woensdag 29 april 2015

bijtanken


Nummer 5; katertje Zen
Maar 1 weekje vakantie, einde april, soort verjaardagscadeau, en bij thuiskomst is de bloemenzee nog groter, het groen nog feller en nu ook de hellingen tot aan het plateau groen. Het is snel gegaan, in die ene week. (Een Roadtrip van 6 dagen.)
Echt opladen op alle fronten, inhalen en genieten. Alleen jammer dat mijn weerstand dan breekt en ik ziek thuis kwam. Het leek een koudje te zijn, het is een griepje gebleken. Natuurlijk al bijna over, maar toch lijkt dat opladen en bijtanken nu teniet gedaan.
Komt natuurlijk door te veel wijn en whiskey, veel te korte nachten en een overdosis aan indrukken.
En wat was het excuus? Een katje halen ten noorden van Clermont-Ferrand, onderweg wat vrienden aandoen, genieten van toeren door Frankrijk en een vriend helpen een auto op te halen aan de Cote d'Azur. 
Thuis zijn is weer terug het vertrouwde ritme in. Door prima voorbereiding geen achterstallig werk, maar wel extra klussen als het schoon maken van de Blauwe en het zaaischema weer oppakken in de moestuin.
Ook was er weer eens een lauze van het woonhuis af en begon het direct te lekken bij een bui, wat bruine strepen op de muur binnen achterlaat. Et voila, een verfklus erbij. Nu de verf nog, komt tijd komt raad. Wat post door te nemen en mensen bedanken voor hun felicitaties en andere attenties.

Auto ophalen
Nog flink snotterend nam ik vandaag de tijd de ezels te borstelen, voor zover ze willen. Sarko is het soms snel zat en Ollie wil wel eventjes, net genoeg voor zijn kop. Sarko had een tranend oog, de vliegjes zijn in grote getale aanwezig. Hij is het wel gewend, weet dat het nog erger wordt en ik daarom de poep ruim en we het pad naar de stal droog houden met watergeulen. Varkens maken graag een badje waar ze maar kunnen en water te over op dit terrein. Op deze zoete lentedagen met wat wind en de zon staan de ezels te soezen bij het hek en de varkens liggen altijd wat te dutten tegen de houtmuur aan, met de middagzon op de kont natuurlijk. Neus koel houden, heel belangrijk. Sarko zit echt verlegen om een innige kroel. Dat kan goed kloppen. Als ik weg ben missen ze me. Hij kruipt dan met de kop laag tegen me aan, al zit ik op mijn hurken, dan raakt zijn neus bijna de grond. Er zit een haar in zijn oog, vandaar dat hij traant. Hoe zou een ezel voorzichtig een haar uit zijn oog moeten krijgen? Hij blijft lang heel kroelerig, briest niet, maar ronkt als een kat. Ook de katten laten zich minder zien als ik wat dagen weg ben. Sooty wordt de panter van het bamboe bos en heeft het jachtterrein van Cros overgenomen; de moestuin. De voormalige prooi die nu jaagt. DQ posteert zichzelf op deklappen in een krat in het zwembad terwijl Merlin normaal gesproken veel bij mij is, ligt hij slaperig op dor blad onder de peer. Op de muur waar het kippenluikje zit. Sinds Cros er niet meer is, is het een tamme boel met verveelde katten. Tijd voor een nieuwe Alpha Male?
Voor zijn buitentraining had Zen een meikever gespot. 
Zen, heet hij voorlopig. Vanaf geboorte vrij geweest op Camping a la ferme La Charviere. Een heerlijk vakantie-oord. Ook om daar als kitten op te groeien tussen broer en zussen en 7 volwassen katten. Zen komt op me af als een fotokopie van Sjakie, onze mislukte siamees met love-attacks. Laat zich heel ontspannen in een kattenmand zetten en gaat gelijk liggen spelen.
Dat er daarna 3 dagen tuffen op zouden volgen, deels in die kleine kooi van plastic, een hond en twee vreemde stemmen, had hem minder ontspannen gemaakt. Ik hoop dat hij niet getraumatiseerd is na zijn grootse avontuur. Voorlopig gedraagt hij zich namelijk uiterst zen. Was al zindelijk, ook als vrije poes keurig op de kattenbak, een teiltje met super-grit en deksel. 
Het is een wijs, dapper en integer diertje dat zijn grenzen goed lijkt te kennen. Bol en rond, maar duidelijk al gewend aan vrij, buiten om te spelen en te ontdekken, binnen is voor de rust en de basis. Daar treft hij enkel Joppie onze nestor. Die moest er even weinig van hebben, maar die ouwe ontdekt dat er nu altijd een kleine pluis van zijn soort rondloopt. Het kirren kan hij misschien niet horen, maar lichaamstaal kan wel 1 zintuig missen. 10 Weken en 25 jaar, bijzonder contrast.

Omdat ik het niet laten kan; die moestuin. Een mooie bijzondere en belangrijke plek voor mij. 

De bandenmuur, het is pas eind april.

Improviseren met klimmateriaal

Clematis die de stammen en takken van de acacia volgt.
Ieder jaar meer plukken roze bekleed, heel apart gezicht.

Biologische radijzen. Geen radijsjes. 
Zo, nu is het tijd om uit te zieken, op te laden en bij te tanken....

vrijdag 17 april 2015

Bijstand voor Dummies, Fase 3

Fase 3 in dit vermoeiende traject is het compleet maken van het dossier dat vooraf gaat aan het eventueel! verkrijgen van enige bijstand.

De vorige keer verhaalde ik al over het feit dat ik niet al mijn arbeidsgegevens had ontvangen van de dependance. Soi. Die regelde ik even en stuurde ik met priorité op naar het Pole d'Emploi, kort gezegd het PE. (Ik zal u niet vermoeien met alle afkortingen, maar deze is handig.)
Ik wachtte een week voor het papiertje waarop staat dat mijn kansen op werk nihil zijn.
En nog een week.
Er kwam een rekeningafschrift per post. En een 4-tal verschillende tabakszaden van een bio-dynamisch bedrijf dat ook nog eens snel en kundig levert zonder onzin. Reclamefolders uiteraard. Die dienst doen als vloermat in de Rode. Maar niet het papiertje dat de RSA nodig heeft onze dossiers door te sturen naar de volgende ronde.
Wat mij dan rest is telefoneren. Met nummer 3949.
U kent ze vast wel; die overheidsnummers. Landelijk met natuurlijk een computer in plaats van een mens. Vandaar dat ik geduldig wachtte op post in de hoop dat ik 27 maart duidelijk was geweest, zoals Lief.
Volgende week een week waarin ik niets kan regelen. Ik ben een weekje op pad.
Dus gewacht tot de laatste werkdag met regelen. Huiswerk deed ik altijd op het laatste moment. Nu dus nog steeds. Moed verzamelen, terwijl ik klussen doe alsof ik meer energie heb, te over. Ik schuif het af op de lente.
Deze ochtend regende het dat het goot. Het aroma uit het bos  is vol, het barst van vers groen, bloemen die de regen drink en alsof het woestijnplanten zijn. Het bedwelmt en weer ervaar ik aandrang het uit te stellen, dat bellen met een computer om misschien een mens aan de lijn te krijgen van een overheidsinstantie die wel wil, maar te log is om te kunnen. Perceptie...
Ik type in 3..9..4..9.. en wacht. De computer dankt me voor het bellen. Fijn hoor, jij ook bedankt voor de 11 eurocent die dit per minuut mag kosten. Toets het nummer van uw departement in. Makkelijk, even opwarmen. Toets uw inschrijfnummer in. Ook te doen. Logisch nadenken maakt de laatste letter overbodig, het is geen cijfer. Blond maar het valt ook voor blondines te doen.
Dan volgt het echte werk; luisteren naar een keuzemenu dat mij door kan verbinden met... een volgend keuzemenu... dat weer gevolgd wordt door nog een keuzemenu.
Dan beland ik in de wacht met een kort muziekje. Overbodig te omschrijven hoe die muziekjes klinken.
Vier minuten, zegt de computer. Het worden er tien. A la...

Ja, heus, ik krijg een dame aan de lijn. Een echte, de verbinding is slecht en ik probeer de hoorn in mijn hersenpan te duwen. Maar mijn oor zit in de weg. Stamelend leg ik de geschiedenis uit. Nogmaals mijn inschrijfnummer. Of ik even wil wachten...
Natuurlijk, zo zielsblij ik ben het computerprogram getrotseerd te hebben en de juiste keuzes te maken die mij doen belanden bij een heuse medewerker.
Ik val haar ongegeneerd in de rede, hoe opgelucht ik ben een echt mens te spreken. Maar de vreugde is van korte duur. Ze legt me in rustig en goed gearticuleerd Frans uit waar ik mijn formulier kan vinden. Op mijn espace personelle van het PE. Nog niet bezocht, de inlogcode kreeg ik vorige week per post pas en ik dacht te wachten tot Mijn dossier compleet was. Ik laat het haar drie keer uitleggen, prijs haar geduld en begin me te verontschuldigen voor mijn klungelig Frans. Daarop volgt een compliment. (Zouden medewerkers van een Nederlands arbeidsbureau dat ook doen als ze een buitenlander aan de lijn krijgen met "ik u denk begrijpen, maar u uitleggen nog keer?")
De beloning is het gevoel dat ik gedaan heb dat moest gebeuren om de zaak draaiende te houden.

Volgend traject; zoek je gek op de website van het PE.
Ik open eerst de website. Ga vervolgens op zoek naar de inlog-pagina voor mijn espace personelle. Dat blijkt geen sinecure, maar ik vind toch het goede vakje. Het doet me belanden op een pagina met een uiterlijk als dat van Windows 8. Eén van de gekleurde vakjes bevat een geel ballonnetje met een uitroepteken. Euforie, die van korte duur is. Want ik denk te snel dat daar mijn post in staat met het begeerde formulier. Downloaden, emailen die handel en klaar is ik voor een roadtrip.
Nee dus. 
Ik heb geen CV ingevuld of ge-upload, wat een deceptie!
Terwijl ik sta te koken probeert Lief het formulier te vinden. Dit gaat niet zonder zuchten, steunen en het merde in het Nederlands. Maar na het draaien van de aardappelschijfjes ga ik poolshoogte  nemen en staat er iets dat op een formulier lijkt te schitteren op mijn scherm. Ook een ander formulier met beide onze namen. Downloaden die handel. Het dossier kan voor de Franse bureaucratie niet volledig genoeg. Ze zoeken het maar uit.

Volgende week ben ik toch niet bereikbaar voor commentaar. Even rust.

dinsdag 14 april 2015

ZelfVoorZienend

courgette op zoetzuur
In je eigen behoeften voorzien. Voor zover realistisch en haalbaar is.
Tegenwoordig bijna een hype te noemen. Geboren uit het bewustzijn dat het toch niet zo goed gaat met de aarde, dichterbij; de maatschappij. (En dat ben jij!) Geen plastic tasjes, als de portemonnee het toelaat biologisch kopen. De fiets pakken (hier ondenkbaar) en papieren zakjes vragen, het afval scheiden en hergebruiken van alles dat te hergebruiken valt.
Hergebruiken dus, groen, bewust, biologisch, recyclen, plak er maar een definitie op. Helaas nog gerelateerd aan geiten wollen sokken (onvindbaar in de winkel, maar de beste die er zijn), een hoog hippiegehalte (ik moet niets van hippies hebben), The Stones, wiet en LSD en de 'tuinkabouter' uit de voor na laatste reclame van een supermarktketen in Nederland. 
Wij, als M&M, zouden het niet gered hebben zonder dat doe-het-zelf-gedoe. Natuurlijk gestuurd door financiële sores en het verkozen isolement van een Frans hutje op de hei. We realiseren ons dagelijks dat de ongerepte natuur, het bronwater, de stilte en het 'gebrek' aan geld en moderne middelen ons tot ongekende maar oude, traditionele hoogten stuwt om toch te krijgen wat we nodig hebben; Een zinvol mooi natuurlijk leven dat dicht bij de natuurlijke staat van zijn komt. De grenzen raakt van de essentie met toch nog vaak een toefje modernistisch gemak en luxe. 
Het draadmandje in de douchecel raakt steeds leger. Het betreft nog wel tandenborstel, handzeep, scheerschuim en -mesjes, een nagelvijl en -borsteltje. Ook een flesje zelf gemaakte shampoo van roggemeel, en een tupperware bakje met zelfgemaakte tandpasta. De rest van douche-ware ontbreekt, niet nodig.
De keuken en de voorraadkast naast de schouw puilt uit van potten met voorraden aan granen en kruiden. Prefab is hier al lastig te krijgen, zoek het zelf uit.
Dat we alles met bronwater (moeten) doen is inmiddels wel duidelijk. Een voorrecht en een zegen.
Een moestuin is hier niet meer dan normaal, je bent gek als je alles gaat kopen. Tureluurs als je ook wordt van de etiketten en labels op de voorverpakte middelen in de supermarkt. Liever de basis dat nog echt smaakt ook. Maar leg dat maar eens uit aan de doe-het-snel-generatie?
shampoo
Marc en ik komen nog wel eens wandelaars tegen op het bospad. Als men doorheeft dat wij dat laatste-huisje-op-de-piste bewonen, gerelateerd aan de regio en de lokatie, vraagt men steevast of 'het leven' niet te moeilijk is. Laat u het 'te' maar vast weg. Moeilijk is het, maar dat etiket 'moeilijk' is alles makkelijker dan het ontcijferen van etiketten op de voedings?middelen in de supermarkt. Zwaar? Denkt u en menigeen. Ook dat. 
Maar voor ons beide en de locals zou het leven te! zwaar zijn in de wereld die mijn gemiddelde lezer leeft.
Stelt u zich eens voor;
U staat in de file om op het werk te komen, om de thermostaat open te kunnen draaien na 1800 uur (mits deze geen timer heeft). U zwoegt zich een weg naar de sportschool of -vereniging om in vorm te blijven. U koopt in de Gezond&Wel winkel en rekent af. U betaalt trouw de rekeningen voor GWL en andere natuurlijke zaken die hier geleverd worden door moeder natuur.
Zwaar? Moeilijk? Om te doen waar de natuur en de inwendige mens om vraagt, en deze ook geeft voor uw moeite? Die zaadjes op tijd de grond in? Wat water geven als het wat lang droog is. Hout hakken voor over 3 jaar jaar of zomaar even een uur bij genietende varkens te zitten terwijl ezels een stofbad nemen. Zwaar en lastig om een dag of drie groenten te wecken na het doppen en schoonspoelen van zand. Zwaar om elk moment van de dag mijmerend door de bloemenzee te lopen en de vogels te horen en te zien? Zwaar om op een dinsdagmiddag een dutje te doen na een apero te veel? Zwaar om op een vrijdagochtend wat te dromen aan een stil meer met foeragerende ijsvogels terwijl de hond een bad neemt? Zwaar om de geur van brood te ruiken terwijl je weet dat het getimmer op het dak rust en een droge slaapkamer geeft? Zwaar om te slapen tot de vogels en een siamees je wakker maken rond half 9 en dan te kunnen bedenken, tijdens een mok of 2 koffie, wat je wilt! gaan doen die dag? 
Zwaar, moeilijk? Of juist de ultieme haalbare vrijheid? 
Een facebook-vriend noemt het vervroegd pensioen, maar dan in financiële armoede.
Geef mij dat maar, voelt goed en genoeg, dat vroege pensioen. Het woord 'armoede' laat ik maar weg, terwijl ik van een blikje goedkope vis een kostelijke salade in elkaar flans, met zelf gebakken brood. Dit met een temperatuur van 25 graden midden april...
balk maken
Zelf VoorZien in wat ik zelf nodig heb is altijd genoeg. Nog even los van klimaat en omgeving. 
Een aanrader, juist als u er niet uitkomt in uw hier en nu.
Wegwezen dus, kiezen. Voor moeilijk en doen.
Ik geef het u op een briefje; het werkt. En is nog gezond ook, niet alleen voor u, maar ook voor waar u op en van leeft.

zondag 12 april 2015

Dierenliefde?

een soort Molly, maar dan zoals ze horen...
Vrijdag reed ik tegen vijven van de Ravelacjes naar huis. Na het kasteeldorpje slingert de smalle weg omlaag en in een ruime U-bocht is een uitzichtpunt over de zich ook slingerende gorges. Met wat stenen bankjes en twee jonge lindebomen. 
Ik spotte daar een grijs-witte pluis terwijl ik de Rode zachtjes de bocht om manoeuvreer. Een poes, dacht ik. Een mooie zo te zien, op een parkeerplaats waar regelmatig campers staan. Ik rij terug omhoog in z'n achteruit. Dat kan hier, vrijdagmiddag net voor de 'spits'. De motor laat ik draaien als ik uitstap. Poes komt luid mauwend op me af. Een smerige kleine pers met oranje snotterige ogen. De vacht vol klitten, mos, takjes. De haast onzichtbare neus ook vies en nat met de pluizige vacht rond de bek wat bruin. Een smerig aanhankelijk zielig mauwend verdwaald of gedumpt poesje. Het dier spint, geeft kopjes, kruipt op schoot terwijl ik bij het poesje hurk en wijkt niet van mijn zijde. In de omtrek ken ik alle mensen en ook hun huisdieren, er wonen hier een handvol mensen. Geen mens-met-pers, dat is iets voor buitenlanders, zo'n merk-kat.
Dus poes is zoek, weggelopen, gedumpt of verdwaald. Hongerig voelt ze niet aan, ziek ziet ze eruit. Niesziekte? Ik open het roestige portier aan de passagierskant. Poes springt er gelijk in. Lijkt dus campers gewend, die zware dieselmotor jaagt menig dier nou juist schrik aan. Schorriemorrie met Perzische stijl dus niet. Met het eerste niesje zie ik mijn vest, katoenen tas en trui al besmet met iets dat ik toch echt niet mee naar huis wil nemen. Poesje wel, maar die snot niet, zo besmettelijk als dat is.
Dus keer ik de auto terwijl poes genoeglijk op de stoel naast me zit en naar buiten kijkt. Ze scharrelt even op schoot, leunt op mijn arm, niest nog eens en blijft naar buiten kijken terwijl ze spint. Absurd, zo een tam dier op haar gemak in een ronkende diesel met de raampjes wat open. 
Ik rijd helemaal terug naar boven, naar de dierenarts. Die zijn nog wel open. Maar terwijl ik dit doe, dat half uurtje, bekruipt me de angst dat ze daar niets met haar aankunnen. Het is tenslotte geen asiel.
Ze laat zich de praktijk indragen. Laat zich op mijn schoot zetten terwijl ik vertel hoe en wat. Danny wordt naar boven gehaald, die werkt op de dependance van het Pole d'Emploi en woont vlakbij het kasteeldorpje. Misschien dat hij wat weet over dit poesje. 
Poes spint en suft gezellig door op schoot alsof het thuis is en vlakbij de haard met vertrouwde geuren en geluiden, dit terwijl ik door zit te zweten op die stoel. 
De chip-lezer wordt gepakt, batterijen bijna leeg, het cijfer is maar moeilijk te lezen met die ontbrekende pixels. De assistente is alleen en doet verwoede pogingen het Amiveda-systeem in te komen en de juiste vensters te vinden om het nummer in te voeren. Karina wordt gebeld om raad. De bevlogen dierenarts die meer van dieren houdt dan van mensen. De assistente faalt om het juiste invoervakje voor het chipnummer te vinden. 
Als ik al een ruime 3 kwartier op de stoel zit te plakken met een wel heel lief vies poesje op schoot komt Karina gelukkig binnen en duikt het systeem in. Leest de chip nog een keer en herkent het nummer als zijnde Brits. Ken ik Britten in het dorpje bij de parking? Ja, 1, maar die heeft geen kat, dat weet ik zeker, had Danny ook geweten.
Het is al na zessen, ik zit moe met een vermoedelijk zieke poes op schoot die ik van een parking heb gevist. Poes staat niet geregistreerd, dus of ik vind laat op de dag de eigenaar of ik moet poes doodleuk weer terug op de parking zetten. Dat is de harde taal van le montagne. Ik kan niet met een zieke poes thuiskomen.
Dus til ik poes op de arm en stap weer in de Rode waar ze zich op schoot nestelt. Ik bel Marc waarom ik later thuis ben en rijd weer terug richting het kasteeldorpje. Een laatste poging om te kijken of Jeanet er weer is voor de zomer, die ontfermt zich incidenteel over afgedankte misbaksels die eruit zien als poes of kat.
Mooi vind ik de pers niet, met de haast onzichtbare neus, de hangwangen, de kleine oortjes, al was ze gezond, schoon en verzorgd.
Het straatje in het dorpje is erg smal, officieel mag je er niet in, alleen bewoners. Alleen mogelijk om te keren bij de begraafplaats, het letterlijke eindstation van het dorp met een majestueus uitzicht over de gletsjerkloof.
Een van de laatste huizen is bewoond door Chris. Een Brit met een mooie gite, vreemde gozer, zal hem nooit gaan mogen. Op alles dat je hem zegt kijkt hij je aan alsof je uit je nek kletst en veel woorden komen er niet uit. Die stapt net zijn voordeur uit, dus trap ik op de rem, poes schommelt nieuwsgierig mee.
Ik vraag hem of hij weet van wie dit poesje is.
"Oh hello Molly" En hij krabbelt op haar bol. "It's Keith's, I saw her this morning at home as usual." En met moeite volgt er een wrang glimlachje.
In het kort vertel ik hem dat ik al ruim anderhalf uur met Molly op pad ben om haar eigenaar te zoeken. Een enigszins normale reactie komt er niet uit. Hij kijkt verontwaardigd, gelooft me blijkbaar niet dat Molly 7 km van huis op een parking is beland.
Mij boeit het niet, dit keer. Ik bedank hem, rijd door, keer de wagen en passeer hem weer terwijl hij aan de telefoon is. Ik ga ervan uit dat hij Keith even belt dat ik met Molly onderweg ben.
Bij het enorme statige oude doktershuis met sjieke bijgebouwen parkeer ik de auto, opgelucht dat ik Molly thuis kan brengen. Zijn vrouw zal ook wel blij zijn.
Het statige elektrische hek is dicht. Ik druk de bel in. Geen antwoord. Nogmaals, geen antwoord. Ik roep, want ik zie Keith in de verte lopen. De bijgebouwen worden opgeknapt als woonhuis, het grote huis is de gite. Ik loop om, met Molly op de arm die nog steeds spint. Ik klop op de hoge ramen waarachter bouwlicht brandt en ik stemmen hoor. Ik klop op de deur met ruit en tralies. Ik roep en klop nog eens. Geen enkele reactie.
Ik loop met Molly dan maar weer helemaal om, terug naar het hek, langs een hoge muur en de buren, de kroeg op de hoek. Sta weer voor dat hooghartige hek en bel weer aan, twee keer. Ik roep Keith die ik weer zie lopen. Maar geen respons, niks, nul nada.
Ik besluit Molly thuis te 'dumpen', wat me verschrikkelijk tegenstaat! En laat poes los tussen de spijlen van het kopergroene hek. Roetsj, weg is ze. Niet naar huis, maar onder de eeuwenoude sequoia die net achter de muur staat.
Thuis verwacht Marc dat ik met een poes aan kom. Ik kleed me buiten uit, met tasje en al mijn kleer ren ik naar beneden, kleding in de wasmachine en ik onder de douche. Ik wil geen enkel risico lopen op het besmetten van mijn katten. Joppie zou het leven erbij laten!

Zondagmiddag gaat de telefoon. Het is de dierenarts, of ik Molly haar huis heb weten te vinden, want ergens dacht ze te weten van wie poes is. Keith en zijn vrouw hebben namelijk 2 Friese paarden en zo zal zij er vast wel over de vloer zijn geweest. Opluchting aan beide zijden.
Maar geen woord of daad van Keith en vrouwtje lief. 
Er zit een luchtje aan Molly :-(

Een week later;
Komen Marc en ik 'het vrouwtje' tegen van Keith. Zij was vorige week in Engeland en wist van niets. Chris belde inderdaad met Keith. De bel deed het niet. 'Iedereen' weet dat het zware hek met de hand te openen is. Keith wordt al wat doof. Er stond een radio aan waar ik dacht stemmen te horen. Molly zo ver van huis is een raadsel. Maar Molly springt graag in auto's, maakt niet uit van wie de auto is of hoe groot het ronkende gevaarte. Molly houdt zich graag op bij het schoolplein achter het grote huis, waar ze veel aandacht krijgt van de kinderen en regelmatig de gelegenheid in auto's te springen. Molly liep een week achter met haar wekelijkse 'face-wash', de snot komt door het ras. Ze krijgt ieder jaar haar inentingen en is dus niet ziek en de dierenarts had haar kunnen herkennen.
Al met al; grote opluchting aan alle kanten en veel dank voor het thuisbrengen van Molly.
Ook weer ten goede gekeerd.

woensdag 8 april 2015

Leven met een Bron


Het woord 'Bron' klinkt als 'essentie'. Dat mag water ook genoemd worden. Zonder Water blijkt de natuur, dier en mens nergens. Dit moet gezegd.
Wij wensten ons een huis in de buurt van water. Al was het een stroompje, een rivier, een meer, liefst de zee en anders een bron, dicht bij huis. Dit huis heeft een bron waar alles van afhankelijk is. Het zal de koopprijs misschien aanzienlijk verhoogd hebben, wie zal het zeggen. Maar onbeperkt schoon, levend, niet steriel water tot je beschikking hebben, gratis, is wel een bijzondere zegening. Ik tel deze zegening dan ook meer dan dubbel!
De bron ligt niet op ons terrein, maar het gebruik ervan is wel notarieel vastgelegd aangezien er geen enkel ander gebouw als woonhuis aanwezig is. Dit blijkt belangrijk als er geen enkele andere mogelijkheid is om water te hebben. Misschien een watertank, maar voor dagelijks gebruik zou dit een duur en onzinnige grap zijn geweest. Zeker omdat de kloof c.q. gorges waar we verkozen te wonen zeer rijk is aan waterlopen, smeltwaterrivieren en bronnen.
De vorige eigenaar heeft ons in het kort uitgelegd waar de tyleen leidingen ongeveer lopen, waar de hoofdkraan zit en hoe je het kleine filtertje schoon moet maken. Ook waar de bron zelf zo ongeveer ligt en hoe groot het reservoir is. Aangezien hij dit als vakantiehuis gebruikte had ook hij geen idee of, hoe en wanneer het systeem onderhouden diende te worden. Try & error zogezegd. Maar wij hadden bronwater, en dat deed iets, bijzonders.
We kochten online een drinkwatertest. Met van die strips die je in het water steekt, paar minuutjes wachten en dan aflezen op de kleurenkaart om te zien wat de Ph-waarde is, chloor, nitraat en nitriet, lood en andere verontreinigingen. Cristalclear bleek het water, na diverse keren testen. Schoon ziet het ook.  In de overloopbakken huizen vuursalamander-kleintjes, bloedzuigers en verder ruikt en smaakt het water zoet en levend.
De druk neemt af gedurende de lente. Dan neemt het smeltwater af en bezinken er kleine vuiltjes in het kleine filter net na de hoofdkraan in de secadou. Dat reinigen we eens per jaar. 
Toch hadden we zorgen.
Net onder het reservoir stroomt er steeds meer water over het bijna onbegaanbare steile pad dat steeds verder dichtgroeit. Geen quad, auto of kraan kan daar komen en ook wandelaars houden het voor gezien. Het staat ook op geen enkele kaart of zelfs in het kadaster vermeld. Het paadje aangelegd enkel voor het installeren van het bezinkputje en het reservoir ergens begin 70-er jaren. Een lek? De bron heeft zich door die ingreep destijds gesplitst?
We weten wel dat er niet gerommeld kan worden aan een bron. Water dat vanuit de aarde omhoog borrelt is een levend organisme dat zijn eigen weg volgt. Puur, maar door veranderingen in de eigen omgeving net zo snel van slag. De bron kan stoppen, zich verleggen, zich splitsen en anders meer water gaan geven dan de door de mensen gekanaliseerde loop.
Wij zijn dan ook blij met de wet die het verbiedt ook maar iets te wijzigen rondom de bron, al is de grond niet van ons. Kappen van bomen verboden. Afgraven van grond verboden. Bouwen van iets, verboden. De bron wordt beschermd, door de wet en door ons. We sloten ook het clandestiene pad af dat toegang gaf tot het bereiken van het reservoir. De bron zelf is een klauterpartij langs bramen, omgevallen bomen, sleedoorns en meer groen gespuis waar je je enkel waagt als je grote dorst hebt of gepantserd gekleed bent.
Ergens gaat er zo een bruin vest verdwijnen...

Het reservoir van binnen

Modder en water scheppen

Na het scharrelen komt Castel erbij liggen.

Steil en niet meer begaanbaar voor voertuigen, blij mee, want
waar liggen nou die leidingen? Links, rechts, middenonder?
Ergens in 2010 togen we met emmer en schepje naar het reservoir. Schepte het bezinksel in de rioolput c.q. reservoir leeg en bekeken de bezinkput van dichtbij. (Die kleine bezinkput meet niet meer dan 50x50x30 cm met een drainageslang die in een U gelegd is met een opening aan het einde die het gefilterde water opvangt en naar het reservoir transporteert.) We zagen de bron zijn werk doen. Fascinerend om te zien hoe het meest pure water zomaar uit de aarde opborrelt, te weten dat dit water niet vervuild wordt door landbouw en veeteelt met alle pesticiden die in Frankrijk nog wel gebruikt mogen worden.
Het reservoir is een rioolput kundig ingegraven in een dichtbegroeide helling tussen de bomen. Het stenen deksel heeft een luchtgat dat afgedekt is met een steen. Daaronder een putje waarin 2 kranen zitten waar we toen tig verzopen muizen in aantroffen. Het stonk verschrikkelijk, niet erg, enkel om de kranen open en dicht te kunnen draaien. Een kraan om het reservoir te legen. De ander om de leidingen af te sluiten richting huis. 
Door gebrek aan ervaring en informatie op internet, wie heeft er nog een bron voor drinkwater tegenwoordig, zijn we allemaal, wij twee en alle dieren, wel een week of twee wat ziek geweest van het water dat het half schoongemaakte reservoir gaf. Allemaal aan de diarree en een brak gevoel. Natuurlijk vergeten om water te tappen in flessen voor aanvang werkzaamheden aan het essentiële goedje.

2015 Lichte paniek toen ik gisteren een pan vulde om de rijst in te koken. Weinig druk en bruin water! Dat zegt genoeg. We hadden voor alsnog geen flauw idee hoe vaak we de bezinkput of het reservoir schoon zouden moeten maken.
Nieuwe ronde, nieuwe kansen, meer inzicht. Dus 9 liter schoon water staat in de keuken te pronken als we deze ochtend de klim wagen met laddertje, emmer, veger en blik, borstel, touw, snelcement voor eventuele scheuren in de put, appel, flesje water voor de dorst, snoeischaren en kaplaarzen.
Nu zetten we thuis eerst de kranen open zodat het reservoir al wat leger is en we boven geen duimen hoeven draaien. Boven eerst de kraan open om het reservoir te legen. Marc schept, ik put de modder en het bezinksel de put uit. 
Na 3 uur is het klusje al geklaard. Ik ga koken, met die flessen schoon water. Marc blijft achter om een aantal keer de kraan open en dicht te draaien voor het laatste beetje modder. 

Onze voorbereiding was voldoende. Nog een kleine 9 liter flessenwater paraat, een hapje eten gekookt met al schoon water door de nazorg van Marc.
De bron blijkt gemiddeld 1000 liter per uur te geven. En niet zo maar water. Maar het meest pure spul waar ook gevoelige diertjes goed op gedijen. 
Later blijkt het kleine filtertje net na de hoofdkraan in de secadou vol te zitten. Dat vraagt komende week nog een paar keer aandacht. 
Het leven met een Bron is blijvend heel bijzonder, waardevol.
Dat er onder die steen toch 2000 liter levensvocht huist...

maandag 6 april 2015

Kleurige golfjes

het contrast van 'dichtbij' & 'veraf' is nog enorm
De bossen op de steile hellingen zien nog net zo grauw als in december toen al dat herfstblad eindelijk gevallen was. Zoals iedereen kijk ik het nieuwe groen uit de grond en blijkt ieder nieuw jaar weer dat ik gewoon geduld moet hebben. Het groen lijkt ieder jaar later, maar is altijd tijdens dezelfde weken aanwezig.
Na 2 dagen zon worden autobanden verhuld door dotten blauw en wit van vergeet-me-nietjes en grasmuur. Overal gele rondjes van paardenbloemen. Zwemen paars-roze van het breed longkruid, frisse groentinten met verwilderde blauwe druifjes. Van al die kleur wordt een mens vrolijk.

het ochtendlicht doet ook weer mee
De dieren reageren ook op de lente. Sarko is liever, Ollie speelser, de varkens genieten een dutje en krullen zich op tegen de zanderige rotswanden bij de stal waar ze zich niet laten storen door het snerpende geluid van een slijptol op steen. Ook de ezels staan wat te suffen na het stofzuigen van de laatste restjes hooi als ontbijt. De katten blijven 's nachts buiten, Merlin is een stalkat geworden. Heeft zijn holletje in het hooi, vangt er zijn muizen, drinkt uit de waterbak voor de beesten en zont zodra het kan en hij wakker is. Castel is blij dat ze rust heeft. Die pup om haar heen maakte haar vals, onrustig, dominant en intolerant voor andere honden en mensen. Ze hapte zelfs naar de ezels. Nu zijn wij hele dagen buiten en soest ze daar waar wij zijn.

Ik sta mijn mannetje als assistente dakdekker om het dak af te krijgen. Zo komt er ruimte voor de lenteklussen zoals de moestuin.
Deze vraagt nu iedere dag een rondje of 3 en anders enkele uren. De wortels, pastinaak en aardappels zijn gepoot in de volle grond. De takjes zonder blad van bamboe erbij met een labeltje eraan. De kleur ervan correspondeert met de kleurcodes van de soorten gewassen uit de maankalender. Zo zien we van een afstand wat waar staat en maai ik de aardappels niet per ongeluk om. Want enkele hebben we gewoon in het wild aan de randen van de moestuin geplant, op een diep bedje van stro.
Morgen is het een prima dag om alle bloemen voor te zaaien. Van alles en nog wat, een net schoon gemaakte helling achter het huis, boven de broodoven, wordt een zonnebloem-veldje. Het is er warm en open. Iedere dag een slakken ronde, hier en daar strepen as, want daar houden slakken niet van.

het is bijna zonde om dit op het toilet te zetten...
Van het weekend had ik echt de lente in mijn bol. Ik ging wild plukken en eetbaars zoeken in de moestuin. Dit resulteerde in een heerlijke unieke salade van winterharde slalof, verwilderde veldsla, paardenbloemblad, vogelmuur, salie, wilde knoflooksprietjes, wat jong blad van eeuwig moes, de bloemen van boerenkool en als kleurig toefje maartse viooltjes. Een dressing van zelf geperste walnotenolie, walnotenazijn, peper uit de molen, kruidenzout en een lepel paardenbloemhoning was de finesse. Het zag er nog leuk uit ook!

Onderwijl worstel ik met de dagelijkse Zelf-Observatie formulieren van de Past Reality Training. Als vingeroefeningen van de concertpianist. Fase 1 is al belonend, maar niet makkelijk. Ik herontdek veel in mezelf, maar ook in de ander. Veel is mijn perceptie en ze loslaten is niet 1-2-3 gedaan. Rationeel is het piece of cake, maar de emotie veelal gebaseerd op oud zeer, is de ratio te snel af. Moet je zo impulsief zijn als ik. Dus bedachtzaam, bewust ga ik mijn dagen door. Het levert veel genieten op. Ouderwetse dagdromerij, nog meer bezinning.
Het effect, de resultaten, zijn indrukwekkend. Dus blijf ik elke dag op geeltjes in het kort beschrijven wat me triggert. Het worden steeds minder geeltjes. Wat er nu achter die trigger schuilt als de betekenis van die rotmomentjes blijft nog erg vaag. Fase 2 zal het leren. Het is wel een methode om blij van te worden, al word ik er af en toe ook ontzettend verdrietig van!


Lente, nieuw leven. En alles doet mee. Want eind deze maand ga ik een kleine kanjer halen. Niet dat ik denk dat pluis-met-blauwe-oogies King Cros kan vervangen, maar stilletjes is het wel. Met 3 jonge katten en 1 demente kater van 25 jaar oud! Joppie begint moeilijk te handhaven te worden. Maar de oude baas is ook zo aanhankelijk en aandoenlijk, dat we hem echt niet willen missen. Katten kunnen toch ook 30 jaar worden??
Ook kijk ik op datzelfde adres van het nog naamloze kitten naar jonge wolvarkentjes. Misschien mogen we er twee jonge beertjes van krijgen, kopen? Het vlees van de uit Hongarije afkomstige varkens met schapenvacht blijkt ook heel lekker te zijn, dieper van smaak. Onze huidige roze wroeters groeien hard, maar mogen nog niet weg. Veel te lief en wat te klein. Naast krielkipjes en een haantje zouden we dan weer een complete beestenboel hebben. (Eerst nog een ren in elkaar knutselen. De wilde pure natuur is net iets te ruig voor tam pluimvee.)



Tijd voor de lente!