervangen, een luchtverfrisser moet de lucht verfrissen, want het muizengif doet het dermate goed dat de stank van dode rottende lijkjes Marc's nachtrust al een goede week verstoord, dus ook die van gasten. Maar goed, de herrie van de relmuizen -of zevenslapers- is nog veel erger, wat moet je anders?
En al die moeite neem ik toch, ondanks dat ik liever had gehad dat hij een maandje had gewacht met zijn bezoek. Het is de enige persoon die 'ff op de koffie' komt. De enige uit onzer beide familie's die een handje komt helpen en de enige die in Nederland wat kan en wil betekenen voor ons al bijna 4 jaar te koop staande huis.
Een gegeven paard dat flink uit de bek kan stinken, letterlijk & figuurlijk en hoe juist de negatieve kanten ook aantrekken om me aan te storen, bewust kijk ik dit paard dus niet in de bek.
Nerveus word ik wel van zulke periodes. SpotON waar we beiden enthousiast over zijn in verband met onze toekomstige financiële positie, een gast & hond in huis die we op sleeptouw moeten nemen, iedere dag het ruimen van kattenpies, -poep, kots en de altijd aanwezige met bloed bespikkelde vloer onder de eettafel, de eindeloze vete tussen Aai en Joppie als ze elkaar te lijf gaan. Dit klinkt alsof Aai zich af laat slachten en ik schrik me elke keer te pletter bij het gekrijs. Ze MOET eruit, anders bega ik een ongeluk. De katten uit elkaar halen durende een gevecht is ronduit link. Het is een grote rood-wit-zwarte kluwe met 40 vlijmscherpe nagels en een schop richting luik of buiten is altijd te laat, want die twee zijn erg slim èn snel. En het klinkt grof, maar Aai gaat doodleuk naar het asiel als er niemand reageert op mijn oproepje op diverse plaatsen middels een leuk A4'tje met foto's en tekst met uitleg. Ik vind het alles behalve wenselijk, maar een ongelukkige lieve mooie poes vind ik veel erger dan het afscheid moeten nemen en alle moeite die ik doe haar een beter huis te bezorgen.********
Stadten is me een gruwel geworden. Bewust probeer ik alleen te letten op de prachtige kleuren van de bomen die in het asfalt van de stoepen gegoten lijken te zijn. Van de kleurenpracht van de lucht en het blad op de straten, van de vriendelijke en duidelijke Serge, van Lief die spreekwoordelijk mijn hand vasthoudt tijdens het uitsteken van mijn nek om mezelf creatief te stimuleren en wat te doen met de rijkdom van ons land --->bamboe, tijd & ruimte. Niets van de prachtige waar in al die leuke boetiekjes kan ik kopen, maar tijdens de tocht naar huis ben ik toch blij (ik heb het even te druk!) dat Marc een zijweg inslaat en we uiteraard terecht komen op bijzondere bospaden, nauwelijks berijdbaar, door een beek rijden, een rondje over een verlaten weiland op zoek naar een ander pad het dal uit, waar de zwijnen wroeten, de spechten wonen en er niemand is, geen straten, geen beton, geen vies stucwerk, geen verlopen types of hippe Ipod-gasten, geen koopwaar en schreeuwerige reclames, geen super bling-bling auto's rijden, geen storende imput. Alleen een zwoegende 4x4, stenen, eiken en beuken, vogels, een mooi rode eekhoorn, Lief en ik.
Twee mensen die vervreemden van de moderne wereld. Twee mensen die een eilandje verkiezen boven het grote snelle vasteland. Twee mensen die niet meer buiten de stilte kunnen, de natuur, de wind, de zon en de kou. Twee mensen die bewust zich onttrekken aan dat wat anderen juist aantrekt.
Opeens denk ik aan de Arc van Noach. Twee, in plaats van drie. Twee, het contrast dat aanvult en één maakt.
Thuis heb ik een enorme lijst met doe dingen.
Marc wil een avondje uit thuis, voor Harry en Miska ons leven komen verlevendigen. Gelijk heeft hij. Maar ik ben een vrouw. En een vrouw met een lijstje tussen de oren heeft geen tijd om uit te gaan. Ze wil wel hoor! Maar hoe?
On top gaan Aai en Joppie nog even samen door het lint, ruim ik weer kattenpies onder mijn bureau waar ik met sokken in ga staan, zitten, terwijl Lief even naar bed gaat, want een dag stad hakt er in. De blogpost gaat even in het archief, eerst dweilen en Lief opzoeken om me te uiten. Pffffff, ik heb het druk, tussen de oren. Ik ben het even moe, tussen de oren.
Ik wil er even uit, onze M&M escape!
De kachel brandt, de schouw brandt. Tijd om te douchen en alle stekkers eruit te trekken. Nee, we zijn er even niet!
woensdag 19 oktober 2011
Stilte
Het is stil in mij de laatste dagen.
Ik voel me goed bij wat ik doe. Dub over hoe ik Aai een fijner thuis kan bezorgen en leg de printjes klaar om her en der op te hangen. Die bij de dierenarts heeft afgelopen weken geen resultaat opgleverd, misschien dichter bij huis, in ons dorp, in de kroeg en op het raam van de buurtwinkel, wie weet... Het is nog steeds stil zonder Shadow zijn gemauw en Joppie vult dit gat om geen 10 cm van onze zijde te wijken. Als we even weg zijn maakt hij Aai het leven zuur, de andere twee lijken niks te missen.
Eindelijk is het even gaan regenen vanochtend, wat de herfst-aroma's te aanlokkelijk maken om binnen te blijven. Tijdens een wandeling moeten we voorzichtig zijn niet op de vuursalamanders te gaan staan, we zien er tientallen!Paddenstoelen moeten nog gaan rijpen, ik zie alleen twee enorme reeds uitgeboeide aardsterren en de gebruikelijke maagdelijke paddestoeltjes op de dode beuk in het ravijn.Geen jagers vanmiddag, stilte.
Weer binnen weten we weer wat we tegemoed gaan zien; de grot die ons huis lijkt als je van buiten komt en dat alle uren dat het regent of donker is komend half jaar.
Dat klinkt donker, koud, ongezellig en deprimerend. Maar schijn bedriegt.
We gaan dan juist vaak naar buiten om hout te zagen en maken het binnen lekker warm en knus.De tijd zit er weer aan te komen dat ik met de kerstdecoraties in de weer ga. Ik zie daar nu nog tegenop, maar eenmaal bezig heb ik er al twee jaar veel lol in. Nu eerst even doorzetten met het voorbereiden van een TV-interview voor onze virtuele zaken en een conferentie voor 3D-Creators, wat hopelijk een impuls geeft aan onze verkoopcijfers.
De stilte doet me wel goed, ik houd ervan mezelf te kunnen horen denken. De innerlijke ruimte hebben mij te zijn schept ruimte om de ander ook te zien.
Ik voel me goed bij wat ik doe. Dub over hoe ik Aai een fijner thuis kan bezorgen en leg de printjes klaar om her en der op te hangen. Die bij de dierenarts heeft afgelopen weken geen resultaat opgleverd, misschien dichter bij huis, in ons dorp, in de kroeg en op het raam van de buurtwinkel, wie weet... Het is nog steeds stil zonder Shadow zijn gemauw en Joppie vult dit gat om geen 10 cm van onze zijde te wijken. Als we even weg zijn maakt hij Aai het leven zuur, de andere twee lijken niks te missen.
Eindelijk is het even gaan regenen vanochtend, wat de herfst-aroma's te aanlokkelijk maken om binnen te blijven. Tijdens een wandeling moeten we voorzichtig zijn niet op de vuursalamanders te gaan staan, we zien er tientallen!Paddenstoelen moeten nog gaan rijpen, ik zie alleen twee enorme reeds uitgeboeide aardsterren en de gebruikelijke maagdelijke paddestoeltjes op de dode beuk in het ravijn.Geen jagers vanmiddag, stilte.
Weer binnen weten we weer wat we tegemoed gaan zien; de grot die ons huis lijkt als je van buiten komt en dat alle uren dat het regent of donker is komend half jaar.
Dat klinkt donker, koud, ongezellig en deprimerend. Maar schijn bedriegt.
We gaan dan juist vaak naar buiten om hout te zagen en maken het binnen lekker warm en knus.De tijd zit er weer aan te komen dat ik met de kerstdecoraties in de weer ga. Ik zie daar nu nog tegenop, maar eenmaal bezig heb ik er al twee jaar veel lol in. Nu eerst even doorzetten met het voorbereiden van een TV-interview voor onze virtuele zaken en een conferentie voor 3D-Creators, wat hopelijk een impuls geeft aan onze verkoopcijfers.
De stilte doet me wel goed, ik houd ervan mezelf te kunnen horen denken. De innerlijke ruimte hebben mij te zijn schept ruimte om de ander ook te zien.
maandag 17 oktober 2011
KuchKip werd RipKip
Terwijl we 's middags de zon nog moeten schuwen zo warm is het, compenseert Joppie het gemauw van Shadow die een wel heel lege plek op de bank heeft achtergelaten.
Lief werkt op het dak, ik verwerk voor de zoveelste keer 3 kilo boontjes, oogst pompoenen, maak perenspul en mayonaise dat wekenlang houdbaar is in een jampot in de koelkast en steek een helpend handje toe op het dak. Ik rommel wat af en het voelt als een nesteldrang, maar dan om huis en terrein in orde te krijgen voor de natte november en winterperiode. ik snoep me vol aan frambozen als ik een rondje door de dorre moestuin loop met een in mijn kuiten klauwende Cros.
Halverwege alle ochtenden moet ik even de kippen uit de moestuin jagen en het valt op dat KuchKip het niet meer bij kan benen. Kortademig was ze al maanden, eieren leggen doet ze al een half jaar niet meer, maar nu geeft ze alle activiteit op ergens bij de prei. Dan gaat ze maar plat zitten en laat zich oppakken. Dus zeul ik regelmatig met KuchKip en streel haar dan een tijdje op schoot op het bankje bij de buxusstruik onder toeziend oog van Haan².
Vandaag was het weer KuchKip dragen, maar voor de laatste keer. Op een puinbergje achter de buxus geeft ze de geest tijdens een vermoeid zonnebad. Helaas, KuchKip is RipKip en ze rust ergens in het bos op de helling.
zaterdag 15 oktober 2011
vrijdag 14 oktober 2011
Druk, maar altijd weer anders.
Het is inmiddels vrijdag. Poes is al van 2 trappen afgevallen in onbewaakte ogenblikken, 's nachts dus. We laten al geen lampje meer aan, want zijn ogen reageren niet meer op de felste zonnestralen. Aan de wandel zo af en toe heeft hij het voor elkaar gekregen omhoog te struikelen op de verhoogde zijkamer wat nu als kantoor dienst doet. Daar bevindt zich het gapende diepe donkere trapgat. Maar poes zit dan gewoon met dubbel gevouwen pootjes rustig te wachten tot verzorgers hem weer oppakken en naar z'n mand of bank sjouwen. Poes is gister definitief gestopt met eten en drinken. We vermoeden slikproblemen, maar gaan het beestje niet meer nauwkeurig poken, porren en in de bek kijken. Hij kan nog steeds lopen -rondjes- en vraag niet hoe. Het ziet er erbarmelijk uit. Ook zijn uitgedroogde toestand zorgt voor meewarige emoties zodra we hem al hallucinerend op muizen zien jagen die er echt niet zijn. Joppie laat zich door Shadow's capriolen voor de gek houden en komt aangesneld om mee te jagen op zijn hersenschimmen van het laatste uur.
De vliegen willen al starten aan het netjes 'opruimen', maar dat gaat ons mensen te ver. Dus maken we een tentje van een prefab vliegennetje van de Xenos -of zoiets- en zorgen dat die kriebelende zoemers hem niet irriteren.
Het leven gaat hier gewoon door. Ook al word ik de laatste maanden wel heel veel met de dood geconfronteerd. Lief wil even mee naar de markt en zo rijden we samen naar boven. Eerst even kijken of de timmerman er is die twee dubbelglazen ramen voor ons gaat maken. Maar Lief heeft de getekende offerte bij zijn afwezigheid tussen de bouwdeuren van het pand gefrommeld en ik heb er geen vertrouwen in dat de offerte gevonden is. De vorige keer dat ik de timmerman had willen treffen vond ik om de hoek een kantoortje, potdicht. Dat kon ik alleen bereiken door over stapels hout en ijzeren platen heen te klimmen en een poortje van bouwstenen door te lopen, zo staat dus de pet van de vakman hier op het platteland. Maar geen spoor van de timmerman, dus dan maar door naar de markt. We waaien uit ons goed daar hoog op het plateau en het is een ijskoude wind, terwijl het een mooie herfstdag belooft te worden.
Eerst zien we Felix, de chief van de groep jagers die zo onbereikbaar mogelijk bleef tijdens de onrust van 'jagers onaangekondigd op ons terrein' woensdag. Hij staat met zijn vrouw bij de saucisses-kraam met de handen in de zakken, hoed stevig op de oude kop geklemd. Er kan geen lachje af als we hem aanspreken over de dag ervoor en begint daadwerkelijk boos en geiiriteerd heel snel uit te halen over onze paniekzaaierij. Zo hebben we deze altijd lachende vrolijke man nog nooit gezien! We doen gewoon boos mee en hebben zo onze eerste openlijke onenigheid over de onschendbare heilige tempel die 'de jacht' heet. -Nee, geen heilig huisje, het is een enorm stevig diep in de cultuur verankerd bouwwerk!-
Hij haalt de naam van het terrein van onze buren aan die er toevallig waren gisteren en ook aan de telefoon hingen met burgervaders en gendarmerie. Zij bleken boos omdat ze ervan overtuigd zijn dat de jachthonden hun drie ezels aanvallen. Als ik een ezel was -helaas niet- zou ik die honden met gemak een paar trappen verkopen, want zolang ik ze een beetje ken, zijn ze verre van vriendelijk. Nu is het een feit dat jachthonden soms een schaap doodbijten door het bloed wat ze al geroken hebben. Maar de jagers verklaren doodleuk dat het wel een verdwaalde jachthond zal zijn, zeker niet één van hen. Nee, natuuuurlijk niet.
Ferm zegt Lief dat wij niet hetzelfde zijn als de buren, geen onzin excuses verkopen, niet tegen de jacht zijn, geen ezels of schapen hebben, hier permanent wonen en vaak buiten op het terrein zijn, juist daar waar die jagers rondstruinen. Dit alles in tegenstelling tot de vaker afwezige dan aanwezige buren.
(We zijn niet voor de jacht, maar we zien het niet zitten als vreemdelingen hen tegen ons in het harnas te jagen als zelfs burgermeesters, gendarmerie en de wetten het erg moeilijk maken deze tempel te reduceren tot een eenvoudig heilig huisje.)
Zodra we onze gal gespuwd hebben, trekt Felix ons mee de kroeg in voor een warme koffie en chocolade om het even over de normale dingen in het leven te hebben; het weer, de afwezige groentekraam die ook eens vakantie hebben en de overige boodschappen.
Het is kenmerkend voor het volk en de plaatselijke cultuur; ruzie maken en plein publique om daarna een genoeglijk drankje te doen met elkaar en met omhelzing en zoenen uit elkaar te gaan. Het is een verademing Felix zo ontzettend geirriteerd te zien zijn en ons carte blanche te geven onszelf te blijven zonder op onze emotionele tenen te gaan lopen. Hij gaf toe vergeten te zijn ons even te bellen voordat de jacht begon. Ook dat de gorges aan deze kant nogal karig in wild is voorzien, wat ons dan weer blij maakt; hoe minder wild, hoe minder er te jagen valt.
Daarna worden we verplicht door een hoedloze -windkracht 6- Nadine bij de viskraam om na de boodschappen even langs te komen. Behoefte aan een normaal gesprek tussen de eenvoudige oppervlakte door, wat uitmondt in een diep gesprek over leven en dood, ziek en weer beter worden 'ten koste van' en onze ideëen over politiek, want Frankrijk is al flink in de weer voor de volgende presidentsverkiezingen.
Pierre schiet ik aan op de winderige straat. Hij is op weg naar een andere kroeg met wat vrienden voor een borrel en ik heb zijn telefoonnummer nodig om wat voor H te kunnen doen. Haar vader is overleden en hun poezen zijn al een dikke week alleen, die mogen wel een extra knuffel. Wat een geren en gevlieg op zo'n ochtend die omvliegt.
Thuis is Shadow nog in dezelfde staat als toen we hem achterlieten. Dat verbaasd ons niets.
Na de maaltijd ga ik weer terug naar boven om twee andere katten wat extra aandacht te geven. Maar geen kat te zien. Dus blijf ik daar, haal een stofzuiger door het huis, draai een wasje en leg het oude brood klaar voor de ezels van Pierre die even gepromoveerd is tot sleutelbewaarder, een taak die de oude baas vol verve op zich neemt.
Pas 's avonds hebben we tijd voor ons virtuele werk. Wederom word ik benaderd door de grondleggers van zo'n wereld waar we onze enorme winkel naartoe aan het verhuizen zijn, of we willen spreken op de komende conferentie voor 3D artiesten. SpotOn 3D, zoals deze virtuele wereld heet, legt zich toe op de realiteit (Business & Education) en heeft '3D-creators' nodig om de virtuele wereld vorm te geven, inhoud, spullen waar mee gewerkt kan worden. Of wij tijdens deze conferentie aan de gasten die nog niet in virtuele werelden werkzaam zijn uit willen leggen waarom ze naar SpotOn zouden kunnen komen en mee zouden kunnen werken aan de opbouw van een oud concept in een verbeterd nieuw jasje.
Wij hebben hier wel oren naar en een voorbereidend gesprek volgde deze morgen met een britse medewerker. Gewoon in de virtuele wereld met voice. Dus dat lijkt op aan de telefoon zitten met je eigen avatar en die van hem met je handen vrij, relaxt achteruit gezakt. Ideaal en op onze toekomst gericht, want als hun concept gaat slagen zijn wij overal en van alle markten thuis en ik krijg een lesje internationale business-conversatie. (https://apps.facebook.com/webworlds)
-Het lijkt mij ideaal als bijvoorbeeld landschapsarchitect, om de toekomstige klant mijn ontwerpen virtueel te laten zien en samen met de klant door de landschappen te wandelen om zo het ontwerp te bekijken, zelfs vanuit de lucht met verschillende invalshoeken van de zon. Het zou me bergen aan investeringen schelen, het zou de klant een berg aan geld schelen. Geen reisjes naar elkaars kantoor en bouwput, geen declaratie's van zakenlunches, geen koerierskosten met duur uitgeprinte ontwerpen erin, niets van dat alles. Zelfs het downloaden van zware programma's of het hebben van dure software is niet nodig. De virtuele wereld is bereikbaar via facebook (ach ja, daar heb je dat zogenaamd sociale toverwoord weer), een webpagina dus en de planten, landschappen, rotsen, waterpartijen, bomen en gebouwen zijn te maken of te koop in zo'n virtuele wereld. Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? (Dit voorbeeld staat niet op zichzelf alleen, van coaching en therapie tot zakelijke besprekingen, van scholing 1 op 1 tot grote bijeenkomsten, alles kan. En het is eens niet georienteerd op dom vermaak en invulling van een waardeloos en leeg 1e leven zoals Secondlife in de naam al vermoed te zijn.)
De moestuin staat even op het tweëede plan, poes en het dak op het eerste. En daar hebben we het hele dagen druk mee, voorlopig...
woensdag 12 oktober 2011
geen titel
Te laat m'n bed uit om op tijd bij P te zijn voor de klus aan de eik.
Te vroeg om Shadow te begraven, die wil echt nog niet.
Te vastberaden de eik niet te laten wachten, pak ik rustig en zorgvuldig wel al m'n spullen.
Lief is nog niet wakker, dus die laat ik begaan en hoeft alleen maar te rijden.
Het is lastig poes achter te laten, maar het pamperen heeft een grens.
Het weer is en blijft werkelijk schitterend.
Het opkronen is in 1,5 uur gepiept, waar ik 'vroeger' dezelfde tijd voor nodig had om naar de top te klimmen om een degelijk top-anker te maken om van daaruit lekker te kunnen werken, is nu de gehele klus geklaard.
Trots sta ik voor de lunch weer op de grond en aanschouw een blije eik, een blije klant en een blije meid. Opruimen doen we na de maaltijd die weer prima verzorgd is.
Toch op hete kolen gezeten -poes- gaan we op tijd naar huis.
Daar zit poes voor zich uit te staren, terwijl hij na enkele aanvallen werkelijk stekeblind is en dus zijn drinkbakje, zijn eten, zijn mandje en de bak niet meer vinden kan. Als hij in de benen is loopt hij kleine rondjes en stoot bij alles dat hij tegen komt zijn kop. Lijden doet hij niet, hij is alleen oud en zwak.
Terwijl we denken dat hij toe is aan zijn laatste ademteugen op het achterterras, horen en zien we jagers op ons terrein de helling afkomen. Dat schiet Marc op dit moment in het verkeerde keelgat na het debacle van vorig jaar. We vroegen hen toen ons voor de jacht te bellen, zodat we hond, katten en kippen bij huis kunnen houden en de wandeling uitstellen. Maar niks hoor.
Lief zoekt ze op, roept ze 'tot de orde' maar ze staren hem aan alsof hij van Mars komt (komt hij ook wel een beetje) en geven niet eens antwoord. De gendarmerie is er niet, dus neemt de politie in Rodez het telefoontje waar -belachelijk- en stuurt ons met een kluitje in het riet. Dan de officieuze burgervader van het kasteeldorpje maar die ook niet jaagt en er niets mee op heeft na zovele conflicten met de schietgrage mannen. Hij adviseert ons contact op te nemen met de voorzitter van de jachtvereniging. Maar het antwoordapparaat adviseert ons later terug te bellen.
Poes blijft mauwen, dus halen we de taaie pluizebol weer naar binnen om hem maar verder te pamperen. Het blijft een aflopende zaak, voor ons veel moeilijker om aan te zien, dan dat het voor de kater waarschijnlijk is.
Ik verwijder mijn Hyves-account, omdat ik er niks mee doe.
Ik verwijder Farmville en andere stompzinnige troep uit mijn systeem, omdat de onzin me echt even heel erg tegenstaat.
Ik zet mezelf op 'bezet' in een virtuele wereld om met niemand een praatje te hoeven maken op oppervlakkig-amerikaans-nivo. (het is wel eens anders, maar doorgaans raakt het nog niet eens de oppervlakte van het betsaan) Ik richt het land wat in, plaats wat bomen, rotsen en staar wat om me heen en kijk naar ons werk van afgelopen jaren dat alleen uit pixels bestaat.
We drinken een borrel en knuffelen hem nog één keer alsof het de laatste keer is. Zijn vacht glanst als een veel gekamde pers, het zij hem gegund.
'Geen titel', nee, ik zou niet weten welke!
Te vroeg om Shadow te begraven, die wil echt nog niet.
Te vastberaden de eik niet te laten wachten, pak ik rustig en zorgvuldig wel al m'n spullen.
Lief is nog niet wakker, dus die laat ik begaan en hoeft alleen maar te rijden.
Het is lastig poes achter te laten, maar het pamperen heeft een grens.
Het weer is en blijft werkelijk schitterend.
Het opkronen is in 1,5 uur gepiept, waar ik 'vroeger' dezelfde tijd voor nodig had om naar de top te klimmen om een degelijk top-anker te maken om van daaruit lekker te kunnen werken, is nu de gehele klus geklaard.
Trots sta ik voor de lunch weer op de grond en aanschouw een blije eik, een blije klant en een blije meid. Opruimen doen we na de maaltijd die weer prima verzorgd is.
Toch op hete kolen gezeten -poes- gaan we op tijd naar huis.
Daar zit poes voor zich uit te staren, terwijl hij na enkele aanvallen werkelijk stekeblind is en dus zijn drinkbakje, zijn eten, zijn mandje en de bak niet meer vinden kan. Als hij in de benen is loopt hij kleine rondjes en stoot bij alles dat hij tegen komt zijn kop. Lijden doet hij niet, hij is alleen oud en zwak.
Terwijl we denken dat hij toe is aan zijn laatste ademteugen op het achterterras, horen en zien we jagers op ons terrein de helling afkomen. Dat schiet Marc op dit moment in het verkeerde keelgat na het debacle van vorig jaar. We vroegen hen toen ons voor de jacht te bellen, zodat we hond, katten en kippen bij huis kunnen houden en de wandeling uitstellen. Maar niks hoor.
Lief zoekt ze op, roept ze 'tot de orde' maar ze staren hem aan alsof hij van Mars komt (komt hij ook wel een beetje) en geven niet eens antwoord. De gendarmerie is er niet, dus neemt de politie in Rodez het telefoontje waar -belachelijk- en stuurt ons met een kluitje in het riet. Dan de officieuze burgervader van het kasteeldorpje maar die ook niet jaagt en er niets mee op heeft na zovele conflicten met de schietgrage mannen. Hij adviseert ons contact op te nemen met de voorzitter van de jachtvereniging. Maar het antwoordapparaat adviseert ons later terug te bellen.
Poes blijft mauwen, dus halen we de taaie pluizebol weer naar binnen om hem maar verder te pamperen. Het blijft een aflopende zaak, voor ons veel moeilijker om aan te zien, dan dat het voor de kater waarschijnlijk is.
Ik verwijder mijn Hyves-account, omdat ik er niks mee doe.
Ik verwijder Farmville en andere stompzinnige troep uit mijn systeem, omdat de onzin me echt even heel erg tegenstaat.
Ik zet mezelf op 'bezet' in een virtuele wereld om met niemand een praatje te hoeven maken op oppervlakkig-amerikaans-nivo. (het is wel eens anders, maar doorgaans raakt het nog niet eens de oppervlakte van het betsaan) Ik richt het land wat in, plaats wat bomen, rotsen en staar wat om me heen en kijk naar ons werk van afgelopen jaren dat alleen uit pixels bestaat.
We drinken een borrel en knuffelen hem nog één keer alsof het de laatste keer is. Zijn vacht glanst als een veel gekamde pers, het zij hem gegund.
'Geen titel', nee, ik zou niet weten welke!
dinsdag 11 oktober 2011
Plaatjes kijken
Marc gaat even naar het meer en komt bezweet en hijgend terug. "Kom je mee, het is fotogeniek daar beneden en een stuk drijfhout is het toppunt." Ok, dus met hoge schoenen aan om geen kastanjestekels in m'n voeten te krijgen zweten we het stalpad af. Overal zoemt het, bijen en vlinders, vliegjes en libellen in het knisperend droge bos. Het stuk drijfhout is een flinke stam die precies op een overhangende rots is blijven steken. Fotogeniek!
Eikenblad
De hond
Herfst
Het lijkt wel een flink moeras.
Eikenblad
De hond
Herfst
Het lijkt wel een flink moeras.
Foto-Log
Het weer is schitterend, de nachten fris en bijna fruitig. Ik oogst nog steeds frambozen en aardbeien waar ik jam van maak. Shadow geeft voorlopig niet op en we pamperen hem zo goed we kunnen.
Ik was me suf aan handdoeken en foulloirs, dweil wat af en maak stukjes terrein winter klaar. Maar er is geen energie voor dromerige bespiegelingen. Lief werkt alleen aan het dak en 3D-objecten. Ik probeer onze website via de achteringang te doorgronden en maak een M&M Creations Weblog.
We rommelen... En daar horen alleen wat foto's bij;
maandag 10 oktober 2011
rustig aan afscheid nemen
Shadow in betere tijden
Ongeveer 2 keer per 24 uur krijgt Shadow een epileptische aanval. Dit terwijl een goede vriendin van ons hals over kop naar Nederland is om afscheid te nemen van haar vader. Dan ga je iets eerder en dieper stilstaan bij de vraag over leven en dood!
(Van de week kwam ik deze blog tegen, via via via. http://carolienoosterhoff.wordpress.com/2011/01/02/a-year-to-live Een relevant thema op dit moment in mijn leven. Ik geef het toe; ik ben nogal blanco op het gebied van 'afscheid nemen' en de dood.)
We blijven de vraag krijgen waarom we Shadow geen spuitje geven. Natuurlijk hebben we deze mogelijkheid overdacht en samen trekken we de grens. Als poezedier lijdt, letterlijk. Als Katerbeest verlamd uit een aanval komt en zichzelf gaat bevuilen... Ja, dan wordt het tijd voor het welbekende spuitje.
Maar na iedere aanval waar we bij zijn -'s nachts hebben we geen idee, maar ook dan heeft hij van deze aanvallen gezien natte handdoeken- lijkt hij enigszins op te leven, gaat aan de wandel, half blind, eet een bak brokjes leeg en drinkt of zijn leven ervan af hangt. Ach ja, zijn leven -voor wat er nog van rest- hangt er inderdaad vanaf. Shadow neemt afscheid van het leven. Hij doet dit op zijn eigen manier, omdat het een natuurlijk stukje van zijn lange lange leven is.
We vragen ons af waarom we naar 'het spuitje' zouden willen grijpen en wanneer. Wie zijn wij? Kunnen wij het niet meer aanzien het zo magere wat zurig geurende dier een aanval te zien krijgen? Vinden we het zo moeilijk te aanvaarden dat hij al wankelend toch nog zich behaaglijk neer vleidt op het achterterras in de warme oktober zon en met zijn oogjes knippert tegen de stralen die door de acacia boven hem heen schijnen? Als hij ons helemaal volgt naar de keuken om daar alsnog te mauwen voor brokjes die hij net op heeft? Of met zijn neus de ingang zoekt van het bakje met water op 'zijn' bank bedekt met vuilniszakken, dweilen en daar bovenop handdoeken?
Saampjes doen we wat we kunnen om hem te verzorgen zoals hij het verdient. Samen verschonen we de handdoeken en het foulloir na een epileptische aanval. Samen zorgen we voor vers water en brokjes. beide lopen we hem achterna als hij naar buiten loopt en kijken we of hij niet valt. Samen geven we Cros of Joppie op hun donder als ze denken dat Shadow nog wel wil stoeien. Samen geven we hem heel veel knuffels en laten we 's nachts een lichtje aan zodat hij zich nog kan orienteren. Samen en toch alle twee afzonderlijk nemen we de tijd om afscheid te nemen van Shadow.
Rustig aan, de tijd die hij neemt en wij krijgen. Sterven hoort bij het leven.
We vinden het beide een bijzonder proces, een onvermijdelijk iets, een reden om het leven zelf weer met andere ogen te zien!
Ongeveer 2 keer per 24 uur krijgt Shadow een epileptische aanval. Dit terwijl een goede vriendin van ons hals over kop naar Nederland is om afscheid te nemen van haar vader. Dan ga je iets eerder en dieper stilstaan bij de vraag over leven en dood!
(Van de week kwam ik deze blog tegen, via via via. http://carolienoosterhoff.wordpress.com/2011/01/02/a-year-to-live Een relevant thema op dit moment in mijn leven. Ik geef het toe; ik ben nogal blanco op het gebied van 'afscheid nemen' en de dood.)
We blijven de vraag krijgen waarom we Shadow geen spuitje geven. Natuurlijk hebben we deze mogelijkheid overdacht en samen trekken we de grens. Als poezedier lijdt, letterlijk. Als Katerbeest verlamd uit een aanval komt en zichzelf gaat bevuilen... Ja, dan wordt het tijd voor het welbekende spuitje.
Maar na iedere aanval waar we bij zijn -'s nachts hebben we geen idee, maar ook dan heeft hij van deze aanvallen gezien natte handdoeken- lijkt hij enigszins op te leven, gaat aan de wandel, half blind, eet een bak brokjes leeg en drinkt of zijn leven ervan af hangt. Ach ja, zijn leven -voor wat er nog van rest- hangt er inderdaad vanaf. Shadow neemt afscheid van het leven. Hij doet dit op zijn eigen manier, omdat het een natuurlijk stukje van zijn lange lange leven is.
We vragen ons af waarom we naar 'het spuitje' zouden willen grijpen en wanneer. Wie zijn wij? Kunnen wij het niet meer aanzien het zo magere wat zurig geurende dier een aanval te zien krijgen? Vinden we het zo moeilijk te aanvaarden dat hij al wankelend toch nog zich behaaglijk neer vleidt op het achterterras in de warme oktober zon en met zijn oogjes knippert tegen de stralen die door de acacia boven hem heen schijnen? Als hij ons helemaal volgt naar de keuken om daar alsnog te mauwen voor brokjes die hij net op heeft? Of met zijn neus de ingang zoekt van het bakje met water op 'zijn' bank bedekt met vuilniszakken, dweilen en daar bovenop handdoeken?
Saampjes doen we wat we kunnen om hem te verzorgen zoals hij het verdient. Samen verschonen we de handdoeken en het foulloir na een epileptische aanval. Samen zorgen we voor vers water en brokjes. beide lopen we hem achterna als hij naar buiten loopt en kijken we of hij niet valt. Samen geven we Cros of Joppie op hun donder als ze denken dat Shadow nog wel wil stoeien. Samen geven we hem heel veel knuffels en laten we 's nachts een lichtje aan zodat hij zich nog kan orienteren. Samen en toch alle twee afzonderlijk nemen we de tijd om afscheid te nemen van Shadow.
Rustig aan, de tijd die hij neemt en wij krijgen. Sterven hoort bij het leven.
We vinden het beide een bijzonder proces, een onvermijdelijk iets, een reden om het leven zelf weer met andere ogen te zien!
zaterdag 8 oktober 2011
De wolk van het 'niet-weten'.
In Happiness nr5 2011 staat een artikel van Marleen Jansen over 'De wolk van niet-weten'. Over wat het de mens doet om zichzelf heel de dag van informatie te voorzien. Via internet, mobiel, telefoon, kranten & tijdschriften, TV en het veel onder de mensen zijn.
Haar uitleg vat mooi samen waarom ik ervoor koos huis & haard achter te laten om in een geisoleerd stuk bos in het buitenland te gaan wonen. Ook waarom ik schijnbaar geen moeite had dit, volkomen onvoorbereid en ontvankelijk, over me heen te laten komen. Vol = vol, mijn hoofd en mijn hart dan. En dit al jaren en jaren achtereen!
Ik citeer een stuk uit het artikel:
Dit is het decennium van 'in the know' zijn: op de hoogte zijn van de hele wereld. Door de razendsnelle elektronische ontwikkelingen van de laatste jaren kunnen we contact leggen met bijna iedereen, overal, en weten we wat er in de verste uithoeken van de aarde gebeurt. Via Skypen met je nicht in het verre zuiden van Frankrijk, dat is toch wonderbaarlijk!
Maar het is ook al snel verslavend. Je blijft maar klikken en tikken en surfen en zappen, je doorloopt een heel scala aan emoties die worden getriggerd door wat je ziet en hoort, de tijd scheurt voorbij, en wat heb je nu eigenlijk ècht gedaan als je 's avonds alle apperatuur uitschakelt?
Voor mij was het niet enkel internet en TV die mijn emoties triggerden, nee alles wat ik oppikte deed daaraan mee; Drukte in het verkeer, het horen branden van gloeilampen! -en nu niet gaan lachen, want ik hoor ze ècht!- , alle mensen die ik iedere dag tegenkwam -of ik ze kende of niet-, prikkels uit de lucht -de industrie die zichtbaar, hoorbaar en ruikbaar was- en ga zo maar door.
Men vindt het vaak ook maar vreemd dat we niet van (wereld)nieuws op de hoogte zijn en blijven. Dat we hier 'niet gek worden' van de rust en de stilte. Dat we genoeg hebben aan elkaar en een bos. Dat we het comfortabeler vinden een boom om te zagen om warm te blijven in plaats van in loondienst te werken om de factuur te betalen.
Meer rust geeft het laatste zowiezo niet.
Het ligt in het verlengde van wat twee mede-bloggers onlangs publiceerden over het wel of niet door het leven gaan met een mobieltje op je hart geplakt. Over wat ik zag en ervaarde tijdens een 20 minuten durende treinreis van de ene stad naar de andere in de Randstad; Een balkon gevuld met 12 mensen waarvan er 2 niet bezig waren met mobiel, ipod of iphone, waaronder ikzelf!
Marleen Jansen noemt het een 'informatie-infuus', schitterend uitgedrukt. En levend midden in een drukke, volle maatschappij kun je haast niet anders.
Er zat voor mij dus eigenlijk niet veel anders op, om gewoon te vertrekken. Even 'uitpluggen' zoals de auteur het noemt klinkt me als muziek in de oren.
En ja hoor, wij zitten vaak achter de pc en nog wel in zeer interactieve virtuele werelden met bijbehorende sociale netwerken, gebruiken Skype om informatie uit te wisselen terwijl er wat browsers openstaan met email-programma's. Maar dan nog noodzaakt onze omgeving, het huis en onze keuzes dat we meer 'unplugged' zijn dan 'plugged'.
Voor je het weet, vergeet je dat je als mens net een akker bent. Je kunt niet constant de vruchten van het elektronische tijdperk plukken en informatie blijven oogsten zonder de grond, je energiebron, uit te putten. Het is broodnodig om soms even braak te liggen.
Ze schrijft verder over dat het een slimme truuk is van luie hersenen; gewoon informatie opslurpen om informatie op te slurpen. Maar wat we vervolgens met die informatie doen is vaak een manier om enorm af te vlakken en het leven minder intens te ervaren. We horen wel vogeltjes, ook in het stadspark, maar horen we ze wel echt? We voelen de motregen wel, maar ervaren we ook de kleine druppeltjes op onze wangen als we er mopperend doorheen fietsen op weg naar een berg andere prikkels met een hoofd vol nog ongedeelde informatie? We maken wel een praatje met die kennis die we tegen het lijf lopen in de winkel tussen nog een stuk of 30 klanten vergezeld door koopmuziek en de geur van de artikelen, maar horen we wel wat die persoon ons verteld, dringt het wel door?
Mijn prepaid 6 jaar oude mobieltje ligt naast mijn bed, slechts enkele hebben het nummer en het apparaatje werkt als wekker. De andere mobiel is net zo prepaid, ligt vaak met een lege batterij in de stenen gootsteen en in geval van nood onderweg, zijn we hem vaker vergeten, dan dat we hem bij ons hebben. De stekkers gaan er hier toch elke nacht uit en verder zijn ons onderdak, houtvoorziening, moestuin en de spaarzame mensen die we zien en spreken veel belangrijker dan die computer met de trage verbinding.
Zonder kunnen we niet, want sommige facturen kunnen we niet betalen door een extra tandje bij te zetten in het hout of de moestuin. Maar 'Unplugged' voelen we ons wèl veel beter! De wolk van het 'niet-weten' hangt altijd in de gorges. Het is moeilijk om deze wolk willens en wetens over het hoofd te zien en te negeren.
Abonneren op:
Posts (Atom)