Het zal meer zijn dan 1 week, maar genoeg om de titel van de log te rechtvaardigen.
In het kort; Ik ga zo vaak mogelijk naar het centrum ter (anti-rook)afleiding, sauna, praatje, yoga en stevige sofrologie-sessies-op-maat. Mede dankzij het laatste voel ik mij een gezegend mens met zoveel steun tijdens het niet-roker zijn, getuige de cadeau's, de bemoedigende woorden en steun van Lief die ik niet zie roken, niet ruik en de tabak zo effectief weet te verstoppen dat zelfs ik het niet vinden kan. Dat zegt een hoop, mag u weten.
Van de een op de andere dag was het herfst na, persen en meten, 2 maanden en 1 week zomer. Schokkend. Opeens de schouw weer aan, sjouwen met kruiwagens hout, dikke truien (Nog niet eens achterin de kast, maar grijpklaar. Wat nou Zuid-Frankrijk?), vallend blad en paddenstoelen snijden. (Nee, die raap of pluk je niet, die snijdt je!) Het was even schrikken. Maar de mist in de ochtenden, de rijp, de witte spinnenwebben, de geur van gevallen populierenblad, eikels die met een tik op het golfplaten schuurdak vallen en soms een zeer geschrokken huisdier, de vochtige koelte die toch een warme nazomerdag aankondigen, ik kan er nog geen genoeg van krijgen. Ook een week regen dat onverdroten uit de hemel bleef vallen als was het zuid Franse zonneschijn. Ach, het hoort erbij.
De ochtenden, wonderschoon.
Om 7 uur gaat de wekker. Ik snoezel nog even door tot ik Lief naar buiten hoor gaan om de kippen de vrijheid te schenken en de hond eten te geven. Dan balkt Sarko een keer en weet ik dat hij bij het hek staat voor de ochtendknuffel. Dit gebaseerd op het verorberen van een wortel, uiteraard.
Meestal staan de varkens er ook. Skwierkend, piepend, zeurend, lieve geluidjes maar dwingend. Om eenzelfde reden, een knuffel. Een 'back-rub', 'belly-rub' of krabbel achter de enorme oren. Volhardend zijn ze. Ook als we buiten eten, zijn, doen of even laten; aandacht willen ze. Desnoods beklimmen ze het hek, de hoefjes tegen en in het dunne schapengaas. Uitbreken alleen om maar bij ons te kunnen zijn en niet om de hoek onze gezelligheid auditief te genieten, ze nemen er geen genoegen mee. M&M zijn inmiddels knap genoeg het te negeren, maar dat traject viel niet mee.
Bij de Beesten af!
De lieveling tijdens een ochtendje vrij grazen.
Herfst in de moestuin is oogsttijd. Geen wekpot meer over. Bijna alle verzamelde jampotten vol met verse lekkernijen. De vriezer vol. We kunnen er tegenaan. Maar nog niet klaar met het werk. Voor de ochtendwandeling of rondje grazen even de moestuin in. Met een kat of 3 a 4 in mijn kielzog. Warming-up voor de wandeling met hond(en) en ezel. Het spul speelt met elkaar en de water-bakken, waaronder een oude badkuip. Kostelijk om te zien, maar eerst het dagwerk inventariseren. (Als we eraan toekomen.)
De bandenmuur met boterboontjes en sperciebonen. Rechts de bandentrap, links een 'vlak' met tomaten, prei, boerenkool en eeuwig moes.
Klein maar fijn; pompoenen.
Black Beauty.
Siertabak. Goede afleiding voor bladluis. Een prachtige grote plant waarvan de bladeren enorm zijn en plakken, de witte ranke kelkjes een lieflijk feest. Niet rookbaar!
Veel moeite deed ik dit jaar om wat zonnebloemen groot te brengen. Een onsje of 4 slakkenkorrels erdoor gejaagd en nu uitgebloeid. Op hun eigen manier nog steeds mooi.
Onze logee Balou voor twee weken. De grizzly, beer, doedel, hond, sul en eigenwijs. Ja heus, hij kan beide zijn. Vindt de ezel indrukwekkend en hij dit donkere wezen. Vriendin Robyn die iedere herfst hier wat weken verblijft vindt het meer een Sherlock Holmes... Terecht.
Verder 2 ongelukjes in 1 week.
Vrijdag viel ik van de trap. Achteraf spreek ik van geluk, ik had gemakkelijk mijn nek kunnen breken. Door interne en M&M herrie wilde ik de gedraaide hobbittrap oprennen met de meest zachte, warme snoezelsokken die ik heb. Ook de meest gladde glibberdingen die ik ooit aan mijn voeten had. Ik word wakker op de bank met verschrikkelijk veel pijn in mijn hoofd en vooral mijn mond. Stukjes van mijn tanden af en twee lippen die mijn neus kunnen raken, zonder moeite. Het bloed op de vloer onderaan de trap zegt alles. Dit keer is het niet dat van een ongelukkige muis, maar van mij. Ik ben wat suf en erg geschrokken, de sokken in de schouw wachtend op een eerstvolgend haardvuur.
Maandag loop ik net te gehaast naar de keuken waar tegen de kast voor de doorgang een houten krat staat. Mijn kleine teen wil zich erin rammen. Pech, dat krat is twee keer ouder dan die teen en van degelijk hout vervaardigd. Niet een beetje auw, maar heel erg veel... zeer. 's Avonds kan ik niet lopen of staan, klopt de voet, wordt niet dik en ik vermoed een subtiele breuk, ergens in de voet. Dat heb ik weer.
Robyn en Simon zijn er weer sinds een jaar, dus stug blijf ik op, met voet omhoog in een ijspakking. Toch wil ik Sarko welterusten gaan zeggen. Lief zoekt een wandelstok in de schuur. Zo'n echte voor oudjes, waar ze hier bijna allemaal mee lopen, alsof je ze er gratis bij krijgt van de boerenbond als je 60 wordt. De varkens staan ook voor dat hek, ze ontsnappen. Terwijl ik op 1 been knuffel met mijn ezeltje proberen onze vrienden en Lief de varkens zover te krijgen dat ze terug over de goot naar hun stal gaan.
Maar juist zij hebben uren bij goot & hek staan piepen om erbij te mogen zijn. Nu laten ze zich niets meer vertellen. Sarko en ik hebben de voorstelling van ons leven. Aan de veilige kant voor gevoelige ezeltjes en kapotte voeten. Balou is een tientonner, Castel loopt je net zo goed omver in haar enthousiasme als dat de varkens doen als de zwarte emmer met eten voorbij komt en 3 volwassenen die gebukt achter het roze vlees aanrennen zijn geen aanraders voor tere ziel en voet.
Robyn en Simon gaan pas na de schemering weg. Naar hun optrekje, te voet uiteraard, met het kleinste zaklampje dat ik ooit zag. Ik plof eindelijk in bed met een glas goedkope whiskey, een berg coldpacks om het steeds warm geworden pack te vervangen en twee pijnstillers. Ik dacht nog; Daar ben ik komende weken wel zoet mee. Niks geen bomenwerk; rust, het stof laten dalen.
's Ochtends sta ik op alsof er niets aan de hand is, pas ik in schoenen, loop ik normaal, ervaar ik wel ergens flauw iets van een beurzig gevoel, maar daar is alles mee gezegd; genezen.
Kijk, vriendschap en liefde!