zaterdag 30 april 2011
chaos
Om kwart voor 4 is m'n lief al thuis. Nog best fris gezien de knuffels, de brede lach en het vrolijke humeur.
De deuren van het busje kunnen open zonder dat er iets uitvalt, knap gepakt, want iedere centimeter is benut. Eerst proberen we het schommelbed samen uit op het achterterras. Het ding ligt heerlijk, dus kost het moeite eraf te komen om een begin te maken met het uitladen.
Direct is daar het welbekende probleem; waar laten we alles. Op welke kamer gaat het grote tweepersoons bed, de kast waarvan ik de hoogte nagemeten heb in de bar past niet, hij is te diep en er zit een steunbalk in de weg. Beddengoed voor een klein hotel komt er tevoorschijn, handdoeken, poetsdoeken, lakens, een stalen draadkast in delen, houten kegels -leuk, maar waar laat ik die?- schalen en een bronzen beeldje van een kraanvogel. Verkoopbaar, maar Marc's relatie met kraanvogels laat het niet toe. Ik draai wel gelijk de poten onder de huiskamertafel vandaan en zet het blad opzij, want deze andere tafel is langer, breder, lichter met twee laadjes en we zijn hier heel erg blij mee.
Eigenlijk met alles, het geheel, dat de klus daar deels geklaard is zonder kleerscheuren, met de zuinige snelle Vivaro die we mochten lenen, met alle extra's die hier van pas komen, met elkaars weerzien, met al die lieve extra kadootjes zoals bloembollen, een buikslaapkussentje, een onverwacht kadootje van mijn broer, een elektrische deken en zoveel meer.
Ik geniet als ik het verjaarskadootje van mijn broer uitpak met een lief kaartje erbij, nog meer van de kleine oliepers en het in elkaar zetten en bewonderen van het ding. Het verjaarskado van mijn ouders!
Ik kook pas om 9 uur en na het eten ploft m'n lief z'n bed in.
Ik ga even wat mailtjes versturen met het vooruitzicht van een lekker bed totdat de deurklopper gaat en ik van m'n stoel afschiet; Johnny en Debbie zijn gearriveerd, hebben het in het donker kunnen vinden, het hek open en dicht gedaan en staan hier voor de deur alsof ze kind aan huis zijn. Ik knuffel de boomknuffelaar en we kletsen en drinken wat, tot ik een verstopte neus ontwaar. Astma en oude traditionele huizen waar gerookt wordt en vijf katten wonen is geen succes. Of ik nu een getalenteerde poetsmevrouw zou zijn of niet.
Het grote buitenlicht gaat aan, de kippen knipperen met hun ogen zodra ik hun hok in stap om het erf te verlichten. Ik verplaats mijn auto, de Rode, terwijl Johnny de meegebrachte autobanden uitlaadt -de schat- en het 'jachtlicht' aandoet om mij te volgen het zwarte gat in het stalpad op. Ze hebben een 1-2-3 tent en hij manouvreert de Groene (jawel, een Landrover Defender 130 pick-up met huifje) zo, dat ze er morgen zo uit kunnen.
Bedtijd, voor ons allemaal.
Drukte
Ik ben het echt zat om hier alleen te zitten. Het is opeens genoeg en gedaan met het vakantiegevoel. Met energie voor Tien sta ik vroeg naast m'n bed met een lange lijst tussen m'n oren.
Natuurlijk de voorbereidingen voor het 1-mei feest; de slakkenrace en het verzinnen van de prijsjes voor winnende slakken, uitpoten van voorgekiemde plantjes in de moestuin en inzaaien van sperciebonen, het wederom ontteken van Cros -arm dier, weer een stuk of 20 ondanks de Frontline!- , eten verzinnen voor mezelf, boodschapje halen, restje was opruimen enzovoorts.
Tijdens het op een rijtje krijgen van al deze dingen gaat de telefoon; Marc! Die is gisteren al vertrokken in een overvol busje, veel te zwaar beladen, maar zal al over een uur of vijf thuis zijn. Ik ben zo blij dat de komende uurtjes om zullen vliegen en we vanavond de tijd hebben de bus leeg te ruimen en even te relaxen.
De 0-sterren camping is in orde en in geval van nood de logeerkamer ook voor onze vrienden. Het huis ga ik volzetten met alle vazen en potten die ik vinden kan met bloeiende acacia-takken waarvan nu het insectenkoor op volle sterkte is.
Het weer is nog steeds goed ondanks de verontrustende voorspellingen.
Ik moet nog even lachen als ik naar mijn kladblok kijk dat naast m'n toetsenbord ligt met een franse naam en een mobiel nummer erop gekrabbeld.
Ik ontving gisteren begin van de avond een telefoontje van een dame die vroeg of ik 14 koeien had gezien. Dat zijn toch de leuke dingen die je hier mee kunt maken.
Net als de twee weggelopen ezeltjes die toch niet van onze buren waren, maar van een inwoner van één van de dorpjes op het plateau. Haar broers koeien waren de hort op, lekker aan de wandel, de vrijheid tegemoed. Ik pak de auto om het hele bospad af te rijden op zoek naar een spoor van koeievlaaien en onthoofde kruiden en bloemen. Ik neem mijn fototoestel mee en gekleurde touwtjes, want stel dat ik ze aantref, zal ik toch proberen de kudde klem te zetten tussen draad en dit tafereel vast te leggen op de tegenwoordig niet meer zo gevoelige plaat. Maar ik hoef haar broer niet terug te bellen, want er is geen spoor te vinden en ik leeg de brievenbus die inmiddels vol ligt met reclamefolders, aanmaakpapier voor de schouw en kachel.
Ik kijk erg uit naar een gevuld huis, het vertrouwde levensritme van M&M en het bruisende franse plattelandsleven.
Natuurlijk de voorbereidingen voor het 1-mei feest; de slakkenrace en het verzinnen van de prijsjes voor winnende slakken, uitpoten van voorgekiemde plantjes in de moestuin en inzaaien van sperciebonen, het wederom ontteken van Cros -arm dier, weer een stuk of 20 ondanks de Frontline!- , eten verzinnen voor mezelf, boodschapje halen, restje was opruimen enzovoorts.
Tijdens het op een rijtje krijgen van al deze dingen gaat de telefoon; Marc! Die is gisteren al vertrokken in een overvol busje, veel te zwaar beladen, maar zal al over een uur of vijf thuis zijn. Ik ben zo blij dat de komende uurtjes om zullen vliegen en we vanavond de tijd hebben de bus leeg te ruimen en even te relaxen.
De 0-sterren camping is in orde en in geval van nood de logeerkamer ook voor onze vrienden. Het huis ga ik volzetten met alle vazen en potten die ik vinden kan met bloeiende acacia-takken waarvan nu het insectenkoor op volle sterkte is.
Het weer is nog steeds goed ondanks de verontrustende voorspellingen.
Ik moet nog even lachen als ik naar mijn kladblok kijk dat naast m'n toetsenbord ligt met een franse naam en een mobiel nummer erop gekrabbeld.
Ik ontving gisteren begin van de avond een telefoontje van een dame die vroeg of ik 14 koeien had gezien. Dat zijn toch de leuke dingen die je hier mee kunt maken.
Net als de twee weggelopen ezeltjes die toch niet van onze buren waren, maar van een inwoner van één van de dorpjes op het plateau. Haar broers koeien waren de hort op, lekker aan de wandel, de vrijheid tegemoed. Ik pak de auto om het hele bospad af te rijden op zoek naar een spoor van koeievlaaien en onthoofde kruiden en bloemen. Ik neem mijn fototoestel mee en gekleurde touwtjes, want stel dat ik ze aantref, zal ik toch proberen de kudde klem te zetten tussen draad en dit tafereel vast te leggen op de tegenwoordig niet meer zo gevoelige plaat. Maar ik hoef haar broer niet terug te bellen, want er is geen spoor te vinden en ik leeg de brievenbus die inmiddels vol ligt met reclamefolders, aanmaakpapier voor de schouw en kachel.
Ik kijk erg uit naar een gevuld huis, het vertrouwde levensritme van M&M en het bruisende franse plattelandsleven.
Het gesprek
L is nog herstellende van een zware longonsteking en nog steeds speelt een neusverkoudheid haar parten. Haar lief en zijzelf hebben een chronische ziekte die het leven zo beinvloed dat ze niet alles kunnen doen wat ze zouden willen. Om te leren leven met een beperking valt niet mee en het doet mij terugdenken aan de zware periode dat ook ik geconfronteerd werd met een psychiatrisch ziektebeeld waarvan gezegd wordt dat deze ongeneeslijk is -voor zover je van 'ziek zijn' mag spreken-, maar waarmee je wel om kan leren gaan.
Zoveel jaren na dato wuif ik dit oogkleppenbeeld weg en vind ik het triest dat mensen gebrandmerkt worden, om daarna gediscrimineerd verder te moeten met hun leven.
We praten hier uitvoerig over, want onze beeldvorming over ziek-zijn komt aardig overeen en we bevestigen naar elkaar toe dat ziektes niet alleen maar erfelijk zijn, toeval en dat men er niets aan kan doen.
Ik kan mijn hart luchten, eindelijk, over een vriend die zich zorgen maakt over z'n partner die depressief is door alle tegenslagen, fysieke ongemakken, ongelukjes in kleine hoekjes met grote gevolgen en geerfde gezondheidsklachten, maar onmachtig is. Ik kon hem niet helpen of steunen met de toch bekende visie op ziekte en gezondheid, het psycho-somatische concept, het idee dat je er wel wat aan kunt doen als je durft te zien dat ziekte signalen van je lichaam zijn die je wat te vertellen hebben, je iets duidelijk willen maken.
Was het maar zo simpel; dat je alleen depressief wordt van tegenslagen of het lijden van verlies. Was het maar zo simpel dat je een been breekt omdat er ijs ligt onder sneeuw. Was het maar so simpel dat je geboren wordt met een aanleg voor een vorm van kanker en dat alleen die genen ervoor zorgen dat je ziek wordt. Och ja, was het maar zo eenvoudig!
Ik kijk dan naar het aantal gevallen longkanker bij mensen die nog nooit een sigaret hebben aangeraakt en in een gezonde omgeving gewerkt en geleeft hebben. Ik kijk dan ook naar mensen die hartstikke gezond leven, zonder hartproblemen in de familie, zonder aangeboren afwijkingen (wat een vervelend woord toch; 'afwijking') en toch plots in het ziekenhuis belanden.
Ik ben absoluut geen zweverig type, sta als stier nogal nuchter met twee benen op de grond en kon 20 jaar geleden niet ontkennen dat er géén verband is tussen lichaam en geest. Ik was alleen te jong, had te weinig levenservaring om verbanden te leggen die nu vanzelfsprekend zijn. Vaak ben ik depressief geweest, het zat duidelijk tussen mijn oren, streed tegen iets dat onbegrijpelijk ver weg was en me toch diep raakte. Het maakte me fysiek ziek, had slaapproblemen, werd vermoeider en vermoeider, functioneerde vaker niet dan wel en verzwakte. Medicatie hielp niet, het vlakte me wel af en na twee ervaringen met de pilletjes deed het me beseffen dat medicatie vaak de symptomen bestrijdt, maar niet de oorzaak en de ziekte zelf. Dat zette me zeker aan tot nadenken, verbanden leggen, ontdekkingen die mijn leven op z'n kop hebben gezet, me deden groeien, me inzicht gaven en zovele antwoorden op de moeilijkste vragen. Mijn geloof in het onzichtbare maar toch aanwezig, voelbare, dwong me letterlijk verder te kijken dan het toeval van het moment.
L en haar lief, ik en Marc, in dezelfde situatie met dezelfde praktische problemen, krijgen alle 4 het voor ons kiezen en reageren alle vier fysiek heel anders. Geen van ons blijft verschoond van stress, depressiviteit, fysieke klachten en ziektes. Zo ook alle mensen die we kennen, dan wel met zichtbaar minder stress (wat niet wil zeggen dat er geen stress IS) of tegenslag. Niet alleen een financiële crisis kunnen we de schuld geven of een karaktertrek.
Het erover praten samen lucht op. We komen weer wat verder in onszelf, we lachen ook en schenken nog eens koffie in. Komen terecht bij de keuzes die we maken in het leven, dat we uberhaupt keuzes hebben die ons laat leven. De keuze om te stoppen met roken, de keuze om een benauwd klimaat achter ons te laten, de keuze om werk te zoeken dat ons niet past(te), de keuze om toe te geven of te strijden, weerstand te bieden of te zwichten.
Toch twijfel ik zelf aan het hebben van een keuze in mijn leven. Ik heb niet zo bewust gekozen om te emigreren, het gebeurde namelijk gewoon en de keuze voor dit huis is niet verstandelijk genomen, dat deed ons gevoel dat niet duidelijk ergens op gebaseerd was. Als we langer en beter nagedacht hadden over het verhuizen naar het buitenland, als we ons beter hadden geinformeerd van te voren, beter hadden voorbereid en ons meer verdiept hadden in wat we nodig dachten te hebben, of wilden, hadden we nog steeds in Nederland gewoond. Dit dan ook met dezelfde stress, dezelfde werkzaamheden als toen die niet bij ons pasten maar gedaan bij gebrek aan beter, dezelfde luchtverontreiniging, hetzelfde 'gezuiverde' drinkwater en dezelfde geldelijke problemen.
Ik zou niet geleerd en ingezien hebben wat ik nu weet en zie. Ik zou zijn blijven steken in bepaalde ideëen en vooroordelen, ik zou nog steeds een droombeeld koesteren van een leven op het franse platteland en ik zou nog steeds dezelfde klachten hebben als hier met dezelfde verschijnselen.
Ik ben alleen al niet meer ziek geweest sinds die kiespijn toen ik hier een dikke maand woonde. Dat mij vertelde dat ik iets achter de kiezen had en iets anders voor mijn kiezen zou krijgen. Ik probeer L iets te geven van de innerlijke vrijheid die we ons hier geven, waarvoor we zoveel terug krijgen. Datgeen wat niet in geld uit te drukken is en niet onbereikbaar ver weg gelegen is. Iets zo simpels dat we het vaak over het hoofd zien en niet serieus nemen; die eigen verantwoordelijkheid in alles dat we doen, niet dat wat we verkiezen of zouden willen, maar alleen dat 'Wat We Doen'.
Zoveel jaren na dato wuif ik dit oogkleppenbeeld weg en vind ik het triest dat mensen gebrandmerkt worden, om daarna gediscrimineerd verder te moeten met hun leven.
We praten hier uitvoerig over, want onze beeldvorming over ziek-zijn komt aardig overeen en we bevestigen naar elkaar toe dat ziektes niet alleen maar erfelijk zijn, toeval en dat men er niets aan kan doen.
Ik kan mijn hart luchten, eindelijk, over een vriend die zich zorgen maakt over z'n partner die depressief is door alle tegenslagen, fysieke ongemakken, ongelukjes in kleine hoekjes met grote gevolgen en geerfde gezondheidsklachten, maar onmachtig is. Ik kon hem niet helpen of steunen met de toch bekende visie op ziekte en gezondheid, het psycho-somatische concept, het idee dat je er wel wat aan kunt doen als je durft te zien dat ziekte signalen van je lichaam zijn die je wat te vertellen hebben, je iets duidelijk willen maken.
Was het maar zo simpel; dat je alleen depressief wordt van tegenslagen of het lijden van verlies. Was het maar zo simpel dat je een been breekt omdat er ijs ligt onder sneeuw. Was het maar so simpel dat je geboren wordt met een aanleg voor een vorm van kanker en dat alleen die genen ervoor zorgen dat je ziek wordt. Och ja, was het maar zo eenvoudig!
Ik kijk dan naar het aantal gevallen longkanker bij mensen die nog nooit een sigaret hebben aangeraakt en in een gezonde omgeving gewerkt en geleeft hebben. Ik kijk dan ook naar mensen die hartstikke gezond leven, zonder hartproblemen in de familie, zonder aangeboren afwijkingen (wat een vervelend woord toch; 'afwijking') en toch plots in het ziekenhuis belanden.
Ik ben absoluut geen zweverig type, sta als stier nogal nuchter met twee benen op de grond en kon 20 jaar geleden niet ontkennen dat er géén verband is tussen lichaam en geest. Ik was alleen te jong, had te weinig levenservaring om verbanden te leggen die nu vanzelfsprekend zijn. Vaak ben ik depressief geweest, het zat duidelijk tussen mijn oren, streed tegen iets dat onbegrijpelijk ver weg was en me toch diep raakte. Het maakte me fysiek ziek, had slaapproblemen, werd vermoeider en vermoeider, functioneerde vaker niet dan wel en verzwakte. Medicatie hielp niet, het vlakte me wel af en na twee ervaringen met de pilletjes deed het me beseffen dat medicatie vaak de symptomen bestrijdt, maar niet de oorzaak en de ziekte zelf. Dat zette me zeker aan tot nadenken, verbanden leggen, ontdekkingen die mijn leven op z'n kop hebben gezet, me deden groeien, me inzicht gaven en zovele antwoorden op de moeilijkste vragen. Mijn geloof in het onzichtbare maar toch aanwezig, voelbare, dwong me letterlijk verder te kijken dan het toeval van het moment.
L en haar lief, ik en Marc, in dezelfde situatie met dezelfde praktische problemen, krijgen alle 4 het voor ons kiezen en reageren alle vier fysiek heel anders. Geen van ons blijft verschoond van stress, depressiviteit, fysieke klachten en ziektes. Zo ook alle mensen die we kennen, dan wel met zichtbaar minder stress (wat niet wil zeggen dat er geen stress IS) of tegenslag. Niet alleen een financiële crisis kunnen we de schuld geven of een karaktertrek.
Het erover praten samen lucht op. We komen weer wat verder in onszelf, we lachen ook en schenken nog eens koffie in. Komen terecht bij de keuzes die we maken in het leven, dat we uberhaupt keuzes hebben die ons laat leven. De keuze om te stoppen met roken, de keuze om een benauwd klimaat achter ons te laten, de keuze om werk te zoeken dat ons niet past(te), de keuze om toe te geven of te strijden, weerstand te bieden of te zwichten.
Toch twijfel ik zelf aan het hebben van een keuze in mijn leven. Ik heb niet zo bewust gekozen om te emigreren, het gebeurde namelijk gewoon en de keuze voor dit huis is niet verstandelijk genomen, dat deed ons gevoel dat niet duidelijk ergens op gebaseerd was. Als we langer en beter nagedacht hadden over het verhuizen naar het buitenland, als we ons beter hadden geinformeerd van te voren, beter hadden voorbereid en ons meer verdiept hadden in wat we nodig dachten te hebben, of wilden, hadden we nog steeds in Nederland gewoond. Dit dan ook met dezelfde stress, dezelfde werkzaamheden als toen die niet bij ons pasten maar gedaan bij gebrek aan beter, dezelfde luchtverontreiniging, hetzelfde 'gezuiverde' drinkwater en dezelfde geldelijke problemen.
Ik zou niet geleerd en ingezien hebben wat ik nu weet en zie. Ik zou zijn blijven steken in bepaalde ideëen en vooroordelen, ik zou nog steeds een droombeeld koesteren van een leven op het franse platteland en ik zou nog steeds dezelfde klachten hebben als hier met dezelfde verschijnselen.
Ik ben alleen al niet meer ziek geweest sinds die kiespijn toen ik hier een dikke maand woonde. Dat mij vertelde dat ik iets achter de kiezen had en iets anders voor mijn kiezen zou krijgen. Ik probeer L iets te geven van de innerlijke vrijheid die we ons hier geven, waarvoor we zoveel terug krijgen. Datgeen wat niet in geld uit te drukken is en niet onbereikbaar ver weg gelegen is. Iets zo simpels dat we het vaak over het hoofd zien en niet serieus nemen; die eigen verantwoordelijkheid in alles dat we doen, niet dat wat we verkiezen of zouden willen, maar alleen dat 'Wat We Doen'.
vrijdag 29 april 2011
L
Woensdag werk ik me een bult; drie bedden verschonen, wassen, ophangen, afhalen, opmaken. Alle leefruimtes stoffen, zuigen, opruimen, orde en netheid.
Tegen zessen rijdt de wagen ons terrein op en ik wacht op haar bij de oprit uiteraard gewaarschuwd door een kwispelende Castel die zich verheugd op extra knuffels van een mens die ook zwicht voor haar liefste hondenogen...
De verzorgster van wijlen kater Hobbes, L. komt even bijtanken.
Even onwennig, maar al snel als meiden onder elkaar. Ik laat het etentje zitten waartoe we uitgenodigd zijn samen, zij is moe, en ook ik wil niets liever dan wat babbelen bij de schouw.
Met lief in gedachten die zich te pletter werkt vergezeld van een brandstapel, praten L en ik honderduit over onze huidige stand van zaken, dingen die alleen vrouwen graag met elkaar delen, dingen die 'mannen niet begrijpen' -sorry heren ;-)- en laat ik het huis zien, de secadou en de broodoven en doen op de terugweg een rondje moestuin waar alles smacht naar water, water, water.
We hebben elkaar in een weekend ontmoet, een paar mails uitgewisseld, niet veel. Toch voelt het fijn, goed, nog wat gek dat mensen elkaar zo 'makkelijk' mogen zonder eigenlijk te weten waarom, ze is zo anders. Het is niet het 'Vlaams zijn' dat veel scheelt. We hebben kwa persoonlijkheid eigenlijk weinig overeenkomsten, ook kwa echtgenoot niet veel gelijk, maar het voelt als vertrouwd en ok. Ik wil haar in de watten leggen, verwennen met rust en ruimte, vrijheid, bijkomen. Dat lukt prima en het is zo jammer dat ze vrijdagmiddag alweer op huis aan gaat.
Ik vind er even niks aan in m'n up hier. Das best gek, want meestal kan ik geen genoeg krijgen van het alleen rommelen hier, het eindeloos dromen en geniet ik van de discipline-vakantie als Marc er niet is.
Ik tuimel om 9 uur mijn bed al in, lees, dommel weg, word weer wakker door Cros die staat te zeuren op het kleine overloopje; hij wil op het voeteind komen slapen. Denk ik....
Maar hij springt op het kussen, vlijdt zich neer met een dertigtal teekjes op zijn kop, in zijn nek, snorharen en schoudertjes. Dus pak ik een bakje en een aansteker en begin die kleine rotbeestjes uit zijn vacht te plukken wat hij spinnend toestaat. Ik verbrandt de parasietenpootjes zodra Cros genoeg uitgeplozen is en het puntje van het vloerkleed verkiest om in slaap te vallen. Des te beter, ik gruw van het idee om een geparasiteerde kat op m'n bed te hebben, hoe lief hij ook is.
Ik ga L missen! En alle dieren haar ook....
Tegen zessen rijdt de wagen ons terrein op en ik wacht op haar bij de oprit uiteraard gewaarschuwd door een kwispelende Castel die zich verheugd op extra knuffels van een mens die ook zwicht voor haar liefste hondenogen...
De verzorgster van wijlen kater Hobbes, L. komt even bijtanken.
Even onwennig, maar al snel als meiden onder elkaar. Ik laat het etentje zitten waartoe we uitgenodigd zijn samen, zij is moe, en ook ik wil niets liever dan wat babbelen bij de schouw.
Met lief in gedachten die zich te pletter werkt vergezeld van een brandstapel, praten L en ik honderduit over onze huidige stand van zaken, dingen die alleen vrouwen graag met elkaar delen, dingen die 'mannen niet begrijpen' -sorry heren ;-)- en laat ik het huis zien, de secadou en de broodoven en doen op de terugweg een rondje moestuin waar alles smacht naar water, water, water.
We hebben elkaar in een weekend ontmoet, een paar mails uitgewisseld, niet veel. Toch voelt het fijn, goed, nog wat gek dat mensen elkaar zo 'makkelijk' mogen zonder eigenlijk te weten waarom, ze is zo anders. Het is niet het 'Vlaams zijn' dat veel scheelt. We hebben kwa persoonlijkheid eigenlijk weinig overeenkomsten, ook kwa echtgenoot niet veel gelijk, maar het voelt als vertrouwd en ok. Ik wil haar in de watten leggen, verwennen met rust en ruimte, vrijheid, bijkomen. Dat lukt prima en het is zo jammer dat ze vrijdagmiddag alweer op huis aan gaat.
Ik vind er even niks aan in m'n up hier. Das best gek, want meestal kan ik geen genoeg krijgen van het alleen rommelen hier, het eindeloos dromen en geniet ik van de discipline-vakantie als Marc er niet is.
Ik tuimel om 9 uur mijn bed al in, lees, dommel weg, word weer wakker door Cros die staat te zeuren op het kleine overloopje; hij wil op het voeteind komen slapen. Denk ik....
Maar hij springt op het kussen, vlijdt zich neer met een dertigtal teekjes op zijn kop, in zijn nek, snorharen en schoudertjes. Dus pak ik een bakje en een aansteker en begin die kleine rotbeestjes uit zijn vacht te plukken wat hij spinnend toestaat. Ik verbrandt de parasietenpootjes zodra Cros genoeg uitgeplozen is en het puntje van het vloerkleed verkiest om in slaap te vallen. Des te beter, ik gruw van het idee om een geparasiteerde kat op m'n bed te hebben, hoe lief hij ook is.
Ik ga L missen! En alle dieren haar ook....
woensdag 27 april 2011
Het paradijs
Terwijl ik iemand anders z'n keuken sop en daarna, terwijl ik iemand anders z'n gras maai, denk ik aan m'n lief die in NL tot ver boven z'n oren in het werk zit. Ik weet welk werk en ook de processen die ermee gepaard gaan. Het is het afronden, het opruimen en het ombouwen van een paradijs dat over haar gloriedagen heen is. Ooit was het een schitterende bezoekerstuin, tot in de puntjes verzorgd met een semi-bungelow erop. Een mooi houtkacheltje, een mooie boerenkeuken, een serre en een strak gelegd terras om onder een brede parasol van het uitzicht te genieten. Je kon er wel een uur struinen, hier en daar een bloem plukkend, een boom bewonderend en bukken voor een venijnig onkruidje.
Die tuin kreeg een gedeeltelijke metamorfose, want de nieuwe bewoonster was gek op paarden, dus kwam er een paardenbak en een stal. Het onderhoud van de tuin was een volle werkweek, dus ook een ander groot gedeelte ging op de schop en werd een natuurlijke vijver met een beek gemaakt van grove grote stenen omzoomd met plantjes, bloemen en grassen. Waar ik me vaak op vakantie waande onder de bloeiende sierkers met het geluid van stromend water zachtjes op de achtergrond. Een merel met moed vlakbij in een bloesemtak en een kip met kuikens in een hoekje bij het bos. De groen uitgeslagen schommelbank zomaar ergens in het bos met het pad van en naar de compostberg. Het was er dromen, leven, rust en vrede. Het was voor randstedelijke begrippen een waar paradijs.
Binnen was het niet groot, wel ruim en licht met een marmeren grote badkamer met vloerverwarming, stoomcabine, groot bubbels-ligbad en nisjes voor wat spullen. De slaapkamer opgeknapt met het mooiste behang dat ik vond en de allermooiste gordijnen die ik ooit zomaar uit mocht zoeken in een echte winkel in plaats van Ikea of Carpetland. Achter de schotten, in de stal en de tunnel, op de garagezolder en in inbouwkasten lagen spullen van de vorige bewoners, van een ex-vriendin, mijn vroegste herinneringen als kind en m'n liefs spullen, vergaard in een ruime 35 jaar.
Nu een grote nog smeulende brandplek in het gras voor de vijver, opslag in de garage, ongeknipte hagen en de ringvaart om het eilandje vol met riet.
Keuken vol met standaard goedkoop servies voor 6 man, de gardarobekamer en de werkkamer hebben nu een bed, een nachtkastje en een lampje. Er staan wat stoelen en een bankje in de ruime living, de gang, de keuken en de kamer zijn fris wit geverft. Geen sporen meer van de rokers die er woonden, van de kaarsen die brandden of de geurige houtkachel die het paradijs naar binnen haalden samen met de prachtige planten in de serre met daartussen in de hangmat.
De brandstapel reduceert al het niet meer bruikbare, papieren en brandbare kringloopspul tot as. Er is geen tijd of energie, geen hulp of extrahanden om alles naar de kringloop te brengen. Om paperassen officieel te laten vernietigen.
Hij heeft het zwaar, terwijl hij afrondt, zo definitief, scheepjes verbrandt en alles door zijn handen laat gaan met de gedachte "heb ik dit nodig?".
Voor Nederlandse begrippen is het een paradijs. En niemand wil het hebben. Het is ontzettend zwaar om in een kleine week zoveel te versjouwen, te verbranden, weg te geven, om te bouwen en alles wat eens van waarde was nu te zien als onnodig en er gelijk afstand van te doen. Zovele kippen en hanen, waarvan meer dan de helft al is 'opgeruimd' verstoren nog de rust. 5 Hanen (een maand geleden nog een stuk of 15) op een hectare land moeten toch dermate veel overlast verzorgen voor omwonenden dat de gemeente ingrijpt?? Maar gek genoeg is er afgelopen jaar niemand geweest die onze oppassers hiermee hielp.
Tussen werk en werk door, kom ik even naar huis om me om te kleden en maaispullen te halen. Eieren te rapen voor Castel ze steelt, een plas te doen en even wat te drinken voor ik tot 8 uur in de avond doorwerk om mijn vermaakte harnas te betalen.
Er staat een auto voor het hek, raampje open. De zon schijnt, de oprit is groen, de kipjes scharrelen daar als ik met een doos vol spullen richting het huis loop. Even denk ik boos te moeten worden dat er iemand mijn oprit blokkeert en ik zo een eind moet lopen met de bosmaaier. Maar een klein vrouwtje met zuid Amerikaanse rieten hoed met breed zwart lint dat overeind springt en me een knuffel geeft laat mijn opwinding alweer verdwijnen voor ik er ergin heb. Nadine toerde wat rond en was nieuwsgierig. Struinde wat rond terwijl ik de zeem uitwrong en te drogen hing in het bijkeukentje van P. Bekeek de moestuin met alle bamboe waterloopjes terwijl ik de franse bochten in de wegen met precizie neem en ze doet zich tegoed aan de geur van de vele bloeiende acacia bomen rond het huis. Het bijenkoor is in aantocht, maar de geur is nu nog sterker dan het geluid van nectar genietende vliegers.
We babbelen 3 minuten, zij is al laat om de kleinkinderen op te halen van paardrijles en ik moet ook door nu het gras droog is. De voorspelde regen zal het gras nog hoger laten groeien, dus wil ik op tijd zijn het af te maken.
Wat ik al zovaak omschreven en gezegd heb; het is hier ook een klein paradijsje, vele malen groter als wat we nu loslaten in Nederland. Vele malen simpeler -op het oog- en vele malen wilder, ongeregeld zonder pomp voor het geluid van stromend water.
Ze stuurt me 's avonds nog een mailtje over hoe onder de indruk ze is van dìt paradijs. Ook voor de Fransen is deze plek heel bijzonder en zij die hier geweest zijn, noemen het ook een paradijs. Marc weet wat hij achterlaat, erkent het verschil. Want wat we daar beleefden wordt zwaar overschaduwd door wat er hier voor ons ligt, van ons...
Het maakt het allemaal iets lichter, iets makkelijker; 7 dagen, een rokende asberg in een vriendelijk groene oase in het industriële gebied onder Rotterdam, opgeruimde schotten en inbouwkasten, een lege stal en een volle Vivaro.
Zondag is het leed geleden. Dan zoeken we hier een plek voor wat spullen die we niet misten, maar wel handig zijn. Met dank aan mijn ouders voor hun hulp deze week, tussen al hun bedrijvigheden en werk door. Het is een geruststelling als ik Marc weer mag omhelzen en verwennen met een opgeruimd schoon huis en een heel blije vrouwvrouw, dat NL nu deels is afgerond. Elke keer een stukje meer. Dat we weten dat er veel paradijsjes zijn, dat we er wel erg veel geld op verliezen, maar er zo ontzettend veel voor in de plaats zien.
Het troost.
De hulp troost, de huurders gaan wat troosten, Nadine troost door op ons huisje te willen passen in de toekomst, de lentebloemen troosten, de geur van gemaait gras en de bloemen in de acacia's, de vrede die hier heerst troost, de stilte en de vogels, het water in de beek en de vlinders.
Geld is maar geld, overschat in waarde. We ervaren het verlies van zoveel, niet als verlies. We leven in een paradijs, onbetaalbaar. Logisch dat het huis in Nederland niet verkocht wordt, er kan geen prijskaartje aan een paradijs gehangen worden.
Die tuin kreeg een gedeeltelijke metamorfose, want de nieuwe bewoonster was gek op paarden, dus kwam er een paardenbak en een stal. Het onderhoud van de tuin was een volle werkweek, dus ook een ander groot gedeelte ging op de schop en werd een natuurlijke vijver met een beek gemaakt van grove grote stenen omzoomd met plantjes, bloemen en grassen. Waar ik me vaak op vakantie waande onder de bloeiende sierkers met het geluid van stromend water zachtjes op de achtergrond. Een merel met moed vlakbij in een bloesemtak en een kip met kuikens in een hoekje bij het bos. De groen uitgeslagen schommelbank zomaar ergens in het bos met het pad van en naar de compostberg. Het was er dromen, leven, rust en vrede. Het was voor randstedelijke begrippen een waar paradijs.
Binnen was het niet groot, wel ruim en licht met een marmeren grote badkamer met vloerverwarming, stoomcabine, groot bubbels-ligbad en nisjes voor wat spullen. De slaapkamer opgeknapt met het mooiste behang dat ik vond en de allermooiste gordijnen die ik ooit zomaar uit mocht zoeken in een echte winkel in plaats van Ikea of Carpetland. Achter de schotten, in de stal en de tunnel, op de garagezolder en in inbouwkasten lagen spullen van de vorige bewoners, van een ex-vriendin, mijn vroegste herinneringen als kind en m'n liefs spullen, vergaard in een ruime 35 jaar.
Nu een grote nog smeulende brandplek in het gras voor de vijver, opslag in de garage, ongeknipte hagen en de ringvaart om het eilandje vol met riet.
Keuken vol met standaard goedkoop servies voor 6 man, de gardarobekamer en de werkkamer hebben nu een bed, een nachtkastje en een lampje. Er staan wat stoelen en een bankje in de ruime living, de gang, de keuken en de kamer zijn fris wit geverft. Geen sporen meer van de rokers die er woonden, van de kaarsen die brandden of de geurige houtkachel die het paradijs naar binnen haalden samen met de prachtige planten in de serre met daartussen in de hangmat.
De brandstapel reduceert al het niet meer bruikbare, papieren en brandbare kringloopspul tot as. Er is geen tijd of energie, geen hulp of extrahanden om alles naar de kringloop te brengen. Om paperassen officieel te laten vernietigen.
Hij heeft het zwaar, terwijl hij afrondt, zo definitief, scheepjes verbrandt en alles door zijn handen laat gaan met de gedachte "heb ik dit nodig?".
Voor Nederlandse begrippen is het een paradijs. En niemand wil het hebben. Het is ontzettend zwaar om in een kleine week zoveel te versjouwen, te verbranden, weg te geven, om te bouwen en alles wat eens van waarde was nu te zien als onnodig en er gelijk afstand van te doen. Zovele kippen en hanen, waarvan meer dan de helft al is 'opgeruimd' verstoren nog de rust. 5 Hanen (een maand geleden nog een stuk of 15) op een hectare land moeten toch dermate veel overlast verzorgen voor omwonenden dat de gemeente ingrijpt?? Maar gek genoeg is er afgelopen jaar niemand geweest die onze oppassers hiermee hielp.
Tussen werk en werk door, kom ik even naar huis om me om te kleden en maaispullen te halen. Eieren te rapen voor Castel ze steelt, een plas te doen en even wat te drinken voor ik tot 8 uur in de avond doorwerk om mijn vermaakte harnas te betalen.
Er staat een auto voor het hek, raampje open. De zon schijnt, de oprit is groen, de kipjes scharrelen daar als ik met een doos vol spullen richting het huis loop. Even denk ik boos te moeten worden dat er iemand mijn oprit blokkeert en ik zo een eind moet lopen met de bosmaaier. Maar een klein vrouwtje met zuid Amerikaanse rieten hoed met breed zwart lint dat overeind springt en me een knuffel geeft laat mijn opwinding alweer verdwijnen voor ik er ergin heb. Nadine toerde wat rond en was nieuwsgierig. Struinde wat rond terwijl ik de zeem uitwrong en te drogen hing in het bijkeukentje van P. Bekeek de moestuin met alle bamboe waterloopjes terwijl ik de franse bochten in de wegen met precizie neem en ze doet zich tegoed aan de geur van de vele bloeiende acacia bomen rond het huis. Het bijenkoor is in aantocht, maar de geur is nu nog sterker dan het geluid van nectar genietende vliegers.
We babbelen 3 minuten, zij is al laat om de kleinkinderen op te halen van paardrijles en ik moet ook door nu het gras droog is. De voorspelde regen zal het gras nog hoger laten groeien, dus wil ik op tijd zijn het af te maken.
Wat ik al zovaak omschreven en gezegd heb; het is hier ook een klein paradijsje, vele malen groter als wat we nu loslaten in Nederland. Vele malen simpeler -op het oog- en vele malen wilder, ongeregeld zonder pomp voor het geluid van stromend water.
Ze stuurt me 's avonds nog een mailtje over hoe onder de indruk ze is van dìt paradijs. Ook voor de Fransen is deze plek heel bijzonder en zij die hier geweest zijn, noemen het ook een paradijs. Marc weet wat hij achterlaat, erkent het verschil. Want wat we daar beleefden wordt zwaar overschaduwd door wat er hier voor ons ligt, van ons...
Het maakt het allemaal iets lichter, iets makkelijker; 7 dagen, een rokende asberg in een vriendelijk groene oase in het industriële gebied onder Rotterdam, opgeruimde schotten en inbouwkasten, een lege stal en een volle Vivaro.
Zondag is het leed geleden. Dan zoeken we hier een plek voor wat spullen die we niet misten, maar wel handig zijn. Met dank aan mijn ouders voor hun hulp deze week, tussen al hun bedrijvigheden en werk door. Het is een geruststelling als ik Marc weer mag omhelzen en verwennen met een opgeruimd schoon huis en een heel blije vrouwvrouw, dat NL nu deels is afgerond. Elke keer een stukje meer. Dat we weten dat er veel paradijsjes zijn, dat we er wel erg veel geld op verliezen, maar er zo ontzettend veel voor in de plaats zien.
Het troost.
De hulp troost, de huurders gaan wat troosten, Nadine troost door op ons huisje te willen passen in de toekomst, de lentebloemen troosten, de geur van gemaait gras en de bloemen in de acacia's, de vrede die hier heerst troost, de stilte en de vogels, het water in de beek en de vlinders.
Geld is maar geld, overschat in waarde. We ervaren het verlies van zoveel, niet als verlies. We leven in een paradijs, onbetaalbaar. Logisch dat het huis in Nederland niet verkocht wordt, er kan geen prijskaartje aan een paradijs gehangen worden.
dinsdag 26 april 2011
Ghostbusters
Soms zie ik spoken, en beren op de weg. Maak ik me zorgen over dingen die er nog niet zijn en bedenk ik me wat anderen bedenken, voelen of doormaken. Naar aanleiding van hun signalen; een mailtje, een paar woorden of gedrag.
Meestal zijn deze beren en spoken en zorgen zo weer weg, ben ik ze gewoon vergeten... Dit specifieke spookje valt me al te lang lastig. Tijd voor het Ghostbusteren.....
Ik probeer al vanaf februari Dominique en Michael te spreken te krijgen of een mailtje te ontvangen. De kunstenares met haar prachtige schilderijen en Michael als stichter van Nature & Culture, een internationaal netwerk dat culturen met elkaar in contact laat komen.
Maar hij is kortaf geweest in zijn facebook-berichtjes of antwoordde niet en zij doet niks met computers, alleen de schilderskwast en zorgen voor haar man. (Dit laatste kan heel veel werk zijn en ik ken hem een beetje, alle begrip voor haar stilzwijgen.)
Maar toch laat het me niet los dat ik dat spook zie, dat me geniepig toefluistert dat ik werk en veel omga met Nadine, die toch tot de club van de hogergeplaatsten behoort gezien alle functies die haar man bekleedde toen hij de pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt had. Daar tegenover, gniffelt het spook, had je omgang met de strijdende vijand tegen de plannen van deze dure club. Een harde strijd die wel gewonnen is door het gewone volk; geen 100 windmolens op de plateaus rond de gemeente met een hoogte van 120 meter. "Je heult met de vijand" hoor ik het spook weer doordringend fluisteren. En dit stel is verre van dom en internationaal georienteerd.
Nadine en ik op het stoepje van haar oude watermolen;
Terwijl ik probeer het net even te hoge gras bij Nadine te maaien, speelt het spook zijn gebruikelijk spelletje, terwijl ik de lucht in de gaten houd en mijn rondjes loop. De lucht vertoont wat wolkjes en een heel zachte bovenwind verplaatst ze haast onzichtbaar over het strakke blauw. De geur van kruiden in het hoge gras, het geronk van de machine, de loopjes naar de grasberg, niets kan het spook afleiden om iemand anders te gaan pesten. Ijdele hoop, het is tenslotte mijn spook. Een zeer donkere wolk verschijnt, nog even heb ik de hoop dat het overdrijft, droog ziet de wolk er niet uit. En net onder de grote brede appelboom, waar het gras door de schaduw van de boom echt kniehoog staat, begint het te hard te regenen met de grootste druppels ooit, dat ik besluit even in de oude watermolen naast en onder het huis te schuilen.
Ik dek de maaimachine toe met een baby tuinbadje, op z'n kop.
Na de eerste bui ga ik met de bosmaaier alle muren en randjes maaien, maar ook dit werk moet ik drie keer onderbreken. Voor regen èn hagelbuien en het houdt niet op.
Ik sluit een raam in hun huis, zij heeft de halve familie over de vloer thuis, dit is haar familiehuis, maar ze woont in het stadje. Dus die is gevlogen om eten te maken voor de kinderen en laat het huis en tuin aan mij over. Alles staat open en er regent veel in via dat ene raam. Ik schrijf een briefje dat ik later deze week terug kom om de rest te maaien, in deze nattigheid is het zinloos.. Dat wordt wat, want L komt een paar dagen langs om als dames lekker samen te tutteren, terwijl ik P nog ga helpen en ook mijn eigen huisklusjes nog heb, terwijl m'n lief zondagmiddag thuiskomt en we J&D ook verwachten voor een weekje of langer, terwijl ik met slakkenteams in het kasteeldorpje ben voor het jaarlijkse feest aldaar.
Ghostbusters..... Verdelgen dat kreng, afrekenen met die flauwe kul. Gewoon langs gaan om te informeren hoe het met ze is en bijkletsen na 3 maanden.
Half nat geregend rijd ik langs het kruispunt dat me naar Dominique zou leiden en ik besluit te keren, nadat ik voorbij de afslag reed en het spook zich weer laat horen; "je heult met de vijand, daarom hoor je niets meer van ze".
Ghostbuster.......
Zodra ik de auto aan de achterkant van hun huis geparkeerd heb en omloop, tref ik haar aan in gezelschap van twee andere mannen en een vrouw. Ze is heel blij me te zien, krijg gelijk warme verse koffie, een knuffel en de vraag of ik haar boodschapje op m'n repondeur gehad heb. Ze heeft gebeld op het moment dat ik ons terrein verlaat met werkspullen om dat gras veel kopjes kleiner te maken in gezelschap van dat spookje.
Haar broer en een stel uit hun dorpje (boeren) helpen hun de schuur leeg te ruimen, omdat de werkzaamheden 1 mei beginnen. Er wordt een atelier gemaakt van de schuur. Maar die schuur staat onder en boven (onder is de oude stal) tot aan de nok en de balken vol met spullen, troep, stro, hooi en nog meer troep. Van de oude mest en andere viezigheid nog maar niet te spreken. Steeds komt er een buitje dat de spullen buiten ook nat maakt. De brandende afvalberg heeft daar geen last van.
Ze wilden 'die Hollanders' niet bellen voor hulp, want dat 'zullen ze wel te vies vinden'. Dus spoken bestaan en niet alleen in mijn hoofd. M&M vinden dit geweldig werk, altijd vele schatten ontdekken waar de fransen hun neus voor optrekken. Dominique kan fysiek weinig doen en Michael steekt geen vinger uit met de smoes dat hij 'intellectueel is'.
Hun 5 katten, waaronder drie kittens, en hun hond vrolijken de boel op. De hond heeft gisteren de enige computer in huis omver gelopen door via de snoeren zich een weg te banen naar een kroel en aandacht, dus de chaos was compleet voor hen;
Die hele schuur moet leeg en schoon in een kleine week, nog geen hulp en een kapotte computer.
Mijn spook is gevlucht na de eerste slok koffie en de omhelzing met Dominique.
Ik heb eigenlijk geen tijd, toch ga ik mest scheppen in de stal en rommel en lach wat mee met de mensen die op het allerlaatste moment toch kwamen helpen. Ik bied aan om meer te helpen deze week. Misschien stom, maar waar haal ik de tijd vandaan??? Misschien vindt L het leuk als ik haar meeneem; nieuwe mensen ontmoeten en het plaatselijke leven mee beleven.
Ze vinden het maar raar dat ik de auto helemaal vollaad met die stokoude klompen mest, maar Dominique legt uit op wat voor terrein we wonen. De auto maakt indruk, want men blijft denken dat immigranten stedelingen zijn die geen kaas hebben gegeten van het leven op het platteland.
Thuis rijd ik de auto tot aan het randje van de muur die de oprit van de moestuin scheidt. Ik klim er onhandig in en begin te scheppen. Vies en stoffig als ik ben, is de wagen 30 minuutjes later niet alleen leeg, maar ook weer eens schoon.
De houten platen achterin zijn vochtig, een volkje mieren besloot eronder te gaan wonen en er ontkiemen al zaadjes bij de kieren van de platen hardboard.
Niet slecht, een nieuw kubje mest voor de zanderige moestuingrond!
Ik zit wel erg in tijdnood, maar sommige dingen lijken even minder belangrijk. Wij worden geholpen en ik ben ontzettend blij wat terug te kunnen doen. Dus laat ik de was hangen in het zwembad, laat ik de kippen een dagje in hun hok, zodat Castel de eieren niet kan gappen, laat ik de schone was liggen en de afwas staan.
Het spoken wegjagen doet me altijd goed.
Meestal zijn deze beren en spoken en zorgen zo weer weg, ben ik ze gewoon vergeten... Dit specifieke spookje valt me al te lang lastig. Tijd voor het Ghostbusteren.....
Ik probeer al vanaf februari Dominique en Michael te spreken te krijgen of een mailtje te ontvangen. De kunstenares met haar prachtige schilderijen en Michael als stichter van Nature & Culture, een internationaal netwerk dat culturen met elkaar in contact laat komen.
Maar hij is kortaf geweest in zijn facebook-berichtjes of antwoordde niet en zij doet niks met computers, alleen de schilderskwast en zorgen voor haar man. (Dit laatste kan heel veel werk zijn en ik ken hem een beetje, alle begrip voor haar stilzwijgen.)
Maar toch laat het me niet los dat ik dat spook zie, dat me geniepig toefluistert dat ik werk en veel omga met Nadine, die toch tot de club van de hogergeplaatsten behoort gezien alle functies die haar man bekleedde toen hij de pensioengerechtigde leeftijd nog niet bereikt had. Daar tegenover, gniffelt het spook, had je omgang met de strijdende vijand tegen de plannen van deze dure club. Een harde strijd die wel gewonnen is door het gewone volk; geen 100 windmolens op de plateaus rond de gemeente met een hoogte van 120 meter. "Je heult met de vijand" hoor ik het spook weer doordringend fluisteren. En dit stel is verre van dom en internationaal georienteerd.
Nadine en ik op het stoepje van haar oude watermolen;
Terwijl ik probeer het net even te hoge gras bij Nadine te maaien, speelt het spook zijn gebruikelijk spelletje, terwijl ik de lucht in de gaten houd en mijn rondjes loop. De lucht vertoont wat wolkjes en een heel zachte bovenwind verplaatst ze haast onzichtbaar over het strakke blauw. De geur van kruiden in het hoge gras, het geronk van de machine, de loopjes naar de grasberg, niets kan het spook afleiden om iemand anders te gaan pesten. Ijdele hoop, het is tenslotte mijn spook. Een zeer donkere wolk verschijnt, nog even heb ik de hoop dat het overdrijft, droog ziet de wolk er niet uit. En net onder de grote brede appelboom, waar het gras door de schaduw van de boom echt kniehoog staat, begint het te hard te regenen met de grootste druppels ooit, dat ik besluit even in de oude watermolen naast en onder het huis te schuilen.
Ik dek de maaimachine toe met een baby tuinbadje, op z'n kop.
Na de eerste bui ga ik met de bosmaaier alle muren en randjes maaien, maar ook dit werk moet ik drie keer onderbreken. Voor regen èn hagelbuien en het houdt niet op.
Ik sluit een raam in hun huis, zij heeft de halve familie over de vloer thuis, dit is haar familiehuis, maar ze woont in het stadje. Dus die is gevlogen om eten te maken voor de kinderen en laat het huis en tuin aan mij over. Alles staat open en er regent veel in via dat ene raam. Ik schrijf een briefje dat ik later deze week terug kom om de rest te maaien, in deze nattigheid is het zinloos.. Dat wordt wat, want L komt een paar dagen langs om als dames lekker samen te tutteren, terwijl ik P nog ga helpen en ook mijn eigen huisklusjes nog heb, terwijl m'n lief zondagmiddag thuiskomt en we J&D ook verwachten voor een weekje of langer, terwijl ik met slakkenteams in het kasteeldorpje ben voor het jaarlijkse feest aldaar.
Ghostbusters..... Verdelgen dat kreng, afrekenen met die flauwe kul. Gewoon langs gaan om te informeren hoe het met ze is en bijkletsen na 3 maanden.
Half nat geregend rijd ik langs het kruispunt dat me naar Dominique zou leiden en ik besluit te keren, nadat ik voorbij de afslag reed en het spook zich weer laat horen; "je heult met de vijand, daarom hoor je niets meer van ze".
Ghostbuster.......
Zodra ik de auto aan de achterkant van hun huis geparkeerd heb en omloop, tref ik haar aan in gezelschap van twee andere mannen en een vrouw. Ze is heel blij me te zien, krijg gelijk warme verse koffie, een knuffel en de vraag of ik haar boodschapje op m'n repondeur gehad heb. Ze heeft gebeld op het moment dat ik ons terrein verlaat met werkspullen om dat gras veel kopjes kleiner te maken in gezelschap van dat spookje.
Haar broer en een stel uit hun dorpje (boeren) helpen hun de schuur leeg te ruimen, omdat de werkzaamheden 1 mei beginnen. Er wordt een atelier gemaakt van de schuur. Maar die schuur staat onder en boven (onder is de oude stal) tot aan de nok en de balken vol met spullen, troep, stro, hooi en nog meer troep. Van de oude mest en andere viezigheid nog maar niet te spreken. Steeds komt er een buitje dat de spullen buiten ook nat maakt. De brandende afvalberg heeft daar geen last van.
Ze wilden 'die Hollanders' niet bellen voor hulp, want dat 'zullen ze wel te vies vinden'. Dus spoken bestaan en niet alleen in mijn hoofd. M&M vinden dit geweldig werk, altijd vele schatten ontdekken waar de fransen hun neus voor optrekken. Dominique kan fysiek weinig doen en Michael steekt geen vinger uit met de smoes dat hij 'intellectueel is'.
Hun 5 katten, waaronder drie kittens, en hun hond vrolijken de boel op. De hond heeft gisteren de enige computer in huis omver gelopen door via de snoeren zich een weg te banen naar een kroel en aandacht, dus de chaos was compleet voor hen;
Die hele schuur moet leeg en schoon in een kleine week, nog geen hulp en een kapotte computer.
Mijn spook is gevlucht na de eerste slok koffie en de omhelzing met Dominique.
Ik heb eigenlijk geen tijd, toch ga ik mest scheppen in de stal en rommel en lach wat mee met de mensen die op het allerlaatste moment toch kwamen helpen. Ik bied aan om meer te helpen deze week. Misschien stom, maar waar haal ik de tijd vandaan??? Misschien vindt L het leuk als ik haar meeneem; nieuwe mensen ontmoeten en het plaatselijke leven mee beleven.
Ze vinden het maar raar dat ik de auto helemaal vollaad met die stokoude klompen mest, maar Dominique legt uit op wat voor terrein we wonen. De auto maakt indruk, want men blijft denken dat immigranten stedelingen zijn die geen kaas hebben gegeten van het leven op het platteland.
Thuis rijd ik de auto tot aan het randje van de muur die de oprit van de moestuin scheidt. Ik klim er onhandig in en begin te scheppen. Vies en stoffig als ik ben, is de wagen 30 minuutjes later niet alleen leeg, maar ook weer eens schoon.
De houten platen achterin zijn vochtig, een volkje mieren besloot eronder te gaan wonen en er ontkiemen al zaadjes bij de kieren van de platen hardboard.
Niet slecht, een nieuw kubje mest voor de zanderige moestuingrond!
Ik zit wel erg in tijdnood, maar sommige dingen lijken even minder belangrijk. Wij worden geholpen en ik ben ontzettend blij wat terug te kunnen doen. Dus laat ik de was hangen in het zwembad, laat ik de kippen een dagje in hun hok, zodat Castel de eieren niet kan gappen, laat ik de schone was liggen en de afwas staan.
Het spoken wegjagen doet me altijd goed.
zaterdag 23 april 2011
37
een heel mooie geurrijke dag
na een zeer onrustige nacht
de regen is gekomen
alles om me heen in verrukking
lekkere hapjes
bezoek, heel de middag
een schommel ligbed voor buiten
dankzij T. staat ie
een multi oliepersje
een geweldige kaart
heel erg veel felicitaties
vanuit vele werelden
en werelddelen!
kippen even kwijt
maar op tijd thuis voor het eten
blaffende en opspringende Castel
sorry H. !
fijne uren met P.
topfilm als extra cadeautje
een fotorondje met 37 jarige ogen
lief is ok in NL
hij slaapt onder de sterren
niet in zijn eigen huis
toch ben ik ook daar
en hij ook hier
mooie dag
donderdag 21 april 2011
Volschieten
Een paar dagen geleden vind ik dit filmpje;. Het geluid stond nog hard en niets vermoedend zet ik het kleine beeld op Full Screen. Ik heb nog nooit zo snel tranen gehad en voor ik het me besefte waren m'n wangen nat. Dat was vol Schieten! http://www.youtube.com/watch?v=Um9KsrH377A
Na gisteren vandaag een drukke dag tussen de fransen. Heel sociaal, maar na afgelopen weken een hele opgave.
Ik ruim wat op thuis en pak spullen voor het doen van boodschapjes op de markt, boomverzorgings spullen en andere kleding om naar het gezondheidscentrum te gaan. Zet er nog twee volle maar heel lichte vuilniszakken bij -vergaard in een ruime drie weken :-) en kus m'n lief gedag rond half 11.
Met de Blauwe half volgepakt -de Rode staat weer eens bij de garage voor een voorkeuring op de controle technique van morgen- stop ik bij de brievenbus, beetje te vroeg de postbode zijn schema kennende, maar hoopvol gaat het sleuteltje erin.
Jaaaaa een spierwitte, ongekreukte, dikke A-4 enveloppe; post! De reclamefolders negeer ik, die zetten aan tot kopen en daar hebben we inmiddels een hekel aan gekregen, wat het ook is. Het gaat er toch sneller uit als erin komt, bekend??
In de auto bevoel en open ik gretig de enveloppe en haal het slanke hoge boekwerkje eruit. Ik sla het open; een collage-boekje, handgemaakt, met op de eerste twee pagina's een lieve welkomsttekst, handgeschreven. Plaatjes die ik zelf uitgeknipt zou hebben zou ik zelf op zo'n prachtig idee komen om iemand iets bijzonders te geven. Met uitgeknipt uit een magazine L'ANNIVERSAIRE! bovenaan geplakt. Alle bladzijden zijn volgeplakt, getekend en geschreven met werkelijk alleen maar een spiegeltje van al het prachtigs in mijn leven, even keurig op een kleurrijk dienblad, gemaakt met veel liefde door een lezer van deze weblog....
Ik lees het boekwerkje niet verder na haar briefje voorin, blader het snel door en beland achterin op 4 pagina's met 4 kleine kado-envelopjes, dichtgeplakt met vier witte stickers met een rijmpje erop over de inhoud. Ik klap terstond het boekje dicht, doe het resoluut terug in de witte enveloppe en zet het rechtop op de passagiersstoel. Over vol Schieten gesproken. Ik krijg de dikke tranen ter nauwernood weer terug mijn ogenkassen in, want ik moet nog even een dag presteren!
Eerst reisproviand en wat vergeten spullen bij de supermarkt, dan kaas op de markt en na het zien van de rij bij de groentekraam, loop ik terug naar de super. Geen energie voor rijen vandaag en zo heerlijk om daar eens aan toe te geven. Tis al bijna 'over de koppen lopen' door de regio's die nu vakantie hebben in Frankrijk en Parijs is van de partij. Als er ergens veel Parijse toeristen heengaan is het hier geloof ik...
Ik plof neer op het terras van de bistro uit het zicht van de spiegel zodat le patron me niet ziet zitten, dus wacht ik rustig tot hij andere gasten hun drankje komt brengen. Nadine wacht ik daar op onder het genot van de zon, uit de wind en een caffee crème en als zij toch wel in de rij bij de visboer gaat staan voor de maaltijd met z'n drieën, kan ik mijn werkspullen wel vast uit de auto halen.
Als een boerentrien zit ik op het terras, maar het boeit me allemaal niet.
Nadine heeft haar vis en groente en ploft tegenover me met haar cubaanse strohoed met zwart breed lint en een grote zwarte zonnebril. Ze kan verschrikkelijk goed kletsen, maar soms luistert ze ook echt, dus kan ik even m'n verhaal kwijt. Zodra ik bijna over het busje/vrachtwagen-probleem ben uitgesproken is het haar beurt mij te onderbreken. Zeg maar tegen Marc dat hij morgen mijn bus mag lenen. Dus heb ik even tijd nodig dit goed te horen en ze herhaalt het nog maar even twee keer. Even heen en weer gebel met Marc en het is geregeld. Ik schiet weer vol en weer duw ik het terug, ''k wil nie huilen, niet nu!'
Ze trekt me al telefonerend mee naar huis, waar ze aan het eten begint als ik uitgelegd heb, wat ze moet vermaken aan mijn klimharnas. Een voortreffelijke snelle maaltijd flanst ze in elkaar met de meest verse, smaakvolle biospullen en peperdure vis. De meest zachte jonge geitenkaas ooit geproeft met bio basterd suiker en franse aardbeien. Energie en voedingsstoffen voor een week. Dus de takjes van die twee lindes op het achterplaatsje liggen er in een uur af en op een stapel te drogen. Nog even babbelen, afrekenen en naar het centrum. Gekke ik kleed me toch even om en doe een plas op een bospaadje waar ik langsrij door het zo ontzettend groene verse landschap in een felle zon. Ik probeer wat te roeien in m'n up in het stille zaaltje, maar na 10 minuten ben ik het al zat, ik draal rond op de bovenverdieping, heel stil daar.
Beneden wil ik in alle rust wat baantjes gaan trekken, geen kids vandaag. Natuurlijk kom ik Christine uit het kasteeldorpje tegen bij de kleedhokjes en maak een praatje. Eerste contact na december, ze blijft gewoon heel de winter binnen, vertelde ze me eens.
Er begint aqua-gym, dus van baantjes trekken komt niets, ik gym maar mee tussen de dikke en oude dames met badmutsen op die toch echt uit 1940 stammen!
Het is tam, maar wel lekker, rekken, strekken en mijn ene knie heeft het zwaar. Daarna trek ik mijn baantjes, ga 12 minuutjes in een hete sauna liggen en spoel me lang koud af. Nu fris naar huis, terug met Marc naar boven om de auto te halen.
Daarna bekijk ik, met Marc over mijn schouder, het boekwerkje beter, helemaal, knipsel top tot papieren teen en lees. Onze vingers bevoelen de zakjes onder de rijmpjes. We zijn alletwee geraakt, ik zie twee glinsterende ogen in een zacht gezicht voor me aan de andere kant van de tafel.
Nu ik schrijf, laat ik me lekker volschieten en zucht. Mooi
Na gisteren vandaag een drukke dag tussen de fransen. Heel sociaal, maar na afgelopen weken een hele opgave.
Ik ruim wat op thuis en pak spullen voor het doen van boodschapjes op de markt, boomverzorgings spullen en andere kleding om naar het gezondheidscentrum te gaan. Zet er nog twee volle maar heel lichte vuilniszakken bij -vergaard in een ruime drie weken :-) en kus m'n lief gedag rond half 11.
Met de Blauwe half volgepakt -de Rode staat weer eens bij de garage voor een voorkeuring op de controle technique van morgen- stop ik bij de brievenbus, beetje te vroeg de postbode zijn schema kennende, maar hoopvol gaat het sleuteltje erin.
Jaaaaa een spierwitte, ongekreukte, dikke A-4 enveloppe; post! De reclamefolders negeer ik, die zetten aan tot kopen en daar hebben we inmiddels een hekel aan gekregen, wat het ook is. Het gaat er toch sneller uit als erin komt, bekend??
In de auto bevoel en open ik gretig de enveloppe en haal het slanke hoge boekwerkje eruit. Ik sla het open; een collage-boekje, handgemaakt, met op de eerste twee pagina's een lieve welkomsttekst, handgeschreven. Plaatjes die ik zelf uitgeknipt zou hebben zou ik zelf op zo'n prachtig idee komen om iemand iets bijzonders te geven. Met uitgeknipt uit een magazine L'ANNIVERSAIRE! bovenaan geplakt. Alle bladzijden zijn volgeplakt, getekend en geschreven met werkelijk alleen maar een spiegeltje van al het prachtigs in mijn leven, even keurig op een kleurrijk dienblad, gemaakt met veel liefde door een lezer van deze weblog....
Ik lees het boekwerkje niet verder na haar briefje voorin, blader het snel door en beland achterin op 4 pagina's met 4 kleine kado-envelopjes, dichtgeplakt met vier witte stickers met een rijmpje erop over de inhoud. Ik klap terstond het boekje dicht, doe het resoluut terug in de witte enveloppe en zet het rechtop op de passagiersstoel. Over vol Schieten gesproken. Ik krijg de dikke tranen ter nauwernood weer terug mijn ogenkassen in, want ik moet nog even een dag presteren!
Eerst reisproviand en wat vergeten spullen bij de supermarkt, dan kaas op de markt en na het zien van de rij bij de groentekraam, loop ik terug naar de super. Geen energie voor rijen vandaag en zo heerlijk om daar eens aan toe te geven. Tis al bijna 'over de koppen lopen' door de regio's die nu vakantie hebben in Frankrijk en Parijs is van de partij. Als er ergens veel Parijse toeristen heengaan is het hier geloof ik...
Ik plof neer op het terras van de bistro uit het zicht van de spiegel zodat le patron me niet ziet zitten, dus wacht ik rustig tot hij andere gasten hun drankje komt brengen. Nadine wacht ik daar op onder het genot van de zon, uit de wind en een caffee crème en als zij toch wel in de rij bij de visboer gaat staan voor de maaltijd met z'n drieën, kan ik mijn werkspullen wel vast uit de auto halen.
Als een boerentrien zit ik op het terras, maar het boeit me allemaal niet.
Nadine heeft haar vis en groente en ploft tegenover me met haar cubaanse strohoed met zwart breed lint en een grote zwarte zonnebril. Ze kan verschrikkelijk goed kletsen, maar soms luistert ze ook echt, dus kan ik even m'n verhaal kwijt. Zodra ik bijna over het busje/vrachtwagen-probleem ben uitgesproken is het haar beurt mij te onderbreken. Zeg maar tegen Marc dat hij morgen mijn bus mag lenen. Dus heb ik even tijd nodig dit goed te horen en ze herhaalt het nog maar even twee keer. Even heen en weer gebel met Marc en het is geregeld. Ik schiet weer vol en weer duw ik het terug, ''k wil nie huilen, niet nu!'
Ze trekt me al telefonerend mee naar huis, waar ze aan het eten begint als ik uitgelegd heb, wat ze moet vermaken aan mijn klimharnas. Een voortreffelijke snelle maaltijd flanst ze in elkaar met de meest verse, smaakvolle biospullen en peperdure vis. De meest zachte jonge geitenkaas ooit geproeft met bio basterd suiker en franse aardbeien. Energie en voedingsstoffen voor een week. Dus de takjes van die twee lindes op het achterplaatsje liggen er in een uur af en op een stapel te drogen. Nog even babbelen, afrekenen en naar het centrum. Gekke ik kleed me toch even om en doe een plas op een bospaadje waar ik langsrij door het zo ontzettend groene verse landschap in een felle zon. Ik probeer wat te roeien in m'n up in het stille zaaltje, maar na 10 minuten ben ik het al zat, ik draal rond op de bovenverdieping, heel stil daar.
Beneden wil ik in alle rust wat baantjes gaan trekken, geen kids vandaag. Natuurlijk kom ik Christine uit het kasteeldorpje tegen bij de kleedhokjes en maak een praatje. Eerste contact na december, ze blijft gewoon heel de winter binnen, vertelde ze me eens.
Er begint aqua-gym, dus van baantjes trekken komt niets, ik gym maar mee tussen de dikke en oude dames met badmutsen op die toch echt uit 1940 stammen!
Het is tam, maar wel lekker, rekken, strekken en mijn ene knie heeft het zwaar. Daarna trek ik mijn baantjes, ga 12 minuutjes in een hete sauna liggen en spoel me lang koud af. Nu fris naar huis, terug met Marc naar boven om de auto te halen.
Daarna bekijk ik, met Marc over mijn schouder, het boekwerkje beter, helemaal, knipsel top tot papieren teen en lees. Onze vingers bevoelen de zakjes onder de rijmpjes. We zijn alletwee geraakt, ik zie twee glinsterende ogen in een zacht gezicht voor me aan de andere kant van de tafel.
Nu ik schrijf, laat ik me lekker volschieten en zucht. Mooi
woensdag 20 april 2011
Langlais
Ik schrijf 23 april 2008;
We worden wakker ergens in een bos op een eindelijk mooie droge dag met wat zon en een fris windje. We zetten koffie en ruimen de auto op, stoppen de slaapzakken weer in de kisten, trekken het hefdak naar beneden en bekijken de route voor die dag om op tijd bij de makelaar te zijn die middag. Het één na laatste huis van onze lijst gaan we vandaag bekijken. Een 'spulletje' met bijna 30 hectare, kastanjebossen, een beek en het zelf gebouwde huis op zo'n 500 meter hoogte op een zuidhelling tegen een rotswand aan. Rotsige hellingen vol met heide en brem, afgelegen en een schitterend huis dat er sprookjesachtig bijligt in de bergkom ver weg van de bewoonde wereld. Ik ben jarig vandaag, maar er is verder weinig dat daaraan doet denken na de felicitatie van manlief.
We zijn toe aan een zonnetje na een kleine twee weken heel slecht weer en het ploegen door de stromende regen, het improviseren in de Landrover-Camper met natte kleer. We hebben al zoveel huizen gezien, zoveel afwegingen gemaakt en zoveel indrukken op gedaan, dat de rek er wel een beetje uit is.
Het huis van een duitser met 20 hectare land waarvan alles spik en span was, mooi en creatief, afgelegen en helemaal voldeed aan bijna! al onze wensen viel af. Er stond een huis palnaast het hunne, dus buren, dus beperkingen op de lange termijn.
Het huis van vandaag heeft geen buren en een doodlopende weg slingert door de bossen naar een hek toe dat duidelijk aangeeft dat je er niet verder kan. Een oprijlaan die langer is als het huidige bospad. We rijden het terrein op nadat ik het hek gesloten heb en stappen gelijk met de makelaar uit. Het huis ziet er nog beter en leuker uit als op de foto's, een schattig torentje doet dienst als schuur en de garage ligt verdiept en verbindt de toren met het woonhuis. Ons frans is nog ver beneden peil en de makelaar doet het woord voor ons met zijn âllo-âllo-accent. Het is een fijne man, een schotse expat voor zover we dan weten. Madame et Monsieur B. blijkt een bejaard stel te zijn. Hij ziet eruit alsof hij toch een eind in de 80 is en dit wordt later bevestigd. Kwiek en enthousiast laten ze het huis zien, om daarna naar het verderop gelegen gebouwen te gaan kijken, een enorme schuur en een klein traditioneel huisje. Meneer neemt de trekker, het is 400 meter verderop via een steil pad, langs een bronbeekje, mevrouw blijft even thuis, ook al in de 80! Ze hebben het terrein in 1973 gekocht, er was enkel de schuur en het kleine huisje zonder voorzieningen.
Zelf leggen ze de weg aan en bouwen het licht geel gepleisterde huis, zorgen voor een septic tank, de waterleiding -met bronwater dat met veel kracht uit de rotsige helling spuit achter het huis, electriciteit en telefoon. Een kruidentuin met wat terrasjes en een schuurtje voor de trekker schuin tegenover het huis. Hij is arts geweest, zij een liefhebbende slimme echtgenote.
Het stel maakt die middag een onuitwisbare indruk. Ze doen alles nog zelf, hebben geen haast met de verkoop, maar weten ook wel dat er een dag komt dat ze het niet meer kunnen bewonen. Ze grappen met elkaar en tegen elkaar, zijn modern en goed op de hoogte en zeer vriendelijke mensen voor ons en de makelaar.
Vermoeid en weer onder de indruk verlaten we eind van de middag hun terrein met een flesje gekregen wijn. Marc heeft barstende koppijn en ik parkeer de auto 200 meter voorbij het toegangshek van mevrouw en meneer B. Hij vertrekt gelijk naar zijn slaapcabine nadat we het hefdak omhoog hebben gezet. Daar zat ik dan op m'n verjaardag, net zo vol indrukken, maar moe en vol. De gekregen fles wijn drink ik op tijdens een vers klaargemaakte maaltijdsalade terwijl de avondzon de auto verwarmd en Marc ligt te snurken tussen 4 canvas muurtjes.
We keren die week nog terug om een wandeling te maken op hun terrein, gevoel te krijgen voor hun lap grond en de omgeving. Het is erg warm die dag en krijgen een zelfgetekende kaart mee en een sikkel om bramen en dergelijke weg te kunnen hakken. Zij kunnen daar niet meer komen, te steil en ontoegankelijk.
Dit huis valt af na het zien van ons huidige huis. De bossen zijn eenzijdig, kastanjebomen zover het oog reikt. Geen schaduw rond het huis, geen enkele boom juist daar waar we zouden wensen. En toch een beetje aan de prijzige kant voor ons budget. De inrichting is half Spaans en half heel persoonlijk. De badkamer is verschrikkelijk kitsch, mooi van lelijkheid met zwart marmer, wit geaderd, chroom en messing. We kunnen onze lach maar net inhouden. het huis heeft wel veel sfeer, un esprit, en dat zou moeten blijven... Maar toch, het is het net niet helemaal.
Ik schrijf 16 april 2011;
Exact 3 jaar minus 1 week later zijn we benieuwd hoe het met madame et monsieur B. gaat en vertrekken begin van de middag richting hun stekje. We hebben geen idee of hun huis nog te koop staat, of ze er nog wonen en hoe het met hen is.
Het is wel een eindje rijden vanaf ons en nemen picknick spullen mee in de auto-koelkast. Het is al zo warm buiten. We hebben de oude stafkaart nodig om het te kunnen vinden. Ik herken de plek waar ik de auto snel parkeerde om Marc te laten slapen. Het hek, de brievenbus met dakje, alles is nog hetzelfde. de stilte en het prille groen van de aprilmaand.
We hopen dat ze wakker zijn, er uberhaupt nog zijn. We willen ze laten weten dat we hen niet vergeten zijn en bewondering hebben voor hen als stel en wat ze daar gebouwd hebben, de sfeer in het huis, de uitstraling van het geheel.
De eerste 5 minuten hebben ze even nodig om ons te herinneren en om door te krijgen dat we niet voor het huis komen, maar voor hen. Het staat nog steeds te koop. Alles is nog hetzelfde.
Hij is inmiddels 89, zij een paar jaar jonger. Hij begint doof te worden en kwijlt tijdens het enthousiaste praten. Ze kibbelen en lachen nog steeds als toen. Hij is geopereerd aan staar, beide ogen, maar rijdt gewoon nog met de trekker en in de auto. Doen saampjes nog boodschappen in het stadje verderop. Drie weken terug breekt ze haar onderarm, een dubbele breuk, tijdens het plukken van wat kruiden op een laag terrasje, terwijl hij op zijn trekker bij de schuur wat werkt. Door de motor van de oranje zware trekker hoort hij haar niet om hulp roepen. Misschien lag het zozeer niet aan de motor, maar meer aan twee 89 jarige oren. Ze proberen luchtig te doen over hun situatie, maar we voelen aan dat ze het er toch moeilijk mee krijgen; saampjes zo'n eind weg van alles en iedereen. De ouderdomsklachten, het toch zware werk om zo'n huis te verzorgen, zichzelf en elkaar. Wat een prachtstel in hun prachthuis op een prachtdomein!
We drinken dezelfde wijn als toen met lekkere crackers erbij en bronwater. Het is fijn om ze te zien en weer krijgen we hetzelfde gevoel dat dit onze tweëede keus was en blijft. Dezelfde redenen maken het weer moeilijk ze daar achter te laten. Ik gun ze een makkelijkere tijd, saampjes met zorg wat dichter in de buurt, net zo rustig en het liefst in Spanje, waar ze beide een passie voor hebben.
Klik de titel van deze post voor meer info.
Woeiwaai binnen en buiten
Sinds een paar dagen kraait meneer de Haan niet meer. We hebben hem nog meerdere dagen mime zien spelen. De kop gekromt, omhoog omlaag, alsof hij bokt om daarna de snavel open te doen en met kabaal te laten weten dat hij de baas is. Maar dan in een diepe stilte. Het is een heel raar gezicht, een mime spelende haan. We begrijpen het niet, nog niet. We zien geen duidelijke aanzet tot het in de rui zijn. Hij heeft geen extra stress, juist minder, want hij is best al wat gewend, en mag buiten scharrelen zolang hij wil. Ik heb geprobeerd de haan te stimuleren door ook te kraaien en we zien hem met opgeheven kop luisteren naar de echo die via de bergen terugkomt rollen. Ook dan kraaide hij, geluidloos.
De plotselinge zomer? Het ontbreken van andere hanen binnen een hoorbare straal? Niet te hoeven laten horen dat hij de baas is? -Hij laat het wel steeds duidelijker merken, maar het blijft een nog bangig dier.-
Gisteren knapte ik de 0-sterren camping op voor Johnny en zijn vriendin. De bocht in het stalpad ziet er heel strak uit en de braamtakken, rozenmaaisel en andere kleine scherpe houtjes stook ik op in de kleine vuurplaats die ik daar gebouwd heb. Maar goed dat ik de enorme takkenberg er laat liggen op verzoek van m'n lief, want de wind steekt op en zo'n vuurberg zou de helling in lichterlaaie hebben gezet. Die berg is ideaal voor een BBQ met z'n vieren daar, of voor een romantisch kampvuur voor de twee jonge lovers. Het knapt er echt van op.
Nu nog een beetje regen om het stof neer te laten slaan, maar Meteo belooft er wel wat van tijdens de paasdagen.
Ik bezoek het centrum weer om wat baantjes te trekken en Tai-chi te doen. Het is ontzettend druk met een grote groep kinderen en natuurlijk de vakantiegangers uit Parijs die hele discussies voeren in de sauna. Een mooi lesje 'franse conversatie' en de kans dit uit te leggen als ze mijn mening vragen. Als expat is het een fantastische gelegenheid te socialiseren. Vaak dezelfde gezichten en en passant ontmoetingen. Maar het echte contact is daar (nog) niet. Voor mijn lijf en leden is het heerlijk. Tijdens het zwemmen van wat baantjes fris ik op, zie veel weer zitten, maak me niet zo druk meer om dingen en erger me niet meer aan het oppervlakkige gegiechel van de vrouw van onze burgervader. Ik voel me net een 'nieuwe in de klas' en met het uitzoeken van een partner tijdens een speciale Tai-Chi oefening staan ze bijna in de rij, voor mij...? Het in maart weer geopende centrum is niet ingesteld op de enorme toeristische drukte met maar 14 kleedhokjes, geen toegang tot de grote kleedruimte vanuit het zwembad en geen doorgang tussen de kleedhokjes door naar de uitgang. We staan als volwassenen allemaal met onze tassen en handdoeken te wachten tot het grut weer een hokje vrijgeeft. Ik kleed me om in een gesloten douchecabine die natuurlijk nat is, geen bankje heeft en nogal smalletjes voor wat ik daar probeer te doen; me in te smeren met een verzachtende creme en aankleden. Later moet ik een dame vragen om via haar kleedhoje naar de uitgang te gaan om op tijd op Tai-Chi te zijn in de daarboven liggende ruimte. Genant en lastig. Kan wat worden van de zomer!
Toch is de nieuwigheid van deze immigrante en ons rommelerfje eraf en zien we niemand meer hier van de locale mensen.
Ja toch, gisteren op het bospad. Een boertje uit het kasteeldorpje die twee ezels kwijt was en aan Marc vraagt of wij ze gezien hebben. "Een grote witte en een klein bruintje misschien?" Vraagt Marc. "Ja, die twee, heeft u ze gezien?"
Jazekers, toen we van het weekend even de hort opgingen, op het bospad. We dachten echt dat het twee van de drie ezels van onze buren waren die weer eens ontsnapt zijn en bokkend, springend het supermalse gras en de kruiden snoepen in de bermen van het pad. Dus we drijven ze terug naar het hekwerk dat we een stukje open kunnen doen en zijn blij dat we dit voor de buren kunnen doen.
Als we terugkomen van het uitje zien we 5 ezels bij de buren, geen 3! Dus denken we dat de buurtjes er twee bij hebben, logisch als je zo ver van de bewoonde wereld af woont.
Maar de twee blijken er niet bij te horen en zodra de man zijn gemis kenbaar maakt, zien we de verschillen tussen de zijne en die van de buren.... Oops.
's Avonds belt de buurvrouw. Ze is niet boos, maar wel een beetje geagiteerd dat wij zomaar twee vreemde ezels bij de hunne zetten die we op het pad aantreffen. Dus onze goedbedoelde actie wordt weer eens knalhard onderuit gehaald. Volgende uitbraak van hun ezels zullen we negeren en bang als ze zijn voor Laro's, zullen we ze noodgedwongen de helling of het bospad af jagen zo de openbare weg op 2.5 km van huis. Want het bospad is te smal om de dieren rustig te passeren.
Alle signalen tegen het verhuren van ons huis in NL aan vaklui krijgen er nog ééntje bij een drie dagen voor Marc naar NL vertrekt om alles uit te voeren wat we hier op afstand al geregeld hebben.
S&G (huisoppas) bellen en stellen voor het huis te huren.... Goed voorstel, absoluut, helemaal top, maar de timing!!!! Ik klap compleet dicht van het aanbod op dit moment. Het water staat ons al maanden aan de lippen en we blijken niet de enige. Als je na jaren vanuit de ruimte en rust terug moet naar een heel klein huisje in een kleine compacte oud-hollandse binnenstad, zou mij dat ook een hel zijn, waar ik bij voorbaat gek van zou worden. Maar och hemel, hoe incasseer ik deze timing? Zeggen we alles opeens af een paar dagen van te voren? Even schakelen, nachtje over slapen, wat is het beste, sommetjes maken en overleggen, praten, denken.... Marc merkt haarscherp op dat ik bij schokkende berichten dichtklap en de situatie verstandelijk wil uitpluizen, om maar niet overstuur te raken. In het begin van onze relatie, die nu net ruim 5 jaar oud is, kon hij er geen kant mee op. Nu kijkt de schat door die buitenste schil heen en is lief. Met een extra knuffel gaan we op tijd naar bed. Vandaag komt de uitslag van het wikken en wegen van twee stellen om een zo fijn mogelijke oplossing te vinden om verder te kunnen met ons leven. Wel of niet naar Nederland, wel of niet extra kosten maken om wat rust te creëeren in de komende maanden.
Ik ben er ziek van, zo moe dat ik het liefst heel de dag op bed ga liggen. Ik sleep me een beetje door de dag heen, wordt 3 keer uit bed getrommeld en de duw-&-trekwinden maken het er niet makkelijker op. Alles flappert, waait los en weg, is onrustig en we eten binnen. M'n lief probeert verder te werken aan het schuurdak, maar het enorme zeil op het dak waait los, buigt spijkers krom, verplaatst emmers vol met stenen en de ringen scheuren eruit los. Het cement droogt te snel, dus geeft Marc het vloekend op halverwege en dumpt het overgebleven cement achter de muur van de secadou, zonde, maar het is niet anders. Ik probeer steeds weer een slaapje te pakken, maar geef het op als G. belt om ons uitsluitsel te geven dat ze toch maar vertrekken naar hun kleine poppenhuisje, dat trouwens ook maar niet verkocht wordt!
We doen het goed saampjes tijdens deze moeilijke tijd. Een wel hele lieve mail van hem bewaar ik met ster in mijn postvak. Een huwelijksaanzoek valt me ten deel, -ja heus het kan! als je al getrouwd bent- met de leukste, de beste en de liefste grijns die m'n lief me kan geven. Hij maakt bij voorbaat goed dat 'hij niet aan verjaardagen doet'.
De plotselinge zomer? Het ontbreken van andere hanen binnen een hoorbare straal? Niet te hoeven laten horen dat hij de baas is? -Hij laat het wel steeds duidelijker merken, maar het blijft een nog bangig dier.-
Gisteren knapte ik de 0-sterren camping op voor Johnny en zijn vriendin. De bocht in het stalpad ziet er heel strak uit en de braamtakken, rozenmaaisel en andere kleine scherpe houtjes stook ik op in de kleine vuurplaats die ik daar gebouwd heb. Maar goed dat ik de enorme takkenberg er laat liggen op verzoek van m'n lief, want de wind steekt op en zo'n vuurberg zou de helling in lichterlaaie hebben gezet. Die berg is ideaal voor een BBQ met z'n vieren daar, of voor een romantisch kampvuur voor de twee jonge lovers. Het knapt er echt van op.
Nu nog een beetje regen om het stof neer te laten slaan, maar Meteo belooft er wel wat van tijdens de paasdagen.
Ik bezoek het centrum weer om wat baantjes te trekken en Tai-chi te doen. Het is ontzettend druk met een grote groep kinderen en natuurlijk de vakantiegangers uit Parijs die hele discussies voeren in de sauna. Een mooi lesje 'franse conversatie' en de kans dit uit te leggen als ze mijn mening vragen. Als expat is het een fantastische gelegenheid te socialiseren. Vaak dezelfde gezichten en en passant ontmoetingen. Maar het echte contact is daar (nog) niet. Voor mijn lijf en leden is het heerlijk. Tijdens het zwemmen van wat baantjes fris ik op, zie veel weer zitten, maak me niet zo druk meer om dingen en erger me niet meer aan het oppervlakkige gegiechel van de vrouw van onze burgervader. Ik voel me net een 'nieuwe in de klas' en met het uitzoeken van een partner tijdens een speciale Tai-Chi oefening staan ze bijna in de rij, voor mij...? Het in maart weer geopende centrum is niet ingesteld op de enorme toeristische drukte met maar 14 kleedhokjes, geen toegang tot de grote kleedruimte vanuit het zwembad en geen doorgang tussen de kleedhokjes door naar de uitgang. We staan als volwassenen allemaal met onze tassen en handdoeken te wachten tot het grut weer een hokje vrijgeeft. Ik kleed me om in een gesloten douchecabine die natuurlijk nat is, geen bankje heeft en nogal smalletjes voor wat ik daar probeer te doen; me in te smeren met een verzachtende creme en aankleden. Later moet ik een dame vragen om via haar kleedhoje naar de uitgang te gaan om op tijd op Tai-Chi te zijn in de daarboven liggende ruimte. Genant en lastig. Kan wat worden van de zomer!
Toch is de nieuwigheid van deze immigrante en ons rommelerfje eraf en zien we niemand meer hier van de locale mensen.
Ja toch, gisteren op het bospad. Een boertje uit het kasteeldorpje die twee ezels kwijt was en aan Marc vraagt of wij ze gezien hebben. "Een grote witte en een klein bruintje misschien?" Vraagt Marc. "Ja, die twee, heeft u ze gezien?"
Jazekers, toen we van het weekend even de hort opgingen, op het bospad. We dachten echt dat het twee van de drie ezels van onze buren waren die weer eens ontsnapt zijn en bokkend, springend het supermalse gras en de kruiden snoepen in de bermen van het pad. Dus we drijven ze terug naar het hekwerk dat we een stukje open kunnen doen en zijn blij dat we dit voor de buren kunnen doen.
Als we terugkomen van het uitje zien we 5 ezels bij de buren, geen 3! Dus denken we dat de buurtjes er twee bij hebben, logisch als je zo ver van de bewoonde wereld af woont.
Maar de twee blijken er niet bij te horen en zodra de man zijn gemis kenbaar maakt, zien we de verschillen tussen de zijne en die van de buren.... Oops.
's Avonds belt de buurvrouw. Ze is niet boos, maar wel een beetje geagiteerd dat wij zomaar twee vreemde ezels bij de hunne zetten die we op het pad aantreffen. Dus onze goedbedoelde actie wordt weer eens knalhard onderuit gehaald. Volgende uitbraak van hun ezels zullen we negeren en bang als ze zijn voor Laro's, zullen we ze noodgedwongen de helling of het bospad af jagen zo de openbare weg op 2.5 km van huis. Want het bospad is te smal om de dieren rustig te passeren.
Alle signalen tegen het verhuren van ons huis in NL aan vaklui krijgen er nog ééntje bij een drie dagen voor Marc naar NL vertrekt om alles uit te voeren wat we hier op afstand al geregeld hebben.
S&G (huisoppas) bellen en stellen voor het huis te huren.... Goed voorstel, absoluut, helemaal top, maar de timing!!!! Ik klap compleet dicht van het aanbod op dit moment. Het water staat ons al maanden aan de lippen en we blijken niet de enige. Als je na jaren vanuit de ruimte en rust terug moet naar een heel klein huisje in een kleine compacte oud-hollandse binnenstad, zou mij dat ook een hel zijn, waar ik bij voorbaat gek van zou worden. Maar och hemel, hoe incasseer ik deze timing? Zeggen we alles opeens af een paar dagen van te voren? Even schakelen, nachtje over slapen, wat is het beste, sommetjes maken en overleggen, praten, denken.... Marc merkt haarscherp op dat ik bij schokkende berichten dichtklap en de situatie verstandelijk wil uitpluizen, om maar niet overstuur te raken. In het begin van onze relatie, die nu net ruim 5 jaar oud is, kon hij er geen kant mee op. Nu kijkt de schat door die buitenste schil heen en is lief. Met een extra knuffel gaan we op tijd naar bed. Vandaag komt de uitslag van het wikken en wegen van twee stellen om een zo fijn mogelijke oplossing te vinden om verder te kunnen met ons leven. Wel of niet naar Nederland, wel of niet extra kosten maken om wat rust te creëeren in de komende maanden.
Ik ben er ziek van, zo moe dat ik het liefst heel de dag op bed ga liggen. Ik sleep me een beetje door de dag heen, wordt 3 keer uit bed getrommeld en de duw-&-trekwinden maken het er niet makkelijker op. Alles flappert, waait los en weg, is onrustig en we eten binnen. M'n lief probeert verder te werken aan het schuurdak, maar het enorme zeil op het dak waait los, buigt spijkers krom, verplaatst emmers vol met stenen en de ringen scheuren eruit los. Het cement droogt te snel, dus geeft Marc het vloekend op halverwege en dumpt het overgebleven cement achter de muur van de secadou, zonde, maar het is niet anders. Ik probeer steeds weer een slaapje te pakken, maar geef het op als G. belt om ons uitsluitsel te geven dat ze toch maar vertrekken naar hun kleine poppenhuisje, dat trouwens ook maar niet verkocht wordt!
We doen het goed saampjes tijdens deze moeilijke tijd. Een wel hele lieve mail van hem bewaar ik met ster in mijn postvak. Een huwelijksaanzoek valt me ten deel, -ja heus het kan! als je al getrouwd bent- met de leukste, de beste en de liefste grijns die m'n lief me kan geven. Hij maakt bij voorbaat goed dat 'hij niet aan verjaardagen doet'.
zondag 17 april 2011
foto's met onderschrift
Gisteren zoeken we een ouder stel op dat in onze 2e keus wonen tijdens onze twee wekelijkse bezoektocht naar de huizen die onze interesse hadden tijdens de maand april van 2008. De ontmoeting was leuk, echt frans, na de eerste verbazing van hun kant ontspannen. Het huis staat nog steeds te koop. Voor ons 2e keus, omdat er rond het huis geen schaduw is en het terrein zeer eenzijdig. Maar later meer over deze mensen en hun kasteeltje.
Op de terugweg rijdt Marc graag creatief en ik verkoos de Blauwe te nemen, het is toch onze uitjes-auto. Uiteraard ontdekken we allerlei paadjes en weggetjes met ontdekkingen. Een oude watermolen en bakkerij, een vervallen hameau met maar één doel; Leven. Maar de gebouwtjes staan er leeg en verlaten bij, deels verruineerd, deels nog nèt intact. We treffen hier in de middagse zonnestralen weer typische dingen aan en natuurlijk mooie plaatjes.
De oude ladders zijn hier talrijk, verheven tot duur boeren antique, handvervaardigd en blijkbaar haast onverwoestbaar. Deze ladder is langer dan de schuur, dus hij moet er diagonaal in. Dit is een prachtig stukje vakwerk, wonderbaarlijk en nog helemaal heel. Franse schuren zijn flink breed en diep!
Het Broodoventje heeft een volledig bemost dak dat ooit een kans heeft gekregen ter praktische renovatie; de pannen zijn gewoon vierkant en gebakken, niks traditioneels dus. Evenals de schoorsteen die mijn cameralens niet waard is. Maar de voorkant van het oventje is een must-see op de plek waar het nu staat. Natuurlijk ook vernieuwd en inmiddels alweer verroest, wat het deurtje nog mooier maakt.
Boven de stal en voor de schuur, die boven de stallen is gebouwd met een aardwal aan een kopse kant voor de ossenkarren, bevind zich iets als een woonruimte. Een oude houten wand die haast tot stof is vergaan dankzij de houtwormen -die niet in die ladder zaten!- maakt de afscheiding tussen schuur en woongedeelte. Een eenvoudige hoofdhoogte schouw met daarboven een plank. Uiteraard staat en ligt er van alles, maar lopen is te gevaarlijk. De vloer, met daaronder de stal, is in zulk slechte staat, dat je zo in de diepte kijkt.In bijna alle nog net overeind staande huizen, vinden we kruisjes. Veelal van hout, meestal met Christus er nog op. Dit kruisje hangt ook nog in het midden van het gebouw. Dat blijft gewoon hangen waar het hangt. Ook in onze schuur en in het middenhuis vonden we houten kruisjes, die we gelaten hebben op de plek dat we ze aantroffen. Het kleine kruisje uit 1912 met een zilveren Christus erop is een kleine schat die we koesteren. Dan nog het kruisje wat ik van mijn ouders kreeg, zelfgemaakt, van hout, hangt boven op mijn kamer. Een stil symbool voor de liefde voor mij.
Zo maar een huisje. We denken de oude varkensstal, maar binnen liggen voddige dekens, bossen oud touw, kratjes en uiteraard lege autobanden en oud ijzer.
Uiteraard heeft zo'n oude bakkerij/drogerij (kastanjes voor het meel) een molen nodig voor het meel en ook dit huisje staat nog maar net overeind met de molensteen er nog in. Wat een prachtstukje Aveyron is dit en wat ontzettend zonde dat dit staat te vergaan tot een hoop overgroeide stenen met de topstukjes eruit gesloopt voor de handelaren en hebberts.Dit vind ik zulke mooie plaatjes... En er staan er hier zoveel van.
Appelbloesem van een laag klein beschadigd vormloos appelboompje. Maar wel onze appelboom die erg lekkere en grote appels geeft. Deze boom krijgt extra knuffels.
De snijbonen zijn gelukkig in hun nieuwe (r)onderkomen.
Tijdens een uitje moet je soms tanken, op het platteland. Pffffff, we diepen 20 euro uit een vakje in de auto, blij dat we ermee thuis komen.
Uiteraard duiken we een naaldbos in, geen bosbouw met die kale bosbodem, maar naaldbomen met een normale onderbegroeiing. Nou jaa, normaal?! Duizenden baby-sparretjes, zover het oog rijkt van 8 cm hoog tot ver in de hemel met open plekken met nog meer kleine sparreboompjes. Allemaal al met fris groene topjes waar het vliesje al vanaf geblazen is door de wind. Veel vogels en wat reëen in het zonnetje aan de rand van het bos. Daar eten we een degelijke avondboterham met brie, ham en zelfgemaakte jam. Kan het nog kneuteriger, genieten?
Een gemiddelde weide nu...
Heel tevreden...
Het kasteeldorpje en de gorges met in de verte de meanderende rivier, ehm... stuwmeer.
De kippen en meneer HaanZe beginnen al pretenties te hebben, die kippen van ons. De ganserdag lopen ze achter je aan, want mensen = eten. Dit terwijl ze een rijkdom aan beestjes en jonge plantjes kunnen eten. Ze mesten zich vet en nog is het niet genoeg. Ze verkennen wel de omgeving, maar blijven in gepaste straal om het huis heen. De moestuin boeit ze (nog) niet en we proberen ze zoveel mogelijk de helling op richting bospad te lokken. We hebben de fout gemaakt halverwege de dag etensrestjes te geven, oops! Dan blijven ze dus in de buurt, terwijl ze lekker de hort opmoeten.
Waar ik sta te koken, het voortraject van het middaghapje, hebben ze vandaag gevonden. Tijdens het koken, loop ik met pollepel in de hand via de achterdeur al "Hop - Hop - Hop" roepend de haan en kipjes naar boven te pushen. Geen kippestront op dat achterterras. Haan kwam dus tussen de middag even polshoogte nemen waar zijn kliekjes bleven. Hij is zelf net zo'n veelvraat als zijn dames. Meneer Haan springt zowaar op het keukenvenster tussen de spijlen en tikt tegen de ruit; "Komt er nog wat van!?" Ik lach me suf terwijl ik aardappels sta te wassen.
We kunnen ook niet rustig eten aan de voorkant, want eerst de haan en dan de kippen verschijnen op de hoge muur achter ons en verdringen zich om ons te zien eten. Schandalig. En elke keer loopt Haan dan rond en zet de eerste stap. Soms de Opperkip die het terras doodleuk op een holletje betreedt. En wij maar proberen met het commando 'Hop' Castel te leren dat ze ze van het terras af moet jagen. Maar Castel snapt er niks van. Ze moet ze bij elkaar drijven, dat snapt ze wel, maar niks zonder opdracht van ons. Dus op eigen initiatief iets doen?? Ho maar. Tis zo'n welwillend beest, maar echt slim??
Op de terugweg rijdt Marc graag creatief en ik verkoos de Blauwe te nemen, het is toch onze uitjes-auto. Uiteraard ontdekken we allerlei paadjes en weggetjes met ontdekkingen. Een oude watermolen en bakkerij, een vervallen hameau met maar één doel; Leven. Maar de gebouwtjes staan er leeg en verlaten bij, deels verruineerd, deels nog nèt intact. We treffen hier in de middagse zonnestralen weer typische dingen aan en natuurlijk mooie plaatjes.
De oude ladders zijn hier talrijk, verheven tot duur boeren antique, handvervaardigd en blijkbaar haast onverwoestbaar. Deze ladder is langer dan de schuur, dus hij moet er diagonaal in. Dit is een prachtig stukje vakwerk, wonderbaarlijk en nog helemaal heel. Franse schuren zijn flink breed en diep!
Het Broodoventje heeft een volledig bemost dak dat ooit een kans heeft gekregen ter praktische renovatie; de pannen zijn gewoon vierkant en gebakken, niks traditioneels dus. Evenals de schoorsteen die mijn cameralens niet waard is. Maar de voorkant van het oventje is een must-see op de plek waar het nu staat. Natuurlijk ook vernieuwd en inmiddels alweer verroest, wat het deurtje nog mooier maakt.
Boven de stal en voor de schuur, die boven de stallen is gebouwd met een aardwal aan een kopse kant voor de ossenkarren, bevind zich iets als een woonruimte. Een oude houten wand die haast tot stof is vergaan dankzij de houtwormen -die niet in die ladder zaten!- maakt de afscheiding tussen schuur en woongedeelte. Een eenvoudige hoofdhoogte schouw met daarboven een plank. Uiteraard staat en ligt er van alles, maar lopen is te gevaarlijk. De vloer, met daaronder de stal, is in zulk slechte staat, dat je zo in de diepte kijkt.In bijna alle nog net overeind staande huizen, vinden we kruisjes. Veelal van hout, meestal met Christus er nog op. Dit kruisje hangt ook nog in het midden van het gebouw. Dat blijft gewoon hangen waar het hangt. Ook in onze schuur en in het middenhuis vonden we houten kruisjes, die we gelaten hebben op de plek dat we ze aantroffen. Het kleine kruisje uit 1912 met een zilveren Christus erop is een kleine schat die we koesteren. Dan nog het kruisje wat ik van mijn ouders kreeg, zelfgemaakt, van hout, hangt boven op mijn kamer. Een stil symbool voor de liefde voor mij.
Zo maar een huisje. We denken de oude varkensstal, maar binnen liggen voddige dekens, bossen oud touw, kratjes en uiteraard lege autobanden en oud ijzer.
Uiteraard heeft zo'n oude bakkerij/drogerij (kastanjes voor het meel) een molen nodig voor het meel en ook dit huisje staat nog maar net overeind met de molensteen er nog in. Wat een prachtstukje Aveyron is dit en wat ontzettend zonde dat dit staat te vergaan tot een hoop overgroeide stenen met de topstukjes eruit gesloopt voor de handelaren en hebberts.Dit vind ik zulke mooie plaatjes... En er staan er hier zoveel van.
Appelbloesem van een laag klein beschadigd vormloos appelboompje. Maar wel onze appelboom die erg lekkere en grote appels geeft. Deze boom krijgt extra knuffels.
De snijbonen zijn gelukkig in hun nieuwe (r)onderkomen.
Tijdens een uitje moet je soms tanken, op het platteland. Pffffff, we diepen 20 euro uit een vakje in de auto, blij dat we ermee thuis komen.
Uiteraard duiken we een naaldbos in, geen bosbouw met die kale bosbodem, maar naaldbomen met een normale onderbegroeiing. Nou jaa, normaal?! Duizenden baby-sparretjes, zover het oog rijkt van 8 cm hoog tot ver in de hemel met open plekken met nog meer kleine sparreboompjes. Allemaal al met fris groene topjes waar het vliesje al vanaf geblazen is door de wind. Veel vogels en wat reëen in het zonnetje aan de rand van het bos. Daar eten we een degelijke avondboterham met brie, ham en zelfgemaakte jam. Kan het nog kneuteriger, genieten?
Een gemiddelde weide nu...
Heel tevreden...
Het kasteeldorpje en de gorges met in de verte de meanderende rivier, ehm... stuwmeer.
De kippen en meneer HaanZe beginnen al pretenties te hebben, die kippen van ons. De ganserdag lopen ze achter je aan, want mensen = eten. Dit terwijl ze een rijkdom aan beestjes en jonge plantjes kunnen eten. Ze mesten zich vet en nog is het niet genoeg. Ze verkennen wel de omgeving, maar blijven in gepaste straal om het huis heen. De moestuin boeit ze (nog) niet en we proberen ze zoveel mogelijk de helling op richting bospad te lokken. We hebben de fout gemaakt halverwege de dag etensrestjes te geven, oops! Dan blijven ze dus in de buurt, terwijl ze lekker de hort opmoeten.
Waar ik sta te koken, het voortraject van het middaghapje, hebben ze vandaag gevonden. Tijdens het koken, loop ik met pollepel in de hand via de achterdeur al "Hop - Hop - Hop" roepend de haan en kipjes naar boven te pushen. Geen kippestront op dat achterterras. Haan kwam dus tussen de middag even polshoogte nemen waar zijn kliekjes bleven. Hij is zelf net zo'n veelvraat als zijn dames. Meneer Haan springt zowaar op het keukenvenster tussen de spijlen en tikt tegen de ruit; "Komt er nog wat van!?" Ik lach me suf terwijl ik aardappels sta te wassen.
We kunnen ook niet rustig eten aan de voorkant, want eerst de haan en dan de kippen verschijnen op de hoge muur achter ons en verdringen zich om ons te zien eten. Schandalig. En elke keer loopt Haan dan rond en zet de eerste stap. Soms de Opperkip die het terras doodleuk op een holletje betreedt. En wij maar proberen met het commando 'Hop' Castel te leren dat ze ze van het terras af moet jagen. Maar Castel snapt er niks van. Ze moet ze bij elkaar drijven, dat snapt ze wel, maar niks zonder opdracht van ons. Dus op eigen initiatief iets doen?? Ho maar. Tis zo'n welwillend beest, maar echt slim??
zaterdag 16 april 2011
Keek op de week
Een moeilijke week waarin ik onderuit ga wat mijn bevattingsvermogen betreft. Het 'ook eens één keer vragen om hulp' na twee jaar alles zelf doen, heeft een verrassende uitkomst. Mensen die het altijd aanboden kunnen nu opeens niet of laten je vallen. Mensen die amper tijd hebben of de mogelijkheden, mensen die ik niet eens persoonlijk ken, bieden juist hulp aan. Ongelukken die serieus letsel tot gevolg hebben wat ons raakt, ook al blijven we zelf gezond. -Op die spiergroep in mijn rug na die me gisteren zo te pakken had, dat ik nu nog krom zit en loop na een pijnlijke slapeloze nacht en een middelvinger die zegt iets van artritus te hebben om aan te geven dat ik hem te weinig omhoog steek en teveel naar me toe trek.-
De dorpsfeesten vangen aan en ik heb geen tijd er naar toe te gaan of mee te genieten en te doen. Ik vrees voor de slakkenrace 2011 in het kasteeldorpje. Toch zal ik kijken of ik Gregoire kan sjarteren, hij nam het vorig jaar ook van me over en de opbrengsten zijn voor het dorp zelf. Misschien kan het zo.
Marc heeft hier een bus gehuurd en zal de laatste week van april dus weer naar Nederland moeten om zaken te regelen.
Ik blijf lekker thuis in deze mooie rijke weelde en laad me zo op om hem op afstand te ondersteunen en J&D een warm welkom te bieden. Ook zij willen graag gebruik maken van onze 0-sterren camping en dat doet ons deugd!
We genieten van de kippen al scharrelend op het terrein, schudden ons hoofd bij een hond die er niks van snapt dat zij de kipjes boven de moestuin moet houden en weten nu al weinig raad met drie eieren per dag.
Ik start het weekend met een week-kater en weet zeker dat die vanavond na ons uitje wel weg zal zijn met medewerking van ontzettend lieve berichtjes die binnen mochten stromen afgelopen dagen.
De dorpsfeesten vangen aan en ik heb geen tijd er naar toe te gaan of mee te genieten en te doen. Ik vrees voor de slakkenrace 2011 in het kasteeldorpje. Toch zal ik kijken of ik Gregoire kan sjarteren, hij nam het vorig jaar ook van me over en de opbrengsten zijn voor het dorp zelf. Misschien kan het zo.
Marc heeft hier een bus gehuurd en zal de laatste week van april dus weer naar Nederland moeten om zaken te regelen.
Ik blijf lekker thuis in deze mooie rijke weelde en laad me zo op om hem op afstand te ondersteunen en J&D een warm welkom te bieden. Ook zij willen graag gebruik maken van onze 0-sterren camping en dat doet ons deugd!
We genieten van de kippen al scharrelend op het terrein, schudden ons hoofd bij een hond die er niks van snapt dat zij de kipjes boven de moestuin moet houden en weten nu al weinig raad met drie eieren per dag.
Ik start het weekend met een week-kater en weet zeker dat die vanavond na ons uitje wel weg zal zijn met medewerking van ontzettend lieve berichtjes die binnen mochten stromen afgelopen dagen.
donderdag 14 april 2011
signalen
Bedrukt sta ik op, moe ook. Niet fysiek moe, maar moe tussen m'n oren van alle energie die wegvloeit naar een bodemloze put. Marc klimt weer helemaal in de telefoon, belt met een frans verhuurbedrijf van busjes en legt zich neer bij het feit dat we er toch ruim 1000 euro aan kwijt zijn. Ik word wakker in de moestuin, in mijn kamerjas paf ik een shaggie -hoe schrijf je dat?- en zie de pracht voor mijn neus. Een kleine wouw maakt zijn ochtendronde boven ons terrein en tekent zich scherp af tegen de blauwe hemel. Motorrijders komen met een flinke vaart de bocht om.
En een ander geluid valt ons plots op, geroep dat weerkaatst in de gorges. Een ongeluk??
Inderdaad! Blijkt later als ik de auto pak om naar de markt te gaan; een motorrijder is uitgegleden in de laatste scherpe bocht op het bospad richting ons huis en heeft zijn been gebroken. Pompiers met ambulance, gendarmerie en 5 andere motorrijders staan op een kluitje rond de gevallen man die al op een brancard ligt en verzorgd wordt door het ambulancepersoneel. Ik stap natuurlijk even uit om te vragen of ik erdoor kan en om aan te bieden dat ze bij ons kunnen draaien. Doorrijden met de ambulance is geen optie. Ik lieg alsof het gedrukt staat, dat ik het erg vind dat één van de mannen een ongeluk heeft gehad. Er staan nog steeds geen borden "ja, de borden zijn binnen hoor!!!", en er is geen toegang tot het brein van de burgervader die lintjes doorknipt en vriendelijk glimlacht als we hem tegen het lijf lopen. Hij kan spreekwoordelijk de pot op en zal zich ook niet begaan voelen met een man die nu wel in het ziekenhuis zal liggen.
Ik ben zo moe en van de kaart van alle 'signalen tegen' dat ik geen woord frans versta vandaag en ik verontschuldig mij hiervoor bij de olijven & wijn man op de markt. Trek me terug uit de enorme rij bij de groenteboer en loop een beetje verdwaast in de supermarkt voor een kool of twee en een tros bananen.
Op de terugweg naar huis kom ik de stoet tegen; de gendarmerie en de ambulance op de weg en op het half geasfalteerde bospad de resterende motorrijders.
Ik knik ze toe, daar is alles mee gezegd.
Thuis zit Marc nog, of weer, aan de telefoon. Harry heeft tijdens het grasmaaien in onze tuin in Nederland zijn meniscus gescheurd of verdraaid en kan dus komende maand(en) niets voor ons doen.
Het volgende signaal! En zo stapelen de signalen zich op alsof we verkeerd bezig zijn, het huis niet zouden moeten verhuren, terwijl verkopen ook niet lukt. Meer werk en meer geregel.... Wanneer houdt dit op?? Doen we er wel goed aan? Waaraan eigenlijk?
En een ander geluid valt ons plots op, geroep dat weerkaatst in de gorges. Een ongeluk??
Inderdaad! Blijkt later als ik de auto pak om naar de markt te gaan; een motorrijder is uitgegleden in de laatste scherpe bocht op het bospad richting ons huis en heeft zijn been gebroken. Pompiers met ambulance, gendarmerie en 5 andere motorrijders staan op een kluitje rond de gevallen man die al op een brancard ligt en verzorgd wordt door het ambulancepersoneel. Ik stap natuurlijk even uit om te vragen of ik erdoor kan en om aan te bieden dat ze bij ons kunnen draaien. Doorrijden met de ambulance is geen optie. Ik lieg alsof het gedrukt staat, dat ik het erg vind dat één van de mannen een ongeluk heeft gehad. Er staan nog steeds geen borden "ja, de borden zijn binnen hoor!!!", en er is geen toegang tot het brein van de burgervader die lintjes doorknipt en vriendelijk glimlacht als we hem tegen het lijf lopen. Hij kan spreekwoordelijk de pot op en zal zich ook niet begaan voelen met een man die nu wel in het ziekenhuis zal liggen.
Ik ben zo moe en van de kaart van alle 'signalen tegen' dat ik geen woord frans versta vandaag en ik verontschuldig mij hiervoor bij de olijven & wijn man op de markt. Trek me terug uit de enorme rij bij de groenteboer en loop een beetje verdwaast in de supermarkt voor een kool of twee en een tros bananen.
Op de terugweg naar huis kom ik de stoet tegen; de gendarmerie en de ambulance op de weg en op het half geasfalteerde bospad de resterende motorrijders.
Ik knik ze toe, daar is alles mee gezegd.
Thuis zit Marc nog, of weer, aan de telefoon. Harry heeft tijdens het grasmaaien in onze tuin in Nederland zijn meniscus gescheurd of verdraaid en kan dus komende maand(en) niets voor ons doen.
Het volgende signaal! En zo stapelen de signalen zich op alsof we verkeerd bezig zijn, het huis niet zouden moeten verhuren, terwijl verkopen ook niet lukt. Meer werk en meer geregel.... Wanneer houdt dit op?? Doen we er wel goed aan? Waaraan eigenlijk?
woensdag 13 april 2011
tis eens even op
En toch voel ik ze al heel de avond prikken, de halve dag al. Ook al krijg ik van m'n vader een tip voor een verhuurbedrijf van busjes dat enigszins betaalbaar is en dat m'n lief met beide handen aangrijpt. Die tranen moeten er blijkbaar toch echt uit. Ik ben even op, zit er doorheen. Marc kan hier niks mee, die is boos en onmachtig naar bed. Ik zucht en huil.
+ vs. -
De haan waakt terwijl een kip een ei legt, wat lief!
Gisteren was een koele dag met zelfs wat mottige neerslag. Vandaag is die hete zon er weer, het warmste begin van april sinds 30 jaar in deze regio met in de schaduw temperaturen van 30 graden. Nog even en we moeten alweer met gieters in de weer in de moestuin.
Die er wel ontzettend mooi uitziet na 2.5 jaar rooien, hakken, wortels trekken, stenen leggen, trapjes maken, zweet en zwoegen.
Gisteren liep het bus/vrachtwagen regelen weer de mist in. Marc belt deze ochtend voor de zoveelste keer en wordt via via een medewerkster van zijn uitdragerij afgehouden en krijgt uiteindelijk een verbroken verbinding als dank voor alle moeite. Ook Harry beloofde van alles en 'kan' niets nakomen.
Puntje bij paaltje hebben we geen bus of vrachtwagentje om het huis in NL verhuur klaar te maken, hebben we nog geen één 1-persoonsbed geregeld, geen huisoppas voor een goede week, geen mogelijkheden om samen af te ronden in Nederland en een hoop last-minute stress met niets of niemand om op te kunnen bouwen wat vervoer van ons of spullen betreft. Uitermate triest, we zijn boos, teleurgesteld en begrijpen dit maar gedeeltelijk.
Maar.....
We hebben spinazie van eigen land voor het middagmaal, 3 eitjes per dag, tevreden soezende poezen, een inmiddels gezonde blije hond, elkaar, een weer zonovergoten stuk land, vrijheid, rust, gezondheid, veel liefde, zeer schoon en overvloedig bronwater, joekels van prei op rij en mijn ouders die er alles aan doen om ons te ondersteunen hoe ze ook maar kunnen tussen hun eigen werk en vele bedrijvigheden door. Het nog ongerepte bospad wat dieper de gorges in loopt en ons stalpad zijn mooier dan ooit, de hellingen zijn in één week van kaal tot fris oogverblindend groen. Voor Marc vallen puzzelstukjes in elkaar, wat hem blij maakt ondanks alles; heeft hij het toch goed aangevoeld.
Dus we zouden best willen klagen, willen jammeren en drammen, we willen best ruzie maken met elkaar om de geldproblemen of de onmacht en het onrecht dat ons -en wie niet- geschied. Maar potverdrie, de realiteit is in een aparte zwart-wit balans; extreem veel + en extreem veel - ..... Maar wel BALANS!
Ennnn Johnny komt met zijn vriendin eind deze maand langs, in zijn nieuwe Landrover Defender. Ik heb hem verliefd gemaakt op deze stoere alles-kunners op wielen. Het is dus mijn schuld dat hij er drie heeft.... Dit met een knipoog, want we zijn dikke maatjes. Ze hebben erg uitgekeken naar hun lange inrijrit in zijn nieuwe groene Laro 130. Naar het zien van dit plekje, het ontdekken van alle mogelijkheden hier en het bijkletsen. Hij probeert zelfs nog 4 te betalen Mud-banden te regelen voor de rode Laro, waarvan 1 band alweer een dikke scheur heeft aan de zijkant en de keuring niet zal overleven. Samen met de komende slakkenrace 2011 in het kasteeldorpje wordt het dus ook een vreugdevol en leuke maand na al deze tegenslag.
Gisteren was een koele dag met zelfs wat mottige neerslag. Vandaag is die hete zon er weer, het warmste begin van april sinds 30 jaar in deze regio met in de schaduw temperaturen van 30 graden. Nog even en we moeten alweer met gieters in de weer in de moestuin.
Die er wel ontzettend mooi uitziet na 2.5 jaar rooien, hakken, wortels trekken, stenen leggen, trapjes maken, zweet en zwoegen.
Gisteren liep het bus/vrachtwagen regelen weer de mist in. Marc belt deze ochtend voor de zoveelste keer en wordt via via een medewerkster van zijn uitdragerij afgehouden en krijgt uiteindelijk een verbroken verbinding als dank voor alle moeite. Ook Harry beloofde van alles en 'kan' niets nakomen.
Puntje bij paaltje hebben we geen bus of vrachtwagentje om het huis in NL verhuur klaar te maken, hebben we nog geen één 1-persoonsbed geregeld, geen huisoppas voor een goede week, geen mogelijkheden om samen af te ronden in Nederland en een hoop last-minute stress met niets of niemand om op te kunnen bouwen wat vervoer van ons of spullen betreft. Uitermate triest, we zijn boos, teleurgesteld en begrijpen dit maar gedeeltelijk.
Maar.....
We hebben spinazie van eigen land voor het middagmaal, 3 eitjes per dag, tevreden soezende poezen, een inmiddels gezonde blije hond, elkaar, een weer zonovergoten stuk land, vrijheid, rust, gezondheid, veel liefde, zeer schoon en overvloedig bronwater, joekels van prei op rij en mijn ouders die er alles aan doen om ons te ondersteunen hoe ze ook maar kunnen tussen hun eigen werk en vele bedrijvigheden door. Het nog ongerepte bospad wat dieper de gorges in loopt en ons stalpad zijn mooier dan ooit, de hellingen zijn in één week van kaal tot fris oogverblindend groen. Voor Marc vallen puzzelstukjes in elkaar, wat hem blij maakt ondanks alles; heeft hij het toch goed aangevoeld.
Dus we zouden best willen klagen, willen jammeren en drammen, we willen best ruzie maken met elkaar om de geldproblemen of de onmacht en het onrecht dat ons -en wie niet- geschied. Maar potverdrie, de realiteit is in een aparte zwart-wit balans; extreem veel + en extreem veel - ..... Maar wel BALANS!
Ennnn Johnny komt met zijn vriendin eind deze maand langs, in zijn nieuwe Landrover Defender. Ik heb hem verliefd gemaakt op deze stoere alles-kunners op wielen. Het is dus mijn schuld dat hij er drie heeft.... Dit met een knipoog, want we zijn dikke maatjes. Ze hebben erg uitgekeken naar hun lange inrijrit in zijn nieuwe groene Laro 130. Naar het zien van dit plekje, het ontdekken van alle mogelijkheden hier en het bijkletsen. Hij probeert zelfs nog 4 te betalen Mud-banden te regelen voor de rode Laro, waarvan 1 band alweer een dikke scheur heeft aan de zijkant en de keuring niet zal overleven. Samen met de komende slakkenrace 2011 in het kasteeldorpje wordt het dus ook een vreugdevol en leuke maand na al deze tegenslag.
dinsdag 12 april 2011
De kat van huis
Vandaag de maandboodschappen in St.Flour op een ruime anderhalf uur rijden van huis. Daar hopen we Christian te treffen om te proberen zijn vrachtwagentje te huren voor eind deze maand. Een huisoppas voor hier voor een week is niet gelukt. Ook m'n schoonvader krijgt maar geen bus geregeld voor de laatste spullen. Dus moeten we al die extra kilometers maken in de hoop dat we het vanavond allemaal goed kunnen regelen. Maar nee, we treffen hem er niet aan na de lange rit. Zijn vrouw erkent dat hij nooit terug zal bellen en internet niet gebruikt. "Probeer hem morgenochtend op de zaak te bellen", zegt ze. Ok, weer een dagje vertraging. Dus gaan we de grote winkels af, struinen op zoek naar de goedkoopste grootverpakkingen van levensmiddelen. Op de terugweg toeren we via een omweg richting zuiden. We belanden uiteraard weer in een klein gehucht met alleen maar doodlopende smalle ommuurde weggetjes. Tot we plots op een golfbaan blijken te staan waar een dame in golf-kleding met haar golf-tas op wieltjes ons hoog verbaasd aankijkt. De rode verbleekte vieze landrover met verbogen bumper is dan ook een vervaarlijk monster om oog in oog mee te staan, zeker als je nietsvermoedend een balletje slaat.
Op deze wijze komen we eind van de middag pas thuis van een regel- en boodschappenrondje.
De kippen lopen met haan boven in de moestuin net achter de secadou. Ze hebben de nieuwe snijboonspruitjes echter nog niet ontdekt, maar wel het pad naar het middenhuis volgepoept. Maar dat slobbert Castel wel weer van de straat komende dagen. Ze heeft het kippen-waken nog niet echt onder de knie, het zij haar vergeven.
Er liggen gewoon drie eitjes op de vaste plek onder de rozenstruik naast hun hok en dertig tokjes later zitten ze met volle maagjes en krop op stok.
Binnen zijn de katten tegendraads geweest. Poep in het poezenmandje en een opa-plas voor de ingang van de keuken. Als opa plast lijkt er een halve liter uit te komen en de vloer is er niet recht. (Wat wel in ons huis?) Dus dweilen en poep ruimen -ook dat slobbert Castel snel op, vandaar dat we haar een buitenhond vinden en zij het ermee eens is-, ramen en deur open en onderwijl met hindernissen de boodschappen opruimen. De vriezer is even afgeladen vol, maar dat scheelt energie.
We krijgen wel bevestigd wat we vermoedden; als de kat van huis is dansen de muizen op tafel, de katten gaan niet het huis uit om te toiletteren, de hond kijkt de kippen na die de moestuin met een bezoek vereren en doet haar behoefte ook pontifikaal voor de schuurdeuren en Cros struint het aanrecht af op zoek naar iets lekkers of een plasje water in het aanrecht getuige de kattenpootjes Cros-formaat.
Op deze wijze komen we eind van de middag pas thuis van een regel- en boodschappenrondje.
De kippen lopen met haan boven in de moestuin net achter de secadou. Ze hebben de nieuwe snijboonspruitjes echter nog niet ontdekt, maar wel het pad naar het middenhuis volgepoept. Maar dat slobbert Castel wel weer van de straat komende dagen. Ze heeft het kippen-waken nog niet echt onder de knie, het zij haar vergeven.
Er liggen gewoon drie eitjes op de vaste plek onder de rozenstruik naast hun hok en dertig tokjes later zitten ze met volle maagjes en krop op stok.
Binnen zijn de katten tegendraads geweest. Poep in het poezenmandje en een opa-plas voor de ingang van de keuken. Als opa plast lijkt er een halve liter uit te komen en de vloer is er niet recht. (Wat wel in ons huis?) Dus dweilen en poep ruimen -ook dat slobbert Castel snel op, vandaar dat we haar een buitenhond vinden en zij het ermee eens is-, ramen en deur open en onderwijl met hindernissen de boodschappen opruimen. De vriezer is even afgeladen vol, maar dat scheelt energie.
We krijgen wel bevestigd wat we vermoedden; als de kat van huis is dansen de muizen op tafel, de katten gaan niet het huis uit om te toiletteren, de hond kijkt de kippen na die de moestuin met een bezoek vereren en doet haar behoefte ook pontifikaal voor de schuurdeuren en Cros struint het aanrecht af op zoek naar iets lekkers of een plasje water in het aanrecht getuige de kattenpootjes Cros-formaat.
Viezigheid
Tijd voor viezigheid. Inherent aan het hebben van een frans rommelerfje midden in de bijna ongerepte wildernis.
Het huis en bijgebouwen zijn opgetrokken uit graniet, hout en dan toch de weinig bewerkte balken die zo uit het bos komen, met lauze-stenen daken. Puur natuur dus, ook het water komt uit de bron en we ontberen riolering of septic-tank.
De eerste aanblik van de buitenboel was sprookjesachtig; de helft van de gebouwen stevig ingepakt in klimop, wilde bloemen, voor de meeste onkruid, en te grote struiken in en op alle muurtjes die ook onder de klimop aan het verdwijnen waren en anders bedekt met mossen. Een waar paradijs voor insecten, kleine zoogdieren, overwinterplaats voor vleermuizen en slangen en alles wat zulke dieren aan rommel en viezigheid achterlaten.
De tweëede aanblik was in het donker, want de luiken bleven dicht tijdens de eerste bezichtiging. De kamers roken muf en naar (vleer)muizenstront. Sommige ruimtes waren verbijsterend, zo vies. Het parket haast onzichtbaar door het stof van vele jaren, spinnenwebben, muizenpoep, vleermuizenplassen, dode muizen in alle stadia van ontbinding, een dot pluis met een rattenskelet erin verstopt tussen linnengoed in een kast, slangenvellen en hele takken klimop dat al aardig het pand in was gegroeit. Ja ja, puur natuur! De baskamer was meer een Parijs' openbaar toilet waar het licht het al tijden niet meer deed met weer de klimop die via het kleine raampje de badkamer een aparte sfeer gaf. Wel leuk allemaal, maar geen haar op mijn hoofd die eraan denkt zich daar te wassen, laat staan uitkleden!
Goed, dat was de eerste indruk. Toch kochten we het en zijn we nog voor de officiële koop gaan schoonmaken. Hoekje voor hoekje, ruimte voor ruimte, voor zover dat gaat als alle spullen van de eigenaar er nog in staan. -Voor- en nafoto's heb ik veel, heel erg veel!-
Toen we hier echt woonden, na kerst 2008, hadden we inmiddels warm water. Een stofzuiger kochten we tijdens de maand erna. Het was winter, een mooie stralende winter en nog niet bekend met het feit dat je huis net zo goed natuur is, als net buiten over de drempels, die we nauwelijks hebben, hooguit een opstap. Ook geen insecten, alleen het aantal muizen die de katten mee naar huis brachten gaf een indicatie van de ongereptheid van dit stukje gorges.
Toen kwam onze eerste lente! Veel klimop was al buiten van de muren verwijderd, maar niet genoeg om ons met de warme hap naar binnen te jagen. Buiten komen betekende in wolken van vliegen zitten. Gewoon die kleine zwarte irritante kriebelvliegen die graag op je eten gaan zitten en als dat niet voor handen is, op je lippen, in je oren en in je neus; vocht!
We leerden dat klimop schaduw, beschutting en vocht levert aan vliegen en dat hagedissen graag jagen op door de zon verwarmde stenen en rotsen. Zaak was alle klimop rond het huis zoveel mogelijk te verwijderen en helaas; de katten bijten de hagedissen dood, die zo gek zijn op vliegen. Weg idyllisch sprookjeshuis in het bos!
Maar ok, minder vliegen buiten... Nu binnen nog en dat is nog een strijd. De ouderwetse vies uitziende vliegenstrippen werken nog het best. Die vangen er op een avond wel een stuk of dertig, wij houden vol.
Iedere mooie dag staan hier de deuren open, nog niet vertrouwd met dat het huis zo ook opwarmt, maar a la. Ik zoog stof zo'n drie keer êr week en dweilde één keer per week. Maar dat werd te gek, veels te veel tijd was ik eraan kwijt, terwijl andere dingen ook belangrijk zijn. Dus met moeite leerde ik wennen aan alle beestjes in huis, tot aan die muis in dat keukenkastje, die steeds weer het gat wat we met cement hebben dichtgesmeerd aan de rand ervan weer openknaagt om zich heel even tegoed te doen aan de voorraden die er staan. Lang duurt dit nooit, want met 5 katten houd je dit goed in de gaten. Maar dat houdt die ene vleermuis niet tegen die via de raampjes even komt gluren. Ook alle andere insecten voelen zich thuis in het huis! Van boktorren (ja, klopt, daar gaat onze houtconstructie) tot bijen, wantsen, kevers, mieren in alle soorten en maten en zelfs slakken vereren ons met een bezoekje zo nu en dan.
Langzaam aan leer je wel ook vieze beestjes te accepteren, tolereren. We zouden het huis wel heel grof onder handen moeten nemen om het helemaal beestjes vrij te krijgen. Dit zou afbreuk doen aan het karakter en niet passen bij de omgeving. (Onze 'buren' hebben spierwitte kunstof kozijnen met mooi dubbelglas en witgepleisterde buitenmuren, terwijl het er binnen uitziet als in de middeleeuwen met kleurentelevisie, kipgril-machine, magnetron en koffiezetapparaat naast de traditionele schouw waar een hout gestookt fornuis in staat. Het dorp spreekt er schande van, van die kozijnen en het witte pleisterwerk. "Dat doe je niet met zo'n huis op die lokatie.") Verder genieten we van de spinnen in en om het huis. We hebben al vele prachtige exemplaren gezien in alle kleuren. De kleinste geeltjes tot de grootse zwarte met lange harige poten die veel ander ongedierte te lijf gaan in huis en hele mooie webben bouwen.
Maar er blijven beestjes die 'er moeilijk in gaan'. Wij zijn niet vies, behouden onze aangeleerde hygiëne, maar de mensenvlooien, daar wennen we nooit aan. Onzichtbaar klein verstoppen ze zich in het houtwerk, kieren en naden en wachten op de herfst. Zodra we binnen gaan stoken worden ze wakker en dwarrelen met wat stof op als je voorbij loopt. Je voelt ze niet, je ziet ze niet en als ze je bijten voel je dit evenmin, tot een uurtje later! De bulten zijn groter als die van de mug, die we hier echt niet veel hebben zo hoog boven het water. De jeuk per bult houdt bij mij zo'n 4 weken aan. Ook Marc heeft er lang last van en er zijn geen spulletjes tegen als citroenella. Nee, deze beestjes verafschuw ik. Ik voel me dan vies en onverzorgd alsof ik in erbarmelijke middeleeuwse toestanden leef met m'n dagelijkse warme douche, tanden poetsen, handen wassen en een schone keuken waar ik erg zeikerig ben met de iedere dag schone vaatdoek.
Er schijnen gaspatronen te koop te zijn bij de dierenarts om deze vlo je huis uit te krijgen. Het is geen vlo die op dieren leeft, de katten en hond zijn al vlo-vrij sinds ze hier wonen! Maar deze vlootjes! Erger dan die teekjes die ons bezoeken, die zijn te voelen en te zien en kunnen nooit langer als een paar uur blijven eten.
Na een kleine 3 jaar is het huis en de bijgebouwen aardig verschoond van de meeste vieze beestjes. Buiten zijn er vele vliegen minder en kip en vlieg zullen elkaar wel in evenwicht houden.
Viezig blijft ook ons open riool. Niet daar waar het uit de pijp de helling op geloost wordt. Gek genoeg ruiken we daar niets dat aan een riool doet denken. Maar hogerop waar we eens een verstopping hadden die opviel doordat het laagste aanrecht, in de bar, volgestroomt was met alles dat via afvoerputjes en toilet juist weg zou moeten stromen. Er zit vermoedelijk nog een lek of verstopping onder de bramenhelling. We houden het een jaar goed kaal en houden het goed in de gaten.
(Toiletpapier spoelen we niet door en we gebruiken alleen biologische (af)wasmiddelen.
Toch ging ik twijfelen vorige week!
Castel en opa (Shadow) hadden slecht uitziende ontlasting, wij en castel vieze windjes, ik diarree, Marc voelde zich brak en Cros en Castel hadden veel oogsnot!
Wat gebruiken mens en dier? De lucht en het water! En wij hebben die bron 'onderhouden' en opengelegd met eigen inzicht. We hebben beide al zovaak gegoogled naar informatie over het onderhouden van een bron met levenswater, maar nooit een duidelijke site gevonden met hoe je zo'n bron moet onderhouden. Je leeft met en bent afhankelijk van een natuurlijke bron, geen geslagen put of aangelegd watersysteem; nee, zo uit de berg, via een reservoir een leiding in dat zonder filters zo uit de kranen komt en wordt gedronken.
Ik vind wel een drinkwatertest te koop op internet.
Die vind ik vandaag in de brievenbus en gaan we enthousiast de keuken in om met een glas water alle strips te laten verkleuren.... Of niet!
We kunnen testen op; PH-waarde, hardheid van het water, Nitraat, Sulfaat, Lood en Chloor.
Uitslag, 0.0 lood, 0.0 sulfaat, 0.0 nitraat, PH tussen 5 en 6 en 0.0 hardheid dus geen kalk in het water. Nee, onze klachten lagen niet aan het water of een besmetting hiervan. Het was de omslag van winters naar extreem hoge temperaturen van 30 graden in de schaduw zonder wind!
Toch is de viezigheid inherent aan het leven in een huis als dit op deze lokatie. Ook zonder koeien en een stal naast het huis. Ook zonder hond in huis, maar wel katten op de bank. Toch vlooien in de herfst en altijd spinnenwebben en andere insecten die vooral 's winters je ruimtes delen.
Viezigheid, altijd wel ergens, je moet er tegen kunnen.
Het huis en bijgebouwen zijn opgetrokken uit graniet, hout en dan toch de weinig bewerkte balken die zo uit het bos komen, met lauze-stenen daken. Puur natuur dus, ook het water komt uit de bron en we ontberen riolering of septic-tank.
De eerste aanblik van de buitenboel was sprookjesachtig; de helft van de gebouwen stevig ingepakt in klimop, wilde bloemen, voor de meeste onkruid, en te grote struiken in en op alle muurtjes die ook onder de klimop aan het verdwijnen waren en anders bedekt met mossen. Een waar paradijs voor insecten, kleine zoogdieren, overwinterplaats voor vleermuizen en slangen en alles wat zulke dieren aan rommel en viezigheid achterlaten.
De tweëede aanblik was in het donker, want de luiken bleven dicht tijdens de eerste bezichtiging. De kamers roken muf en naar (vleer)muizenstront. Sommige ruimtes waren verbijsterend, zo vies. Het parket haast onzichtbaar door het stof van vele jaren, spinnenwebben, muizenpoep, vleermuizenplassen, dode muizen in alle stadia van ontbinding, een dot pluis met een rattenskelet erin verstopt tussen linnengoed in een kast, slangenvellen en hele takken klimop dat al aardig het pand in was gegroeit. Ja ja, puur natuur! De baskamer was meer een Parijs' openbaar toilet waar het licht het al tijden niet meer deed met weer de klimop die via het kleine raampje de badkamer een aparte sfeer gaf. Wel leuk allemaal, maar geen haar op mijn hoofd die eraan denkt zich daar te wassen, laat staan uitkleden!
Goed, dat was de eerste indruk. Toch kochten we het en zijn we nog voor de officiële koop gaan schoonmaken. Hoekje voor hoekje, ruimte voor ruimte, voor zover dat gaat als alle spullen van de eigenaar er nog in staan. -Voor- en nafoto's heb ik veel, heel erg veel!-
Toen we hier echt woonden, na kerst 2008, hadden we inmiddels warm water. Een stofzuiger kochten we tijdens de maand erna. Het was winter, een mooie stralende winter en nog niet bekend met het feit dat je huis net zo goed natuur is, als net buiten over de drempels, die we nauwelijks hebben, hooguit een opstap. Ook geen insecten, alleen het aantal muizen die de katten mee naar huis brachten gaf een indicatie van de ongereptheid van dit stukje gorges.
Toen kwam onze eerste lente! Veel klimop was al buiten van de muren verwijderd, maar niet genoeg om ons met de warme hap naar binnen te jagen. Buiten komen betekende in wolken van vliegen zitten. Gewoon die kleine zwarte irritante kriebelvliegen die graag op je eten gaan zitten en als dat niet voor handen is, op je lippen, in je oren en in je neus; vocht!
We leerden dat klimop schaduw, beschutting en vocht levert aan vliegen en dat hagedissen graag jagen op door de zon verwarmde stenen en rotsen. Zaak was alle klimop rond het huis zoveel mogelijk te verwijderen en helaas; de katten bijten de hagedissen dood, die zo gek zijn op vliegen. Weg idyllisch sprookjeshuis in het bos!
Maar ok, minder vliegen buiten... Nu binnen nog en dat is nog een strijd. De ouderwetse vies uitziende vliegenstrippen werken nog het best. Die vangen er op een avond wel een stuk of dertig, wij houden vol.
Iedere mooie dag staan hier de deuren open, nog niet vertrouwd met dat het huis zo ook opwarmt, maar a la. Ik zoog stof zo'n drie keer êr week en dweilde één keer per week. Maar dat werd te gek, veels te veel tijd was ik eraan kwijt, terwijl andere dingen ook belangrijk zijn. Dus met moeite leerde ik wennen aan alle beestjes in huis, tot aan die muis in dat keukenkastje, die steeds weer het gat wat we met cement hebben dichtgesmeerd aan de rand ervan weer openknaagt om zich heel even tegoed te doen aan de voorraden die er staan. Lang duurt dit nooit, want met 5 katten houd je dit goed in de gaten. Maar dat houdt die ene vleermuis niet tegen die via de raampjes even komt gluren. Ook alle andere insecten voelen zich thuis in het huis! Van boktorren (ja, klopt, daar gaat onze houtconstructie) tot bijen, wantsen, kevers, mieren in alle soorten en maten en zelfs slakken vereren ons met een bezoekje zo nu en dan.
Langzaam aan leer je wel ook vieze beestjes te accepteren, tolereren. We zouden het huis wel heel grof onder handen moeten nemen om het helemaal beestjes vrij te krijgen. Dit zou afbreuk doen aan het karakter en niet passen bij de omgeving. (Onze 'buren' hebben spierwitte kunstof kozijnen met mooi dubbelglas en witgepleisterde buitenmuren, terwijl het er binnen uitziet als in de middeleeuwen met kleurentelevisie, kipgril-machine, magnetron en koffiezetapparaat naast de traditionele schouw waar een hout gestookt fornuis in staat. Het dorp spreekt er schande van, van die kozijnen en het witte pleisterwerk. "Dat doe je niet met zo'n huis op die lokatie.") Verder genieten we van de spinnen in en om het huis. We hebben al vele prachtige exemplaren gezien in alle kleuren. De kleinste geeltjes tot de grootse zwarte met lange harige poten die veel ander ongedierte te lijf gaan in huis en hele mooie webben bouwen.
Maar er blijven beestjes die 'er moeilijk in gaan'. Wij zijn niet vies, behouden onze aangeleerde hygiëne, maar de mensenvlooien, daar wennen we nooit aan. Onzichtbaar klein verstoppen ze zich in het houtwerk, kieren en naden en wachten op de herfst. Zodra we binnen gaan stoken worden ze wakker en dwarrelen met wat stof op als je voorbij loopt. Je voelt ze niet, je ziet ze niet en als ze je bijten voel je dit evenmin, tot een uurtje later! De bulten zijn groter als die van de mug, die we hier echt niet veel hebben zo hoog boven het water. De jeuk per bult houdt bij mij zo'n 4 weken aan. Ook Marc heeft er lang last van en er zijn geen spulletjes tegen als citroenella. Nee, deze beestjes verafschuw ik. Ik voel me dan vies en onverzorgd alsof ik in erbarmelijke middeleeuwse toestanden leef met m'n dagelijkse warme douche, tanden poetsen, handen wassen en een schone keuken waar ik erg zeikerig ben met de iedere dag schone vaatdoek.
Er schijnen gaspatronen te koop te zijn bij de dierenarts om deze vlo je huis uit te krijgen. Het is geen vlo die op dieren leeft, de katten en hond zijn al vlo-vrij sinds ze hier wonen! Maar deze vlootjes! Erger dan die teekjes die ons bezoeken, die zijn te voelen en te zien en kunnen nooit langer als een paar uur blijven eten.
Na een kleine 3 jaar is het huis en de bijgebouwen aardig verschoond van de meeste vieze beestjes. Buiten zijn er vele vliegen minder en kip en vlieg zullen elkaar wel in evenwicht houden.
Viezig blijft ook ons open riool. Niet daar waar het uit de pijp de helling op geloost wordt. Gek genoeg ruiken we daar niets dat aan een riool doet denken. Maar hogerop waar we eens een verstopping hadden die opviel doordat het laagste aanrecht, in de bar, volgestroomt was met alles dat via afvoerputjes en toilet juist weg zou moeten stromen. Er zit vermoedelijk nog een lek of verstopping onder de bramenhelling. We houden het een jaar goed kaal en houden het goed in de gaten.
(Toiletpapier spoelen we niet door en we gebruiken alleen biologische (af)wasmiddelen.
Toch ging ik twijfelen vorige week!
Castel en opa (Shadow) hadden slecht uitziende ontlasting, wij en castel vieze windjes, ik diarree, Marc voelde zich brak en Cros en Castel hadden veel oogsnot!
Wat gebruiken mens en dier? De lucht en het water! En wij hebben die bron 'onderhouden' en opengelegd met eigen inzicht. We hebben beide al zovaak gegoogled naar informatie over het onderhouden van een bron met levenswater, maar nooit een duidelijke site gevonden met hoe je zo'n bron moet onderhouden. Je leeft met en bent afhankelijk van een natuurlijke bron, geen geslagen put of aangelegd watersysteem; nee, zo uit de berg, via een reservoir een leiding in dat zonder filters zo uit de kranen komt en wordt gedronken.
Ik vind wel een drinkwatertest te koop op internet.
Die vind ik vandaag in de brievenbus en gaan we enthousiast de keuken in om met een glas water alle strips te laten verkleuren.... Of niet!
We kunnen testen op; PH-waarde, hardheid van het water, Nitraat, Sulfaat, Lood en Chloor.
Uitslag, 0.0 lood, 0.0 sulfaat, 0.0 nitraat, PH tussen 5 en 6 en 0.0 hardheid dus geen kalk in het water. Nee, onze klachten lagen niet aan het water of een besmetting hiervan. Het was de omslag van winters naar extreem hoge temperaturen van 30 graden in de schaduw zonder wind!
Toch is de viezigheid inherent aan het leven in een huis als dit op deze lokatie. Ook zonder koeien en een stal naast het huis. Ook zonder hond in huis, maar wel katten op de bank. Toch vlooien in de herfst en altijd spinnenwebben en andere insecten die vooral 's winters je ruimtes delen.
Viezigheid, altijd wel ergens, je moet er tegen kunnen.
Viezigheid
Tijd voor viezigheid. Inherent aan het hebben van een frans rommelerfje midden in de bijna ongerepte wildernis.
Het huis en bijgebouwen zijn opgetrokken uit graniet, hout en dan toch de weinig bewerkte balken die zo uit het bos komen, met lauze-stenen daken. Puur natuur dus, ook het water komt uit de bron en we ontberen riolering of septic-tank.
De eerste aanblik van de buitenboel was sprookjesachtig; de helft van de gebouwen stevig ingepakt in klimop, wilde bloemen, voor de meeste onkruid, en te grote struiken in en op alle muurtjes die ook onder de klimop aan het verdwijnen waren en anders bedekt met mossen. Een waar paradijs voor insecten, kleine zoogdieren, overwinterplaats voor vleermuizen en slangen en alles wat zulke dieren aan rommel en viezigheid achterlaten.
De tweëede aanblik was in het donker, want de luiken bleven dicht tijdens de eerste bezichtiging. De kamers roken muf en naar (vleer)muizenstront. Sommige ruimtes waren verbijsterend, zo vies. Het parket haast onzichtbaar door het stof van vele jaren, spinnenwebben, muizenpoep, vleermuizenplassen, dode muizen in alle stadia van ontbinding, een dot pluis met een rattenskelet erin verstopt tussen linnengoed in een kast, slangenvellen en hele takken klimop dat al aardig het pand in was gegroeit. Ja ja, puur natuur! De baskamer was meer een Parijs' openbaar toilet waar het licht het al tijden niet meer deed met weer de klimop die via het kleine raampje de badkamer een aparte sfeer gaf. Wel leuk allemaal, maar geen haar op mijn hoofd die eraan denkt zich daar te wassen, laat staan uitkleden!
Goed, dat was de eerste indruk. Toch kochten we het en zijn we nog voor de officiële koop gaan schoonmaken. Hoekje voor hoekje, ruimte voor ruimte, voor zover dat gaat als alle spullen van de eigenaar er nog in staan. -Voor- en nafoto's heb ik veel, heel erg veel!-
Toen we hier echt woonden, na kerst 2008, hadden we inmiddels warm water. Een stofzuiger kochten we tijdens de maand erna. Het was winter, een mooie stralende winter en nog niet bekend met het feit dat je huis net zo goed natuur is, als net buiten over de drempels, die we nauwelijks hebben, hooguit een opstap. Ook geen insecten, alleen het aantal muizen die de katten mee naar huis brachten gaf een indicatie van de ongereptheid van dit stukje gorges.
Toen kwam onze eerste lente! Veel klimop was al buiten van de muren verwijderd, maar niet genoeg om ons met de warme hap naar binnen te jagen. Buiten komen betekende in wolken van vliegen zitten. Gewoon die kleine zwarte irritante kriebelvliegen die graag op je eten gaan zitten en als dat niet voor handen is, op je lippen, in je oren en in je neus; vocht!
We leerden dat klimop schaduw, beschutting en vocht levert aan vliegen en dat hagedissen graag jagen op door de zon verwarmde stenen en rotsen. Zaak was alle klimop rond het huis zoveel mogelijk te verwijderen en helaas; de katten bijten de hagedissen dood, die zo gek zijn op vliegen. Weg idyllisch sprookjeshuis in het bos!
Maar ok, minder vliegen buiten... Nu binnen nog en dat is nog een strijd. De ouderwetse vies uitziende vliegenstrippen werken nog het best. Die vangen er op een avond wel een stuk of dertig, wij houden vol.
Iedere mooie dag staan hier de deuren open, nog niet vertrouwd met dat het huis zo ook opwarmt, maar a la. Ik zoog stof zo'n drie keer êr week en dweilde één keer per week. Maar dat werd te gek, veels te veel tijd was ik eraan kwijt, terwijl andere dingen ook belangrijk zijn. Dus met moeite leerde ik wennen aan alle beestjes in huis, tot aan die muis in dat keukenkastje, die steeds weer het gat wat we met cement hebben dichtgesmeerd aan de rand ervan weer openknaagt om zich heel even tegoed te doen aan de voorraden die er staan. Lang duurt dit nooit, want met 5 katten houd je dit goed in de gaten. Maar dat houdt die ene vleermuis niet tegen die via de raampjes even komt gluren. Ook alle andere insecten voelen zich thuis in het huis! Van boktorren (ja, klopt, daar gaat onze houtconstructie) tot bijen, wantsen, kevers, mieren in alle soorten en maten en zelfs slakken vereren ons met een bezoekje zo nu en dan.
Langzaam aan leer je wel ook vieze beestjes te accepteren, tolereren. We zouden het huis wel heel grof onder handen moeten nemen om het helemaal beestjes vrij te krijgen. Dit zou afbreuk doen aan het karakter en niet passen bij de omgeving. (Onze 'buren' hebben spierwitte kunstof kozijnen met mooi dubbelglas en witgepleisterde buitenmuren, terwijl het er binnen uitziet als in de middeleeuwen met kleurentelevisie, kipgril-machine, magnetron en koffiezetapparaat naast de traditionele schouw waar een hout gestookt fornuis in staat. Het dorp spreekt er schande van, van die kozijnen en het witte pleisterwerk. "Dat doe je niet met zo'n huis op die lokatie.") Verder genieten we van de spinnen in en om het huis. We hebben al vele prachtige exemplaren gezien in alle kleuren. De kleinste geeltjes tot de grootse zwarte met lange harige poten die veel ander ongedierte te lijf gaan in huis en hele mooie webben bouwen.
Maar er blijven beestjes die 'er moeilijk in gaan'. Wij zijn niet vies, behouden onze aangeleerde hygiëne, maar de mensenvlooien, daar wennen we nooit aan. Onzichtbaar klein verstoppen ze zich in het houtwerk, kieren en naden en wachten op de herfst. Zodra we binnen gaan stoken worden ze wakker en dwarrelen met wat stof op als je voorbij loopt. Je voelt ze niet, je ziet ze niet en als ze je bijten voel je dit evenmin, tot een uurtje later! De bulten zijn groter als die van de mug, die we hier echt niet veel hebben zo hoog boven het water. De jeuk per bult houdt bij mij zo'n 4 weken aan. Ook Marc heeft er lang last van en er zijn geen spulletjes tegen als citroenella. Nee, deze beestjes verafschuw ik. Ik voel me dan vies en onverzorgd alsof ik in erbarmelijke middeleeuwse toestanden leef met m'n dagelijkse warme douche, tanden poetsen, handen wassen en een schone keuken waar ik erg zeikerig ben met de iedere dag schone vaatdoek.
Er schijnen gaspatronen te koop te zijn bij de dierenarts om deze vlo je huis uit te krijgen. Het is geen vlo die op dieren leeft, de katten en hond zijn al vlo-vrij sinds ze hier wonen! Maar deze vlootjes! Erger dan die teekjes die ons bezoeken, die zijn te voelen en te zien en kunnen nooit langer als een paar uur blijven eten.
Na een kleine 3 jaar is het huis en de bijgebouwen aardig verschoond van de meeste vieze beestjes. Buiten zijn er vele vliegen minder en kip en vlieg zullen elkaar wel in evenwicht houden.
Viezig blijft ook ons open riool. Niet daar waar het uit de pijp de helling op geloost wordt. Gek genoeg ruiken we daar niets dat aan een riool doet denken. Maar hogerop waar we eens een verstopping hadden die opviel doordat het laagste aanrecht, in de bar, volgestroomt was met alles dat via afvoerputjes en toilet juist weg zou moeten stromen. Er zit vermoedelijk nog een lek of verstopping onder de bramenhelling. We houden het een jaar goed kaal en houden het goed in de gaten.
(Toiletpapier spoelen we niet door en we gebruiken alleen biologische (af)wasmiddelen.
Toch ging ik twijfelen vorige week!
Castel en opa (Shadow) hadden slecht uitziende ontlasting, wij en castel vieze windjes, ik diarree, Marc voelde zich brak en Cros en Castel hadden veel oogsnot!
Wat gebruiken mens en dier? De lucht en het water! En wij hebben die bron 'onderhouden' en opengelegd met eigen inzicht. We hebben beide al zovaak gegoogled naar informatie over het onderhouden van een bron met levenswater, maar nooit een duidelijke site gevonden met hoe je zo'n bron moet onderhouden. Je leeft met en bent afhankelijk van een natuurlijke bron, geen geslagen put of aangelegd watersysteem; nee, zo uit de berg, via een reservoir een leiding in dat zonder filters zo uit de kranen komt en wordt gedronken.
Ik vind wel een drinkwatertest te koop op internet.
Die vind ik vandaag in de brievenbus en gaan we enthousiast de keuken in om met een glas water alle strips te laten verkleuren.... Of niet!
We kunnen testen op; PH-waarde, hardheid van het water, Nitraat, Sulfaat, Lood en Chloor.
Uitslag, 0.0 lood, 0.0 sulfaat, 0.0 nitraat, PH tussen 5 en 6 en 0.0 hardheid dus geen kalk in het water. Nee, onze klachten lagen niet aan het water of een besmetting hiervan. Het was de omslag van winters naar extreem hoge temperaturen van 30 graden in de schaduw zonder wind!
Toch is de viezigheid inherent aan het leven in een huis als dit op deze lokatie. Ook zonder koeien en een stal naast het huis. Ook zonder hond in huis, maar wel katten op de bank. Toch vlooien in de herfst en altijd spinnenwebben en andere insecten die vooral 's winters je ruimtes delen.
Viezigheid, altijd wel ergens, je moet er tegen kunnen.
Het huis en bijgebouwen zijn opgetrokken uit graniet, hout en dan toch de weinig bewerkte balken die zo uit het bos komen, met lauze-stenen daken. Puur natuur dus, ook het water komt uit de bron en we ontberen riolering of septic-tank.
De eerste aanblik van de buitenboel was sprookjesachtig; de helft van de gebouwen stevig ingepakt in klimop, wilde bloemen, voor de meeste onkruid, en te grote struiken in en op alle muurtjes die ook onder de klimop aan het verdwijnen waren en anders bedekt met mossen. Een waar paradijs voor insecten, kleine zoogdieren, overwinterplaats voor vleermuizen en slangen en alles wat zulke dieren aan rommel en viezigheid achterlaten.
De tweëede aanblik was in het donker, want de luiken bleven dicht tijdens de eerste bezichtiging. De kamers roken muf en naar (vleer)muizenstront. Sommige ruimtes waren verbijsterend, zo vies. Het parket haast onzichtbaar door het stof van vele jaren, spinnenwebben, muizenpoep, vleermuizenplassen, dode muizen in alle stadia van ontbinding, een dot pluis met een rattenskelet erin verstopt tussen linnengoed in een kast, slangenvellen en hele takken klimop dat al aardig het pand in was gegroeit. Ja ja, puur natuur! De baskamer was meer een Parijs' openbaar toilet waar het licht het al tijden niet meer deed met weer de klimop die via het kleine raampje de badkamer een aparte sfeer gaf. Wel leuk allemaal, maar geen haar op mijn hoofd die eraan denkt zich daar te wassen, laat staan uitkleden!
Goed, dat was de eerste indruk. Toch kochten we het en zijn we nog voor de officiële koop gaan schoonmaken. Hoekje voor hoekje, ruimte voor ruimte, voor zover dat gaat als alle spullen van de eigenaar er nog in staan. -Voor- en nafoto's heb ik veel, heel erg veel!-
Toen we hier echt woonden, na kerst 2008, hadden we inmiddels warm water. Een stofzuiger kochten we tijdens de maand erna. Het was winter, een mooie stralende winter en nog niet bekend met het feit dat je huis net zo goed natuur is, als net buiten over de drempels, die we nauwelijks hebben, hooguit een opstap. Ook geen insecten, alleen het aantal muizen die de katten mee naar huis brachten gaf een indicatie van de ongereptheid van dit stukje gorges.
Toen kwam onze eerste lente! Veel klimop was al buiten van de muren verwijderd, maar niet genoeg om ons met de warme hap naar binnen te jagen. Buiten komen betekende in wolken van vliegen zitten. Gewoon die kleine zwarte irritante kriebelvliegen die graag op je eten gaan zitten en als dat niet voor handen is, op je lippen, in je oren en in je neus; vocht!
We leerden dat klimop schaduw, beschutting en vocht levert aan vliegen en dat hagedissen graag jagen op door de zon verwarmde stenen en rotsen. Zaak was alle klimop rond het huis zoveel mogelijk te verwijderen en helaas; de katten bijten de hagedissen dood, die zo gek zijn op vliegen. Weg idyllisch sprookjeshuis in het bos!
Maar ok, minder vliegen buiten... Nu binnen nog en dat is nog een strijd. De ouderwetse vies uitziende vliegenstrippen werken nog het best. Die vangen er op een avond wel een stuk of dertig, wij houden vol.
Iedere mooie dag staan hier de deuren open, nog niet vertrouwd met dat het huis zo ook opwarmt, maar a la. Ik zoog stof zo'n drie keer êr week en dweilde één keer per week. Maar dat werd te gek, veels te veel tijd was ik eraan kwijt, terwijl andere dingen ook belangrijk zijn. Dus met moeite leerde ik wennen aan alle beestjes in huis, tot aan die muis in dat keukenkastje, die steeds weer het gat wat we met cement hebben dichtgesmeerd aan de rand ervan weer openknaagt om zich heel even tegoed te doen aan de voorraden die er staan. Lang duurt dit nooit, want met 5 katten houd je dit goed in de gaten. Maar dat houdt die ene vleermuis niet tegen die via de raampjes even komt gluren. Ook alle andere insecten voelen zich thuis in het huis! Van boktorren (ja, klopt, daar gaat onze houtconstructie) tot bijen, wantsen, kevers, mieren in alle soorten en maten en zelfs slakken vereren ons met een bezoekje zo nu en dan.
Langzaam aan leer je wel ook vieze beestjes te accepteren, tolereren. We zouden het huis wel heel grof onder handen moeten nemen om het helemaal beestjes vrij te krijgen. Dit zou afbreuk doen aan het karakter en niet passen bij de omgeving. (Onze 'buren' hebben spierwitte kunstof kozijnen met mooi dubbelglas en witgepleisterde buitenmuren, terwijl het er binnen uitziet als in de middeleeuwen met kleurentelevisie, kipgril-machine, magnetron en koffiezetapparaat naast de traditionele schouw waar een hout gestookt fornuis in staat. Het dorp spreekt er schande van, van die kozijnen en het witte pleisterwerk. "Dat doe je niet met zo'n huis op die lokatie.") Verder genieten we van de spinnen in en om het huis. We hebben al vele prachtige exemplaren gezien in alle kleuren. De kleinste geeltjes tot de grootse zwarte met lange harige poten die veel ander ongedierte te lijf gaan in huis en hele mooie webben bouwen.
Maar er blijven beestjes die 'er moeilijk in gaan'. Wij zijn niet vies, behouden onze aangeleerde hygiëne, maar de mensenvlooien, daar wennen we nooit aan. Onzichtbaar klein verstoppen ze zich in het houtwerk, kieren en naden en wachten op de herfst. Zodra we binnen gaan stoken worden ze wakker en dwarrelen met wat stof op als je voorbij loopt. Je voelt ze niet, je ziet ze niet en als ze je bijten voel je dit evenmin, tot een uurtje later! De bulten zijn groter als die van de mug, die we hier echt niet veel hebben zo hoog boven het water. De jeuk per bult houdt bij mij zo'n 4 weken aan. Ook Marc heeft er lang last van en er zijn geen spulletjes tegen als citroenella. Nee, deze beestjes verafschuw ik. Ik voel me dan vies en onverzorgd alsof ik in erbarmelijke middeleeuwse toestanden leef met m'n dagelijkse warme douche, tanden poetsen, handen wassen en een schone keuken waar ik erg zeikerig ben met de iedere dag schone vaatdoek.
Er schijnen gaspatronen te koop te zijn bij de dierenarts om deze vlo je huis uit te krijgen. Het is geen vlo die op dieren leeft, de katten en hond zijn al vlo-vrij sinds ze hier wonen! Maar deze vlootjes! Erger dan die teekjes die ons bezoeken, die zijn te voelen en te zien en kunnen nooit langer als een paar uur blijven eten.
Na een kleine 3 jaar is het huis en de bijgebouwen aardig verschoond van de meeste vieze beestjes. Buiten zijn er vele vliegen minder en kip en vlieg zullen elkaar wel in evenwicht houden.
Viezig blijft ook ons open riool. Niet daar waar het uit de pijp de helling op geloost wordt. Gek genoeg ruiken we daar niets dat aan een riool doet denken. Maar hogerop waar we eens een verstopping hadden die opviel doordat het laagste aanrecht, in de bar, volgestroomt was met alles dat via afvoerputjes en toilet juist weg zou moeten stromen. Er zit vermoedelijk nog een lek of verstopping onder de bramenhelling. We houden het een jaar goed kaal en houden het goed in de gaten.
(Toiletpapier spoelen we niet door en we gebruiken alleen biologische (af)wasmiddelen.
Toch ging ik twijfelen vorige week!
Castel en opa (Shadow) hadden slecht uitziende ontlasting, wij en castel vieze windjes, ik diarree, Marc voelde zich brak en Cros en Castel hadden veel oogsnot!
Wat gebruiken mens en dier? De lucht en het water! En wij hebben die bron 'onderhouden' en opengelegd met eigen inzicht. We hebben beide al zovaak gegoogled naar informatie over het onderhouden van een bron met levenswater, maar nooit een duidelijke site gevonden met hoe je zo'n bron moet onderhouden. Je leeft met en bent afhankelijk van een natuurlijke bron, geen geslagen put of aangelegd watersysteem; nee, zo uit de berg, via een reservoir een leiding in dat zonder filters zo uit de kranen komt en wordt gedronken.
Ik vind wel een drinkwatertest te koop op internet.
Die vind ik vandaag in de brievenbus en gaan we enthousiast de keuken in om met een glas water alle strips te laten verkleuren.... Of niet!
We kunnen testen op; PH-waarde, hardheid van het water, Nitraat, Sulfaat, Lood en Chloor.
Uitslag, 0.0 lood, 0.0 sulfaat, 0.0 nitraat, PH tussen 5 en 6 en 0.0 hardheid dus geen kalk in het water. Nee, onze klachten lagen niet aan het water of een besmetting hiervan. Het was de omslag van winters naar extreem hoge temperaturen van 30 graden in de schaduw zonder wind!
Toch is de viezigheid inherent aan het leven in een huis als dit op deze lokatie. Ook zonder koeien en een stal naast het huis. Ook zonder hond in huis, maar wel katten op de bank. Toch vlooien in de herfst en altijd spinnenwebben en andere insecten die vooral 's winters je ruimtes delen.
Viezigheid, altijd wel ergens, je moet er tegen kunnen.
Abonneren op:
Posts (Atom)