dinsdag 24 februari 2015

Het Cup-a-Soup Effect


Ik lig-zit te knauwen op de poot van een chocoladeletter P. Heerlijk, die paar dagen voor de maanstonde, lekkere foute melkchocolade die mijn kant op kwam via Wilma. Gisteren onze tafelgasten na een weekend de Vlamingen over de vloer die maandboodschappen voor ons meebrachten. W die een flinke bestelling Nederlandse boodschappen meebracht. Knie is natuurlijk moe. Van het enthousiast gastvrouw zijn, koken, hapjes, ons peperkoekenhuisje laten zien en de nu even spaarzame knuffel aan de ezels en het speels aan de grote oren van de varkens trekken.En het dansen als de muizen (lees: echtgenoot) van huis zijn. Pure vreugde om wat er wel is, het leven zelf.
La vie est belle.
Marc ging te voet de brievenbus legen, omdat ik wist dat het juiste boekje gearriveerd zou zijn. Voor de honden een heerlijke wandeling, die twee maal 3,5 km naar de brievenbus. Zo had ik de tijd en de ruimte om af te wassen en tussendoor te dansen. Te dansen? Ja, u leest het goed. Dat gaat prima op anderhalf been. Op 'a thousand beautiful things' en Honesty. Muziek van Annie Lennox die me vaak tot op het bot weet te raken en een intensiteit kent die gelijk is als mijn levensvreugde. 
Euvels, depressie, een knie-die-niet-mee-wil, maakt geen verschil in wat het Leven me zo vaak zegt. Niet wil zeggen of te zeggen heeft, maar me bevestigt in de vreugde pur sang die ik niet ontkennen kan. Wat anderen me toedichten. Dat ik een echte optimist ben. Dat ik sterk zou zijn. Of sterker dan dat ze zichzelf inschatten te zijn. 
Joppie; toch doof, merkt niks van Annie.
De zon schijnt tussen de buien door, Marc is dan ook uit wandelen in opdracht met paraplu. Hij is niet van suiker en ik geen suikerspin die na een val van Sarko's rug opnieuw gesponnen moet worden op de kermis. Het licht komt onze multifunctionele ruimte in. Woonkamer, woonkeuken en open kantoor zoals men een open keuken kent. Sport steunkous getrouw om de aangedane knie na het advies van een Nederlandse huisarts op vakantie die gister -niet op mijn verzoek- de knie vakkundig bekeek, kneedde en de reconstructie bewonderde die er nog prima uit'ziet'. Ook mijn verrichtingen die pijnloos zijn. 
Het geeft me het vertrouwen dat meezingen, zo hard en zuiver ik kan, vanaf mijn middenrif, zonder schaamte voor het muzikale gehoor van slapende Sooty, gewoon kan. Van daaruit sta ik te dansen alsof ik twee gezonde knieen heb, terwijl ik de linker knie wel degelijk ontzie in de capriolen die ik uit kan halen op de paar meubelvrije vierkante meters.
Diepe levensvreugde. 
De dag voor ik het 2e gesprek heb met mijn PRI-coach dans ik eventjes levenslustig op muziek vanuit het hart geschreven en gecomponeerd. Over en door de energie van afgelopen 2 weken dat ik een aanvang maak met het verwerven van fase 1 van een herprogrammeringsmethode voor het vervangen van oud zeer in het hanteren van een volwassen bewustzijn waarmee ik mezelf en mijn omgeving zuiver kan bejegenen zonder misbruik en gebruik te maken van letterlijk gedateerde beschermingsmechanismen die iedereen gebruikt maar wel destructief zijn voor het hier & nu en morgen.
Klinkt natuurlijk uitermate vaag, maar het effect is indrukwekkend. Tijdens het zingen en dansen ontwaar ik die beelden. De wandelstok in de hoek van het raamkozijn, een slapende kat op de bank die gerust is ondanks de luidsprekers van formaat, het licht van de zon dat de bank met extra kussens raakt, de kracht van een gezonde 40 jaar oude knie -ik heb er tenslotte twee-, de rust te genezen op eigen wijze, zoveel meer dat zijn recht en kracht kent doordat ik het zien en erkennen wil.
Het Royco Cup-a-Soup effect. Dit ook nog eens rond 1600 uur in de middag. Dit zouden meer mensen moeten doen!

maandag 16 februari 2015

Euvels

Zo met mijn kleine handbal in de knie op de bank is er wel tijd om zaken op een rijtje te zetten.
Genoeg stres, al een ruime 6 jaar lang.
Af en toe en hier en daar, in het Frans, het Engels en het Vlaams, dan nu in het Nederlands.
Niet zonder blikken of blozen, maar waar zou ik me voor schamen, eerlijk gezegd, treffen wij geen blaam. Enkel de omstandigheden die geen blaam kunnen dragen, of treffen. Hoe je het woord ook gebruikt.
Time to face facts.

Euvel 1

Terwijl we ooit de dief van dakstenen op heterdaad betrapten, leerden we dat onrecht nu eenmaal bij het leven hoort. De dief kreeg geen boete of reprimande van de autoriteit die in Frankrijk Gendarmerie heet. Ook kregen wij geen excuses of dakstenen terug.
Wel lag er een handgeschreven brief van een madame uit Parijs met de verkapte waarschuwing dat we de wet zouden moeten kennen en geen dakstenen mogen wegnemen (lees stelen) van haar ruïne die een stukje terug aan het bospad staat weg te rotten.
Wij spoorden haar op in 2010 met het vriendelijke verzoek of wij wat van die dakstenen, waar een deel van de ruïne mee vol gestapeld ligt, mochten kopen. U leest het goed, kopen! Mevrouw zei nee. Ze gaf als reden aan dat ze een nieuw huis had laten bouwen hier in het canton en dat er wel eens dakstenen afvallen die ze zou kunnen vervangen met die oude dakstenen van de ruïne al hier gesitueerd. Het gegeven is ook dat wij vrienden zijn met de lokale dakdekker die ons kon vertellen voor die ene steen op en neer te rijden naar haar vakantie-optrekje en de gevallene vervangt met een nieuwe uit zijn duur aangeschafte voorraad.
Tweede argument waarom wij nul op rekest kregen was dat haar kinderen de ruine zullen erven. Feit is ook dat kinderen, van onze generatie en jonger, absoluut geen trek, aandacht of interesse hebben in oude geruïneerde gebouwen in deze streek gezien opknappen en renoveren welhaast een drievoud kost van het neerzetten van een nieuw huis op een iets vriendelijkere locatie als langs dit bospad in de vergeten gorges.
Zo'n brief met verkapt dreigement viel bij mij goed verkeerd. Ik snoer me er thuis de mond over. Lief komt al om in de zorgen en zaken die geregeld moeten worden die hier nu eenmaal meer tijd kosten. De Franse gang van zaken op het platteland verloopt traag en behoeft persoonlijke bezoekjes en een lange adem met een vriendelijke open blik. Ik kwam door die brief overstuur bij Nadine binnenvallen en vraag haar de brief letterlijk te vertalen.
Nee, geen letterlijke beschuldiging van diefstal van haar al reeds vermolmde dakstenen. Wel een soort van waarschuwing, inclusief de gendarmerie die vaker gaat patrouilleren op het bospad. (Die lachen zich een bult en kijken onze aangifte er nog eens op na van het heterdaadje.)
Feit blijft dat wij als vreemdelingen, zeer geïsoleerd woonachtig zijn wat ons uitermate kwetsbaar maakt voor niet te controleren beschuldigingen en vaak lang vergeten kleine wetjes. Het is hullie tegen onzie, zie daar maar eens gerechtigheid uit te persen in gebrekkig Frans.
Met behulp van Nadine en een Nederlandse vriend die ook in Frankrijk woont maak ik een plan van aanpak. De Fransen zijn gek op het aanleggen en hebben van archieven. Alles in meervoud op verschillende plekken. Goed, de brief wordt beantwoord en gaat, na de benodigde kopieën, met La Poste naar Parijs. Ook krijgt de gendarmerie een bezoekje met beide brieven en zal ik vragen of madame een klacht cq aangifte heeft gedeponeerd. Daarna volgt er een zelfde bezoek met archief bij het gemeentehuis en een persoonlijk onderhoud met de burgemeester die zelf ook voor kleine wissewasjes in zijn 4x4 stapt om ons persoonlijk op de hoogte te stellen van onze strafbare feiten. (Dat draadhekje waarmee we 300 meter piste afsloten zodat de ezels niet kunnen verdwalen en de passant ons telefoonnummer heeft in geval van calamiteiten. Dit op verzoek van een toerist die toevallig op de hoogte is van zo'n vrijheids-belemmerend wetje.)
Dan is dit euvel voor zover afgehandeld en kan het thuis gedeeld worden zonder dat Marc daar ook weer achteraan moet. Wat madame in Parijs er verder mee doet zal mij een worst wezen. Wij stelen niet, al ligt dit zeer voor de hand en wordt het ons heel makkelijk gemaakt. De dief is ons bekend, die kent iedereen. En iedereen laat hem begaan, de gek stekend met zoveel arrogantie van een rijke dame uit Parijs die geen flauw benul heeft van het leven hier. Zelfs de gendarmerie haalt de schouders op, ze hebben wel wat beters te doen dan te controleren op een bospad waar een paar keer per week een wandelaar loopt of Paulus de Bospooier zijn wildsporen-rondje rijdt.

Euvel 2

Een huis-onder-water in Nederland. Al jaren te koop. Alles geprobeerd. Van een open inloop-motel zonder toezicht voor oostblokkers die hielpen Maasvlakte 2 te bouwen tot aan informeren naar beschermd wonen voor bedreigde kroongetuigen. Van het toch superleuke initiatief van Float Sensations Oostvoorne met diens Bed & Breakfast (geholpen door) tot een vriend in vechtscheiding uit de brand helpen met woonruimte. De prijs hebben we al meerdere malen laten zakken tot nu onder het hypotheekbedrag. We hebben specialisten, kenners van de markt en het bankwezen, Franse advocaten, Nederlandse advocaten, Vlaamse advocaten met kennis van Europees recht, notarissen, boekhouders en anderen geraadpleegd. Vele ideeën kwamen ons ter ore, de meeste helaas niet levensvatbaar, enkele wel, maar die vereisten onze aanwezigheid ter plekke.
Die hypotheek en overige vaste lasten kunnen we natuurlijk niet op blijven hoesten. Ons leven hier en nu vergt ook een centje, al is dat niet veel, omdat we kozen voor een zelfvoorzienend leven. Voor zover we de mogelijkheden hebben. Dit nog verder uitbreiden kan wel, maar vraagt veelal flinke investeringen.
Ook die keuze hebben we gemaakt; niet doen. Wat er restte ging op aan het leven en een fikse hypotheek. Uiteraard verstrekt in de toptijd van de huizenbubbel. Het huis zelf is de koopsom niet (meer) waard, nooit geweest. Het is de ligging, de grootte en het riante en prachtige perceel wat het geheel een meerwaarde gaf. 
Marc heeft altijd respect en ontzag gehad voor de autoriteiten. Voor zover een bank een autoriteit genoemd mag worden, maar dat is mijn perceptie. Ik vind het boeven in strakke pakken die persoonlijk nooit enige verantwoordelijkheid hoeven  en zullen dragen voor het uitlenen van geld dat enkel bestaat als eentjes en nulletjes in een wazige database waar zelfs een whizzkid geen dropveter aan vast kan knopen.
De angst zit er goed in. Want een hypotheek niet meer kunnen betalen zal niet bijdragen aan enige coulance van diezelfde bank in het ons ontdoen van inmiddels gehaat bezit dat enkel uit schuld (???) bestaat. Afgelopen jaren hoorde ik veel ervaringsverhalen van gedupeerden en vrienden of familie van mensen die met niets meer dan een tasje kleding zonder pardon op straat gezet zijn. Hele gezinnen, oude van dagen, maakt niet uit. C'est la vie, zolang het u maar niet treft. Nederlandse ervaringsverhalen, laat ik dit erbij zeggen, want in Frankrijk blijkt het toch wat genuanceerder uitgevoerd te worden; persoonlijke faillissementen en de afhandeling daarvan.
De rug tegen de welbekende muur is niet bevorderlijk voor de gezondheid. Fysiek, mentaal, sociaal, maakt niet uit. Ook trekt het een zware wissel op je relatie en is het immigreren en integreren eerder een extra verzwaring dan een leuke afleiding bovenop het werken om te leven. Dat gevoel van overleven volgde later.
Facing facts; We gaan dit jaar, en misschien komende jaren, het traject aan. De angst voorbij, de litanie in stilte herhalend. Op = op. De bank kan geen cent meer van ons krijgen en wij willen graag verder met ons off-grid leven in Frankrijk. 

Euvel 3

Inkomen genereren. 
Ik schreef er in januari j.l. dit logje over. Als we het genereren van een inkomen in een verzorgingsstaat wel beschouwen, sla ik toch aan het associëren. Genereren van inkomsten in ons geval is niet enkel het zoeken naar betaald werk en of het starten en uitbreiden van een bedrijf. De mogelijkheden afwegend tegen wat er niet haalbaar is levert nog meer mogelijkheden op dan wenselijk is, maar wel nodig. 
Zo denk ik aan het aanvragen van vrijstellingen voor afvalheffing. Om nu zonder verdere navraag ieder jaar die heffing te blijven betalen die onaangekondigd jaarlijks met 8% blijft stijgen terwijl we 1 kleine vuilniszak per 2 weken hebben, vind ik kolder. Ook kunnen we vrijstelling krijgen van 1 van de jaarlijkse belasting. Tax fonciere of tax d'habitation, er is me ontschoten welke van de twee voor de armlastigen kan komen te vervallen. Er blijkt zelfs een subsidie te bestaan voor het houden van ezeltjes. Deze subsidie is in het leven geroepen de traditionele waarden van het Franse platteland in stand te houden. Zouden Ollie en Sarko door hun bestaan zelf iets kunnen bijdragen aan hun eigen leven?
Om zulke zaken uit te zoeken en aan te vragen gaat ons heel wat extra tijd en energie vergen. Maar het zal ons best veel schelen. Het terugschroeven van uitgaven voor levensmiddelen is een altijd doorgaande sport die me soms vermoeid. Leven gaat zo op overleven lijken, ronduit vervelend.
Ook zal zelfs een bijstandsuitkering (RSA) een welkome aanvulling zijn, zo niet een must gezien de arbeidsmarkt in deze verlaten regio uiterst klein is en wij geen mogelijkheden zien zelfs de meest vieze of domme baantjes te bemachtigen. Weet dat RSA hier voor twee personen veel minder is dan bijstand volgens Nederlandse maatstaven.
Mijn schoonmaken bij de Ravelacjes brengt gemiddeld 50 euro per maand in het laadje, keurig wit via het arbeidsbureau. De inkomsten uit Secondlife zijn net voldoende voor de facturen van telefoon en elektriciteit, ook dit doen we wit via mijn ZZP/autoentrepreneurschap. 
Het interen gaat net zo op als op = op voor een hypotheek. Onze inboedel mag geen waarde toebedeeld krijgen, al zullen incassobureaus daar heel anders tegenaan kijken. Voor hen en banken hebben enkel spullen waarde. Maar in mijn leven staat de mens centraal en hebben de spullen geen waarde, net zo min als geld, je kunt het niet eten.
Via associatie volgt combinatie...
Om mentaal gezond te worden, om in het hier en nu te kunnen leven, al lijkt dit meer op overleven, om de euvels die nooit uitgesloten kunnen worden in het leven de baas te kunnen en te blijven, zal ook euvel #3 aandacht, tijd en energie verdienen.

Naast de lopende projecten van dit jaar gaan we korte metten maken met de angst, met oud zeer dat nu in de weg zit, met de zaken die voor ons en ons leven niet relevant genoemd mogen worden, om zo het overleven om te zetten in Leven. Ik kijk erg uit naar het bijten in zure appels. De Granny's altijd al lekker gevonden, al liggen ze de laatste jaren nooit meer op de fruitschaal. 

zaterdag 14 februari 2015

Beren op de weg


Tijd om te zitten. Ook weer werken. Werken aan mezelf. Genezen. Van binnenuit moet het allemaal komen. Vele euvels bij elkaar hebben ervoor gezorgd dat ik met een knie zit ter grootte van een kleine handbal.
Ik besloot donderdagmiddag aanmaakhoutjes te gaan verzamelen op het stalpad vergezeld van knorretjes en ezels. Het was namelijk lente, met vlinders en andere vroege zoemers, kleine vliegjes dartelend boven de opgewarmde gebouwen. De lente zat in de lucht, zo ook in mijn bol en dat van alle dieren.
Marc was informeren bij de notaris, over 1 van de paar stres-zaken (euvels) die ons leventje in de Franse jungle infecteren als was het een haast onuitroeibaar virus. Ik had het rijk alleen en vertrok met een grote papieren zak van hondenvoer met het gespuis in mijn kielzog. Overmoedig als ik was vergat ik mijn mobieltje mee te nemen voor noodgevallen. Ik ben een pechvogel die nog struikelt over kiezelsteentjes, leerde de harde realiteit me. 
Halverwege het pad liet ik de aanmaakhoutjes even voor gezien, Sarko knuffelen, Ollie's neus strelen en zoete woordjes zeggen. Sarko wilde stappen, ik stapte mee. Besloot op zijn rug te gaan zitten, normaal stopt hij dan met lopen, denkt even na en draait de oren richting zijn rug om mijn signalen op te pikken en gaat altijd naar achteren lopen, hoef voor hoef.
Maar het dier had ook de lente in het hoofd en zodra ik zat begon hij te rennen, galop bijna. Geen tijd om na te denken, ik lag al op het pad na een val die er heel bizar uitgezien moet hebben.
De pijn in mijn in 2007 gereconstrueerde knie is direct en gruwelijk. Alsof al die schroefjes uit de botten zijn geramd. Tussen de pijnscheuten door voel ik meer pijn. Linker handpalm, rechterschouder, rechteroor, alsof die er half af ligt. Een geschramde wang valt pas 's avonds op.
Een 200 meter van huis af blijf ik rollen over het grove pad met de meest angstige beren die me omringen. Die knie mist de mediale band. De achterste kruisband is opgelapt door een kundige orthopeed bij wie ik door een ballotage moest, want meneer deed enkel topsporters en mensen die voor hun beroep afhankelijk zijn van hun gewrichten. Ik liep de gescheurde banden op door de vechtsporten waarmee ik in 2005 moest stoppen doordat de sparringpartner c.q. onverlaat mijn knie verrot draaide tijdens een cooling-down rondje sparren. De revalidatie duurde een jaar, maar ik kon wel weer alles doen dat ik wenste, mits ik me aan mijn grenzen zou houden.
Een val van een ezel in galop hoort daar duidelijk niet bij.
Terwijl de beren op het pad me omringen zodat mijn zicht beperkt wordt, roep ik Sarko toe dat het oké is. DQ komt bij me kijken, net zo stoffig als ik. Ik kan nog niet huilen, fysieke pijn trekt mijn tranen nooit los. Marc is er niet, de afstanden zijn groot. Mijn mobiel ligt als wekker nog doodleuk op het nachtkastje, gaan zitten kan echt niet, laat staan trachten te staan en dan die meters omhoog naar huis hinken. Ik bemerk dat mijn oor een bloederig iets is vol zand en kleine steentjes.
Ik zucht, blijf de pijn weg zuchten, inwendig volslagen in paniek. Niet dat ik daar een paar dagen zou moeten blijven liggen, meer om het verlies van een gezond lijf dat ik hier verplicht ben te hebben om te leven zo ik wens en gewoon ben. Zonder degelijk kniegewricht kan ik beter verhuizen naar een appartement in een dorpskern en zittend werk gaan verrichten.
Hoe lang ik in het stof blijf bijten weet ik niet. Een half tot een heel uur, het maakt geen verschil voor mijn beleving. Hij komt me met de Rode halen, aangedaan en geschrokken, hij ziet diezelfde beren. Stoffig en vuil tot op mijn kruin zak ik op de bank met cold-packs die we altijd in de vriezer hebben liggen. Een glas water en maar weer zuchten, voelen, ervaren en zien hoe die knie zich langzaam vult met vocht. De pijn schiet vanaf de enkel aan weerszijde van mijn onderbeen omhoog en omlaag, alle spieren doen mee. Gescheurde spieren, gescheurde banden, gebroken botjes in het gewricht, wie zal het zeggen? Ik kan nog geen onderscheid maken en daarom weiger ik vooralsnog aan de pijnstillers te gaan. Eerst het lijf zelf laten praten lijkt mij het beste.
Zaterdag.
Na een dramatische nacht waarin knie en spieren in het onderbeen heftig protesteren tegen wat daar allemaal gaande is, doe ik mijn uiterste best de angst te relativeren. Die angst zorgt voor zeer sterk ruikend zweet dat dan weer gerelateerd is aan die jaren dat ik twee keer revalideerde. De sportblessure die ik eerst niet wilde laten opereren om te kijken of de knie voldoende capaciteiten over zou houden om te doen wat me lief is. Niet dus. Er volgde een operatie en een tweede revalidatieperiode door een topper in zijn vak. (Overtuigingskracht is een zegen.)
De angst schuilt hem ook in het feit dat ik hier naar een ziekenhuis moet. Wachten en wachten, de geschiedenis van de knie in het Frans moeten verhalen. Weer wachten, foto's, een MRI wellicht. Wachten. Het uur op en neer naar een ziekenhuis met de knie gewoon gebogen in zitstand. Terug komen, facturen in het vooruitzicht hebben, de extra zorg voor de kosten die de lentekriebels veroorzaakten. De angst weer te moeten revalideren. De angst voor een tweede operatie of het schokkende feit dat knie zo verwoest is dat ik zal moeten leren leven met een lichaamsonderdeel dat niet meer te herstellen of te reconstrueren is. De angst dat Marc alles over moet nemen van wat ik opeens niet meer kan. Het kan er gewoon niet bij, het is te zwaar en te veel voor 1 persoon. Dit verdories nog aan toe bovenop de euvels. (Hierover later meer.)
Fijn, die niet te temmen energie! Me toch maar niet meer beroepen op een ijzersterk gestel. De beren blijven, hun habitat vergroot in het mijne. Ik wil mijn habitat, mijn leven, niet delen met een troep beren, hoe mooi ik ze in het wild ook vind. 
Marc zet een tuinstoel in de douchebak. Marc kookt en wast af. Marc denkt mee waar ik ga slapen, waar ik moet plassen (door de knieën gaan, leuke beeldspraak en 'dank u'!), verjaagt stilletjes zijn troep beren, Marc legt de schuur vol hout voordat het een weekend of langer gaat regenen, Marc steekt de kachel aan, Marc maakt vuur in de schouw en onderhoudt dit, Marc versleept kussens, cold-packs, een doosje pijnstillers, mijn boek, notebook, Donald Ducks uit 1974, een fles water van mijn kamer naar de woonkeuken. Marc verzorgt de beesten, ze zullen me wel missen. Marc gaat wandelen met de honden, Marc werkt ondertussen door aan de 3D models. (Die godvergeten niet verkopen, omdat men goedkope rotzooi wil die goed lijkt te smoelen.)
De druk die mijn enthousiasme op hem en ons leven legt is haast niet te overzien. Schuldgevoelens ten spijt, het geneest de knie niet sneller. Als het überhaupt door rust te genezen is.
Het is weekend. Nu naar een ziekenhuis wordt misschien een nog duurder grapje. De kleine handbal slinkt niet. Nacht 2 is een waar drama. Ik weiger een aanwezige slaappil. Na een experiment blijkt dat deze troep uit de toch chemische farmaceutische industrie werkelijk waar een averechts effect heeft op mij. Ik blijf klaar wakker. Net als dat ik me volslagen krankjorum ga gedragen door het innemen van antibiotica (antibiotica betekent anti-leven, lees u in en u zult me begrijpen, als even de term zelf.), gezien ik een allergie heb ontwikkeld voor penicilline. 
Onderzoek alles en behoud het goede. Bij deze. En nog geeft knie niet toe of zegt me dat het genezen zal. Evenmin dat ik het angst zweten kan doen stoppen. De onzekerheid veroorzaakt meer angstzweet. Het stinkt echt, mag u weten, u heeft er geen last van. De aanvang van mijn kuurtje PRI is wel getriggerd. Een woord dat een tweevoud aan betekenis krijgt. 
Beren op de weg veroorzaken angstzweet. Niet nodig, maar toch.
Gevolgen? Veel kleding te wassen, extra gebruik van wasverzachter, al is dit eco-spul. Marc met een tweevoud aan werk, en zorgen. Euvels, te over.
Ik baal. Van beren. 
Maar moet, ja moet mezelf bijeen garen. Om me geen slachtoffer te maken van wat nog geen realiteit is. Niet bestaat. Alleen ik zal het recht van bestaan toe kunnen kennen aan die beesten op het pad. De hersenschimmen, veroorzaakt door pijn en oud zeer.
Op de bank, ingeklemd in kussens, soezende poezen, glas water en de vermaledijde asbak, ga ik de strijd aan de beren van de weg te jagen. Ik kan het wel!

Een week na het ongevalletje zijn de beren verjaagd. Wat rest is vocht in de knieholte die de oefeningen vervaarlijk laat kraken alsof het gewricht niet gesmeerd is. Positief; ik kan (trappen) lopen, in kleermakerszit zitten (wat eigenlijk mijn vaste zithouding is, dus extreem belangrijk), de knie/het been strekken, beetje huishouden en een stukje! lopen. Goede hoop dat de schroefjes wel weer vastgroeien in het bot. Als ze uberhaupt los zaten, maar zo voelt het nou eenmaal. Gelukkig zijn mijn botten wel doorbloed en pezen juist niet. Zo snel durf ik geen conclusies te trekken, maar tot zover ben ik blij niet naar een ziekenhuis gerend te zijn. In eerste instantie ruikt men daar niet alleen naar ontsmettingsmiddel maar ook business. Beide onaangename geuren.
Vertrouwen in lijf en leden blijkt een goede genezer.

zondag 1 februari 2015

Vroeger was alles beter.


Tot begin 20e eeuw lag er op een meest onmogelijke plek aan de oever van de rivier een lepra kolonie. Er was een smalle brug naar de overkant van de door gletsjers uitgesleten kloof. Een kronkelig steil pad dat over de rotsen liep, misschien voor een ezel te doen, verbond de kolonie met de bewoonde wereld die bestond uit een dorp met een kerk, kasteel -reeds een ruïne-, wat huizen en een school. Daar waar twee bescheiden bergrivieren samen komen, vol forel en zoetwaterkreeftjes, vond het leven plaats. Een rijk leven, zo dicht bij het schone water aan de zuidkant van de steile hellingen, beschermd tegen de extremen van de elementen. De paar wijnboerderijen, centraal gelegen op de domeinen, waren net zo zelfvoorzienend als de boeren, maar in het voordeel door de vele bergstroompjes, het regen- en smeltwater wat net ondergronds de wortels van de wijnranken voedde. De hellingen deels bebost met eiken, essen en tamme kastanjes, om te stoken en als voedsel. Van tamme kastanjes kun je brood maken, likeur, je kunt ze poffen, inmaken en het is goed voedsel voor varkens, worden ze lekker dik van. Ook is kastanjehout onbehandeld zeer geschikt als bouwmateriaal. Balken en planken.pennen voor de dakstenen. Het essenhout voor ossentuig en stelen voor allerhande gereedschappen.
De arme grond was voor de paar rijken uit de omgeving het summum, zij bezaten de vele hectaren en verbouwden druiven voor de wijn. Nu nog kun je 's winters de vele terrassen zien, gemaakt met droog gestapelde stenen muren waar destijds de wijnranken de mensen van het lokale kostelijke vocht voorzagen.
De armen waren de boeren, met hun versnipperde stukjes land op de plateaus. De kleine dorpjes waren gesloten gemeenschappen en een gezin stichten deed je bij voorkeur met iemand uit eigen dorp. Anders zag je je familie, zeker de vrouwen, alleen op de veemarkt in de stad. Een stad die nu nog maar 900 inwoners telt. Toen iets van 3 keer zoveel. 
De eerste wereldoorlog bracht ook de eerste grote demografische verandering in eeuwen. De jonge mannen moesten naar het front, de boeren kregen het nog zwaarder, het dorp aan de twee rivieren liep spreekwoordelijk leeg. Na de oorlog had het weinig zin terug te keren, als men het overleefd had tenminste. Er was vooruitgang, elektriciteit werd beschikbaar en de Fransen waren er vroeg bij de bergrivieren te gebruiken om elektriciteit op te wekken. De lepra kolonie was inmiddels gesloten, of doodgebloed, wie zal het zeggen. Vergeten waren ze al, weggestopt achter een hoge bergkam. De brug door gebrek aan onderhoud, geen mensen meer, ingestort, de delen weggespoeld met het smeltwater, de stenen geërodeerd. 
De overheid besloot een stuwmerencomplex aan te leggen. Het reeds leeg gelopen dorp werd ontruimd en ontmanteld. Getuige nog wat zware keurig vierkante blokken wit graniet begroeid met mos, verspreid over een flink gebied waaruit je op kunt maken hoe groot het dorp moet zijn geweest.

Hier eindigt het openbare bospad waar wij aan wonen, aangelegd een slordige 30 jaar na de tweede wereldoorlog. De oude paden van toen waren net breed genoeg voor een ossenkar. Paarden waren enkel voor de rijken en zo rijk waren de paar wijnboeren in de kloof ook niet. Met 10 mensen leefden ze in het nu als klein versleten cottage waar wij met z'n tweeën vaak nog ruimtegebrek lijden. Na de tweede oorlog ging er meer mis dan het gebrek aan jonge mensen die het boeren als enige manier van leven konden handhaven.
Er brak een ziekte uit in de wijnranken. Een alles vernietigende ziekte die alle soorten druiven aantastte, doodde en voor leegstand zorgde. Ruim 50 jaar bleef deze ziekte in de grond en zorgde ervoor dat de regio nog verder buitengesloten werd van de vooruitgang die de rest van Frankrijk op deed klimmen.
(Tijdens de tweede wereldoorlog was er hier weinig te merken van de ellende die oorlogen nu eenmaal meebrengen voor het volk. De Vichy regering was hier de oorzaak van, ook het geluk ondanks de jonge mannen die eigenwijs genoeg waren wel te gaan vechten voor hun land. De voedselschaarste in Parijs en andere grote steden bestond hier niet. In tegendeel; men zond kastanjes, als meel, naar Parijs. Het voorheen armenvoedsel werd duur en duurder. Nu kost 1 kilo kastanjemeel een euro of 8!)
De relatief rijke wijnboeren vertrokken, want de grond is te arm voor landbouw, het terrein te rotsig en te stijl voor een door een os getrokken ploeg. De domeinen werden vergeten, vervielen tot ruïne, een geitenboer hield stand. Werd later versleten voor een eenzame gek die het tot in de 90-er jaren volhield zonder telefoon, elektriciteit of andere voorzieningen. Robert was de enige buur van Christian, de heler en ex-bajesklant die ons huis begin 70-er jaren kocht als vakantiehuis. 
Robert, l'homme sauvage
Christian maakte een bezinkput voor de bron, kanaliseerde deze, liet een pad maken naar het reservoir van 2000 liter (een rechtopstaand stuk betonnen rioolbuis). Regelde met de Franse slag telefoon en zorgde voor elektriciteit waar Robert dan ook wat aan had. Het hoofdhuis was voor de helft ingestort, de traditionele schouw was verdwenen en werd vervangen door een schouw van stenen die gejat zijn van een ruïne dichtbij huis. Een keukentje met eco-dak werd aangebouwd en verder werd het zo goed en kwaad als hij kon opgeknapt.
Nu, het heden ten dage, staan de paar huizen die niet zijn opgegeten door de natuur, er doorgaans verlaten en of volledig geruïneerd bij. Het onze als enige uitzondering. De optrekjes zijn allemaal functioneel tot op het kleinste steentje aan toe. Ieder domein was zelfvoorzienend, in alles. De broodoven, de secadou (een speciaal drooghuisje voor kastanjes), de stal, de schuur, een klein woongedeelte met 2 kamers, de woonkeuken inclusief, een varkenskot, een kippenhok en de bronnen. Het was toen ruim, comfortabel en genoeg voor 10 man.
Vanuit de overtuiging dat wij mensen niet zo veel nodig hebben dan menigeen denkt, hebben wij in 2008 vrijheid gekocht. Het leek duurkoop en men zei nog dat we ons bekocht zouden moeten voelen gezien de berg stenen, de locatie en het gebrek aan comfort 'au norme' 21e eeuw. Gestart zonder CV, zonder warm water, zonder isolatie, zonder dieren of moestuin, maar met de ruimte en de tijd, 4 rechterhanden en gezonde lijven. Maar we hebben genoeg. Het comfort zit hem in die bron waarover we -notarieel vastgelegd, vruchtgebruik hebben. In het bos dat ons warmte, beschutting en timmerhout verschaft, eten voor de ezels en de varkens. Zeer comfortabel om geen ingewikkelde thermostaat te hebben,maar een breed lint dat boven een radiator in de kamer hangt en beweegt zolang er nog hout in de 60 jaar oude ketel brandt. Als het stopt met zwieren moeten er wat blokken bij. Enkele ramen met luxe dubbelglas, dat scheelt wel een paar kub hakken per jaar. En verder? Geen gekke moderne toestanden die hoofdbrekens kosten als het stuk gaat in verband met elektronica of onderhoudscontracten met firma's die ook failliet kunnen gaan.
Vroeger was alles beter? ....
Hier wel. En daar borduren we graag op voort en voegen toe wat voor ons 'au norme' is.