vrijdag 31 juli 2009

foto's

Een foto-post;
Cros ten voeten uit; ze volgt ons overal. Of we nu naar de rivier lopen, water geven in de moestuin of naar de weg voor een wandeling met Castel. De laatste x dat we al vissend gepicknickt hebben werd ik gevolgd door Aai en op de voet door kleine Cros. Moedig kruipt ze daar tussen de metershoge grassen en kattenstaart door en besluipt een kikker die aan de oever zwemt. Later gaat ze naast Aai op een rots liggen slapen alsof ze niet beter weet! Ze groeit erg hard.

Castel is vastgelegd door E. Dat heeft hele mooie foto's opgeleverd en laat Castel echt zien wie ze is. Ze leert al blaffen als er iemand komt en kent haar plekje...

Even ons wagenpark..... zegt genoeg!


Aai heeft een vriendinnetje, om te stoeien, te wassen en te rusten. Aai heeft er echt een maatje aan, ze gaan ook samen uit wandelen

bereikbaarheid

Ter info;
Mijn nederlandse mobiele nummer is per half augustus opgezegd.
Ter vervanging hierbij mijn email-adres voor contact / reacties op de weblog
10tienelien@gmail.com

Broodbakdag

Voordat we deze dag aan konden vangen is er met een broodoven als deze eerst nog een andere zware klus. De broodoven kan het beste warmgestookt worden met takkenbossen van de bremstruik. De prachtige gele lentebloemen hebben we in het vervolg wat minder, maar juist die uitlopers drogen snel en geven erg veel warmte af. Omdat ze goed droog moeten zijn heb ik 2 weken geleden al vele bossen klaargelegd om te drogen op het stalpad 'beneden'. Maar lang niet genoeg voor een dag stoken dus de eerste dag dat E. bij ons te gast was hebben we een dag flink door moeten werken om de takken te knippen, op te bossen en naar beneden te sjouwen om naast de broodoven in het zonnetje te laten drogen. Het lijkt veel te veel, maar schijn bedriegt. We staan om 7 uur op, ontbijten snel en gaan aan de slag. Dit houdt in dat Marc de broodoven prepareert, schoonmaakt en alle as verspreidt in de moestuin om daarna de ruimte te hebben te stoken tot de stenen in de oven wit gaan zien.
Ik ruim de tafel in huis leeg, schuif de stoelen en de bank aan de kant, maak de tafel goed schoon en zet een bijzettafel ernaast voor alle ingredienten. De tafel krijgt een zeiltje en wordt vastgeplakt, zodat het zeil tijdens het kneden van alle deeg niet verschuift. Al vroeg kom ik erachter dat er te weinig gist is en Marc heeft nog tijd om dat te gaan halen. Nu kennen ze hem niet in het kleine winkeltje in het dorp en hij komt met een berg bakpoeder thuis. (Gelukkig komen G en C ook omdat ze het broodbakken echt eens mee willen maken en ze willen als aanvulling verse tiramishu komen maken als dessert en aan hen vraag ik wat extra gist mee te nemen) We maken gedurende de dag 6 deegballen a 3 kg per stuk, dat ruim 50 broden opleverd in alle vormen en kleuren (geuren!) en natuurlijk een kg pizzadeeg verrijkt met italiaanse kruiden. C en G zijn 2 uur later, typisch frans??, maar maken het goed door te assisteren met kneden, stoken, tiramishu, afwassen en zelfs een stukje van het broodoven-dak wordt geborsteld in de hete middagzon. Met de walkie-talkie houden we contact met de vuurman die aangeeft hoe heet de oven is en of wanneer het brood erin of eruit moet. Marc geniet van het stoken en leert de oven inschatten op temperatuur. Alle dieren wandelen en snuffelen tussen het gezelschap door en pikken een kroel en een aai tusendoor. C. E. en G. maken de pizza, per walkie-talkie vragen ze aan Marc wat hij erop wil hebben.
We eten de pizza zo goed als helemaal op en smullen enorm. De bodem is echt pizza-brood, de vulling is persoonlijk samengesteld uit een keur aan groente, kaas, vis en vlees en de machtige maar heel lekkere tiramishu maakt het echt af.
De chaos blijft, overal doeken, deeg, brood, bakjes met pizza-ingredienten, afwas, mens en dier. Na alle broden ingevroren te hebben, de hele vrieskist op z'n kop, want de flessen water moeten eruit en het oue brood moet bovenop, vraag ik de dames of er nog puf is voor cake-beslag. C. ziet dit wel zitten en met vereende krachten (Marc moet met de laatste bos brem de oven nog 1 keer bijwarmen) maken we nog 3 cakes. Terwijl die in de oven zitten gaan C. en G. weer naar huis en Marc en E. gaan even een tukkie proberen te doen. Terwijl ik de chaos om me heen bekijk bijt ik me even vast in het schoonmaken van de werk- en leefruimte. De vliegen hebben namelijk en masse alle heerlijkheden geroken en besloten te genieten van de afwezigheid van de vliegenstrippen. Dus stofzuigen, dweilen en nieuwe strippen ophangen, een laatste afwas, de 16 theedoeken wassen en ophangen en dan even uitblazen in een schone koele woonkeuken voor ik de cakes uit de oven haal beneden. De geur doet E. en Marc naar boven lokken en we hebben moeite de dag & haar bezoek zomaar af te sluiten na dit hectische succes. E. moet nog pakken en alle spullen klaarleggen voor haar reis naar huis morgenvroeg. Het is al half 8 en ze heeft zich al vaak uitgesproken over dat ze ertegenop ziet al naar huis te gaan. Van ons mag ze nog even blijven en ze heeft geen dringende afspraken in Nederland. De twijfel wordt steeds groter en wij willen haar niet beïnvloeden. Na haar telefoontje naar Nederland blijft de twijfel. Maar rond half 9 hakt ze de knoop door, want ze kan met een kennis van ons maandag ook meerijden naar Nederland. Om het feit te vieren dat ze nog 3 daagjes blijft en een keuze heeft kunnen maken trekken we een lekkere fles wijn open en vieren de extra dagen met 1 hele cake en een vers broodje. Dat wijn en cake absoluut geen combinatie is deert ons even niet. Het was ontzettend hard werken, een ware uitdaging om de broodfabriek aan te sturen met bezoek er nog bij, maar wat een feest!!

woensdag 29 juli 2009

water


Door de visvangst en de warmte lijkt het aanwezige water nóg belangrijker. Water is nodig om te drinken en te wassen en nu levert het zelfs verkoeling en voedsel. De beek die door ons ravijn stroomt en 's winters een bulderende waterval is , is nu niet meer als een sijpelend beekje. Als we drie gieters vullen om wat planten te bewateren stoppen de overloopjes van de bron al met stromen. Weer is het droog en verlangen we naar regen. We proberen iedere dag naar de rivier te gaan om te proberen nog zo'n joekel aan de haak te slaan, maar soms is het waterpeil te laag of het stroomt te snel. E. en ik deden gisterochtend een poging.
Het peil is zo laag dat we op een keien-rug kunnen gaan staan, maar we zien de bodem en onze pogingen halen niets uit. Ik zie het water zich weer terug trekken richting de sluizen en alsof er een duveltje mee speelt sta ik dan al tot mijn enkels in het water. Onze goede wandelschoenen doen voorkomen dat we het tijdig doorhebben en we redden alles van de nattigheid en strompelen zo snel als gaat over de gladde keien door een dieper gedeelte de kant op. We besluiten het vissen te laten voor wat het is voor vandaag en zoeken een hoger punt op om op een rots van het geheel te genieten. We drinken samen koffie en keuvelen terwijl we tegen de ochtendzon in naar de rivier kijken. Libellen en vlinders vliegen en dartelen om ons heen, de bries verkoeld en laat bij zijn afwezigheid voelen hoe warm het weer wordt. Het geluid van het water, de geur en het uitzicht is voor E. en nog steeds voor mij indrukwekkend.

Boodschappen doen in het hoogseizoen

Eens in de 3 a 4 weken moeten we erop uit om de grote boodschappen te halen. Minimaal 45 minuten rijden is de dichtstbijzijnde grote super. Alles dat lang houdbaar is halen we dan in grote hoeveelheden, vriezen het in en slaan het op in de porcherie. (het varkenskot) Het scheelt ons ritten naar boven waar we dan steeds voor kleine boodschapjes meer geld uit moeten geven. Deze week was het weer zover. E. en ik hebben wat korte nachtjes achter de rug door de lange avondjes kletsen met de nodige wijntjes. Ook zijn we om half 6 opgestaan deze dag om het bos te zien ontwaken, de zon boven de berg op te zien komen en een kleine wandeling te maken met een koffiestop op de bemoste muur van een ruïne. De rand van de berg licht breed en fel op en een brede laag bewolking tempert de zonnekracht. Het lijkt een warme dag te worden. Rond 11 uur vertrekken we om tussen de middag eerst uit eten te gaan in een pittoresk stadje op de route richting de supermarkt. E. trakteert en we genieten op het terras van het regionale maal met brood en wijn.
Het is inmiddels zwaar bewolkt en benauwd, geen zuchtje wind brengt verkoeling en doordat ik zo weinig geslapen heb, heb ik het erg benauwd. Ik voel me koortsachtig, maar geniet van het etentje. E. rijdt ons, wat krapjes met z'n drieëen naast elkaar, heel leuk dat ze dat zomaar doet. De logge rode Landrover is geduldig en hoe langer de rit duurt hoe harder we gaan. On y va! Eerst naar de Gedimat (een soort Gamma, dat zeg ik!), maar ik ben Marc's schets met afmetingen vergeten en ze hebben niks dat Marc nodig heeft, dus dat draait op niets uit. Ook bij een andere bouwmarkt komt hij met lege handen weer buiten. We hadden bij een grote speelgoed-zaak een frans spel besteld, ook dat is niet binnen. De laatste 'van-alles-en-nog-wat'winkel is druk en warm en met 3 kleinigheden staan E. en ik al snel weer buiten om op adem te komen. Marc volg snel en we rijden nog even de binnenstad in waar Marc ons afzet op de grote winkelstraat en zelf doorrijdt naar nog een bouwzaak aan het andere eind van de stad. We zien nog veel gesloten winkels op maandagmiddag, lopen 1 rondje, kopen bij een kleine super wat drinken en een reep lekkere chocolade tegen de after-dinner-dip en lopen richting de bruggen over de Lot-rivier om daar op Marc te wachten. Die zit daar al te zitten. Ik geef hem een kado'tje dat we net bij een viszaakje gekocht hebben; 3 blinkertjes. (als hij ze kwijt raakt ga ik natuurlijk niet altijd naar op zoek in het gevaarlijke stromende water van 15 graden, brrrr)
De zon komt hier en daar door wat de benauwdheid iets af laat nemen, maar onze stemming is inmiddels gedaald tot het vriespunt. We hebben alle drie last van de drukte en het toerisme. Werkelijk overal nederlandse en engelse stemgeluiden, jengelende kinderen, grote vieze vrachtwagens die door de straten sjezen en brommertjes die onze zinnen doen overschreeuwen. Geen enkel gewoon winkeltje met gewone snuisterijen, alleen de schappen met campingspulletjes in alle kleuren, badlakens met foto's van de stad erop, ansichtkaarten en andere prullaria. En nog moeten we naar de enorme super met tientallen meters zuivelproducten, kleding, drank, blikken en vleeswaren. De parkeerplaats is zo goed als vol en met lood in de schoenen stappen we moedig de winkel in. We doen alle drie ons best om snel de lijst in de kar te laden en ik ben heel dankbaar met hulp. Onthand sta ik erbij hoe de boodschappen uit de kar, op de band,langs de scanner de tassen in wordt gedaan en opgelucht staan we weer buiten na een 3 kwartier. Daar kruip ik als vanouds de auto in, Marc pakt de koelboxen in (anders is het bedorven en gesmolten voor we thuis zijn) en ik zet alles 'vast' in de grote groene kratten om te voorkomen dat alles los in de bak van de wagen terecht komt. Marc zet flik gas op de plank en we zijn nog nooit zo snel thuis geweest. Daar komen we alle drie apart op adem na het uitladen van de auto. E. voelt zich niet lekker en heeft hoofdpijn, Marc distantieert zich wat en gaat later muziek opzetten en uitzoeken en ik geef alle boodschappen een plekje en vries alle vlees in porties in met m'n laatste krachten. Ik plof daarna met een magazine ook even op bed. s'Avonds bevestigd Marc het in 1 zin;"Dit is niet te doen gedurende juli en augustus". Blij dat we het met hem eens zijn halen we opgelucht adem. We gaan vroeg naar bed om bij te komen van dit hachelijke avontuur en houden vast aan het wel heel relaxte etentje dat we net voor 'het boodschappen doen' hebben genoten.

keukentje


Het kleine keukentje met het lage aanrecht is me altijd een doorn in het oog geweest. Klein en smal met een heel laag aanrecht gemaakt van kleine tegeltjes met een ruime voeg. Vele dode muizen en hun keuteltjes, houtworm en het stof dat deze insecten achterlaten, schimmel in iedere hoek en vooral de diep-bruine kleur van de muren en het plafond met lekkagesporen van het kapotte dak erboven. Het verven van de keuken kon pas nadat het dak gerepareerd zou zijn.
En nu was het eindelijk zover. Een oud blik verf en wat oude kwasten moesten het gaan doen en met hulp van E. dacht ik dat we er wel 2 daagjes voor nodig zouden hebben. Maar net na het middageten zijn we begonnen en 's avonds kijken we alle drie verbluft naar het eindresultaat. Wit is alles dat 's ochtends nog bruinig en gevlekt was.
De stank van de verf is onbeschrijfelijk en we zijn blij dat we er pas de dag erop in hoeven te koken. Maar ik kan het niet nalaten wel 10 keer te zeggen hoe blij ik ben met deze opgefriste ruimte. Ik koop een klein spotje om het peertje te vervangen wat daar in een hoekje los aan 2 draadjes hangt. Overal in huis heeft de vorige eigenaar peertjes gebruikt om veel ruimtes te verlichten, dus die ergernis pakken we nu ook eens even aan.
Marc rekent en schetst om een schoorsteen vanaf de chaudiere naar het dak van de schuur te maken.
E. gaat er nog een middag alleen op uit in de auto om haar avontuur te beleven. Ze rijdt naar de waterval aan de overkant, waar het heel mooi wandelen is, maakt hele mooie foto's en is tijdig terug om even mee naar de buren te gaan voor een drankje. We hebben ze sinds Cros' komst niet meer gezien en na 2 maanden is het wel zo aardig elkaar weer eens op te zoeken. Ik had het ze al gevraagd, of ik foto's mocht maken van hun traditionele (vakantie)huisje. Zij is er opgegroeid en ze knappen het een beetje op om er wat comfortabeler de vakanties en weekenden door te kunnen brengen. De foto is van hun woonkeuken met de traditionele schouw. Vroeger werden er links en of rechts zitbankjes in geplaatst. Ze zijn volledig van hout op de achterwand en de schoorsteen na. De buren hebben er een houtkachel ingezet (vroeger was het enkel een open vuur) en 's winters is het heerlijk warm met een houtgeur die wij als uniek ervaren.
(de foto is niet uit een archief of internet maar vers van de pers genomen met een sepia-filter)

dinsdag 28 juli 2009

Vissen

Met het in de schuur plaatsen van de chaudiere komt Marc de oude hengels weer tegen. E. wakkert het idee eens te gaan vissen weer aan. Tijdens het aardappels rooien vangen we samen de pieren en doen ze in een leeg bakje fromage blanc. Het is een mooie warme dag en een beetje verkoeling zoeken bij de rivier is ook wel erg aanlokkelijk. E. en Marc maken 's middags 3 hengels in orde. Leken als we gedrieëen zijn wikken en wegen ze over hoeveel lood ten opzichte van de dobbers en winden oud visdraad op een molentje van een gekregen werphengel. Ik regel een broodmaaltijd cq. picknick en rond 8 uur vertrekken we pas naar de sluizen waar een 'bassin' ligt en wij denken dat daar vis moet zitten. Vol goede moed gooien we de hengels uit en kijken og even gespannen naar de fel gekleurde dobberpuntjes. Maar het geduld is al snel zoek en Marc loopt wat heen en weer en gooit zijn blinker zo ver mogelijk het water in. Hij ruilt nog wat keren van blinker en wij prikken met afschuw maar weer eens een verse worm aan de haakjes. We laten het gevis even voor wat het is om op 2 zachte kleden te eten, Castel krijgt een stuk brood en speelt heel wat af langs de kanten en in het gras rond de sluizen. Nog heel even proberen we ons te focussen op het doodstille wateroppervlak dat steeds donkerder ziet door de invallende duisternis. Koud wordt het en de dekens zijn al snel klam. Een beetje teleurgesteld pakken we alles weer in net voor we echt niks meer kunnen zien. Marc vindt het vissen net grabbelen in een ton zonder grabbel-kado'tjes, van hem hoeft het niet meer. Zaterdagochtend heb ik werk, dus ik ben vroeg vertrokken en de visspullen staan nog buiten op het terras. Als ik om half drie terug kom hangt er een geeltje op de deur; "wij zijn naar de rivier en hebben de hengels mee, M & E." Castel is ook mee en de katten liggen ergens te slapen. Sikkeneurig van de lege stilte (ik mijn verhaal niet kan doen, niet naar het hunne luisteren, het huis is rommelig en ik heb al heel de ochtend lopen soppen) begin ik aan het huishouden. Na de afwas stop ik er al mee, schenk een koel wit wijntje in en loop een stukje het bos in met ons schrift om m'n humeur van me af te schrijven. Met iets minder sjagrijn en iets meer moed ga ik binnen verder, totdat de deur openvliegt en Marc daar in de deuropening hijgend staat te glimmen van trots met het groene fuiknetje in zijn hand. Er ligt een enorme vis in te happen.
Ik ben op slag van mijn sjagrijn af en glunder met hen mee. Hij is minstens een halve meter, dik, rond, goudkleurig en helaas nog in leven, want hoe verlos je een vis uit zijn lijden als je nog nooit gevist hebt. Geen idee dus en al snel is E. ook boven en zij duikt achter internet op erachter te komen watvoor vis het is, hoe je hem dood moet maken en of hij eetbaar is. Dat laatste vinden we nog het belangrijkste in verband met ons 'back-to-basic'-leven.
Helaas geeft internet echt niet mee met de luttele 12 kilobytes per seconde. (vaak wel tussen de 28 en 34 kbps) Ik fotografeer de vis en Marc gaat op het stoepje met een frans boekje over de sport vissen in deze regio na of hij tussen de getekende zwart-witte afbeeldingen van de vissen hier deze grote vis kan vinden. In onze woordenboekjes staan maar een paar vertalingen van algemene vissen, maar zijn vondst zit er niet tussen. We denken nu achteraf dat het een pijlkarper is. Geen enkele gegevens over de eetbaarheid of bereidingswijze of het doden van vis. Ik denk een stevige klap op de kop van het dier en we besluiten het gewoon te proberen, is het niets dan hebben we nog vers frans brood of pizza. We hebben nog een visrook-bak staan, nieuw met het zaagsel er nog bij en aan het gerommel komt dus nog geen einde. Moedig pakt Marc de spullen bij elkaar om het dier schoon te maken en omdat de vis nog tekenen van leven geeft krijgt hij een klap op de kop.

Snel snijdt Marc de vis open zoals we het bij de visboer ook hebben zien doen met haringen. Het is een ontzettend vies klusje, maar zoals ook bij kippen slachten is het bij de eerste snede in het dier gewoon voedsel. Die knop kennen we al, dus dat valt alles mee. Voor E. is dit wat te heftig en zij surft verwoedt door op internet op zoek naar afbeeldingen en eetbaarheid. Van giftige zoetwatervissen heb ik nog nooit gehoord, dus ik maak een plek vrij en schoon in de keuken en zet de groente, citroen en kruiden vast klaar. Na het schoonmaken komt het visje naar de keuken, waar ik me op hem uitleef.
Ik vul de prachtige vis met fijngesneden worteltjes, bleekselderij, flinters sjalot, schijfjes citroen en franse verse kruiden en zwarte peper. De vis kan zo op het rooster in de rookbak. Alles ruikt naar vis en ik probeer de schubben uit het aanrecht te vissen. Shadow doet zich smakelijk tegoed aan de lever en wat vetrestjes terwijl Cros met wat jaloezie aandachtig toekijkt.
Na ruim een half uurtje moet ik mij nog haasten met de sla en Marc gaat met een spatel en mes aan de slag om de vis van het 'vlees' te ontdoen. Een flinke berg witte vis belandt op onze borden en voorzichtig proef ik een klein stukje, want toen de rookbak open ging vond ik het afschuwelijk stinken. Pijlkarper van dit formaat is een verrukkelijk feestmaal voor 3 personen. Vers gerookt, heerlijk gekruid, vet en de gezonde smaak drupt ervan af! Met een rosé'tje van J & W erbij is deze avond af, Marc vindt vissen weer een uitdaging en E. eet voor het eerst een vers gevangen zoetwatervis. Dat is wel even wat anders als een blikje tonijn of een bakje kibbeling met (te) veel kruiden.
Moe en rozig van het avontuur blijven we toch nog lang nakletsen terwijl Marc vast onder de wol kruipt. De dag erna gaan we na de avondboterham met koffie weer naar beneden met de hengels, ditmaal gewoon beneden bij ons, het water ligt er rustig bij en we hebben toch wel verwachtingen, want er zijn nu 2 goede werphengels met blinkers. Want een worm of een bolletje brood, daar halen de vissen hier hun neus voor op. Castel rent en rolt, probeerd stokken uit het water te happen en durft steeds dieper het water in. Maar met de pootjes los van de grond gaat haar nog te ver. Gisteren is Marc's blinkertje vast komen te zitten in het water en eigenlijk moet die lijn en haak wel het water uit. Ik had me hierop voorbereid; handdoek, schone warme kleren en een duikbril. Maar oei dat water is zo ontzettend koud. Door het uitglijden op de glibberige stenen op de bodem ben ik wel zo door tot mijn nek. Zwembrilletje op (anders zie ik niets) en na 1 duik is de blinker los. Trots kruip ik het water uit. Ik kleed me snel warm aan en halverwege maak ik snel wat foto's van E. die beet heeft. Helaas, de vis is al gevlogen voor de lijn is ingehaald. Opeens horen we geruis in de verte, ja hoor, de sluizen staan weer open. In no time veranderd het zo stille meer in een kolkende rivier. E. en Marc proberen nog wel te vissen, maar na het 2e bakje koffie wordt besloten het toch maar voor gezien te houden. Het water moet rustig zijn zodat de vissen kunnen jagen... Vissen, nooit gedacht dat we dit zouden meemaken op deze manier. E. inspireerd, motiveerd en met haar initiatief spoort ze ons aan tot nog meer! Een fijne gast waarmee we onze intense beleving hier zonder moeite kunnen delen.

vrijdag 24 juli 2009

filmpjes

Oei, ik groei!
Het is me gelukt een kort filmpje te maken en dit op de blog te zetten. In de post hieronder rijdt E. de Landrover het pad af. Kijken dus!!

stoere E.

Dag 1 voor onze gaste E. was een 'durfdag'. De markt in het stadje is een must voor bezoekers, het weer was voortreffelijk en om haar vrijheid te vergroten kan ze onze auto's gebruiken als ze wil. Maar dan moet je die grote 'bak' wel even onder de knie krijgen. 2 Ton staal onder je gat is niet niks, dus de markt was een top-excuus haar te laten proeven van het avontuurlijke rijden in de Landrover. Zonder een centje moeite stapt ze in en start de wagen. De goot is een hobbel waar ze achteruit overheen moet om te keren, als een drempel. Maar haar glimlach wordt steeds breder en de lol is er al voor we de asfalt-weg bereiken. Terug laat ik haar de terreinweg binnendoor naar huis rijden en alsof ze niet beter weet neemt ze bijna alle scherpe scheve bochtjes in 1 keer, de hobbels negerend stuurt ze naar huis. Dus klasse E.!
Nu haar taxi (onze logees voor 1 nacht) verder reizen naar de Pyreneeen is ze echt aan het avontuur begonnen.

Het voelt naturel aan, we rooien samen aardappels, verzamelen 'pieren' vor het vissen vanavond, snoeien brem en sjouwen dit in grote bossen de paadjes af naar de broodoven en wassen af. We kletsen alsof we elkaar al lang kennen. De indrukken zijn wederzijds. Het grote verschil met M. is dat we wel 'vergaderd' hebben over hoe en wat wij wensen, wat zij graag wil. We staan op tijd op, drinken gezamelijk koffie en besluiten dan pas wat we gaan doen die dag in verband met het weer.

Vanmiddag ga ik erop uit om moeilijke boodschappen te doen. Machine-onderdelen bestellen, nadat ik eerst heb uit moeten zoeken in wat voor winkel dat kan.
Komdende week hopen we toe te komen aan diverse schilderwerken, waaronder de keuken, brood bakken en de porcherie opknappen aan de buitenkant.
Of dit kwa tijdsspanne gaat lukken valt nog te bezien, maar de intensie is er.

De chaudiere heeft Marc in z'n up de schuur in gekregen en al op zijn plek gezet. Met behulp van een handlier, stempel, takels, kettingen, plankjes schuift de ketel ieder moment weer een stukje verder richting de definitieve plek. Trots als een pauw dat hij dit al rommelend voor elkaar krijgt, maakt hij hem ook helemaal schoon vanbinnen om even uit te blazen en te bedenken hoe dat nu verder moet.
Petje af voor deze inventieve manier van loodzware dingen verplaatsen met eenvoudige middelen! Geen kraan of trekker, geen 4 zware jongens, maar knap denkwerk, geduld en gevoel.

woensdag 22 juli 2009

overzicht


Deze foto geeft ons huis weer. Het beste overzicht dat je krijgen kunt, swinters aan de overkant van de rivier. Het is nog steeds zoeken geblazen met inzoomen of een verrekijker. Met goede ogen kun je het 'chateau' helemaal rechts zien, helemaal links misschien de porcherie (varkenskot) en daartussen het woonhuis en de secadou. Onderop de broodoven. Het stalletje paste niet op de foto.

Spetters

's Ochtends vroeg is P. al gearriveerd om met Marc 2,5 uur in een warme auto te zitten om de Chaudiere op te halen. We weten niet eens of het grote ding wel los te koppelen is, of hij wel werkt, of we het aangesloten krijgen hier, hoe zwaar hij is en of de gebruiksaanwijzing nog boven water komt. Slijptollen, breekijzers, gereedschapskisten, alles moet mee. Hoe je zo'n tank a misschien wel 500 kg met 2 man in een auto krijgt getild is schijnbaar een latere zorg. P. Laat dalmatiër Spetter bij mij. Leuk voor Castel denken we. Maar Spetter vindt het zonder baasje erbij op vreemd terrein maar niks.
Zijn heilige huisje (kleed en de auto) wordt besnuffeld en bekeken door een enthousiaste Castel wat een flink hondengevecht opleverd. We laten ze maar even.... Het ziet er heftiger uit dan het is en we zijn blij dat Castel fel terugvecht. Castels nekharen zijn nat van de bijtpogingen, maar de rust is snel daar. Het beloofd een warme dag te worden.
Zodra de mannen vertrokken zijn, kijk ik het even aan met die 2. Ruim 50 meter van het huis zoekt Spetter een schaduwplekje om te liggen. Later sleept hij zijn kleedje richting de baas z'n auto om daar de oprit in de gaten te houden. Een dodelijk saaie dag voor die 2. De katten zijn hem gesmeerd, op Pipo en Cros na. Pipo heeft dus heel veel geleerd van zijn boomklim-avontuur en Cros ligt liever op de koele overloop. Eind van de ochtend steekt er een warme stormwind op die niet meer gaat liggen en 's avonds nog een onweersbui meevoert. Ik maak de logeerkamers schoon, was af en ruim op nadat ik met Spetter in 'zijn' auto boodschappen heb gedaan. Het is heel eng in zo'n mooie grote auto te rijden en niet te weten hoe breed en lang deze wagen is. Maar de luxe is een weldaad en het bospad lijkt een gestroomlijnd pad zonder noemenswaardige hobbels. De wind maakt me onrustig, dus ik werk binnen veel en rust een uurtje uit op bed. Ik ga nog even met de honden naar de rivier als de zon achter de berg verdwenen is. Nu pas komen Castel en Spetter meer tot elkaar en ze spelen, rennen en springen achter elkaar aan en rollen in de wilde munt, wat gelijk een heerlijk frisse en scherpe muntgeur verspreid. Ik heb helaas mijn toestel niet bij me, alle valse kamille met de al gesloten bloempjes lijken wel gipskruid dat op de wind meewuift met het parapluisgras en kattenkruid. Guldenroede groeit steeds hoger in groepjes daartussen en de rivier staat zo hoog dat ik zelf niet bij het water kan komen. Opgefrist gaan we weer naar boven, maar daar zijn we alweer uitgedroogd en doorgezweet. Spetter gaat uit onvrede zijn kleedje zitten plukken, het gras ligt in no-time bezaaid met vulsel-plukken.
Ik vind het sneu voor hem dat hij het zo saai heeft gehad. De wandeling 's middags beviel ze ook niet, ze sjokten wat achter me aan met de tong op de tenen. Rond 1900 uur krijg ik een belletje van de mannen dat ze ontzettende honger hebben van het zware werk. Het is dus gelukt, maar hoe dat vraag ik tijdens het eten wel. Ik kook Nederlandse hap en dek de tafel. Het eten smaakt weer voortreffelijk. Marc en P. zijn met het technische verstand op 'aan' en de rest op 0 aan de slag gegaan om de ketel los te koppelen. De buurt loopt uit en ze horen hen denken "hoe gaan die 2 dat klusje klaren zo zonder heftruck en dergelijke". Na wat rondvragen van Marc voor een vorkheftruck of trekker met laad- en trekbak erop, komt er op een kritiek moment (hoe nu verder met die 500 kg) een boer met zijn enorm grote trekker langs die echt komt helpen. De ketel moet eerst een meter omhoog, 90 graden gedraaid, naar buiten, een bochtje om en dan de auto in. Dus men besluit het dak van de auto af te halen en zo de ketel erin te laten zakken.
Dak erop en rijden maar. Deze hulp scheelt Marc en P. ruim 2 uur buffelen, als het al zou lukken, en uit dank biedt Marc de boer 2 tientjes aan, maar die wil daar echt niets van weten en zegt dat 'die Hollanders' toch wel heel sterke kerels zijn.
Net in het donker gaat P. naar huis, want er komt noodweer aan te zien aan de bliksemschichten achter de zware bewolking in de verte.

maandag 20 juli 2009

Koffie-tocht



Na het bezoek van P&P werken we nog wat. Ik doe de afwas en maak meer dan alleen die afwas schoon in de keuken en ga daarna de moestuin in om de laatste peulen te oogsten en de 2e ronde peulenplantjes achter het rek te plaatsen. Het is een gok, zo'n 2e peulen-oogst, maar wie weet. Ik bind de tomaatjes op en poot wat afrikaantjes uit. Ook veel te laat, maar om ze weg te gooien is ook niet nodig. Die bloemetjes zijn anti-mier en op sommige plekken in de tuin hebben we er wel erg veel. Na de avondboterham zet ik koffiewater op. Marc wil graag ergens anders koffie drinken dus zet ik ook de thermoskan klaar. Altijd leuk, zijn spontane ideëen voor een picknick, wandeling of ander avontuur. De tank van de landrover is bijna leeg, dus we moeten op deze zondagavond wel even het reservetankje in de auto legen en we kijken gelijk de andere vloeistoffen na. Koekjes en de liefdes-bekers (onafscheidelijk zijn we van deze 2, A & H ; een super-kado!!!) gaan mee, net als een handzaagje en Castel. Via het bospad rijden we de gorges door en zien weer nieuwe dingen. Andere hoek, andere hoogte, andere lichtinval, ander seizoen. Zo is het hier nooit saai en voor ons drieëen een mini-avontuur. We zien de kracht-centrale op de berg en de helling eronder liggen. De lucht is prachtig avondblauw met rozige sliert-bewolking. De weilanden en bossen op de berg-plateaus doen filmisch aan, alsof het een heel duur film-decor is. De uitzicht-foto is het zicht op de gehele gorges.
Overal zijpaadjes, sommigen doodlopend met een vervallen vee-sluis (schaapjes), andere ongemaaid en nog net begaanbaar met onze 4x4 of een wandel- of motorpad. We nemen maar weer eens een ongemaaid zijpad dat uitkomt bij een hekwerk met een heel oud bordje op een stukje laminaatzeil. (prive-terrein, verboden toegang, kudde vee achter de omheining) Marc zoekt een plekje in het verlaten weilandje en we drinken een bekertje koffie met speculoos erbij. We kijken naar de stokoude bomen die niet hoog maar breed zijn en snuiven de geur van het beukenbos. De bosgrond onder de beuken is onbegroeid (zuurtegraad door de beukenwortels en al het blad) en voorzien van een dikke laag oud beukenblad waar je tot je kuiten in wegzakt, vochtig en koel. Ik zie sporen van de everzwijnen, ze wroeten de grond open op zoek naar eten en laten een ravage achter. De boomformaties dwingen respect af en de stilte doet daar een schepje bovenop. Als 2 zielen 1 gedachte spreken we ons uit over de wirwar van electriciteits-kabels die honderden meters lang de lucht doorkruisen. Naast de stilte is hier het gebrom van de centrale overheersend. Het moet wat geweest zijn als je hier heel je leven gewoond hebt. Opeens is er jaren bouw-herrie, het hele zicht is veranderd, de helling is volgestouwd met masten en gebouwen, generatoren en werkhuizen. Na het bouwen is het misschien even stil en dan komt de feestelijke opening van de zoveelste water-kracht-centrale. De knop gaat 'aan' en daarna heb je de rest van je leven draden in je zicht, lelijke masten en gebouwen en dat gebrom dat je nooit meer uit kan zetten. Verschrikkelijk lijkt ons dat. Gelukkig horen we het gebrom zelden thuis. Heel soms, in de winter als de wind onze kant op staat en de rivier stil ligt... Maar dan heeel in de verte. Voor het 2e bakje koffie willen we verder 'crossen', maar het keren moet gegidst worden. Ik probeer enkel op Marc's aanwijzingen in het bos de auto te keren. Ik maak nog de fout zelf te willen zien wat ik doe, maar dat werkt niet. Met schroom en schaamte (het is net wantrouwen in zijn aanwijzingen) kijk ik enkel nog naar zijn aanwijzingen en met veel insteek-oefeningen komt de wagen toch weer recht op de weg. Terrein-rijden is een hele kunst!

In 1 van de dorpjes op het plateau staat een typisch Aveyron-kerkje te schitteren in de avondzon. De klokkentorens van deze kerkjes zijn vrij plat, niet hoog en de grote klokken hangen zichtbaar op een rij. Dit kerkje lijkt in een boeren-landje te staan. Maar schijn bedriegt. Castel heeft ook een geweldige avond, vrij hobbelt ze achter de auto aan en neemt af en toe een wild-paadje dwars door de bossen om dan volledig doorgezweet met enthousiaste oortjes kwispelend uit te hijgen in de bak van de wagen. We komen langs een helling die volledig ontdaan is van alle bomen. Niemand kan deze kaalslag zien en zodra we dit dalletje uitrijden zien we het resultaat van de bosbouw; enorme stapels beuken- en eikenstammen metershoog opgestapeld. (wij hoeven niet meer te zagen om het warm te hebben komende winter.)
Pas als het donker is komen we thuis. Koffie op, handzaagjes gebruikt, de 4x4 gebruikt waar 'ze' voor gemaakt is, de hond uitgelaten op haar manier en wij zijn zo moe dat we na 10 minuutjes zitten maar naar bed gaan. 's Ochtends worden we gewekt door , vermoedelijk!, een specht die met zijn snavel in het rotte hout aan de buitenkant van onze slaapkamermuur timmert. Een betere wekker om half 8 kun je je niet wensen. Uitzetten kan echt niet, wegjagen wel, maar daar waren we nog te slaperig voor. (P. ik geef toch de voorkeur aan het geluiden-arsenaal van de relmuizen hoor) Deze mini-avonturen zijn heerlijk. Onze mini-vakantie's in ons tempo, we voelen eender, denken hetzelfde en zien met eigen ogen voor elkaar steeds weer nieuwe dingen.

2e meewerkende gast(e)

Het is zo ver, woensdag komt E. Onze 2e gaste die 9 dagen met ons mee gaat draaien. Met alle leerpuntjes onzerzijds nog vers in het hoofd, kijken we erg uit naar hun komst. Ze wordt gebracht door een bevriend stel, die als tussenstop naar Spanje 1 nachtje blijven logeren. Alle extra kamers die we rijk zijn, zijn dan bezet (Marc mag 1 nacht absoluut niet snurken) en ik kan een leuke maaltijd voor 5 in elkaar draaien. Ik begin het steeds leuker te vinden om gasten te ontvangen, het gehannes in de kleine keuken gaat me steeds makkelijker af en ik voel me steeds zekerder om de dingen op mijn manier te doen. (lees; makkelijk, niet te formeel, met de middelen die we hebben en toch compleet) De bedden maak ik strak op met eenvoudige lakens en ik leg me neer bij de temperatuur in de bovenkamers. Het is geen hotel of gîte met airco, maar schoon en netjes en aan alles is gedacht. E. is 22 jaar en studente in het oosten van Nederland. Ze gaat voor het eerst alleen op avontuur, haar idee, haar initiatief en ze heeft alles zelf geregeld. Aan het einde van een studie-jaar heb je het al druk en toen kwam dit er nog eens bij. We hebben veel gemailt met elkaar en het klikt goed. We zijn verder heel benieuwd naar die 9 dagen met z'n drieëen.... Wordt vervolgd.

P & P


Soms komen oude bekenden uit Nederland een beetje in de buurt als ze onderweg naar hun vakantie-bestemming zijn. Zo ook P&P van de V. (Ik mocht van Philippe en Pim best hun naam voluit noteren op de blog, mannen; bij deze ;-) P. leek het heel leuk het ,na het bladeren door de blog, eens in het echt te bekijken en hij kwam bij wijze van spreken bijna langs ons huis. Na het doorgeven van de routebeschrijving en ons boodschappenlijstje (dat wat we hier niet kunnen krijgen en op is of hier te duur) kregen we het belletje dat ze in de buurt waren. P. had me al gevraagd; kan ik het bospad wel rijden in een heel oude auto. "tuurlijk, alle fransen rijden hier in kleine en of oude auto's". Maar niet het kleine doch niet onbelangrijke detail dat de auto een 30 jaar oude Porche is. Nee P. Dat kan deze weg niet berijden, dus haal ik de mannen op in de landrover bij de brievenbus. We hobbelen over de weg en zijn zo op onze stek belandt. En weer is het een genoegen gasten te ontvangen, gezamelijk te eten (sausijstjes, eigen aardappels, broccoli en eigen en gekochte komkommer) en te kletsen in het Nederlands. Even niet werken en bevestigd krijgen hoe prachig het hier is, hoe stil ook. We geven toe; het is soms zelfs al wat saai, met alleen elkaar om tegen te praten en iedere dag diezelfde weg om Castel op uit te laten rennen. En ik kon deze mannen om een boodschap sturen, want én de Heksenhyl (1 kilogram) én de Rescue-creme én de slof sjag uit Belgie was meegenomen. Later begrijp ik dat P's partner wel geholpen heeft. (heel veel dank daarvoor; want de dag erna brand ik mijn arm aan een pan en met Rescue-zalf is dat heel snel genezen, een heksenhyl-dropje erop is de supersnelle troost van vroeger thuis) De heksenhyl is gelukkig verdeeld over 2 zakken, 1 voor Marc en 1 voor mij. De kleinste maak ik de dag na hun bezoek al open en gun mezelf 1 klein schaalje. Het hek is van de dam, de zak zal volgende week wel op zijn. Die van Marc is echt verboden voor me, de vorige zak heb ik ook leeggegeten, want Marc had hem onaangeroerd een maand laten liggen. 'Das 10 (mij) op het spek binden' zouden kenners zeggen. P&P moeten nog door naar Barcelona, dus langer als na het middageten kunnen ze niet blijven. Jammer, maar die paar uur waren superleuk! Van ons mogen ze terugkomen als Spanje niet bevalt, maar na te horen wat ze daar allemaal gaan zien en bekijken is het makkelijker ze 'los te laten'. Dag P&P, tot ziens??

Doornroosje

Er was eens een bosroosje dat met haar eerste roosjes er nog velen wist te laten groeien. Het broertje, de braam, nam er een voorbeeld aan. Gezamelijk groeiden ze op en van het één kwamen er nog vele anderen. Het bos is als 100 jaar geleden ingeslapen, overwoekerd, verwilderd. Zoals een bos kan zijn. Wij kenden zulke bossen niet meer. Hier zie je door de bomen het bos niet meer en soms is het een genoegen je daar in te begeven en stilletjes op de met klimop begroeide bosgrond te gaan zitten. Te luisteren en je ogen naar de kronen te richten en maar te kijken en te ruiken. Het bos te drinken en te bewonderen. De vogels te zien fourageren, op hun kop hangend aan de fragiele takjes om de kleinste insecten op te snoepen. De nog groene hazelnootjes te zien wuiven in de bries en de jonge tamme kastanjes, die al prikkelend genoeg zijn om ze met rust te laten. Geen stap kun je zetten om niet gepakt te worden door een taaien braamspriet of te blijven hangen in de stugge meidoorntakjes die met tientallen op de boomstronk groeien. Bosrozen, meidoorn, mispel (met doorns), sleedoorns, bramen, prunussen, acacia's en tamme kastanjes; ze maken van een bos een stekelig geheel. Naast de toch vrucht- en bloemrijke gedoornde planten en bomen wordt het geheel verzacht door de gladde hedera (klimop), varentjes, mossen en dichte ranken wilde clematis. Soms hier en daar wat wilde kamperfoelie en een kleine wilgensoort. Het bos is af met al die eiken, vlierstruiken, essen, cornus, berkjes, elzen, esdoorns, kersenbomen, hazelaars, populieren en brem. Met het vrijmaken van een gevonden appelboom waan ik me als de prins (ehm, prinses dan toch) die doornroosje moet zien te bereiken, waarmee ze het bos wakker kust. Ik vind geen ezel-schedel, maar wel een verwaarloosde vijgeboom onder een sprookjesachtig vertakte wintereik. Eronder ligt een wat vlak stukje helling met weer die bosroosjes (de meeste zijn verstokte bosrozen die tot in de toppen van de bomen zijn gegroeid en onderaan niet meer als roos herkenbaar zijn.) varens en grassen. Het lijken oude terrassen, met muurtjes verstevigd tegen wegspoelen. Met de kleine kettingzaag baan ik me een weg langs een ingegroeide muur, nieuwsgierig waar die muur naartoe loopt. Ik ontdek als een ware Indiana Jones ons eigen land en met een beetje fantasie kom ik zo die prins tegen in een ingestorte ruine, slapend en wachtend op die prinses in haar rode ketelpak. Die zwetend met een camouflage-pet op zich met veel kettingzaag-kabaal een weg baant om die prins met een kus wakker te maken. (och arme prins, misschien had ik die boze pad een pakkerd moeten schenken) Eigenlijk is dit winterwerk, maar we kunnen nu wel bij de appeltjes, de notenboom snoeien en vrijmaken van de clematis-ranken en hebben weer een platter stukje ontdekt dat best vrij te maken is om een weilandje te creeeren voor de ezels. Lieve Prins, je bent het bos en al die doorns, blijf maar lekker slapen, want je bent mooi zoals je bent.

Chaudiere

Het franse woord voor kachel; chaudiere. We zoeken er natuurlijk één op hout gestookt. En geen houtkachel voor in huis om in de schouw te zetten, maar meer een houtgestookte CV-ketel. Dat is hier heel gebruikelijk en ze worden nog geproduceerd in alle vormen en maten door veel verschillende producenten. Een nieuwe die ongeveer 35 Kw levert (voor het verwarmen van al onze ruimtes) kost gemiddeld 6 a 7 duizend euro. Dat hebben we niet. We schrokken al van de offerte van het dubbelglas, dus ook daarvoor moeten we consessies gaan doen. Occassion kan natuurlijk wel. En ook hier is op internet een goede 2e hands site in allerlei spullen te vinden. Marc surft graag op zulke dingen, koopjesjager?, dus ook voor een chaudiere vond hij verschillende adressen. We hebben hele leuke kacheltjes voorbij zien flitsen. Maar we zouden dan in verschillende ruimtes een kachel moeten plaatsen en meerdere schoorstenen moeten maken in de toch al wat oude daken. Totdat Marc de chaudiere vond die op de foto is te zien. Een enorm gevaarte van ruim 50 jaar oud. Marc zoekt per email contact en maakt een afspraak om te kijken. 110 Kilometer verderop is de ketel in een schuurtje geplaatst met de boiler er bovenop. Bij een oudere dame die inmiddels is overgeschakeld op een gasgestookte verwarming. Voor 200 euro's is het de onze, maar zou het gevaarte nog wel goed zijn? Kunnen we een gietijzeren ketel, dubbelwandig, wel versjouwen? Waar plaatsen we dit gevaarte en hoe krijgen we de leidingen het huis in of op de juiste plaats??

Marc vraagt advies bij P. Die wil met alle plezier de 2e keer mee om de staat ervan in te schatten en te helpen het ding los te koppelen en te verhuizen. De plek hebben we al bepaald. Meteen rechts in de schuur op de begane grond. Eerst een plateau storten van beton, want de vloer is van hobbel-de-bobbel stenen gemaakt en daar kun je geen installatie op neerzetten. De leidingen moeten door de muur heen, onder de grond door (help; het zijn enkel rotsen daar) en weer door de muur van het huis via alle kamers uitkomen in de bar beneden. Maar het geld dat we uitsparen door een oudje, die hier natuurlijk wel past met onze 'back-to-basic-insteek', te kopen kunnen we besteden aan de installatie van deze unieke ouderwetse CV. En zo hebben we er weer wat werk bijgekregen, niet erg, maar het is wel weer werk.... Misschien ook een project dat op niets uitloopt, maar het leerproces gaat op oude voet verder en is overeenkomstig onze essentie hier.

Ezeltje gestrekt

We hebben een stal. We hebben oud hekwerk. We hebben een stuk hek gerenoveerd, want ooit liepen hier geitjes en ezels, maar met het verstrijken van de jaren en het overlijden van de geiten-eigenaar (buurman) is hier geen dier meer geweest dat je vee kunt noemen. Tijdens ons eerste bezoek, vorig jaar lente, hebben we de stal bijna kunnen bereiken. Onder de manshoge bremstruiken, brandnetels en bramenbossen vonden we een groot bot. De makelaar wist ons toen te vertellen dat de vorige eigenaar hier een pony of een ezel had. Later vonden we nog 2 grote botten, maar waar is de rest? Onze buren hebben ons verteld dat de (vermoedelijke) ezel hier in zijn/haar up is overleden. Haar broer (van de buurvrouw) leefde in het huis waar zij geboren is. (overgens een huisje zonder voorzieningen, de man is 2 jaar geleden overleden en heeft dus tot die tijd geleeft zonder water in huis, riolering of sanitair) Hij had geitjes die hij binnen 'onze' omheining liet leven samen met de ezel van de vorige eigenaar. Maar die woonde hier niet, enkel met vakanties. De buurvrouw moet nog huilen als ze verhaald over hoe het dier alleen, zonder zorg, gestorven is. Hoe of waaraan weet niemand! Ze houden ook van dieren, met 3 ezels, 3 honden en het redden van Cros. (terwijl ze verder echt niet weten wat ze met een katje aanmoeten) Omdat we van de lente een appelboom in bloei hebben zien staan beneden op de helling onder het pad naar de stal, wilde ik heel graag de appel bereikbaar maken. Want hij hangt vol met al kleurende appeltjes en de notenboom die ernaast staat mag ook wel wat zorg. (Walnoten zijn heerlijk door gebak en gerechten en als noot natuurlijk ook niet te versmaden, vol van vitamines en mineralen)
Dus goed ingepakt ben ik aan die hoek begonnen op een bewolkte dag. Eerst maar eens wat bramenbossen (met stammetjes zo dik als een kleine pols) wegmaaien met het slagmes. Achter een hoge oude bremstruik vang ik bot met het slagmes. Geen steen, want dat kun je horen aan het mes, ook geen hout, maar wat dan wel. Ik leg de bosmaaier even neer en doe m'n veiligheidsbril af. Met dikke handschoenen graai ik wat bramentakken weg. De kaak van een groot dier ligt daar ongeschonden tussen de afgemaaide stengels van braam en brem.
Alle tanden er nog in en nog niet weggesleten door het herkauwen. Toch een ezel en geen pony? Ik trek de kaak los van de sprieten en leg hem klaar om naar boven mee te nemen en bedenk me dat er dan toch ook een schedel moet liggen. Verwoed graaf en speur ik verder tussen de maairommel. Een rib, en nog 1 en nog meer! De complete ruggengraad diep ik op uit de aarde en wortels. De bekkenbeenderen, staartbeen en wat minder goed definieebaren beenderen. Geen schedel. Eigenlijk wel jammer en vreemd ook wel. Ik laad alle botten in de auto om ze te laten bleken in de zon. Gek genoeg vind ik dat het dier niet vergeten mag worden en wil ik de botten bewaren. Het inspireerd me ook om er wat mee te doen, maar dat zal van de winter wel blijken. De rest van de week concentreer ik me weer op de fruitbomen en de brem. (De brem is belangrijk voor het stoken van de broodoven. Met de volgende gast willen we weer brood bakken en de takken moeten wel eerst drogen) Dag ezeltje, gestrekt door ziekte of ongeval. We zullen je terughalen in levende vorm. Je eer aandoen en je nooit vergeten.

vliegen


Vanaf mei beginnen ze te komen; de Vliegen. Eerst een paar en af en toe 1 in huis. Later steeds talrijker, vooral tijdens het koken in de keuken. Met tientllen tegen het raam en rond de spoelbak. Meer en meer op plekken waar het warm is en weinig waait. De vliegenstrippen voldoen eerst nog, een raampje open zetten ook. Maar vanaf juni is het een boost van vliegen, vliegen en vliegen. Buiten eten is nog net te doen, althans voor ons. Gasten zien we met geirriteerde afschuw naar binnen vluchten met het bord of glas in de hand. Warm eten vinden vliegen helemaal geweldig, met z'n allen landen ze op je hete pasta of frisse sla. Vliegensvlug zijn ze ook en volgens Midas Dekkers (boekje "Pets") kun je ze het beste tergend traag te grazen nemen, want dan hebben ze je niet door. Maar om duizenden vliegen zo traag dood te slaan is ook weer zo wat. Ze doen in feite niets, als je je huis koel, schoon en droog houdt zoals wij trachten te doen. Maar dat gekriebel en gezoem, het aantal en hun nerveuze bezigheden storen je in alles dat je doet. Schrijven op de computer? Ze kriebelen op je handen, in je wenkbrauw of op je kleine teen. Ze wandelen over al je letters heen of er nemen er 2 plaats op de foto die je net bewerkt. Tijdens het eten landen ze op de hap die je net op je vork hebt geschoven of ze knabbelen aan het randje van je plakje kaas. Je had zo'n zin in die rijpe nectarine met zijn heerlijk zoete geur, totdat die vlieg er met veel plezier overheen gewandeld heeft en zich er uiteindelijk gaat zitten wassen. Vaak kleed ik me zelfs om, om even niet met gekriebel gestoord te worden. Lange broek en shirt met lange mouwen. 40 Graden of niet, dan maar geen bruine kleur en wat zweetdruppels extra. Het schoonhouden van onze leefruimtes zit inmiddels in ons systeem, zelfs in de keuken is er geen kruimel te vinden. Het aanwezige fruit dekken we af met een netje, want die maden die er in 1 dag!! in leven is ook niet jedat. Maar wat ze te zoeken of te vinden hebben op een beeldscherm? Waar ze niet komen is de haard en volle asbakken, 'jottum' zou je denken, we maken er 1 grote schouw van. Maar dat leeft wat lastig van de winter. Het is net als van paardenbloemen in je gazon; leer er van houden en ze zijn zo lastig niet meer. Ik ga mijn best doen, maar onderwijl probeer ik ze wel over te halen buiten te blijven en die vieze vliegenstrippen... daar hangt het huis mee vol.

vrijdag 17 juli 2009

Emmaus

Zoals velen wel zullen weten is er wereldwijd een keten in kringloopwinkels met de naam Emmaus. Ook in een stad hier in de buurt zijn we attent gemaakt op deze winkel. Het is hetzelfde als de kringloopwinkels in Nederland met als enige verschil; de grondlegging ervan. In onderstaande link wat meer algemene info hierover.
http://www.emmaus.nl/onze-ontstaansgeschiedenis
Tijdens ons laatste bezoek aan de stad voor het technisch laten keuren van onze auto namen we even tijd om daar weer eens te neuzen. De prijzen van de meeste goederen, als meubels enzo, zijn schrikbarend duur voor 2e hands. De boeken en kleding daarintegen niet. Voor 10 euro vond ik er 3 jurken, 2 broeken en een rok die ik allemaal pas. Voor kleine dingen voor in de keuken of een mooie meubel-toevals-treffer moet je maar net op tijd zijn. Het loont om daar toch naar toe te blijven gaan. Met afrekenen gaat het heel grappig. Je gaat naar de afdelingsbalie waar de spullen geteld worden; je krijgt vervolgens 2 bonnetjes mee met de prijs totale en een nummer. Je goederen worden in een 2e hands zak gedaan met hetzelfde nummer. Vervolgens ga je naar de centrale kassa en leverd je bonnen in. 1 Krijg je er getekend na betaling terug en daarmee ga je naar de afdeling. Daar lever je je bon in en krijg je je tasje met je spullen. Zo kun je heel de dag rustig shoppen zonder met je spullen te hoeven slepen. Op grote stukken komt dan de andere bon, zodat iedereen kan zien dat het reeds verkocht is. Charme heeft het zeker. We voelen ons allerminst arme sloebers tussen de andere koopjes-jagers.

filmpje 2

Ik moet nog flink oefenen en leren om filmpjes 'klein' te krijgen en heel veel geduld hebben met oploaden. Voor het geval deze poging niet lukt de link voor het filmpje geplaatst op YouTube. http://www.youtube.com/watch?v=LKvaAXDvN80

even tussendoor


Het tussenstadium van een opgroeiend huisdier is vaak al gepasseerd voor je het weet. Vele foto's van de kleine uk-pup of mini-poes zijn gemaakt en dan breekt de opvoed-periode aan. Te druk ben je bezig met wat wel en niet mag, het zindelijk leren maken of katje-lief uit de gordijnen halen. Hier in huis zijn het voornamelijk de andere katten die Cros op moeten voeden. Helaas is de tijd aangebroken dat Cros-kind zich snachts verveeld en slaapt en dus overdag hyper-actief de volwassen katten probeerd te terroriseren. (Dat lukt haar aardig) Aai en Shadow beheersen de Cros-hout-greep, maar nog moeten ze haar met grof geweld van zich af houden. Heel af en toe slaapt ze en dan neem ik nog wel eens een foto. Ze blijft goed groeien, af en toe is het koppie te klein voor het lijf en dan weer andersom. Ook kan ze net op het aanrecht springen en weer nieuwe maatregelen zijn in de maak het voor haar verre van aantrekkelijk te maken dit te doen. Ik ben al blij dat ze geen vlieg is....

onweer


Snikheet, zoals ze dat noemen, zoiets als pikkedonker. Begin van de avond is het opeens zwaar bewolkt. In nog geen kwartier is er geen blauw hemd meer te bespeuren. De lichten moeten weer aan in huis en de klamme warmte wordt alleen maar drukkender. Na het eten kijken we met smart naar de hemel om te verzoeken haar wat regen te laten vallen boven de moestuin. Wat langgerekt gedonder in de verte, geen flitsen, en heel voorzichtig horen we hier en daar een druppel vallen. Te weinig om de straat nat te maken en de stenen zijn zo warm dat deze gelijk weer verdampen. Omdat er een balk in de broodoven is gezien met een flinke zwam erop met daarboven een natte plek in het hard-board plafonnetje, besluit Marc voor het donker nog even aan de boskant het dak op te gaan om te kijken of alle lauzes er nog wel op liggen. Met geen mogelijkheid kun je de staat van die kant van het dak zien vanaf de grond, dus even nakijken is geen overbodige luxe. Terwijl Marc klimt en klauterd met zware ladders, besluit ik het tonnelle-uitzicht iets te verbeteren door een Acacia-tak weg te snoeien met de stokzaag. Wel de diepte-werking van de tak, maar ook dat vrije uitzicht. De lucht is al iets geklaard en enigszins teleurgesteld over het weinige water dat viel voor de moestuin, kijken we naar het vallende duister. Het gerommel houdt aan in de verte, daar blijft het onweer schijnbaar hangen. Pipo blijft luid miauwend in de buurt en vraagt non-stop naar bevestiging of wij er nog wel zijn. Het gezwel op één van zijn oortjes (gegroeid vanaf dat Pipo in Frankrijk woont)is stuk gegaan tijdens zijn avontuur en we hebben nu de kans er even naar te kijken. Er is een grote hap uit, het bloed ruikt niet en hij schijnt nergens last van te hebben. Zodra het geheel donker is gaan we maar eens vroeg naar bed. De klamme zware warmte heeft ons moe gemaakt, bedden zijn verschoond en de afwas is gedaan. We spoelen alle klefheid van ons af onder een lauwe douche en wentelen ons in koele schone lakens.
Het gerommel komt weer dichterbij en de hemel laat zich verlichten boven het zware wolkendek waardoor het lijkt alsof de bliksems maar niet door de bewolking heenkomt. Gefascineerd kijken we uit het kleine slaapkamer-raampje. De wind zwelt aan en verkoelt ons nog meer terwijl de citroen-geranium in de vensterbank zijn geur loslaat en mee de kamer in voert. (we hebben geen muggen op de slaapkamer, behalve als ik vergeet dat eenvoudige plantje water te geven!) Het gerommel en gedonder is ononderbroken en komt steeds dichter bij. Een ruis doet vermoeden dat niet alleen de wind een rol speelt maar ook een geweldige bui. Het is altijd prachtig hoe je de buien én aan ziet komen en aan hoort komen. Al onze zintuigen worden geprikkeld door het schouwspel dat we vanuit het kleine raampje kunnen bewonderen. "God smijt met donder en bliksem" stuurde Marc me eens per sms toen ik in Nederland was en dit zou wel eens een herhaling van die storm kunnen worden. Het spetterd ook wat naar binnen, want de richting van de wind staat pal op de kopse kant van het huis. Pipo miauwt als geen andere kat kan en ik roep hem gerustellend toe. Alle ramen en de voordeur staan nog open (het onderluik is wel dicht) maar ik moet in dit weer echt naar boven om alles goed af te sluiten, we hebben beide geen zin om te dweilen morgenvroeg. Pipo en Cros neem ik boven mee naar binnen. Pipo is drijfnat, het deert hem blijkbaar nooit, die regen. Castel haar huisdeur is opengewaaid en ze is heel erg bang voor onweer, fototoestelflitsen en vuurwerk, dus die ligt met de oortjes plat op de stoep van het middenhuis. Ik stuur haar terug haar hok in, sluit alles af en duik terug m'n bed in. Van slapen komt niets, alsof het nog steeds ononderbroken gedonder en de verlichtte hemel het ons niet gunnen. De bliksem boort zich een weg horizontaal en gelaagd door de wolken en van tellen tussen bliksem en donder is geen sprake. Ze zijn er beide continu. Elke keer als we de bliksem zien, is ons zicht verdooft en kijken we een lange seconde naar een zwart gat. Gelijk daarna doemen de contouren van de bergen weer op. Alsof het dag is wordt de gorges steeds weer verlicht, de donderslagen lijken wreed en hard, alsof God echt flink boos is. Maar de regen is als lang gehoopte troost op het verdorde land. De wortels van de bomen zuigen zich vol en lijken een zucht van verlichting te slaken. Gulzig is de natuur opeens en wakker gemaakt door deze super-douche. De stroom ligt eruit, maar we besluiten dit pas weer aan te zetten als dit welkome natuurverschijnsel zich volledig ontladen heeft. ('s ochtends dus pas) We kunnen het slapen niet langer rekken en ondanks de herrie en de bliksemschichten zakken we toch weg in diepe rust.

donderdag 16 juli 2009

Reddingsactie codenaam 'Pipo'


Net na de lunch in de vandaag extreme middaghitte zijn we Pipo gaan redden uit de boom. De schuifladder op het dak van de auto, klimspullen mee en wat brokjes. Pipo lag prinsheerlijk te slapen op waar de zijtak ontspringt aan de stam. De ladder stond zo tegen de boom, de helling af was natuurlijk een makkie. Eerst heeft Marc geprobeerd Pipo naar zich toe te roepen. Helaas was Pipo geschrokken van het plaatsen van de ladder tegen de stam en de zijtak verder op gelopen, alwaar hij hard en ongelukkig ging zitten miauwen. Dus ik de ladder maar op met een rugzak verkeerd om op mijn borst om hem eventueel in te doen. Laten vallen van die 7 meter kan wel, maar wilde ik eigenlijk niet. Na vele lieve lokwoordjes en knipoogjes terug kwam Pipo schoorvoetend en schuw dichterbij. Hij luste wel een brokje en daar wachtte ik op. Snel grijp ik hem bij het nekvel en probeer hem los te trekken van de bast. Met in 1 hand de kat en in de andere de ladder daal ik voorzichtig de ladder af. Rustig zet ik Pipo op de grond. Door de stress is Pipo heel veel haar kwijt, zijn vel-te-veel schudt met lopen heen en weer. Wat wil je na 3 of 4 dagen boom-wonen zonder eten of drinken. Ik besluit terug te wandelen als Pipo volgen wil. Die moet zich nog even ontlasten en een laatste vlaggetje zetten, maar loopt daarna met me mee. Staartje recht omhoog en de bek open. Z'n tong laat hij hangen en hij hijgt als een hond die net 3 km gerend heeft, arm ding. Volkomen uitgedroogd en op z'n laatste krachten haalt Pipo 'thuis' en bij de eerste overloopbak van de bron moet hij eerst drinken, drinken en drinken... Joppie begroet Pipo met een lieve miauw en een kop-wasbeurtje. Pipo stort ter aarde op het terras tegen de schaduwmuur en blijft daar een uurtje liggen. Pas daarna komt hij eten en lijkt het al bijna vergeten te zijn. De hitte is vandaag echt heel erg en alle dieren doen niet veel anders als zo weinig mogelijk bewegen en in de schaduw liggen en slapen. Castel laat zelfs de vliegen lopen die ze normaal geirriteerd uit de lucht hapt.

woensdag 15 juli 2009

beestjes


Een post waar de foto's nog moeten gaan volgen, maar dit is thuis te lastig en te traag. (zo niet zenuwslopend ivm een verbinding die er steeds uitvliegt) Maar er komen foto's aan van de koningspage, met de 'uitsteeksels' aan de prachtige helder getekende vlindervleugels. Ze vliegt ook zo sierlijk en gracieus en bezoekt onze vlinderstruik dagelijks. Niet 1 , maar wel 4 of meer. Ik heb deze vlinder prachtig kunnen fotograferen :-) Ook de koninginnepage hebben we al op de struik gezien. Prachtig

Verder een foto (morgen waarschijnlijk) van de padden die hier leven. We hebben huispadden, niet in huis maar rondom. Er woont een hele grote op het net gevoegde barterras. Deze pad is wat van slag, want al zijn gebruikelijke schuilplekjes zijn dichtgevoegd en -gestraat. (ach gossie!) Hij/zij zoekt nu de toevlucht tot het afvoerbuisje, maar af en toe laat hij/zij zich bewonderen. De foto liegt er niet om. Tis een grote pad van ruim 12 cm groot die zich ter verdediging hoog op de poten zet. Met bordeaux-rode ogen kijkt hij/zij je agressief aan. Tijdens het foto's maken valt de pad de lens aan. Ik hoor het prachtige dier denken; "ben je besodem.... m'n territorium zo aan te tasten!!". Boos izzie zeker! En erg mooi bovendien, dit zijn de padden die ik in de lente bij nacht nauwelijks mis kon houden met rijden op het pad... ehm de weg. Maar de hoeveelheid van deze dieren maakt een hoop goed.

(nee, niet alles!) Soms voel ik me schuldig als mens hier te zijn. We maken een hoop natuurlijks stuk, doen grote ingrepen in het landschap en maken veel herrie die hier niet past. Maar gut , ik wil ook graag natuurlijk leven..... Het doet ons beseffen hoe ver we ondanks alles toch van de natuur verwijderd zijn.

Gendarmerie

We dachten al; "waar blijft het informele 'even-bezoekje' van de gendarmerie". Ter kennismaking dat wij weten wie zij zijn en dat zij weten welk vlees ze hier in de kuip hebben. Marc is heel de dag weg. Vanochtend heeft hij ruim 60 m2 hout voor de daken gekocht en na het eten had hij een afspraak voor het bekijken van een chauddiaire. (houtkachel) De 2e hands houtkachel is te koop bij een oudere dame zo'n 1,5 uur rijden hier vandaan vlakbij 'de grote stad' en ik besef me dat hij lang weg kan zijn. Ik heb geen zin om weg te gaan. Na de flinke bui van vannacht is de grond zacht en bewerkbaar en de wintergroenten moeten nog ingezaaid. Verder heb ik een integratie-dip en wil ik graag in stilte met mezelf zijn en wat rommelen, om dingen op een rijtje te zetten en wat te mijmeren. Het is ontzettend benauwd na de nachtelijke bui en ik zweet peentjes.
Ik oogst haricots verts en snoei wat, schoffel wat onkruid weg en haal de eerst uitgepootte worteltjes uit de grond. Veel te kort en te klein, maar eetbaar en oranje. Eerst hoor ik de quad van de 'burgermeester' van ons dorpje en zie hem na onze oprit weer draaien. Wilde hem best verwelkomen, maar hij was er niet op uit ons te bezoeken, aangezien hij ons huisje voorbij rijdt. Nog geen minuut later wil ik met Joppie-kater Pipo gaan zoeken en zie ik een blauw autootje naar beneden rijden. "wat moet dat daar" denk ik gelijk en stuur Joppie naar huis de oprit af. Ik loop richting auto en jawel hoor, de Gendarmerie!! (Plaatselijke politie ;-) We hadden ze al eerder verwacht, puur uit belangstelling en weten wie waar woont in deze gemeente. Dus ik verwelkom ze zo goed ik kan. Ik bied ze een glas bronwater aan. Wat ze willen weten is wie wij zijn en ze noteren onze namen die 1 van de 2 heren overschrijft uit onze paspoorten. Ik krijg nog een compliment over m'n frans en m'n integratie-vermogen. Ik leg ze uit dat ik me helemaal nog niet fijn uiten kan in het frans en ze begrijpen wat ik bedoel, maar leggen wel de nadruk op het halve jaartje dat we hier nu wonen. Ik voel me vies en doorgewerkt, zweet aan 1 stuk door m'n shirt vol en stamel en zoek voor de juiste woorden. Maar allerhartelijkst geven ze me het gevoel dat dit niet nodig is. Na 15 minuutjes stappen ze weer op. Ik bedank ze nogmaals hartelijk voor hun bezoekje en vraag het nummer van het plaatselijk bureau voor incidenten of vragen zonder sirene. Een heel fijn gevoel dat ze even zijn komen buurten. Ik bedank ze zoals hoort en zie ze weer vertrekken, ik vraag me af wat ze denken...

poes zoek


Sinds enkele dagen is Pipo zoek. Die wat clowneske kat met zijn witte vacht met grote zwarte vlekken. Nu liep Pipo in Nederland vaak een paar weekjes weg, gewoon 'kater' zijn, muizen vangen en mijmeren in het dichstbijzijnde weiland. Hier was Pipo al wel als eerste de hort op, tot de volgende bocht in de weg bij 'de 2 eiken' en de boom in. Maar nu gaf Pipo geen tekens van leven. Toch maar weer de moed gevat al pipo-roepend te gaan wandelen en na 3 dagen hoor ik plots aan de ravijn-kant van de weg zijn karakteristieke ge-miauw. 7 Meters hoog in een grote dikke eik zit Pipo me knipogend toe te miauwen; "haal me eruit, weet niet meer hoe, of eigenlijk, miauw, ik durf niet zo goed". Ik praat wat op Pipo in, maar helaas, Pipo weet dat ik bomen klimmen kan en vraagt me de ultieme uitdaging aan te gaan.
Gauw ga ik terug naar huis nadat ik de situatie op de helling geinventariseerd heb.
(zeer stijle helling, gruis en puinstenen, onbetrouwbare begroeide stronken en bramen.... tussen alle muggen door hier en daar houvast aan wat bremstruikjes)
Thuis haal ik een bakje kattensnoepjes, brokjes en m'n klimarsenaal; gordel, fliplijn, 2 klimlijnen, werplijn- en zakjes, werkschoenen, handschoenen, carabines en trek m'n overall aan. Ik start de blauwe laro met al mijn 'gear' en rijd naar de plek waar ik ter markering een tak op de weg heb gelegd. Net schoon en fris gedoucht breekt het zweet me al uit terwijl ik alle spullen de stijle helling afsjouw. (in gedachte zie je me met een tonnetje en lijnentas de helling af glijden, letterlijk, totdat ik met 2 werkschoenen tegelijk me tegen de boomstam waar Pipo in verkiest te verblijven me voor verder glijden kan behoeden. Nu nog een plek vinden om stevig horizontaal te staan met beide voeten naast elkaar om de lijn in de beste zijtak te krijgen. Het liefst 1 boven Pipo maar dat is zo'n meter of 12 en zo hoog kan ik in deze omstandigheden niet gooien. Na veel gehannes en gefoeter op de standplek van Pipo's boom geef ik alle moed op. Ik pak m'n biezen en vertrek onder mijn lokkend geroep en Pipo's klaaglijke antwoord-miauwen... Helaas... Pipo is wel in 1 stuk en kan prima lopen, hij wandeld de stronk op en neer en doet er zelfs zijn behoefte. Maar het kattenbeest moet uitgehongerd en dorstig zijn, dus ik vertrouw op zijn overlevingsdrang en het vertrouwen dat ik hem geef door hem te vinden. Als hij heeft besloten terug naar huis te komen laat ik het natuurlijk even weten.

zaterdag 11 juli 2009

BLOEMEN

voorbode van de herfst?

blij

vlinderlijk

talrijk

schoonheid en onschuld

wijsheid

melancholie

fluweel