zondag 8 november 2009

Rondje Gorges


Ik wordt laat wakker en krijg ter nauwernood mijn ogen open. Ik kijk naar buiten via het kleine versleten raampje vanonder een donzendekbed aangevuld met een wollen deken. Weer nattigheid vandaag en koud. De kou is ook in de slaapkamer en ik blijf het liefst nog een uurtje liggen. Toch stap ik het bed maar uit en kleed me snel aan om boven met koffie wakker te worden. We tobben wat achter internet en ik loop weer vast op sites, waardoor ik hulp aan Marc vraag. Hij valt snel uit en snauwt terug dat ik geduld moet hebben. Gisteren had hij ook al een bui waarin hij luidkeels scheldt en vloekt op alles wat met PC's te maken heeft. Hij spant de kroon kwa ongeduld en opeens ben ik zijn opstandige gevit meer dan zat. Hij loopt de deur uit naar beneden en ik pak een tasje in met WC-papier, telefoon, het fototoestel en ik-verwen-mezelf-filtersigaretten. Vlug steek ik nog 2 hondenkoekjes in mijn knalrode jaszak en doe een mutsje op. Het miezert buiten, maar een donkergroene regenjas lijkt me onverstandig, ik wil geen schot hagel in mijn lijf. Dan maar een natte jas en broek. Castel hoef ik niet te roepen, die wil altijd wel mee, ook al loop je enkel naar de stal. Na 200 meter bedenk ik waar ik heen wil en vraag me af of ik een rondje door de gorges kan lopen. Het kan wel, maar de wandelpaden gaan aan de overkant de bergkam op. Marc heeft vorig jaar zomer ook het voortouw eens genomen dit rondje te lopen en suggereerde een wandeling van ruim 3 uur. Door het volgen van de wandelpaden kwamen we uitgedroogd 8,5 uur later pas terug en een herhaling van dit 'wandelingetje' zie ik niet zitten. Het volgen van de asfaltweg aan de overkant moet eigenlijk wel kunnen, denk ik. Ik besluit het pas te beslissen als ik via de hoge brug aan de overkant ben, wat een kleine 3 kwartier is. Voor mijn gevoel ben ik net vertrokken als ik daar ben en dus wil ik verder, maar ik besef me ook dat er geen tussendoor is of rechtsomkeert. Het verstand gaat op nul en Castel vind het allemaal prachtig. Die loopt zigzag over het asfalt en laat me weten als er iets is door plots stil te gaan staan.
Een grote groep jagers staat aan de kant van een bocht, ze lachen, maar kijken raar op als ik aanbied als ze wild schieten het door mij klaar te laten maken. Ik hoor ze denken, maar ik loop glimlachend verder. Ons huis en alle bijgebouwen zijn weer goed te zien vanaf de overkant en ik maak daar foto's van. Die hebben we nog niet zoveel en het is een leuk gezicht. Het lijkt een compleet dorpje met al die gebouwen.
Ik ontdek al wandelend en turend naar 'onze kant' van de gorges van alles. Een prachtige muur die een pad betekend vanaf de ruine de gorges in, platte stukjes, gaten in de wanden die op grotten lijken en prachtige rotsformaties. De stilte is heerlijk, de wandeling doet me goed en als het niet regent schijnt er een verwarmend zonnetje.
Na 200 meter op het bospad is er een oude vuilstortplaats van voor de tijd dat er décheteriën waren (grofvuil). Als pauze en om mijn benen wat anders te laten doen duik ik de puinhelling af, of op, het is maar net hoe je het bekijkt. Met verbazing kijk ik naar de troep die daar onverteerbaar ligt te zijn. Van relief-plaatjes van Maria met kindeke Jezus in de originele verpakking tot reiskoffers. Van oude fietsen tot stukken bed. Wasmachines, stoelen, autoonderdelen, een spliksplinternieuw fietswiel voor een ATB, lege kannetjes, flessen, kleding, schoenen, een motorkap, accu's en botten van schapen en groter vee. Plastic en ijzer blijven goed zichtbaar en de troep ligt tot diep in het ravijn. Er is niet normaal te lopen, zelfs gevaarlijk en per ongeluk duw ik met mijn voet een grote steen wat weg die gelijk gaat rollen. Met veel kabaal stort de steen naar beneden en neemt nog meer stenen mee. Castel staat gelukkig een eindje uit de valrichting.
Een prachtige rechte platte rotswand steekt naast me omhoog en op de top ervan staat een fijn witgeschilderd kruisje van draadijzer. Onder de wand staat een mini-ruïne waar nog geen schaap kan schuilen. In de ruïne is een enorme hulst gegroeid, een boom met 3 stammen, metershoog die steun verleent aan klimop en plakken mos.
Het is een vreemd plekje tussen alle rommel, het had zo mooi kunnen zijn, maar dan al die plastic troep met felle kleuren, zo zonde. Met liefde zou ik het een keer opruimen, maar je kunt er amper lopen, dus hoe krijgen we de troep omhoog??
Opgefrist van het klimmen vervolg ik mijn weg, de laatste kilometers naar huis. De zon schijnt en verlicht de laatste herfstkleuren. Nog 2 soorten paddenstoelen kan ik fotograferen, verder zie ik weinig 'nieuws onder de zon'.
Thuis is alles rustig en warm met weer 5 katten op de bank en een klussende Marc.
Mijn lijf doet zeer en is moe, maar het was een prachtige wandeling de Gorges rond, in 4 uur.

1 opmerking: