vrijdag 29 juli 2011

'thuis komen'



Van bovenstaand uitzicht naar het onderstaande reizen in 12 uur blijft een lichte shock teweegbrengen.
De dag begint niet met lang uitslapen. Half 9 wil ik er toch wel graag uit zijn, gewoon om wat op te ruimen en de dag te inventariseren voordat alles rauw op mijn dak komt. (Twee honden waarvan 1 toch heel de dag aandacht eist, gastvrouw zijn, mijn broer opvangen, eten regelen, beetje uitrusten, moestuinronde doen en dan uitgebreid, boodschapjes halen, even naar yoga, weer eten regelen en onze stek aan mijn broer laten zien...)


Uiteraard loopt het anders; Wakker worden gaat erg traag vandaag. Mijn pc heeft een innerlijke transformatie ondergaan, dus is het zoeken naar de vertrouwde programma's. Ook uiterlijk is het turen, want de stoflaag is een voile die niet alleen de pc-kast zelf grijs maakt in plaats van het gebruikelijke zwart. De hele huiskamer is wit en graniet, hout of objecten zijn nog net van elkaar te onderscheiden. Ik was gewaarschuwd en tel dus voor twee, daarom valt het mee. De trap is erg knap gemaakt, het loopt, maar het blijft oppassen voor hoofd, voeten en schouders. Het is estetisch een waar kunststuk, dus trots zijn M&M!! Er moet echt boodschappen gedaan worden en ik stap weer in de Rode, waar de koppeling heel zwaar van gaat en je zo hoog lijkt te zitten als in een vrachtwagen. Heerlijk weer; onze eigen 'oprit' met aan het einde een lege brievenbus terwijl Marc hem afgelopen zondag voor het laatst heeft geleegd. Leeg betekend in ons geval ook geen rekeningen, helemaal top. Na het kasteeldorpje zie ik een vers doodgereden marter op de weg. Die lag er gisterenavond nog niet toen ik met Harry de weg onveilig maakte. Ik neem me voor het beest op de terugweg mee te nemen voor de vacht, als er onderwijl niemand overheen rijdt. In de supermarkt word ik bejegend als een stomme toerist en krijg ik lelijke blikken dat ik beter mijn boodschappen in de camping-winkel kan doen. De dames met weinig boodschappen willen even voor, maar vragen het niet en knorrend forceren ze één van de meiden om een extra kassa, ze hebben haast. Ik heb les madames nog nooit gezien en later stappen ze in een X5 met een Parijs kenteken, ja, dit is echt typisch deze omgeving in vakantietijd... Maar het relaxte praatje met de eigenaresse van de super die kassa 1 voor haar rekening neemt ontdooit me gelijk. De rit naar huis laat me uitwaaien, de franse wind die mijn haar door de war maakt en de paar keren dat ik mijn arm uit het raam zwiep om bekenden gedag te zwaaien met allemaal dezelfde gedachte in het achterhoofd; "Over 5 weken is dit stukje Frankrijk weer van ons." De marter ligt er nog met alleen een plat koppie en een uitpuilend oogje. Dus stop ik de auto op de weg, stap rustig uit en leg het kreng achterin de bak. Dan hebben we vandaag echt weer een klusje om weer 'thuis te komen' in het leven waar we van houden; rommelen. Thuis dump ik de zware tassen met proviand in de keuken en laat eerst de marter zien, al stijf maar de vacht nog puntgaaf. Dus slijpt Marc een goed mes en gaan we eerst het diertje villen zodat het schoon kan spoelen in een bronbak. We doen het beter als met de muskusrat vorig jaar. Ook stinkt dit diertje nauwelijks en is het vachtje erg dik, donzig en zacht. Daarna zijn we toe aan een goede maaltijd en wil Harry ons trakteren op een goed uitgebreid maal bij het restaurant aan de overkant. Dus proppen we ons gedrieën in de Rode en kachelen we de 10 km, om op het terras met zicht op het prachtige landschap een menu du jour te nuttigen a 4 gangen tussen de werklui in en met steeds gevulde borden, wijn en brood. Heerlijk thuis komen. Ik heb een zwaar hoofd en Harry wil een tukkie gaan doen, Marc heeft andere plannen, even naar de waterval om dit Harry te laten zien en het eten te laten zakken. Maar de auto geeft geen krimp, de koppeling is stuk, die doet niets meer. Dus de mannen zien zich uitgedaagd en gaan aan de slag het probleem te vinden met een geleende schroevendraaien van het restaurant. Dit duurt mij te lang, de zon schijnt genadig en ik wil erg graag gewoon naar huis, waar ik de tijd en ruimte heb bij te komen van de reis van gisteren. De katten op te zoeken -Miska is een lieve hond maar onze poezen velen het dier echt niet.- en wat op te ruimen en even wat te loggen natuurlijk. Dus zwaai ik de heren gedag en zet het op een lopen om bij iedere naderende auto de duim op te steken. 12.5 Kilometer op in China vervaardigde crocs gaat niet lukken. Ook broer belt om zijn komst aan te kondigen over twee uurtjes al, dus ik mag mij haasten. Na 10 voorbijscheurende auto's met ruimte voor een kinderklas komt de kaasboer aangetuft in "zijn vrachtwagentje. Hij stopt gelijk, neemt me mee terwijl we een praatje maken en mij uiteindelijk bij het bospad afzet. Nog 3.5 km te gaan... Zodra hij uit het zicht is besef ik me dat ik de Blauwe niet het chateau uitkrijg, want Harry zijn wagen staat ervoor geparkeerd en de sleutels zitten in zijn zak. Net als alle andere gasten uit Nederland, heeft hij waarschijnlijk zijn auto op slot gedaan, automatisme, logisch. Dus hoop ik op zijn vergeetachtigheid, dan kan ik de auto wel wegduwen. Maar nog 350 meter te gaan van de 3.5 km, hoor ik het rode gevaarte al aankomen, dus die doet het weer... Denk ik. Marc roept al van verre dat hij niet stoppen kan, dus wel gestart gekregen, maar eens en dan geen 2e keer. Dus spring ik achterop terwijl de auto nog rijdt, klim in de bak en hobbel mee tot bij het hek. Lachend om hoe zo'n dag toch snel om is lopen we naar huis, ga ik het vachtje schoonmaken en in de amoniak leggen voor de komende dagen en daarna is het wachten op de komst van broer en ik besluit dan toch pizza's te halen in plaats van de avondboterham. In het dorpje neem ik plaats op het terrasje pal aan de weg waar ze met 60 voorbij scheuren, nog geen halve meter van mijn bungelend been, drink een cola'tje, maak een praatje met de eigenaresse van het café, groet nederlandse toeristen die sigaretten komen kopen en zwaai naar de burgermeester en zijn vrouw die rustig voorbij rijden. De geur van uitlaatgassen wordt verzacht met de pizza-geuren die door de straat heen zweven, dus de auto van Harry, die ik voor deze gelegenheid heb geleend, ruikt precies zo. Thuis is broer al gearriveerd en die kan wel wat eten gebruiken, want veel pauze heeft hij niet gehad onderweg en de file in Parijs maakte het er niet makkelijker op. Daarna laat ik het huis zien, en de moestuin en verder de bijgebouwtjes. Het is moeilijk te bevatten als je uit een phoenix-wijk komt en in Den Haag werkt. Maar ook hij vindt het hier prachtig en geniet nu al van de krekeltjes, het groen en de rust.


Helaas heeft hij hoofdpijn en duikt vroeg zijn bed in. Wij kletsen, eten later pizza, drinken koffie, werken nog wat op de pc. Thuis komen kan op veel manieren, maar deze hectische dag zorgt er wel heel snel voor dat ik er weer helemaal in zit.

Thuis

Heerlijk!!!!!
Thuis zijn......

woensdag 27 juli 2011

Verdampte rust

"Stad in de mist" van Marijke Beijsens-Huntjens

De eerste dagen in Nederland voel ik me nog verzadigd van de weldadige rust van de franse gorges met de roepende uiltjes en de regendruppels die in je nek vallen als je een wandelingetje maakt of de dakrand passeert om eitjes te rapen. Mijn vader en ik doen het goed zo samen en de eerste week is er weinig dat me uit mijn evenwicht brengt. De snelheid van het randstedelijk leven, de kou en de regen glijden langs me heen en ervaar ik als heerlijk fris. Afgelopen weekend ga ik er tussenuit in m'n huurauto'tje en de radiozender klets de vertrouwde onzin uit gericht op jongelui. Nee, ik kan me niet meer scharen onder hen die ook zomers van het apres-ski-geleuter genieten of boswandelingen drinken in plaats van maken. Maar de snelheid van het rijden dat ik laat begeleiden door de snelle beats van popmuziek klopt dan weer wel en ik kan genieten van dat oude vertrouwde snelle leventje met moderniteiten. Op de black-berries -zonder smaak-, i-phones en andere verarmingen na dan.
Maar het gure koude weer, de sombere wolken die dreigend over de rivieren glijden en je een uitzicht ontnemen waarvan ik dacht dat dat hier gegarandeerd zou worden, dat razende verkeer, het gebrek aan ruimte, de stugge koppen die geen gedag zeggen of een glimlach tevoorschijn toveren als je elkaar passeert, de schreeuwerige tunes op die zelfde radiozender, de reclameblokken waarvan het volume harder schijnt te zijn en het nieuws op de radio wat in mijn oren geen nieuws is, zorgen ervoor dat er niets overblijft van de meegereisde rust. Weg is het effect van sofrologie en yoga, foetsie het 'laat maar waaien' en 'het komt wel goed'-gevoel. Ach ja, de hectiek.
Ik word een provinciaal, een plattelandse, inclusief die eenvoud dat je geen snel autootje zonder krassen en deuken moet hebben met een goede muziekinstallatie en genoegen neemt met een vaste telefoon zonder toeters en bellen. Iemand die geen weet heeft van de nieuwste mode-kleuren, de koopjes van de grotere filialen of even een filmpje twittert, wat echt niet kan met mijn stokoude waterafstotende mobiel met waterpas en kompas waarvan het camera-lensje volledig verstoft is. Net als ik trouwens.
Mijn moeder kwam afgelopen maandagavond uit het ziekenhuis, met een plastic tas letterlijk vol doosjes met medicijnen, verschrikkelijk. -Wat ze zelf ook vindt, maar ze heeft A gezegd en zet ook de stap naar Beter...- Gelijk wil ze weer redderen en doen, huishouden en doorgaan waar ze plots moest stoppen.
Gelukkig kan het niet en niets wordt geforceerd. Er is dus al snel weer de ouderwetse rust die ze saampjes altijd wel hebben tijdens de lege momenten.
Voor mij gaat deze vlag niet op. Ik heb een klein snel koekblik met centrale deurvergrendeling en automatische raampjes voor de deur staan, de snelwegen gezien en gevoeld, een schreeuwerige radiozender, standaard ingesteld in dat blik op wielen en tassen vol boodschapjes die ik wel en niet nodig heb en hier nu eenmaal lagen te lonken voor minder dan dat ik het thuis krijgen kan, gezwicht voor de praktische troost-inkopen... Dinsdagavond krijg ik een sms-je van broer, of ik nog even naar de dansclub en -school kom kijken waar hij zijn ontspanning vindt meerdere keren per week, hartje Rotterdam.
Mijn rust is toch al verdampt en vanuit dat licht gejaagde gevoel waarbij ik me besef dat ik toch echt wereldvreemd begin te worden, tut ik me wat op, rol de pijpen van mijn spijkerbroek vlot omhoog, schiet in een Zeeman-bloesje van 3 euri's met de flair of het uit een Parijse boetiek komt, spring in m'n babyblauwe karretje en scheur half in de avond naar het centrum van Rotterdam. Een weg, een route, een stad die ik kan dromen, waar ik gestudeerd en gewoond heb, gestad en geexperimenteerd (nu niet het ergste denken, ik ben en blijf een provinciaal hè) en geleerd heb wat grote steden met mensen kunnen doen. Parkeren in de straat naast de club kan alleen met een chip-knip, nog net kreeg ik mee wat dat is en helaas; dat staat mijn pasje niet toe. Dit verplicht me om een parkeergarage op te zoeken naast het centraal station, dat volledig herbouwd wordt en dus een chaos die je alleen aantreft als een centraal station van dit kaliber stad op z'n kop staat. Het scheelde wel met trams die even bellen maar de vaart erin houden op onoverzichtelijke kruisingen, want ook die worden omgeleid, maar dan nog. Na twee rondjes rotonde Hofplein kies ik maar voor de garage onder het Casino. Allemensen, die lijkt voller dan vol, maar dit komt door enorme auto's die in de bushbush thuishoren, maar nu twee plekken bezet houden omdat de eigenaren bang zijn voor een krasje. Dan maar het lager gelegen 2e parkeerdek waar ik met angst, beven en een eigen risico van honderden euro's het kleine auto'tje tussen een pilaar en een normaal geparkeerde wagen zet in de uiterste hoek van de lage bedompte betonnen ruimte, de stal voor heilige koeien.
Hip, rechtop en stevig zet ik de pas erin, de drukke straat op; heerlijk. Even in de grote stad en ik voel me als een vis in het water. Al overstekend over de breedste drukste straat in R'dam stuur ik grote broer een sms-je dat ik eraan kom.
Later plof ik neer in de club en heb ik een rustige maar erg leuke avond uit met niet te harde maar errug goede tango muziek, aangenaam gezelschap, leuke gesprekken en een extra tour door nachtelijk Rotterdam. Want ik wil nog even genieten van de oude vertrouwde straten met hun nachtwinkels en -clubs, louche coffeeshops, café'tjes, tunnels en afro-winkels of het klein azië en rijd dus extra rondjes daar waar ik niks te zoeken heb. Ik kom dus pas na 1 uur thuis en slaap pas een dik uur later in.
Dit moet ik vaker doen, dan valt het met dit provinciaaltje op lange termijn allemaal wel mee. Tijd zat om me weer te laven in de geisoleerde natuurlijke rust waar alles weg kan spoelen en mee kan waaien met de rivier en de wind in de boomkruinen. De rust is nu verdampt, als een parfum na een lange dag, als dauw eind van de ochtend als de zon het gras bereikt heeft.
Zeker na vanmorgen, met mijn goede voornemen om eens lekker uit te slapen. Een ritje ziekenhuis als chauffeuze om 7 uur om voor de zekerheid even een uitgebreide check te doen, want mijn vader stond op en werd onwel... Weer schrik en 49 km per uur te hard op de rondweg. Ach, om 10 uur zaten we weer gezellig aan de koffie op het balkon waar de zon zich voorzichtig wat laat zien. Mijn ogen plakken en ik heb nog een hoop geregel voor de boeg.
Morgen... Morgen naar huis, één dag met het verstand op nul in een ander klein koekblik met schoonpapa en hondje Miska en al die boodschapjes, die troost...
De rust is inderdaad als de ochtenddauw, fris en rijk, sprankelend en schoon en met die pracht kan ik de centimeter dikke laag stof weer aan, de drukte van twee man, 2 honden, 5 katten, kipjes en Haan2 en grote broer die een snel bezoek brengt om door te stomen naar zijn weekje dansen. Laat maar komen, het is niets vergeleken bij afgelopen weken.
Met recht een ZorgVakantie, volgende keer toch liever meer Vakantie dan Zorgen...

maandag 25 juli 2011

Vrienden

Omdat Johnny zo vriendelijk was goede tweëede hands wielen voor ons te regelen en die hoogstpersoonlijk te komen brengen in Frankrijk, vond ik het meer dan normaal alleen om de passende wielmoeren te gaan halen bij hem als ik in Nederland zou zijn.
Dus print ik via een online route-site de beschrijving uit naar het hoge noord-oosten en stuur ik de avond ervoor mails ter bevestiging van mijn bezoekje. Omdat mijn blog- en emailvriend langs de lange route woont, wil ik ook hem even ontmoeten en op de terugweg zondag even aan bij Edith, die ons bezocht om bij ons te werken en zo een avontuurlijke vakantie te hebben. Zij heeft net de sleutel van haar eerste huis en dat zijn van die mijlpalen in een mensenleven die je graag deelt.
Mijn gehuurde Yaris heeft natuurlijk geen navigatie-systeem en een wegenkaart of stratenboek zijn niet voorhanden. Ook niet bij mijn ouders, want die hebben al jaren een navigatiesysteem in de auto. (Zouden de mensen over een decennia of wat eigenlijk nog wel kaart kunnen lezen?)
Mijn moeder is een weekendje thuis om te kijken hoe het gaat op eigen kracht, de medicatie haar werk te laten doen en even bij te komen van het instituut 'ziekenhuis'. Een goed moment om even mijn hielen te lichten en een weekendje op avontuur te gaan. Natuurlijk mis ik de Blauwe, ons tweëede huis op wielen, maar dit blijkt later absoluut niet nodig.
Eerst naar Drente waar ik een heel klein plaatsje moet zien te vinden en een doodlopend straatje. Het is slecht weer, koud en regenachtig. In dit land lijkt alles dichtbij, maar als je van zuid naar noord rijdt diagonaal is het toch ver weg, zou je denken. Ik blijf het 'kippeeindjes' vinden, 100, 200 of meer kilometers zijn even tikken op de strakke brede wegen met de uitzonderlijk goede bewegwijzering en andere efficiente voorzieningen voor de reiziger per heilige koe. Zeker als je gewend bent anderhalf uur te doen over een luttele 60 km over kronkelweggetjes, te smal om elkaar met 30 km per uur te passeren. Ik ben er dus zo, althans, na twee maal de provinciale weg af te zijn gereden op zoek naar een informatiebord of tankstation waar ik een wegenkaart zou willen kopen. Ik rijd uiteindelijk toch maar een ander gehucht binnen, zoek een winkelcentrum(pje) op, parkeer de auto en zet deze op slot -wat thuis echt niet hoeft in de kleine dorpjes- om in de drogist de weg te vragen. Ik zat op de goede weg, maar mijn routebeschrijving is niet zo duidelijk en daar ga ik de mist in.

H ziet het vreemde babyblauwe voertuig langzaam van huis naar huis rijden om huisnummers te vinden. Ook dat van hen is niet te zien vanaf de bomenlaan, maar zijn verschijnen zegt alles. Ik ben de auto nog niet uit of een dikke knuffel valt me ten deel, handenschudden, drie zoenen van zijn moeder en een zeer warm welkom met eigen soep in de kleine keuken.
Na de lunch, zonder mocht ik niet verder, praten we, lachen we, hebben we het over moestuinen en tuinen, over fruit en het slechte weer en bewonder ik zijn schilderijtjes en tekeningen zorgvuldig bewaard in een map en schrift. De tuin roept me waar ik weer een nieuw vriendje maak, het kleine friese Stabij'tje blijft me achtervolgen en steekt haar zachte snoet daar waar er kans is op een liefkozing.Ik ben groen van jaloezie als ik zie hoe alles groeit in hun tuin, de enorme trossen druiven in de kas, de 4 bijenvolken die niet steken -waardoor ik van heel dichtbij een foto kan maken- de zware takken van de appelbomen die allemaal door H zelf geënt zijn, de enorme uien die liggen te drogen en de bloemenborder vol natuurlijke kunststukjes. Eerlijk is eerlijk; de overbuurman heeft paardemest, de aarde is donker, zacht en ruikt voortreffelijk en H heeft groen-gouden handen en een contact met alles dat groeit. Onze graniet-zanderige helling zal zulke grond nooit krijgen. Niet tijdens ons leven, ooit misschien. Geen 10 kub oude stalmest zal onze helling in een paar jaar om kunnen toveren tot een platte, rijk van water voorziene moestuin.
De tijd vliegt en helaas moet ik verder, door naar Groningen, naar de uitgestrekte velden met mais dat gegeseld wordt door de harde wind. Toch een beetje met lood in de schoenen laat ik de eigen Opperdoesjes aan mijn neus voorbij gaan. Hier kom ik nog wel eens terug.

Op naar John. en het gezin dat emigreerde vanuit de Randstad naar een vrijstaande woning in het toch stugge en gesloten Groningse. Ik gok meerdere keren met het interpreteren van de routebeschrijving. Wat een groot verschil met hun toch ruime hoekwoning in een woonwijk van Spijkenisse destijds. Drie Defenders staan te pronken op de oprit. Mijn 'schuld', ik liet hem kennis maken met deze bakbeesten en hun mogelijkheden. Landrover Defenders kunnen tanks zijn, terreinwagens, werkauto's voor boeren en andere buitenlui, traktor, campers, boodschappenwagens en gewoon 'auto'! Een enorme schuur is onontbeerlijk voor deze boomverzorger, voor het gesleutel aan motoren van zijn broer en ander geklus van zijn vader. Het is huislijk en ook hier word ik weer hartelijk en warm ontvangen en getrakteerd op oer-hollandse gastvrije eenvoud waar ik van smul. Inclusief de peentjes met aardappels -nog nooit zo lekker- en draadjesvlees met jus en vla toe. De zaterdagavond brengen we al borrelend door achter de TV en weer drink ik me volledig teut aan de hollandse zaterdagavond spelprogramma's en kletsen we over de cultuurverschillen in landen zelf en de verschillen met Nederland en Frankrijk. Emigreren is altijd een gok en heeft altijd zijn voor en tegens.
De nacht mag ik doorbrengen in de caravan die klaar staat voor een ingelaste vakantie in Italië. Ik bof, want de frisse caravan is lekker privé en het geluid van de regen en harde wind geeft me een super-vakantiegevoel waar ik echt blij van word. Ook al is het weer triest en maakt het al snel somber en sjagrijnig. We gaan pas na half twee 's nachts naar bed, dus inslapen is geen probleem.Het wakker worden wel, maar ik heb nog wat uurtjes rijden voor de boeg. Na een douche durf ik te zeggen dat ik wakker ben en dan staat de filterkoffie al weer klaar. Dit is echt verwennerij, dit is nou Vakantie, dus ondanks de vermoeidheid van afgelopen week, rust ik toch uit en is het weer moeilijk om te vertrekken.

Het weer is dramatisch voor juli. De Yaris niet bestand tegen de windstoten. De wegen in Groningen de gevaarlijkste die ik ooit bereed; Tweebaans, geen parkeerplekjes zo halverwege de eindeloze polders, geen vangrails of vluchtstrook, tot verder dan waar je kijken kunt een relatief smalle strook asfalt waar je 160 per uur kunt, maar dat niet doet, want één stuurfoutje en je wordt één met een boom die als windbrekers staan opgesteld met wiskundige orde. Geen mens kom ik tegen op deze zondagaochtend, de wind probeert me van de weg af te duwen en ik betwijfel of ik wel goed rijd. Geen zon om mijn richting te bepalen, geen borden met Assen erop, allemaal bekende plaatsnamen waar ik echt niet heen moet. Dus mijn gok-je-richting-spelletje gaat gewoon door. Ik rijd misschien kilometers om en dat terwijl 1 liter loodvrij 95 toch 1 euro 729 kost. De rit voelt lang aan en toch schiet het op en ben ik blij een overzichtelijke snelweg te bereiken waar alles weer duidelijk staat aangegeven.
Omgeving Arnhem is me bekend, dus vind ik het huisje van Edith met gemak waar ik weer open armen en knuffels krijg en een warme bak lekkere koffie. -de koffie die ik in Nederland drink is niet te krijgen in Frankrijk- Ik blijf net zo lang plakken tot ik haar ouders de hand schudden kan, ik heb ze aan de telefoon gehad, maar ogen doen me goed en het potje zelfgemaakte jam ook!
Toch wil ik naar huis, even nog met mijn moeder aan hun befaamde groentensoep met groente uit eigen tuin waar geen restaurant tegenop kan.
Daar eenmaal iets van opgekikkerd voel ik hoe moe ik ben. Ik stuur snel nog een leuke email naar het verhuurbedrijf van mijn auto om ze te verleiden me de auto nog wat langer te verhuren en plof bijtijds op bed.
Uitslapen, eindelijk een dagje ongegeneerd uitslapen....

De vrienden die we maakten na ons vertrek uit Nederland hebben een andere betekenis voor ons gekregen. We zullen nooit afhankelijk hoeven zijn van hotels en restaurants, mogen overal vrijwel onverwachts aankloppen en worden altijd met open armen ontvangen. Dit ervaar ik als herontdekking van eigen land, nooit verwacht, niet eens gehoopt. Want de vriendschappen die mij belangrijk leken toen ik nog in Nederland woonde bleken minder dan kennissen en te oppervlakkig om contact mee te houden. Het is apart dat de gemiddeld 1100 kilometer die tussen mij en hen ligt, nauwelijks bestaat als het er echt op aankomt.
H, Johnny & gezin, Edith; BEDANKT LIEVERDS!!

gelakte nagels

Een week of 6 geleden keek ik misnoegd naar mijn nagels; afgescheurd, afgebrokkeld, vieze randen en verkleuring van de stukjes die nog intact waren en meegegroeide nagelriemen. "Jammer, maar dat is hier niet anders." dacht ik nog.
Door iets voorzichtiger te werk te gaan in de moestuin en tijdens andere karweitjes krijg ik het toch voor elkaar enigszins nette nagels te hebben. En de zaterdag voor mijn vertrek lak ik ze met een potje gevonden diep roze-rode lak. Marc moet noodgedwongen aan de afwas terwijl ik koket met mijn handen schud om de opvallende lak goed droog te krijgen. Ik kan er maar moeilijk aan wennen en denk soms even in een flits dat ik bloed zie, om dan te ontdekken dat het gewoon nagellak betreft.
Het grootste voordeel is toch wel dat de verkleurde nagelrandjes niet te zien zijn. Iedere dag met je vingers in de grond maakt dat je ook dagelijks lang moet boenen voor het vuil eronder weg is, maar sommige plantsappen en vruchten trekken diep in de huid en nagels en ik heb geen tijd om dagelijks een nagelbadje te nemen. Geen zin in ook, zo nutteloos.
Met dameshanden reis ik in de trein naar Nederland. Ik pak alles anders vast en probeer de lak niet te beschadigen. Dat is een hele kunst en het lukt me nauwelijks. Ik dacht altijd dat nagellak er wel voor twee weken op zou zitten en er gelijkmatig af zou slijten. Maar na één dag begint het spul al krasjes te vertonen. Hoe dames met acrylnagels en andere kunststukjes op de uiteinden van hun vingers dat doen tijdens het dagelijks leven is mij een compleet raadsel. Laten ze alles doen terwijl ze omzichtig zich aankleden? Mijn handen, vingers en nagels blijken onmisbare werktuigen die niet te koop zijn bij de Gamma, nee echt, Dat zeg ik!
Om m'n moeder wat af te leiden koop ik een mooie kleur, neem remover en een knipper mee naar het ziekenhuis en mijn eigen kleurtjes in de hoop samen wat te kunnen rommelen. Maar ziek is ziek en het komt er niet van. Tijdens wat TV kijken (Shocking als je dat normaal nooit meer doet en ik besef me wel degelijk dat de TV dan wel een kakofonie aan geluiden en een berg onzin mijn oren inspuit, maar dat ik ook achtergronden misloop en een hele grote dosis algemene ontwikkeling.) in gezelschap van pa en poes, lak ik ze met een naturel kleurtje tussen een base- en top laag in. -Nog even en ik klink als echte dame- Uit mijn element, niet met de vingers in de grond tussen hardhout en graniet, bevalt het me wel. Maar het blijft een gedoe ergin te hebben dat laagje lak heel te houden. Het blijft een tijdrovend karwei met een niet zo relevant effect.
Ach, heel af en toe dan, als ik nette nagels heb... Ben ik even stads terwijl ik reclames wegzap en wacht op het volgende TV programma dat 'Lering ende vermeack' verzorgt voor het volk, ik dus.

zondag 24 juli 2011

Een vrijdag

's Ochtends worden pa en ik wakker door een huilende kleine jongen die buikpijn heeft en over moet geven. Er komt alleen geurloos water uit z'n maagje, het is zo sneu om mijn neefje zo ziek de dag te zien beginnen. Half zeven is ook wel erg vroeg voor een lange dag met zoveel plannen. Hem is een dagje uit met zijn papa belooft, maar die verslaapt zich en komt bij nader inzien om half drie 's middags nog even aan. (grrrr)
Eerst naar de stad aan de overkant van de druk bevaren rivier om eventjes op de markt rond te struinen voor kibbeling en gerookte makreel en een mut aardappels bij de aardappelkraam. Natuurlijk is er veel veranderd, liggen er opgebroken straten, zijn er weer wat pollers bijgekomen en is het parkeerbeleid veranderd. Ik probeer het vlakbij de markt, vind een plekje en loop met wat euro's in de hand naar een parkeerautomaat. Ik probeer 50 cent, 1 euro en het grootste muntstuk en lees alle tekst op het ding twee keer goed door. Niets wijst er op 'alleen vergunninghouders' of een beperkte tijd. Maar de muntjes blijven uitgespuugd worden met de tekst 'verboden bedrag' op het display. Wie deze foutmelding verzonnen heeft mag van mij een enkeltje maan krijgen! Ik bel de storingsdienst, want 'verboden bedrag' begrijp ik echt niet. Het antwoord van de stugge eilander-in-gemeentedienst luidt; "U ken alleen een dagkaartie kopen mefrauw." Ik weet genoeg en taai af, om een drietal straten verderop de auto voor 30 minuutjes naast een dierenwinkel te parkeren waar ik ooit Kommer & Kwel kocht, twee goudvisjes die ik in een plastic zakje naar hun nieuwe kom vervoerde in een zijtas van mijn fiets, een pakweg ruime 20 jaar geleden... Sentiment! Vlakbij de muziekschool hoor ik vanachter de ramen van een historisch pandje van de oudste stad van Nederland mainstream jazzmuziek en het is pas kwart voor 10 in de ochtend. Het geeft me een weemoedig gevoel van de stad waar ik ter wereld kwam, zoveel jaren heb geleeft, geleerd, geshopt, dwarsfluit leerde spelen, opa verzorgde, vriendjes had en mijn eerste huwelijk zag stranden.
De markt is als vanouds, groot, met de bekende geuren van de notenkraam, de vis, gebraden kippetjes en het geroep van de groenteman die luidkeels aardbeien aanprijst en grapjes maakt met de verkoper ernaast die tussen een hondertal sinaasappeltjes staat en veel flesjes met vitamine-C-bommetjes. De historische pandjes, het Hof dat al zovele films van een echt decor voorzag, het draaiorgel en de fietsen her en der al dan niet met uitpuilende zijtassen.
Ik heb weinig tijd en zou de hele binnenstad wel willen zien, maar de parkeermeter geeft me geen tijd. Wel loop ik even door naar een pinautomaat en valt mijn oog op de stoffenkraam. Zou ik het eens doen? Mooie stoffen kopen voor een jurk en broek? De gehoofd-doekte dames van formaat zijn veel betere klanten als deze passant met vis, dus de koopman weet precies naar wie hij zich moet richten. Na het pinnen lijkt hij klantloos en de tijd te hebben, stug als de eilanders hier kunnen zijn moet ik nadrukkelijk de aandacht vragen en koop voor een tientje 7 meter erg mooie stoffen en een rits voor de toekomstige jurk bij de fourniturenkraam ernaast. Nu dan toch echt terug naar de jazz en dierenwinkel voor de parkeerwachten mij een paar minuten speling gunnen om alsnog een bonnenboekje tevoorschijn te toveren. Nu ja, toveren....
Maar de aardappels zijn op en om pa dat nu met de fiets te laten halen terwijl hij onverwacht zonder auto zit, met kleinkind en de afspraak heeft naar ma te gaan om met z'n drieën -of vieren- vis te eten in het ziekenhuis is ook weer zo wat. Dus op de hoek van de sportzaak tegenover de aardappelkraam bel ik hem en vraag welke hij wil en hoeveel. Later, nadat ik 5 minuutjes heb staan genieten van die echte marktsfeer in eigen land, hoef ik dus niets te zeggen; mijn belletje hebben ze aan de kraam kunnen volgen en met een glimlach krijg ik mijn mutje mee voor 4 piek. Ja hoor, hier nog steeds de pieken die rollen mogen.
Dan door naar het verpleegtehuis waar ik opa ga verrassen met kibbeling, als de man nog leeft tenminste. Geen idee of zijn laatste hulp mij zal of kan informeren, want we hebben nooit contact. Opa zit in zijn rolstoel en wordt net zijn kamer uit gereden terwijl een schoonmaker die juist induikt. Eerst gaan we in de grote lichte hal de kibbeling opsnoepen en veeg ik zijn mond schoon met zijn al wat vieze zakdoek. Hij heeft weinig spierbeheersing meer en ziet wat witjes, maar verder is de 83 jarige nog als altijd, vol grappen en tevreden. Ik heb deze weduwnaar jaren verzorgd, eerst voornamelijk zijn huis, maar later ook de inwendige mens door zijn boodschapjes te halen. Toen ik vertrok uit de drechtsteden regelde ik een nieuwe thuishulp die hem gelijk beviel, een gelukstreffer, want de man kan veeleisend zijn.
Tijd voor koffie beneden en terwijl we de lift pakken, schuiven 5 gerolstoelde bewoners naast elkaar aan om te luisteren naar een accordeon spelende bewoner die de echte smartlap ten gehore brengt. De automatenkoffie behoeft echt veel suiker, maar we genieten van even samen zijn. Daarna wil ik wel even met hem gaan lopen buiten, ook al is het grijs en fris. Maar we mogen zijn kamer niet op voor trui of vest, zijn kamergenoot 'ligt slecht' en we mogen niet storen. Opa krijgt mijn jack over de schouders en we lopen een blokje om, om eendjes te kijken die zich rond de rolstoel scharen in de hoop op brood. Een kleine meid komt aangehuppeld met een zak brood en gaat op de brug staan, wat de eenden snel in de gaten hebben om luid kwakend haar kant op te rennen, te vliegen en te zwemvliegen... Ja, ook dat kunnen stadseendjes goed, misvormde pootjes of niet. In de verte komt er een schoonmaakkarretje aan met allochtoon die papiertjes prikt. Aan de overkant van de weg loopt zijn compagnon, een echte schapekop, kan niet anders, die ook luidkeels loopt te zingen en alles wat hij ziet meeneemt in zijn zelfverzonnen refrein.
Afgelopen week stond er in de krant dat alle straatmuzikanten zijn verdwenen in het stadsbeeld; verboden, sinds kort. Idioterie! Het lijkt oost Duitsland wel, waar niets 'nicht erlaubt' is, maar alles 'verboten'.
Opa breng ik terug voor zijn maaltijd en ik knuffel hem gedag. Het heeft ons beide goed gedaan.
Ik sjees naar het ziekenhuis in de auto van mijn ouders, waar er een vriendin op bezoek is en mam met de kleine op bed opgetogen zit te kletsen. Mijn neefje is dus nog steeds niet opgehaald door papa, dus op de fiets met opa dat hele eind naar oma om daar te smikkelen van kibbeling met saus. Hij kiest ervoor met tante Tien mee in de auto terug naar huis te gaan om daar op opa te wachten -trouw met de fiets-. We lunchen met z'n drieën en zakken uit terwijl het liefste ventje ter wereld met zijn trein speelt.
Broer komt dus pas om half 3 alsnog zijn kind ophalen terwijl we het mannetje net belooft hebben naar het land te gaan. Pa moet daarheen voor de aflevering van iets en de boodschapjes moeten gedaan. Ik kreeg het na de lunch eindelijk voor elkaar voor het weekend een autootje te huren, en ook die moeten we even op gaan halen. Pa de auto terug en ik wielen voor mijn weekend uitje naar vrienden.
Maar met broer kan het anders en zodoende brengt hij me naar het verhuurbedrijf, teken ik voor een babyblauwe metalic Yaris voor het weekend, gaat pa zijnsweegs en probeer ik in de vrijdagmiddagdrukte pa nog te treffen op het land*. (* zie logs eerste week augustus 2010)
Maar ik rij expres langs mijn laatste werkgever 'van toen' en ga even kijken of er iemand thuis is.
Ik kan niet zo goed omschrijven wat me daar ten deel valt. Het mag gezegt, deze hovenier cq werkgever heeft 6 kinderen, is van één van de strengst gereformeerde kerken van Nederland, en doet zijn werk succesvol met hoofd, hart & handen. Hij had het lef een vrouw aan te nemen die in werkbroek zijn onderhoud van alle tuinen deed en het hem regelmatig moeilijk maakte, want een vrouw in zijn bedrijf was wel erg modern. Hij heeft bedrijf aan huis en ik heb zijn kinderen op zien groeien van jong grut tot volwassenen. Vier van hen getrouwd, inmiddels is 'de baas' 6 keer opa en meer dan de helft van al het spul is aanwezig tijdens de laatste voorbereidingen voor een lange vakantie in Zwitserland. Ik moet eerst een bakkie komen doen bij zijn vrouw, schoondochter en 4 of 5 kleintjes al dan niet in de luier-leeftijd. Met uitzicht op één van de mooiste tuinen die ik ken met prachtige strakke vijver en een voliaire, praat ik bij en geniet ik van een huishouden van Jan Steen, traditioneel, optima forma. Daarna mag ik nog niet weg, eerst op zijn kantoortje bijpraten met een wijntje erbij. Alle tijd voor deze onverwachte, maar nog niet vergeten bezoekster in spijkerbroek, zonder knoet in het haar en moderne manieren. Harten van goud, open armen, warme welkome liefdevolle woorden, gemeende interesse, van iedereen, ook zijn jongens (personeel) op de late vrijdagmiddag.
Verbluft, .... ach ja, letterlijk verbluft en nagezwaait door armen vol vakantiespulletjes en goede wensen, verlaat ik het erf met een kostbaar tuinenboek in de hand, dat hij alleen weggeeft aan dierbare vrienden. Een paar van zijn tuinen staan erin en een interview met deze getalenteerde no-nonsense hovenier.
Ik probeer de indruk te verwerken onderweg naar het appartement, waar pa en ik gelijk samen weer naar ma gaan, die ons in de hal opwacht om daar eens rustig koffie te drinken met wat lekkers erbij. Vooruitgang!!! Geweldig. Ook was een vlucht uit de kleine ziekenhuiskamer een vereiste; haar kamergenoot is een beetje door aan het slaan. Een man die de helft van zijn toch ernstige gezondheidsklachten fingeert en de boel danig op stelten aan het zetten is, terwijl verplegend personeel al zo weinig tijd heeft.
Later thuis eten we nog wat makreel op brood, zakken uit saampjes met wijn en "Ik vetrek".
De dag is nog niet klaar, want ik heb de drie routes nodig naar de vrienden die ik voor het eerst ga bezoeken. Drente, Groningen en Gelderland zijn mijn reisdoelen.
0:15 uur sluit ik de pc af.
'Gewoon' een vrijdag in Nederland. Als ik de dag later even verhaal naar m'n lief die omkomt in het saaie leven op het regenachtige franse platteland, hoor ik hem mij al trachten te remmen en raad hij me aan wat extra yoga-oefeningen te doen. De indrukken op zo'n dag zijn er meer als tijdens twee gewone weken thuis. Nederland, here i am and i'm still standing.

donderdag 21 juli 2011

Ziekenhuis

Ik kom er bijna nooit, gelukkig. De onmaakbare kunst is ook om er zelf als patiënt niet in terecht te komen. Afgezien van de ongelukken in kleine hoekjes lijkt het niet zo heel moeilijk met alle kennis die er is om gezond te blijven. Goed en gezond eten, niks doen waar 'te' voor staat, lekker bewegen, het liefst buiten en niet te veel stress aan gaan. Dit laatste is in een compacte maatschappij waarschijnlijk de moeilijkste. Naast het wonen en werken in verstedelijkt gebied natuurlijk, want de lucht die je inademt kun je niet even zuiveren....
En toch ben ik afgelopen jaren diverse keren geschrokken van beide ouders die beide toch ziek werden, inclusief een ziekenhuis opname. "Wij worden 100!" is hun uitspraak en daar ga ik ze aan houden, maar toch blijft het een onaangename situatie om gedwongen gescheiden te zijn en je lijflijk lot in de handen van specialisten te leggen, die dan wel meer weten over hoe het lichaam fysiek werkt, maar nog weinig tot niets van het stuk tussen de oren naar het hart en weer terug.
De kamers op de afdeling zijn klein en bevolkt met twee mensen en de airco wasemt alles behalve frisse lucht uit. Het is ondanks de fris witte muren, ruime lichte hal en grote planten een plek voor zieken... Dat zal nooit veranderen.
M'n moeder is ziek en de medicatie slaat niet aan. Veel bloedonderzoeken, kweek en andere onduidelijkheid laten haar dus nu al 10 dagen in het bed rusten. Koorts en doorgestoomd eten zonder smaak werken niet echt mee aan herstel. Het tweëede zware onderzoek mislukt en er wordt naar paardenmiddelen gegrepen.
Dit lijkt effect te sorteren en biedt soelaas... Voor nu en even.
Veel bezoekjes van vrienden, pa en mij doen veel goed. Ook de kleine J. -kleinkind van 3,5- heeft het effect van medicatie. Ze hoopt voor of tijdens het weekend gewoon lekker thuis uit te zieken, vertrouwde omgeving, echte mantelzorg, lekker eigen eten vers van het land, fijne muziek en de boten, de rivier en de stadse skyline als uitzicht.

Ik ben heel erg blij dat ik bij hen ben voor de tijd die ik nodig heb. Dit keer eens 100% voor hen & mezelf zonder een lange lijst regeldingen en heen en weer geren en gesjouw met spullen. Mijn lift is geregeld, dus de vakantie is een feit!
Het enige dat overblijft is de moeite die ik heb met het instituut 'Ziekenhuis'.

dinsdag 19 juli 2011

Treinen


Hoogstpersoonlijk worden we van perron C1 weggeroepen door de conducteur van het hypermoderne 'boemeltje' dat me naar Brive gaat brengen. De informatie-monitor toont het verkeerde perron en net op tijd kan ik m'n lief nog een knuffel geven en plof ik neer in het half volle lage treinstel. Eén wagon, die er meer uitziet als een zweeftrein uit 2111 in plaats van 2011. Iemand slaapt, en snurkt, anderen lezen wat of maken een praatje. Het treintoilet is netter als het mijne thuis en de tijd vliegt. Het uitzicht is enkel groen met hier en daar een opening in de beschermende haag met wat heuvels die zich in nevelen hullen en bedekt door donkere regenwolken, somber weer ook hier nog. Ik passeer een kasteel, een 5-tal joggende koeien in een weiland en luister naar de treintoeter voor en in ieder tunneltje. Het houdt me alert en dit is de manier om ook de achterkant van Frankrijk te zien in sneltreinvaart; woonwagenkampen pal tegen het spoor aan, verloederde achtertuintjes, rotzooibedrijven en ander vuil hoe dichter we Brive naderen. Het gaatje dat in mijn ticket geknipt wordt is nog geen 1.5mm groot, de uniformen van het personeel vlekkenloos en de etiquette nog streng.
Van de 'boemel-de luxe' opschieten de sneltrein in, dat ook weer een sneltrein-de-luxe genoemd mag worden met een 'piloot' die ons welkom heet en de belangrijkste regel oplegt; telefoons op stil om iedereen een rustige reis te garanderen. Ook stikkers beloven dat de vier uren op mijn gat geplakt zitten een dutje mogen bevatten en ik mijn koffie nodig heb. Ik heb het nooit zo op trein-traiteurs, dus kom ik enkel voor een plas mijn plek af. -Het toilet is ronduit smerig, en ik heb direct een 'verlegen blaas'- Mijn koffer kan in een glazen kofferkast aan weerszijde van de ingang van de coupé, het systeem werkt perfect en is me zo duidelijk dat ik een wat oudere verlegen fransman met lichte reis-paniek in de ogen op het perron in Brive uitleg hoe het werkt.
* Wat zou ik graag een sigaret roken.....
De stoelen kan ik haast zetels noemen met hun superzachte bekleding in lichtgrijs en mintgroen. De plié-gordijntjes maken het geheel af en ik heb meer beenruimte en een groot uitklaptafeltje dan in welk Ryan-air toestel dan ook. Het gangpad is geschikt voor grote koffers op wieltjes, geen gehannes met het voor je uit torsen van je koffer en een rugzak op je rug waarmee je medereizigers voor het hoofd stoot.
Eigenlijk ben ik gewoon verkocht voor het reizen per trein; boekje erbij, onderuit gezakt, gordijntje dicht als je wilt, bakje koffie en een koekje of een broodje en een snelheid waar de 130 per uur op de tolweg langzaam bij aanvoelt.
Toch begin ik me na station Limoges te beseffen dat het leven een snelle moderne versie heeft, die veeeel groter is als onze kleine wereld op het platteland met ingebouwde geborgenheid, zekerheden en middeleeuwse lieflijke en stugge knulligheid. Het verschil zit hem niet in het bijhouden van het nieuws middels kranten en TV, het zit hem in de afwezigheid van bijvoorbeeld homostellen, moslims of mensen die niet-blank-zijn. Homo's zijn gewoon not done in onze regio, wij hebben er geen enkel probleem mee. Moslims en andere kleuren huid worden gediscrimineerd, maar dan op een andere manier als in drukkere gebieden. Getuige daarvan is het moslimstel dat hun juiste stoel maar niet vinden kan, omdat ze waarschijnlijk in de verkeerde wagon terecht zijn gekomen, wat met een A4 printje niet duidelijk aan de buitenkant van het raam aan één kant van de wagons is geplakt met een plakbandje. Ze worden niet geholpen en vriendelijk te woord gestaan. Hij voorop, netjes verzorgde korte baard, een zonnebril die meer zicht ontneemt dan zijn ogen alleen, groot en met de borst vooruit met in zijn kielzog een mooie vrouw met de mooiste hoofddoek die ik ooit zag. Bij ons lijkt het of deze mensen niet bestaan, je ziet ze niet en wij vergeten deze gewone moderne wereld direct zodra we in de gorges ingepakt lijken te worden door de natuur.
* Wat zou ik graag een sigaret gaan roken........
Hoe dichter bij Parijs, hoe minder groen het wordt, hoe meer woonkernen, bedrijventerreinen en de melding over het stilzetten van telefoons is maar één keer gedaan in een half lege trein. Steeds meer ratelende labtop's, telefoons met diverse beltonen, i-pods en -pads en de blackberries -Wat dat dan ook zijn mogen, ik mis niets in het leven met een zeer oud mobieltje. Een dolgedraaide wereld, ieder verdiept met gebogen hoofd in zijn/haar kleine apparaatje alsof het een liefje is, gekoesterd in de palm van een hand, of twee....-
In mijn handdagboekje blik ik terug op de tijd dat ik in deze wereld wilde passen. Inclusief kantoorpakje, een snel klein spliksplinternieuw sportief autootje dagelijks ruim drie uur in de file om maar voldoende centen te verdienen om mee te kunnen komen. Dit keer genoteerd met pen op ouderwets papier.
* Het verlangen om te roken wisselt van heel erg graag tot het volkomen vergeten. Mijn boek (De zon in mijn ogen van Josie Dew) is net niet boeiend genoeg om niet aan een rookmoment te denken. Het uitzicht is platter dan Holland, lichtgeel, zandkleurig bijna, we rijden door de graanschuur van Frankrijk en Parijs is in zicht. Als ik mijn mobieltje opdiep onderuit mijn rugzak schrik ik. We hadden nu al op station Austerlitz moeten zijn, ik heb 3 kwartier om over te stappen middels een 25 minuten durende metro-trip naar Gare du Nord. Een kwartier speling om uit het treinstation te komen, de juiste metro-ingang te vinden, een ticket-machine te leren kennen om dan de juiste eenheid te kopen, de metro te nemen en op Gare du Nord het juiste perron te vinden. En dit alles natuurlijuk zonder teveel tegenslag!
15 Minuten te laat stopt de sneltrein en ik haast me langs geirriteerde mensen die alle tijd hebben en de weg goed kennen. Ik heb geen van beide en weet maar één ding, ik MOET die Thalys op tijd bereiken. Lijn 5, oranje lijn richting Bobigny, rennen, trap af en trap op met een klotsende rugzak en schommelende koffer. Hijgend sluit ik aan in de eenmansrij voor een ingebouwd apparaat dat vermoed dat het metro-kaartjes verkoopt. Ook mijn voorganger staat te rommelen en komt er niet uit. Terwijl ik al zenuwachtiger word, de tijd twee keer sneller lijkt te gaan, geen tijd heb om te roken (mag natuurlijk niet) hoor ik tussen de ruis van reizigers door een nederlandse zin tot me doordringen; "Moet u ook met de Thalys?" Een vroege twintiger staat enigszins nerveus achter me met een joekel van een koffer -Ook met wieltjes, wat een zegen is deze uitvinding!- Mijn handen trillen, in de ene een portemonnaie en losgeld, in de andere een koffer-handvat en aan de schouder een rugzak die open staat, chaos, in mij en om me heen....
* Nee, nu wil ik even geen sigaret!!
De treuzelaar, de vreemdeling, de reiziger voor me die misschien ook de Thalys moet halen, vertrekt richting de poortjes en ik druk op het scherm, met wel 8 vingers tegelijk. De machine doet niets, geeft geen krimp. Ook de jongen die met mij de race moet aangaan, krijgt niets gedaan van het ding. Mijn oog valt op het klepje waarachter de tickets verschijnen als zijn het flesjes water in het midden van de sahara.... Grits, die ticket is voor mij, foutje van mijn net zo onwetende voorganger. Mijn onverwachte reisgenoot heeft 2 euro paraat voor een ticket, gekocht aan de balie en samen hollen we de trappen af waar net een metro aankomt. Onzeker kijken we nog even of we wel aan de goede kant instappen en zodra de deuren dichtgaan op onze gadgets die tijd aangeven.... De tijd blijft gevleugeld en op het één na laatste station voor Gare du Nord valt de stroom uit. Deuren gaan niet open om nieuwe reizigers binnen te laten of uit te spugen richting de drukke straten van deze zo fantastische wereldstad, waar wij tweëen niets van te zien krijgen. Het licht valt uit en het wordt stil. Hoe krijg je twee onervaren reizigers gek?
Opgejut kijken we elkaar gejaagd aan, ik mag dan ouder zijn, de stress is niet minder, ik wil naar NL toe, en wel zo snel mogelijk.....
De metro heeft weer stroom, deuren gaan open, mensen eruit en erin deuren gaan dicht en hij vertrekt, het vermalijde ding op ijzeren wielen. Wat nou "Ik ben verkocht!"??
Gare du Nord is een kopstation, maar groot! Chaos, mensen, winkeltjes, neon, geluid, muziek, beveiligingsbeambten, zwervers, trappen en deuren, open ruimtes, waar is het plafond en de uitgang, de perrons??
* Ik steek toch een snelle sigaret op, gatver, zo hoeft het niet.
Al zoekend met onze ogen waaraan onze benen gehoorzamen vinden we een roltrap en zien de treinen staan. Hij is net even sneller georiënteerd en roept me toe dat we perron 9 moeten hebben. Ik ren me te pletter met een rugzak die alle centimeters van mijn rug beklopt alsof het een acupuncturist is, een sigaret die ik net zo goed uit had kunnen laten en een koffer -op wieltjes!!- die keurig uitgelijnd op de strakke straat achter me aan getrokken wordt. Als ik perron 9 bereikt heb verschiet ik van kleur. Ik sta aan het begin van een donkerrode trein waarvan ik het einde niet kan zien, stewards staan op het punt de deuren te sluiten, ik hoor een fluitje -voor de onze???- en begin nog harder te rennen naast de langste passagierstrein ooit. We worden aangemoedigd door iedere steward die ons nog helpen door te zeggen dat we helemaal naar voren moeten rennen, de helft van deze snelle combi blijft in Brussel staan. Het is al tijd om de trein in beweging te zetten, de jongen is uit zicht gerend, op kop, die haalt de finish wel. Ik moet wagon 16 hebben en deze lijkt zo ver weg, want eerst zijn er de eerste klas wagons met restauratie. Volledig buiten adem wordt ik door een tropisch uitziende neger de trein ingetrokken en hij helpt me met de koffer. Ik ben volslagen van de kaart door deze overstap, onfris doorgezweet, buiten adem en allerminst gecharmeerd van het gebrek aan tijd. De Thalys wacht niet op mensen die nog later komen, de deuren sluiten zich na mij en hij zet zich gelijk in beweging. Mijn sprint-genoot kijkt me aan, we kunnen nog lachen en ik uit me even snel in het frans bij twee stewards die ons vriendelijk toelachen. Het zachte vlaams dat ik als antwoord krijg met hun bewondering dat we het gehaald hebben doet me veel goed. Ik puf eerst even uit op het halletje van de wagon, voor ik met zweetplekken mijn stoel ga zoeken. Ik plof de koffer in het rek boven mijn hoofd en laat me zakken in het dunne bijna felroze pluche van de stoelen. Minder ruimte voor de benen, rumoeriger en niets dat op de rust lijkt ten zuiden van midden Frankrijk.... Maar ik zal op tijd in Rotterdam zijn.
Pas na ruim 20 minuten ben ik in staat om me op te frissen in een matig net toilet en trek een ander shirtje aan. Zucht....
De snelheid van deze trein laat vrachtwagens stilstaan en auto's kruipen. Brussel lijkt een tussenstationnetje van een stoptrein tussen Dordrecht en Breda.
Op Rotterdam centraal is me alles wel enigszins bekend. Op de verbouwing na raakt de drukte van de spits me niet.
* Ik geniet van een sigaret.....
Mijn reisgenoot uit wagon 17 leent mijn telefoon om zijn lift te regelen en we wensen elkaar daarna een goede voortzetting van onze reis. De eens zo vertrouwde stationshal is niet meer. Gewoon buiten staan nu de ticketautomaten, broodjesloketten en krantenkiosken. Wat een chaos, ook als blijkt dat ik mijn pincode vergeten ben voor een kaartje naar Dordrecht waar ik opgehaald wordt. Tijdens deze intercity-reis van nog geen kwartier neem ik plaats op een halletje op mijn koffer en tel het aantal mensen die een vaste relatie hebben met de kleine strakke apparaatjes in hun hand, veelal met oordopjes. Wederom met gebogen hoofd lijkt voor 10 van de 12 aanwezige mensen, de mensen om hen heen niet te bestaan. Chattend, hyvend, twitterend, surfend, scrollend, bellend, luisterend besteden ze die paar luttele minuten in de trein en de wereld lijkt niet te bestaan.
Ik ben zeer verbaast, ik vind dit zo arm na de rust en vriendelijkheid in het boemeltje vroeg in de ochtend van dezelfde geleefde dag! De meest maffe outfits, bling-bling assecoires en dat alles vergaart door er niet te zijn en niet te zien, om zo dus ook niet gezien te worden terwijl de kleding er wel op gekocht is, de make-up duur betaald en de merk-tassen van niet-zo-diervriendelijk-verkregen leer zorgvuldig uitgekozen tijdens een zeer spaarzaam shop-moment niet te lang geleden. -Anders is het al uit natuurlijk- Mijn rode jack, wandelschoenen, spijkerbroek en witte shirt zijn niet uit de mode, dus ik zit daar even goed met een !Spits die niets meer te melden heeft dan dat mensen meer tevreden zijn over de NS. Het moet gezegd; de prijs voor het kaartje is inderdaad peanuts, de gegeven informatie over mijn trein die niet rijdt en de snellere oplossing hiervoor is beter dan erg goed en het gevaarte gaat precies op tijd weg.
* Ook in Dordrecht rook ik op mijn gemak een sigaret daar waar het eigenlijk niet mag, het zal me even een spreekwoordelijke worst wezen.
Op het station wacht mijn vader.
We rijden gelijk naar het ziekenhuis waar we een goede maaltijd genieten voor het bezoekuur aanbreekt.

De kosten, het rennen, de tijd en snelheid, de reis dus, is meer dan de moeite waard. Ik ben nog steeds verkocht. Dus als ik geen spullen hoef te versjouwen vanuit Nederland, dan geen autorit meer voor mij. Het is goedkoper en zoveel makkelijker reizen. Het Parijs-debacle omzeil ik de volgende keer wel door de reis in tweëen te hakken en de tijd te nemen Parijs Tien te laten zien en mijzelf een café au lait te trakteren in een echt bistro'tje op een hoek van één van de duizenden straatjes.

zondag 17 juli 2011

Regen


Ja ook hier in het zuiden van Frankrijk regen, regen en nog eens regen. Na het onweer van vorige week bleef het bewolkt met hier en daar een opklaring die van die mooie ochtenden laat verschijnen. Het was gewoon koud, net als in Nederland. Dit was voorspeld, in mei al, dat juli een natte maand zou worden en wij trekken ons dus binnen terug.
Komt me niet slecht uit. Dat uitslapen met snooz-stand op de wekker, nog half in dromen die ik best uitdromen wil, maar wel het bewustzijn van de zondagochtend die somber is met het geluid van al dat water om ons heen. Alsof je in een tentje ligt op een natte zondagochtend op de camping. Zo'n zondag dat je lang in pyama rond blijft lopen en geniet van de frisse lucht, de geur, om dan maar weer een boekje te pakken en iets lekkers bij de zoveelste kop koffie te nemen. Nee, voor mij geen last-minute naar de zon, die zien we hier meer dan ons lief is.
(We zonnen niet meer sinds we hier wonen. Not done die mooi gebruinde huid. We zijn zo vaak buiten en door die toch al verdikte huid schuwen we de middagzon, die gewoon ongezond aanvoelt en dragen we, als we echt moeten, lange luchtige broek en shirts met lange mouwen.)
Afgelopen dagen ben ik dan toch goed op de hoogte van 'het thuisfront'. Frappant dat ik dat zo blijf ervaren! Van het "ik moet waarschijnlijk 1 nachtje blijven" werd het een midweek, om dan haar verblijf in het ziekenhuis met nog een weekend te verlengen en gisteravond te horen dat ze maandag nog niet naar huis mag. Zekerheid over wat haar scheelt heeft ze wel, het is chronisch, wat ik nog het ergste vind. De medische wetenschap is ver, maar een behandelmethode voor haar ziekte hebben ze nog niet en dus draait ze 'proef' met eengrote groep anderen. Of het aanslaat is dus allemaal maar afwachten. Gelukkig weet ze zelf wat goed voor haar is en brengt het bezoek lekker fruit mee en andere gezonde aanvullingen.
Ik verleng mijn lange treinreis met een rit naar het ziekenhuis waar ik wat ga eten met m'n vader om daarna haar een echte knuffel te kunnen geven.
Ze vond het 'wel erg voortvarend' dat ik een reis boekte een paar weken terug, maar het blijkt eigenlijk net op tijd om mee te kunnen redderen bij m'n vader thuis en er te zijn als ze uit het ziekehuis komt. Er is niets zeker, maar positief denken, dat kunnen we alle drie!
Vandaag dus spullen pakken, was van de lijn, want die fijne rok hangt daar en die moet mee, stofzuigen in de hoop dat ik wat van het trappenstof wegkrijg -dat lukt alleen als ik die hele verdieping een keer blank zet- papieren opruimen, laatste hand aan het kunststuk voor broer -onder voorbehoud, alles mbt die gozer altijd onder voorbehoud!- en een beetje afscheid nemen van thuis voor 10 dagen of langer. De terugreis staat maar half vast en m'n lief kan uitstekend voor zichzelf zorgen, wat mij de ruimte geeft om net zo lang te blijven als dat nodig voelt.
Mijn plaatjes-schiet-toestel gaat natuurlijk mee en loggen kan ik overal. Komende weken dus vakantie-foto's uit mooi Nederland.

vrijdag 15 juli 2011

de verleiding weerstaan

De verleiding weerstaan... heb je de verleiding al weerstaan of komt die nog en neem je je voor weerstand te gaan bieden? Het kan alle twee.
Ik zit snel op de kast en verleidingen heten niet voor niets verleidingen. Of het nu ging om Tien als kleine meid in Jamin, waar ik het nog niet kon en dit concern op kleine schaal wel berooft heb van enige omzet, of het gaat nu om de aangebroken fles rode wijn die je ten slotte niet te lang open kan laten als die kurk er eenmaal af is. Ok, ik ben dan al gezwicht voor de verleiding van de kurkentrekker, helemaal waar. Maar dit zijn verleidingen die de fysiologische mens treffen. Er zijn er nog meer, veel meer!
En ik ben een mens dat niet altijd even goed onderscheid kan maken; laat ik me toch verleiden? Door de knapperd in zijn Lotus? De mooie krullenbol op zijn graafmachine in smetteloos wit T-shirt? Door die geur die uit de pizza-wagen komt en de knipogen van le Patron? Kan ik de verleiding weerstaan om iets dat ik vind in Secondlife NIET na te maken met net iets betere middelen om het als eigen product op de markt te brengen? Zwicht ik voor 'liever lui dan moe' om met toestemming (tijdelijk geheugenverlies even daargelaten K!) een foto op mijn blog te plaatsen die gemaakt is door een ander in plaats dat ik zelf erop uit trok met de ca-me-ra en op de afbeelding zwoeg tot het gewenste resultaat er is?? Zwicht ik teksten te lezen die ik liever niet tot me neem, zoals net dat ene slokje te diep in het wijnglas? En als ik zwicht, wat doe ik dan met de informatie die mijn hersens me geven? Wat doe ik met de beelden die toch, tegen beter weten in, op mijn netvlies blijven kleven? Wat doe ik met het zwart-wit beeld dat al sinds 1990 in mijn geheugen zit van een gevangene die door het hoofd geschoten wordt in de 2e wereldoorlog? Krijgt het een laadje dat potdicht zit? Doet het zijn werk dan wel? Wie verplichtte mij ertoe? Waarom vergeet ik veel dingen direct of snel genoeg zonder dat het een effect op me heeft en waarom blijven andere dingen zo lang bij me?
Niet omdat ze per definitie goed en prettig zijn, of lelijk en schokkend. Waar selecteren mijn hersentjes nou toch op?
Een vraag die ik nog niet beantwoord heb en soms zou ik willen dat een filosoof daar een passend antwoord op had, of één of andere beroemde wijsgeer of psycholoog. Maar die kunnen dat niet, het zijn tenslotte mijn hersenen die alle informatie verwerken, verwerpen of koesteren. Links, rechts, voorin of achterin, die ene kwab of juist de andere....
Er komen me dingen ter ore, dagelijks. Ik zie dingen, lees dingen, soms in een virtuele wereld waar je je moeilijker kunt weren voor de realiteit, want het wordt ongezouten of -genuanceerd op je bordje gesmeten. Vaker in deze realiteit.
Ik heb op de pc een kruisje rechtsboven in beeld. Ik heb een prullenbak die ik legen kan. Maar mijn ogen registeren snel, mijn oren doen het nog te goed, mijn bevattingsvermogen is groot en ik overschat mezelf nog wel eens in het vermogen te filteren van wat er binnenkomt.
Toch merk ik, dat ik sinds vorig jaar, vorige zomer, een stuk ben opgeschoten in het mezelf niet zo snel meer te laten provoceren door anderen. Of ik geplaagd wordt door m'n lief of de steekjes onder water die ik her en der best wel eens krijg aangereikt.
Steeds minder blijft het hangen of vergroot het zich buiten proportioneel, steeds vaker hanteer ik de subtiele provocatie's naar hun waarde; als provocatie. Niet meer of minder. En vind ik de handigheid het te plaatsen waar het hoort, te laten daar waar het vandaan komt. En ik ben er trots op.
Ik reageer van binnen met hart en ziel niet meer op de onkunde van D gisteren om me gewoon de hand te schudden. Een erg snel knikje van zijn kant zegt mij weer dat juist hij moeite heeft met de situatie en niet ik. Ik kan me beheersen om niet de sites op te zoeken waar ik niets meer dan gefrustreerde onzin vind van mensen die in de levenszee rondspartelen zonder dat ze kunnen zwemmen. Mijn geheugen laat me in de steek wat veel negativiteit betreft en ook mijn favorieten zijn opgeruimd na de grote schoonmaakbeurt van mijn pc. Tijdens een Secondlife feestje van vriend P laat ik me ook niet provoceren tot een ruzie over oude koeien die ik al lang en breed vergeten ben omdat ze er niet toe doen. Ik ben het echt vergeten... Ze neemt me van alles nog kwalijk en ik laat haar schertsend kwetsende uitlatingen doen in een persoonlijk berichtje. Ik zucht eens diep, vertel haar dat het niet om mij gaat tijdens het feest, maar om de jarige en bied mijn verontschuldigingen aan voor iets waarvan ik geen idee heb waar ik dan toch de fout mee in ging, toen. Een jaar geleden, of zoiets. Een stilte volgt, een heerlijke stilte, rust in mij die zich uitstraalt naar de realiteit, naar mijn nachtrust, naar m'n lief en de geblancheerde boontjes.
Glimlachend en met rust kan ik dit nu verwoorden, vorig jaar nog niet. Op de kast had ik gezeten, met hoog rode blos, trillende handen en kromme tenen. Nu pas ik nog in mijn leren slippers en rij bedaard het terrein af.
Ik schep mijn eigen verleidingen voortaan wel....

Soms....

Soms ben ik alles behalve assertief zoals A al aangaf in een mailtje vanochtend. Ze gaf me de spreekwoordelijke schop onder m'n kont om zelf het ziekenhuis te bellen.
Vanochtend heb ik weer geen mail, sms of belletje van mijn vader of hoe het met mams is. natuurlijk, geen loeiende sirenes, geen zwaailichten, geen levensbedreigende situatie, maar wel mijn zorgen over haar. En over mijn vader die "gewoon het leven leeft zoals altijd", op de kleine past, gaat werken, z'n maaltijden kookt en op bezoek gaat bij ma.
Ze blijkt gewoon telefoon op haar kamer te hebben, is aan wat medicatie en wordt tot na het weekend nog even daar gehouden, om volgende week waarschijnlijk! wel naar huis te kunnen...
Ik moet lachen om mezelf, dat ik me zo druk maak terwijl ik veel eerder het heft in eigen hand had kunnen nemen.

Maar het feit blijft dat de werkelijke afstand in kilometers een verschil maakt in wat je kunt doen en wat anderen doen naar jou toe.
Ik krijg nog een mail van H, een email-vriend, via de blog inmiddels tot zodanig 'verheven'. Om mijn laatste restje grumbel-grumbel-gehalte te spuwen laat ik mijn toetsenbord flink ratelen. Na het verzenden lees ik hem nog eens door en bedenkt me dat het een log kan zijn, als ik durf, zo uitgesproken en ongenuanceerd.
Maar wie ben ik verantwoording schuldig voor wat ik schrijf?? Enkel mezelf toch zeker. Dus publiceer ik de brief aan H in een oud concept-logje. Altijd handig!

Voor wie echt wil; http://opennaarfrankrijk.blogspot.com/2011/05/email-brief-aan-een-vriend.html
Wel op eigen verantwoording lezen hoor lieve lezers.....

Dan nu over tot de orde van de dag:
Blancheren en blancheren, nog eens blancheren om dan de afwasberg weg te ruimen en wat orde te scheppen in huis. De trappaal is nu definitief klaar en bevestigd. Die komt nooit meer los van dit huis en mag nu even aarden. Marc gaat proberen de treden af te maken voor ik weer terug kom uit NL... Toch een beetje manman's presteerdrang, de lieve lieve schat die mijn zenuwen zo knap hanteren kan.
Daarna even helemaal tot mezelf komen bij sofrologie en yoga. De waarde van het wellness-centrum, hoe klein en soms zo amateuristisch dan ook, is van onschatbare waarde aan het worden op alle fronten van ons nieuwe leven. Niet alleen voor mij, want wat daar weg- en afvloeit hoeft thuis niet te weerkaatsen tegen de granieten wanden om door m'n lief weer geabsorbeerd te worden.
Na de ruime hoeveelheid regen die hier viel en de frisse temperaturen, is het nu weer tijd voor vochtig en tropisch warm. De was droogt lekker snel en ruikt heerlijk. We eten boontjes tot we ervan klappen, maar ze zijn zo ontzettend lekker. Alles doet het dit jaar eigenlijk goed en we beseffen ons dat we groeien.
Soms, ach ja, soms lijkt alles niets... En niets is alles!
Was soms maar altijd!

woensdag 13 juli 2011

niet 'hier & nu'

Gisteren begin van de avond ontvang ik het bericht dat mijn moeder in het ziekenhuis is opgenomen. Ik weet dat ze ziek is, niet accuut, maar toch onverwacht. Het is beter als thuis zitten en niet onderzocht worden omdat in eerste instantie de wachtlijst tot gedegen onderzoek 4 maanden duurt!!!! Maar het zit me niet in de koude kleren. Ik maak een fantastische filmpje van het onweer van gisterenavond en -nacht. Ik film de eindeloze regenbui die alles verfrist hier. Ik freubel in SecondLife, doe het huishouden, kook en was af en toch.... Even geen mooie verhalen of mooie foto's. Even geen zin om mijn tijd te stoppen in het maken en converteren van mijn filmpjes. Even geen energie voor het bloggen.
Enige geruststelling is dat ik mijn treinticket vervroegd heb met 5 dagen. Fijn te weten dat ik volgende week maandag in Nederland ben, bij haar en er voor haar kan zijn, en voor mijn vader.
Nu zijn de 1100 km's net even er 1100 te veel.....

maandag 11 juli 2011

Rijbewijs

Half juni verliep Marc's rijbewijs. Dus informeert hij begin mei en gaat halverwege deze maand naar de prefectuur met de benodigdheden voor een nieuw frans rijbewijs.
Hij levert er alles in, inclusief een enveloppe met voldoende frankering om het nieuwe rijbewijs in op te sturen. Die enveloppe zat vandaag in de bus, maar niet met een rijbewijs. Nee met een verzoekje erin om een voldoende gefrankeerde enveloppe op te sturen en zijn oude rijbewijs...
Soms moeten we zo lachen om de gang van zaken in Burocratie Frankrijk....

Picknick








Wij zijn gaan picknicken, daar waar ik de vorige keer met Nadine misgreep bij lege frambozenstruikjes omdat we een maand te vroeg waren. De avond is nog steeds snikheet, maar in het gat van deze waterval trekken we beide toch een fleecetrui aan. We rijden na het eten door waar we de vorige keer gestopt zijn, soms is dat wijs als je met een gewoon busje rijdt in plaats van een 4x4. De struikjes hebben nog steeds geen roodroze framboosjes, maar het pad steigt en blijft stijgen langs knoestige beuken met gevlekte stammen vol kronkels, vergroeiingen, babyboompjes die aan de ouder zijn vastgekleeft, vlieren en moerasspirea. Het is weer een lust voor onze ogen. De avondlucht is nog te fel, het blauw verbleekt en de heuvelruggen kaal met enkel een schuur of één boom in de verte. Wat wonen we toch in een schitterend gebied.
We nemen ter afscheid van deze picknick op de terugweg nog één pad door de weilanden, omzoomd met oude hekken, verweerde grove muurtjes begroeid met alles dat maar weinig wortels nodig heeft en ik stuit toch op één kleine spriet met rijpe wilde framboosjes.
De grootste stier die we ooit zagen staat wat achteraf langs een hekwerk aan de rand van zijn wei met dames. Hij vindt er niks aan, die fotografe en of ik even die vliegen op zijn rug weg wil jagen. Nee meneer stier, ik kijk wel uit.

zondag 10 juli 2011

'Van ons eigen'

Voor de grap kocht ik drie tabacsplanten. Ik weet wel dat ze decoratief zijn. Dus in de moestuin met die nog kleine dingen, beetje wateren af en toe en ze schoten de lucht in. Afgelopen weken staan de meterhoge planten in bloei met hele ranke maagdelijk witte trompetbloemen. Stijf van de luis, dus dat is mooi meegenomen, want dan laten die de kool tenminste met rust. Ik zoek op het internet of er nog meer mee gedaan kan worden en zo ja, hoe dan, maar geen succes. Gisteren liep ik weer langs de planten, ze zijn hoger dan breed en die bladeren zouden toch puur tabac moeten zijn? Dus pluk ik de onderste ervan af, die liggen verdroogd op de grond en terwijl ik naar boven loop verkruimel ik ze in mijn handen. Het ziet eruit als erg droge bladtabac, dus doe ik mijn best er een sjaggie van te draaien en steek dit experiment in de brand. Het geeft een zachte tabakssmaak, heel zacht, alleen wat scherp doordat het zo droog is. Maar wel leuk natuurlijk, beetje tabac van eigen land.Dus oogst ik vandaag een 2e test en hang de enorme bladeren in de secadou te drogen en knip ik de bijna uitgebloeide top met bloemen eruit. Wie weet is dit de oplossing. We halen al geen goedkope tabac meer in België... Zou dit het begin van het einde betekenen??
Marc oogst snijboontjes, ze zijn heel klein dit jaar, maar dik en zeer smaakvol. Om de twee dagen toch wel een dure kilo die we hier zomaar van de planten plukken, genereus!! We eten er smakelijk van en ik blancheer me een ongeluk, want ook de haricots zijn al goed. De afwas groeit gestaag, maar maak eerst mayonaise, de pot is weer leeg en na het afwassen is het tijd voor ondersteuning en een meedenkend hoofd.
Marc gaat verder met de trap. De elektra is gedaan, gaten in de muur netjes dichtgemaakt met cement en nu dan de paal, wat een lang project is. Er moet een stukje uit ter hoogte van de vloer zodat de paal in de draagbalk past en in de vloer. De treden komen er ook in met aan de andere kant de muren ter steun. Maar hoe maak je een vierkante uitsparing in een kronkelende niet echt ronde paal?? Mijn schat is in staat zichzelf in te metselen, zich met de auto in te sluiten tijdens het plaatsen van een hekwerk of een trapgat te maken voor de franse kabouters... Dus denk ik mee en komen we samen tot de oplossing; gewoon gaan zagen, met de hand. Later beitelt hij het gat schoon en schaaft het wat bij terwijl ik de paal vasthoud en draai indien nodig.
Ons rommelen blijft veel plezier en voldoening geven. Ook wel eens veel gescheld en getier, maar dan lijkt het altijd aan de timing te liggen en niet aan het rommelen zelf. Van ons eigen, helemaal van ons! Waar bloed, zweet en tranen ook al niet toe kunnen leiden.

Drie bomen


Niet zo heel ver van ons vandaan, aan de overkant van de rivier, zie je de heuvel na iedere bocht weer verschijnen met op haar bultige rugje Drie Bomen. Het lijkt niet het hoogste punt in de omgeving, maar dat is het wel, met een table d'orientation, een ronde stenen tafel met een 360° afbeelding van de hele omgeving. Deze tafel staat aan de zijkant van het kleine plateau, de meeste ruimte wordt in beslag genomen door Drie Bomen; 2 majesteitelijke beuken en 1 eik. Gedrieën vormen ze Puy de Montabès. Drie Bomen met één verhaal;

http://klaproos.web-log.nl/klaproos/2011/07/0407-drie-bomen.html

Verhaal gelogd door Klaproos, met veel dank!

vrijdag 8 juli 2011

snel eten


Vanochtend de maandboodschappen waar ik echt de tijd voor neem. Er is amper parkeerplek en ik hoor alle nederlanders weer zoeken naar de voor hun bekende artikelen in een franse super. Het is weer een kwartier kassa-wachten terwijl ik anders gelijk aan de beurt ben; Vakantietijd!!!! Rond half 2 ben ik pas thuis, Marc snoept de minicroissantjes op die ik vaak meebreng in plaats van dat hij een boterham smeert.
Castel slaat aan, dus is er echt bezoek, anders is het een blafje dat er leven op het bospad is en nu klinkt het bijna dreigend. H Van yoga en de slaapkop van sofrologie die samen met haar man de ruines bezoeken aan het einde van het bospad. Parijzenaars die hier in het seizoen lang zijn, als het even kan Parijs alleen nog aandoen voor de inmiddels volwassen kinderen. Ze hebben een hoop te vertellen, over de geschiedenis van deze kant van de gorges, de wet- en regelgeving en tips hoe we ons zouden kunnen verzekeren van niet nog meer asfalt. (Dit kost veel geld, het enige dat helpt is het land kopen, al is het maar 5m² om het pad te blokkeren en de rechten te hebben...)
Daarna haast ik me naar N om verder te werken aan m'n kunststukje, door naar sofrologie en yoga. Ik ben enigszins gedesorienteerd, sofro. is vervroegd met een half uur, dus ben ik weer ruim 20 minuten te laat en kom ik er maar moeilijk in. Daarna, tussen sofro. en yoga in, een lesje luisteren en franse conversatie, wat sofro zelf ook al is om me dan te concentreren op yoga.
Snel de auto in om 20:15 uur, want er liggen twee warme pizza's te wachten....
Ja wauw, niet in een restaurant, niet uit de diepvries, maar afhaal-eten. Voor het eerst sinds we hier wonen. Ze zijn nog niet klaar, de pret-a-porter's, dus maak ik weer een frans praatje, maar de geur die uit de camionette komt, de hoeveelheid kaas, saus en andere ingrediënten die ik op de pizza's zie verschijnen, de geur in de auto doet me watertanden en ik moet echt nog 30 minuten naar huis waar een uitgehongerde Marc halsreikend uitkijkt naar pizza!
Ze zijn bijna koud als ik thuiskom, maar de oven staat aan. Snel schenk ik een wijntje in en eindelijk.... 21:15 eten we dan, snel eten, lekker makkelijk; FEEST!
Ze zijn alletwee heel heel erg lekker, klasse en zeer goede kwaliteit, dat had ik eens eerder moeten doen!
Dagen als deze maken me heel moe, daar komt nog een pittig gesprekje met een vriendin in Secondlife bovenop. Last van niet in kunnen slapen heb ik eens niet, dankzij de sofrologie en de nacht is verkwikkend. Ik ben de dag ervoor ook echt helemaal kwijt!
Maar de smaak van die pizza... Nee, die blijft nog wel even hangen!

donderdag 7 juli 2011

Ordinateur


Toen IBM Frankrijk zo ongeveer toe was aan het lanceren van de personal computer in Frankrijk rees er een probleem. Het woord ' computer' is not done in de franse taal.
'Com' klinkt als snel als 'con' en dat betekent zoiets als 'klootzak'. 'Pute' betekent 'hoer' en is met 'com' ervoor teveel van het slechte. Dus de franse overheid, die zich nog steeds het liefst overal mee bemoeit -herkenbaar?-, eiste van IBM France dat ze toch echt een ander woord voor 'computer' moesten verzinnen voordat IBM mocht proberen internet-voorloper Minitel te passeren. (Minitel is een soort interactieve telefoon-teletekst die nog steeds in veel huishoudens en instellingen gebruikt wordt als (contact)informatie-voorziening)
Iemand kwam op het woord 'ordinateur'. Het woord is gemaakt zoals de vlaamse taal omgaat met het nederlands.
Voordat het woord 'computer' de wereld veroverde, kreeg een fransman een zwaar ongeluk en raakte in een coma waar hij pas na 10 jaar uit ontwaakte. Inmiddels was de PC gemeengoed en het woord 'ordinateur' zo gewoon als dat het woord 'Twitteren' nu begint te worden. De man is bij kennis als de artsen hem vertellen dat ze wat gegevens nagaan in de 'ordinateur' en laten de man achter in zijn bed in het verpleeghuis. De man gaat eens na liggen denken, want dat woord heeft hij nog nooit gehoord. "Cela doit être une machine qui crée de l'ordre..." - "Dat moet een machine zijn die orde schept..."
Meesterlijke manier van een taal om taal te zijn, dat het woord zelf al zegt wat het betekent. Net zoiets als het vlaamse woord voor centrifuge; droogzwierder.
De annecdote is bekend in Frankrijk, voor mij is deze nieuw en ik wilde hem mijn lezers niet onthouden!

Fransen

Vandaag moet ik naar boven met het stuk hout dat ik om ga toveren tot praktische kunst, een kadootje voor mijn broer. En ik kan een beeld in mijn hoofd hebben van 'het ding' als het af is, maar het uitvoeren is een tweëede!
Ik heb Nadine hulp gevraagd, ze is op de marktochtend altijd in haar atelier bezig, terwijl haar man de boodschappen doet. Ik heb eigenlijk groenten nodig, maar ik ben nog steeds relaxed en met een hoofd dat op 'losjes' staat ingesteld bel ik bij haar aan. Geen gehoor, dus loop ik gewoon naar binnen en open de deur van haar werkruimte. Ze is aan het werk, had mijn emailtje nog niet ontvangen en de bel niet gehoord, maar toch ben ik welkom. Snel afgeleidt als dat ze kan zijn, geeft ze me advies en nemen we mijn email door om de spelfoutjes eruit te halen, dat zijn er heel weinig en ik blaak bijna, van zelfvertrouwen. Of blaakte ik echt?
We gaan koffie drinken op het terras, het is koud en zwaar bewolkt, de markt heeft er een tiental kraampjes bij voor de toeristen, veel kinderen hebben hier al vakantie en zo is het toch een drukte op straat. Ik leer haar broer kennen en zijn zoontje. Hij heeft een indiase moeder en papa heeft wonderlijk helder blauwe ogen. Het jochie heeft een teint die ik nog nooit gezien heb en groene ogen die zo helder zijn, zo mooi in amandelvorm in de kassen staan, dat ik in ze verdrink. Zelfs in secondlife zijn zulke ogen niet te koop, en dat zegt veel. Haar man doet het terras ook aan, stoeltjes worden bijgezet, vele voorbijgangers groeten de familie en ik wordt aan iedereen voorgesteld. De namen gaan er links in en rechts weer uit. Ik hoor spaanse praatjes van Nadine en de ex van 'le Patron', franse gesprekken doorspekt met engelse vertalingen voor mij met hakkelfrans als antwoord, maar toch volg ik alles terwijl de stadsmuziek hard staat en het lekker chaotisch is. Het neefje heeft rotjes gekocht, en ze maken grapjes dat hij ze maar afsteken moet op het drukke pleintje, want dan heeft de gendarmerie ook wat te doen. Het jochie wordt verwend met complimenten, aandacht, aai over de bol, extra zakgeld en een ijsje. Dit staat haaks tegenover de enorme prestatie gerichte opvoeding die aan franse kinderen gegeven wordt. Het kinderleven bestaat voor hen hier uit hard werken, lange schooldagen, hele zware boekentassen, ontwikkeling, regels en straffen als je niet je best doet. Ik moet aan iedereen het stuk hout laten zien en de ow's en ah's komen van alle kanten. En plein publique doet m'n vriendin uit de doeken hoe geweldig mooi we wonen, dat het hier veel warmer is als boven -niet helemaal waar- en dat ik die nederlandse ben waar ze het 'toen en toen' al over had... Normaliter haast een genante situatie, maar vandaag blijf ik er nonchalant onder.
Ik kan vandaag bijzonder veel bevatten, zonder gebrek aan zelfvertrouwen, zonder me tekort te voelen schieten om te zeggen wat ik vaak wil zeggen, uitermate relaxt dus en ik blijf me daar over verbazen. Ik wil niet alles op dat ene uurtje sofrologie van gisteren gooien, maar toch...
Tussen deze gezellige hectiek door besef ik me dat er hier drie soorten mensen zijn tijdens het hoogseizoen; Locals die hier het hele jaar door wonen, familie van de locals die hier geboren zijn, maar de rest van het jaar elders in Frankrijk wonen en werken en de toeristen. De laatsten zijn herkenbaar aan hun kleding, al is het nu nog zo koud; shorts en topjes, zonnehoed en -brillen, teenslippers en ze staan lang stil bij de kraampjes die de locals juist negeren. De locals, en ja, ik dus ook, bezetten de plaatsen als altijd, op de muurtjes, al kletsend in groepjes op het plein en met de kooplui die er het hele jaar door ook staan en ze houden de stoeltjes op het terrasbezet door de eindeloze stroom familieleden die aanwippen en weer verder gaan.
Dat 'ons kent ons' is toch nog nieuw voor me, maar ik geniet enorm van het local zijn. Ik voel me opgenomen in het niet-zo-grote geheel van het stadje en dat is toch bijzonder, want relatief woon ik ver weg. Fransen zijn dus ook gewone mensen! Maar hoe ze met elkaar omgaan blijft toch een groot verschil met ons Hollanders...
De rest van de dag blijft het zwaar bewolkt en fris, dus m'n lief werkt aan de schuur en we steken de schouw aan om het prullenbak-gehalte eens weg te branden. Ik doe een dutje en daarna is het stuk hout aan de beurt; 2e fase. Buiten is het nu eindelijk nat van de regen en dat doet het bos weer goed, want oh oh oh wat is het hier droog!

Sophrology


Eén tot twee keer per week rij ik naar het Centre Bien Etre voor een 90 minuten yoga wat me nu makkelijk af gaat. Ik ken de woorden en bewegingen en ben inmiddels gewend aan de stem van Daniël die yoga rationeel benadert en het dus heel aards brengt. Ik ken de vaste groep dames en zij mij. Er wordt steeds vriendelijker gedaan en ik word meer betrokken bij het geheel. Ik durf me ook wat meer te laten zien, neem het initiatief om de schuifpui open te zetten als het benauwd is binnen of maak een priet-praatje voor en na de ontspannende inspanning. Ik ga zelfs naar binnen als ik te laat kom, wat ik vroeger nooit gedaan zou hebben. Het wordt makkelijk en Nadine heeft dit haarfijn aangevoeld en pusht me om een stapje verder te gaan, ze raadt me 'Sophrology' aan. Het woord alleen al, veel te technisch, spiritueel en ik kan me in het nederlands bij deze term al niets voorstellen.
Ze mailt me sites in het frans waar het uitgelegd wordt, maar na het vertalen via google blijft er niets zinnigs van over.
Ach, baat het niet dan schaadt het niet, dus trok ik gister weer eens de stoute schoenen aan en rij naar het centrum. Volgens hun program op internet begint het om half 5, maar die informatie -die er net een dikke week opstaat- klopt niet, het start pas om half 6. Pfff, dan maar eerst boodschappen doen en de dakdekker gaan betalen. Ruim voor aanvang stap ik weer binnen en neem plaats in het zitje voor de receptie met zicht op de entree en het trappenhuis. Nu kom ik zeker niet te laat, want ik zie de mensen dan naar boven lopen. Alleen het meisje achter de receptie doet vermoeden dat het centrum toch echt geopend is, het zwembad achter me is leeg, het is doodstil en hoor het tikken van de klok die achter de balie hangt en er komt niemand binnen of de trap af. Acht minuutjes voor half 6 fluistert ze me toe dat ze denkt dat ze al begonnen zijn. Typisch frans platteland, dat loopt dan zo rommelig allemaal en met de extra handicap dat ik te laat kom in een nieuwe groep met een nieuwe activiteit, ga ik toch de trap maar op naar de grote zaal.
Enigszins gegeneerd stap ik binnen en leg mijn matje tussen de 4 andere dames. Daniël kijkt verbaasd en vraagt of ik dit wel kan volgen, maar eens moet de eerste keer zijn en ik zeg dat ik het ga proberen. Ik praat nooit zoveel, dus er zijn maar weinig mensen die in kunnen schatten wat ik nu eigenlijk al begrijp van het frans en wat niet. De goede luisteraar zal het aan mijn reacties zien en horen, maar soms heb ik mijn dag niet.
Sofrologie -in het nederlands hetzelfde woord met alleen een andere spelling- kan het volgende met de mens doen;
* meer zelfvertrouwen krijgen, autonomie stimuleren.
* gevoel van welbehagen, van innerlijke rust en evenwicht.
* leren omgaan met stress in het algemeen, opgejaagd gevoel.
* angst, faalangst en paniekaanvallen.
* fobieën: bijv. voor de tandarts, de lift, vliegtuigen en straatvrees.
* voor ieder die last heeft van somberheid, neerslachtigheid (bij zware depressiviteit altijd eerst contact opnemen met eigen huisarts!).
* verhelpen van concentratieproblemen en geheugenverlies.
* slaapproblemen.
* beheren van eigen energie.
* gewichtsproblemen.
* creativiteit bevorderen
(http://www.eurekacoaching.nl/methodes/sofrologie.html)
Daniël benadert de sofrologie vanuit pure visualisatie, hij doet een beroep op onze concentraie. Ondanks dat ik dus een uur op mijn rug lig met gesloten ogen, is het heel zwaar en inspannend. Zeker omdat het 'nieuw jargon' is, een dame naast me luidruchtig ligt te snurken en er een techneut bezig is met bedrading, maar ook met een boormachine. De dame in kwestie krijgt een luchtige reprimande na afloop en ze verontschuldigt zich vandaag nog bij mij persoonlijk, als we elkaar op de markt tegen het lijf lopen.
Het is een uur lang me bewust proberen te maken van links in mij en rechts, van zomer- en winterlandschappen, van harmonieuze klassieke muziek en moderne jazz, van bitterzoet tegenover citroenzuur. Verplaatsing van de twee contrasten naar boven en onder -in mij-, van links naar rechts, diagonaal en weer terug.
Pittig, en na afloop kan ik de leraar zeggen dat het heel goed is gegaan en ik de kracht ervan al begrijp. Ik heb een heuse conversatie met drie dames na afloop en voel me relaxed en ok. Dat is even wennen, maar ik ben helemaal overtuigd van de techniek en opgetogen rij ik naar huis.
Vannacht droom ik, van een essentieel stukje in mij dat ik graag uit wil werken om toe te komen aan een betere innerlijke balans, minder 'peunuveu' zijn, voor het hebben van meer zelfvertrouwen en die energie-huishouding in mij die best wat evenwichtiger mag. Ik word bijna wakker en prent me in de droom niet te vergeten, wat nog lukt ook.
Deze donderdag blijft het uurtje sofrologie nawerken in samenwerking met die duidelijke droom waar het er zo dik bovenop ligt dat ik wat aan mezelf heb gewerkt gisteren, dat ik besluit zovaak ik kan naar sofrologie te gaan. Ze mogen dan met heel veel dingen hier erg achter lopen, het is allemaal een beetje ouderwets in deze streek, maar dat er zoiets geboden wordt lijkt haast speciaal voor mij te zijn gedaan.
Weer een stapje verder, daar wordt dit mens echt blij van!