woensdag 20 mei 2015

Tafelgasten en vreemde snuiters


Normaliter nodig je mensen uit om te komen tafelen. Of dat nu eten is wat de pot schaft of een diner met meerdere gangen. Je gaat naar de markt en zorgvuldig kies je mooie producten met een fijn wijntje erbij.
In huize M&M gaat dat anders.
Sociaal gezien trek ik de kar. Iets dat ik heb moeten en willen leren, want Marc is toch meer de kluizenaar. Houdt wel van mensen, maar selectief en anders dan men sociaal gewend is. Soi.
Ik zorg voor de warme hap, meestal a midi zodat de gegeten energie benut kan worden voor het werk de rest van de dag. Die houdt hier niet op om 1800 uur, de prikklok is ons onbekend. Ook het initiatief tot luchtig entertainment van een rondje terrein, meer en moestuin komt meestal uit mijn koker.
Inmiddels, na tijdelijke de-activering van mijn account, blijkt Facebook toch zijn waarde te hebben. Relatief veel mensen zijn via dit medium ons leven binnen gewandeld om niet meer te vertrekken, al zien we hen maar eens in het jaar of minder. Al moet ik er zelf op uit of wachten we geduldig, sociale contacten hebben we nodig. Gelukkig erkenning van Lief en acceptatie, al ging het menigmaal stroef of zelfs helemaal mis, ter plekke of achteraf.
Toch blijven mensen terug komen, al gingen ze hier weg met, wederzijds, een vieze smaak in de mond, niet goed afgerond of anderszins onvervuld.

Als een van de eerste meewerkende gast was daar Mark. Woonde in Nederland op een camping die 's winters sluit. Hij besloot met zijn gitaar te gaan reizen door Frankrijk, de kost en onderdak moest komen van de handen uit de mouwen.
Ongeacht wie of wat doken we ook in dat avontuur. Zonder diepgaande screening heetten we hem welkom en zagen wie hij toen was. Communicatie verliep stroef. Er zaten wat complottheorieen van vage derden in de weg en hoe breng je de essentie over als je je zekerheid enkel van het wereldwijde web plukt zonder eerst naar binnen te kijken. We faalden alle drie. Na een nacht met angst en beven wakker te liggen, waarbij we elkaar toefluisterden dat we bang waren voor deze gast. De gast die boven sliep waar de messen in de keukenla liggen, het jachtgeweer en de luchtbuks in een hoek staan en wij enkel kussens hadden. De liefde en compassie voor en met deze gast, een doler, bracht de omslag. We sliepen rustig, boden hem een goed ontbijt, brachten hem naar het dichtstbijzijnde stadje, hielpen hem een tentje te kopen en ander gerei om zijn tocht te voet voort te zetten. Gaven hem beide een dikke knuffel en wensten hem een behouden goede reis toe.
Vreemd was het wel, Een gast zo snel de deur uitwerken als reactie op een gedeeld gevoel. Maar het hart spreekt niet voor niets, alleen hoe ga je om met wat je hoort?
Mark is vorig jaar naar Frankrijk verhuisd met zijn lief en bouwt nu ook een zelfvoorzienend leven op. Via facebook onderhouden we contact. Over 'toen' hebben we geen woord hoeven reppen. Het was toen goed zoals het was. Er zijn geen verwijten gemaakt, onze onkunde, ons ongemak, zijn onmacht en 1 tegen 2. Het is fijn en leuk dat we elkaar weer tegen komen, we gaan hem en zijn vrouw zeker nog eens zien.

Eergisteren belde, bijna als vanouds, de Kluizenaar terwijl ik stond te koken. Groene curry met cocos, cashewnoten en enkele 'side-dishes' zal een Fransman vreemd zijn, maar de beste man komt echt voor mijn kookkunsten en enig sociaal contact. Zelden zetten wij hem aan een klusje, al dringt hij altijd aan in ruil voor mijn maaltijden.
Het blijft een wat vreemde man, vinden wij. We kunnen maar geen hoogte krijgen van de immer graatmagere persoon met baardje en deze lente langer haar, tot in zijn nek. Veel humor is hem niet gegeven, zeer complimenteus is hij wel.
Nog steeds weten we beiden niet waarom hij contact blijft zoeken. Er zal wel 'iets' zijn, met ons, de plek of die maaltijden. Voor alsnog tasten we in het duister. Na de maaltijd stel ik weer onwennig voor een wandeling naar het meer te maken. Even de ezels gedag zeggen en de bloemenpracht onderweg bewonderen.
Afgelopen half jaar hebben we Dominique aan zijn lot overgelaten, niet gereageerd op zijn emails, ook niet op de koffie geweest in zijn gehuurde huisje in de relatieve buurt. De afstanden zijn hier groot, dus in de buurt is tussen de 30 en 70 km rijden. Niet alleen om het feit dat de Kluizenaar niet echt een kluizenaar is, meer om het feit dat M&M genoeg hadden aan zichzelf en elkaar.
En toch stond hij op de stoep. Later knabbelend van zoete kroepoek, milde curry, komkommer en rabarbermoes. Het weerzien was warm, een wandeling naar het lege stuwmeer een rustig uitbuiken en de vrijheid hem naar huis te wijzen, er is werk te doen. Nooit makkelijk om gasten de deur te wijzen, maar vrienden kunnen het hebben. De volgende keer beloven we hem een klusje.

Na de week ervoor met een weekend in gezelschap van de Vlamingen en het begin van die week vrienden over de vloer voor een gedeelde broodbakdag, had Marc zijn sociale 'tax' wel gehad, in alle opzichten. (Een zonnesteek als gevolg van het maar doorgaan en gaan, korte nachten en veel emotie's, dat over-sociale gedoe is echt niet zijn 'ding'.)

Gisteren stond ik de allerlaatste hamlapjes van Jambon & Lardon te bakken. Wat aardappeltjes in de pan, pot gewekte boontjes. Simpel maaltje, comme l'habitude. Marc werkt aan een 3D project, muziek staat zachtjes aan, pais & vree noemen ze dat. Het is 9 graden koud en het regent.
De deurklopper wordt gebruikt. Dat is meestal fracteur Philippe, als het koud en regenachtig is, anders staat de deur open. Castel geeft ook geen kik, dus bekend volk?
Jack, van Jack & Alex, brengt ons onverwacht een bezoek.
Ergens is het schrikken, want ze vertrokken niet op een fijne manier herfst 2013. Workawayers of HelpX-ers over de vloer hebben is ons wel en niet goed bevallen. Na anderhalf jaar en vaak herinneringen aanhalen, zijn ons een paar mensen goed in herinnering gebleven. Vieze nasmaak of niet, ik sta te trillen op mijn keukengrondvesten nu hij met zijn helm plompverloren in de woonkeuken staat. Door de tocht op de motor in de regen is hij doorweekt. We hebben geen telefoonnummer of emailadres uitgewisseld, dus kon hij ons niet eerst vragen of hij welkom zou zijn.
Het jonge stel, hij een ex marinier uit Amerika, zij een piepjonge Britse, reisden rond op de motor van workaway-adres naar workaway-adres. Het vrijblijvende is ideaal, er wordt niet gewerkt op contract, pure ruilhandel van diensten op eigen verantwoordelijkheid.
Het ging ruim 2 weken uitmuntend. Veel gelachen, erg hard gewerkt, goed koppel, 4 extra gouden handen, ook een eenheid zoals wij.
Maar.... Het ging mis. Ze zonderden zich af, zopen werkelijk alle flessen op die ook maar ergens in huis te vinden waren. Zelfs de fles duur gekochte alcohol waarmee je likeurtjes maakt voor de notenwijn die diezelfde herfst gemaakt zou worden. Als 'troost' lieten ze er 1 slokje in zitten. Iedere dag werd er langer uitgeslapen, was het stel niet vooruit te branden en werd het fluisteren en smoezen in gezelschap voor hen normaal. Ze bleken zonder drank opeens heel anders, een kaartenhuis dat instortte met een voor ons onbekende reden.
Na het tafelen vind ik tijdens het opruimen die haast lege fles alcohol in de kast en zet de fles op de buitentafel met de vraag of dit nou echt nodig is. Op deze achterbakse wijze. Marc zal confrontaties nooit graag aangaan, maar woest smijt hij de fles naar beneden, in gruzelementen op het lager gelegen terras van natuursteen. De twee deinzen achteruit op de verweerde plastic stoelen, het werd stil aan tafel. Ze trekken zich terug in de gastenkamer.
Ik tracht 's avonds nog een gesprek met ze te hebben. Een zakflesje met drank op bed, de geur van hash hangt dwingend tegen het lage plafond, ze eten de laatste zak chips die we in huis hebben, gekocht als bijgerecht bij de pasta.
M&M weten er geen raad mee.
De dag erop is Marc onder het bamboebos in de weer. Ik werk boven in de moestuin als ik Jack hoor zeggen dat ze alles hebben opgeruimd en vertrekken. Ik groet hen vanaf een afstand met een opmerking die er niet om liegt, wens hen een behouden veilige reis op de motor toe en dat was dat. Ruim anderhalf jaar geleden, nooit meer wat gehoord.

En opeens staat hij daar weer,  nat, moe en verreisd met een plastic zakje met een doosje knabbels en een fles rose. 'My sweet revenge' lach ik hem later toe. Na het delen van de eenvoudige maaltijd is de rose grotendeels in mijn maag beland, ongegeneerd. Er kan over die periode gesproken worden. Hij haalt mijn laatste opmerking aan van toen. Mijn woorden hebben op zijn ziel gebrand, wat hem deed besluiten terug te komen, kleur te bekennen. Jack brandt dan ook los over hun strijd en moeilijkheden van afgelopen anderhalf jaar. Wij vertellen ons traject. We zijn anders, gegroeid en toch is het direct weer vertrouwd. Ook de stiltes voelen goed aan. Zijn vriendin werkt in Engeland, even beiden hun eigen weg en toch samen, verbonden via telefoon en internet.
Toch maar op facebook, dacht hij vorig jaar en zo belandde ik gister op hun vriendenlijst. Er is genoeg gedeeld, mooi & lelijk, leuk en tergend lastig.
En zo blijft Jack wat dagen bij ons, slaapt in hetzelfde bed op dezelfde kamer, werkt zich weer een slag in de rondte en hoor ik de mannen kletsen en lachen terwijl ze werken aan de bandenmuur en trappen in de moestuin.

Ik kan me gelukkig verplaatsen in hoe het is bij vreemden aan te schuiven of tafelgast te zijn, als vreemdeling, in een ander land met andere gebruiken. Vreemde snuiters dacht ik te kennen. Ik voelde me er zelf ook een, in Nederland vooral. Want ik kwam maar niet mee in die cultuur, in die maatschappij. En als vreemdeling in Frankrijk blijkt dat je best excentriek mag blijven en toch geaccepteerd kunt worden. Ook zonder al te veel moeite te doen.
Want wie gaat er nu met een halve kluizenaar halverwege een lang vergeten bospad in een half verruineerd cottage wonen om daar met niets iets te laten groeien en dit zonder vast omlijnd plan?
Zou ik nog eens aan durven kloppen van wie ik mij ooit op onprettige manier afwendde?
Deze vreemde snuiter weet bijna zeker van wel.

Ik houd wel van rare mensen. Ze zijn zo vreemd dat ze heel normaal aanvoelen. Menselijk bijna. Met als bevestigend compliment van mijn coach die liefdevol verklaarde 'van mijn drama te houden'.
Ach, altijd wat, met die onverwachte tafelgasten en vreemde snuiters.

donderdag 7 mei 2015

Een donderdag


Het was lang geleden dat ik de hele donderdag 'boven' bleef om markt -als in boodschappen en socialiseren- te combineren met het schoonmaken bij de familie Ravelac. 'A midi' moet ik wel eten en dat deed ik ruim een jaar iedere donderdag bij Nadine en JP aan de grote eettafel in de ruime salon met hoog plafond en grote ramen op het noorden. Dit keer keek ik ernaar uit, een gemis om niet als huisvriend aan te schuiven bij monsieur le docteur terwijl hun femme de menage haar werk afrond en nederig gedag zegt met 'a lundi monsieur le docteur' met het voor haar zo pieperige stemmetje. Een jaar voor haar pensioen heeft ze me haar werkadressen al min of meer beloofd. Schoonmaken bij de Fransen thuis vind ik een baan met voorrechten, heel bijzonder.
Het combineren van de boodschappen en het schoonmaken op 1 ochtend was niet te doen. Het werk afraffelen bij de Ravelacjes voelde niet goed, mijn loyaliteit speelde op en ik besloot het voortaan op vrijdagmiddag te plannen. Dan maar 2 keer per week die rit naar boven, de gorges uit, over het plateau met zijn glooiende velden omzoomd door droog gestapelde stenen muurtjes, houtwallen met essen en hier en daar een statige eik. In de verte uitzicht op het Cantal gebergte met het bekende silhouet..
Ook elke week als vanzelfsprekend aanschuiven voor de luxe van garnalen en vis bleek, tijdens de zomerse drukte van 2 grote families samen, een beetje te veel van het goede. Franse families zijn prive, ook voor goede vrienden, ik weet wanneer ik teveel ben. 
Vorige week viel 1 mei op een vrijdag, dag van de arbeid, een feestdag. Dus liet ik, met nog een zieke kop, die werkdag aan me voorbij gaan. Deze vrijdag is het weer een feestdag, bevrijdingsdag, de week ervoor was ik nog op vakantie. Om ze nu een 3 weken te laten zitten met het huishouden vind ik te ver gaan, dus dan maar alles op 1 dag, zo ik mezelf gerust uit durfde te nodigen voor een maaltijd met kwaliteit, een roker, een glaasje, een koffie, een lesje conversatie Frans en het nieuws op France2. 
Het ons-kent-ons gevoel is wederzijds, alles kan gezegd worden. Ik ken inmiddels de 2 families, met JP als spil, aardig goed. De familie-tragedies, met recht een prachtig scenario voor een topper van een Franse film! Het blijft een bijzondere gewaarwording; huisvriend zijn. Gegeven het feit dat er toch een flink cultuurverschil bestaat. (Wat juist bevestigt dat we allemaal gewoon mens zijn, universeel.) 
een 2e plaats voor een verzameling hoofddeksels
 Een pesthekel heb ik aan de zomergasten die ieder jaar vroeger hun opwachting maken. Geen parkeerplek op sjouwafstand tussen markt en auto. Meters maken, op en af de straatjes, iedereen, gemiddeld 65+, het ergerlijke gesjouw en het lange wachten bij de groentekraam. Je ziet van verre of het een zomergast of toerist is. De sjieke kleding, de hakjes van de madammen, het merk zonnebril, kuithoge sokken in sandalen en het ergste: de short. Waarom geen pet of hoed met een gewone broek? Niemand die behoefte heeft aan het zien van witte en knokige knieen die ook al langer dan 60 jaar dienst doen.
In de rij bij de groente zie ik in een flits Monique aan komen lopen. Een zomergaste voor wie ik een bomenklus deed. Haar man een gepensioneerd gerespecteerd journalist die veel voor Le Monde en Le Figaro schreef. Ze gaven me een flink voorschot voor het terug snoeien van hun 3 lindebomen. Een klus die ik nooit heb kunnen doen. Ik stuurde hem vorig jaar het voorschot terug met een kaartje erbij met tekst en uitleg. Ik schaamde me kapot. Maar wat niet kan, zal ook niet gebeuren. Mijn les geleerd me aan mijn bekende grenzen te houden, ik leef tenslotte maar 1 keer. Nooit geen reactie en ik werd gelijk genegeerd op de markt. Op onvrede volgt het eenvoudige vermijden, daar blijken de Fransen meesters in. 
Een jaar deed ik erover me er van te verzekeren dat ik vanuit het hart heb gehandeld met het terug betalen van het voorschot, tekst en uitleg en excuses als afsluiter. Ze nu weer een jaar te moeten ontwijken zou niet kloppen, maar de aandrang is groot. Ik laat Monique aansluiten in de rij en sta me te bedenken of ik met een schone lei begin. Excuses gedaan, recht gehandeld, en hoe nu verder? Ik hoor Pierre zijn stem, zo zacht en monter maar doorspekt van een wijsheid. Ik voel dat ze weten dat ik voor hen sta, dat hoogblonde haar zegt ook alles tegenover haar popachtige gitzwarte haardos. Ze laten het aan mij, wat me grip geeft over mijn leven hier in den vreemde.
Ik draai me om en lach, begroet hen als oude kennissen. Het wordt evenzo beantwoord met 3 kussen en een praatje over drie bekende musea in Amsterdam waar ze 1, 2 en 3 mei geweest zijn. Een bevestiging dat handelen vanuit mijn hart de enige manier is in het reine te blijven, en niet alleen met mezelf.
het kleine marktplein, 's winters erg leeg
's zomers is het over koppen lopen
De dame met haar groentekiemen voor ieders moestuin heeft het druk. Men staat in de rij voor kruiden, jonge koolplanten en sprietjes prei. Ook de aardbeienkraam gaat wel los vandaag. De kruidenmadame heeft tijd voor een hapje tussendoor terwijl de mensen langs de kramen schuiven. Kruiden en alternatieve spulletjes doen het hier nooit zo goed. Nicolas heeft weer jonge zachte geitenkaas, een delicatesse van een zelfvoorzienende kleine boer die erg goed samengaat met die aardbeien in mijn schaaltje aan de eettafel. 
Het tafelgesprek wordt als vanouds aangevangen, geleid en afgerond door Nadine. Ze is een spraakwaterval, gevalletje ADHD waar niemand zich aan stoort, het is Nadine. JP kijkt als een magistraat de tafel rond. Bijna blind weet hij feilloos je ogen te vinden en maakt contact alsof zijn kijkers nog 100% zijn. Hij kan me voelend weg zien dromen. Nadine's rappe Frans gaat aan me voorbij, zeker als haar moeder murmelend mee gaat klagen over het parkeergedrag van de buurman. Le Grand Rue is namelijk zo breed als een flinke camper die net zijn spiegels niet kapot rijdt aan de puien van de paar winkeltjes. Daar moet de buurman dan zijn auto parkeren tegen de ramen van het statige grote huis van de oud burgervader en dokter, gelegen tegenover le Marie.
De niksnut van een volwassen zoon van het geliefde maar markante stel, zij 55, hij 81, zit zijn radijsjes te schillen. Zo miezemeut de computer-nerd zonder levensdoel ook met sinaasappels en mandarijnen. De jongen wordt gedoogd, wil niks aan zijn problemen doen, wil niet werken, leeft op zijn kamer, voornamelijk 's nachts. Met moeite toont hij decorum Nadine te helpen met de tafel dekken en de maaltijden bereiden. Uit plichtsgevoel chauffeurt hij JP en laat zich beneden roepen door een grote schelp waaruit Nadine een toeterachtig geluid weet voort te brengen op de eerste trede van de enorme houten trappen die de 5 verdiepingen verbindt. Het souvenir ligt er altijd klaar voor op het tafelkastje, naast de hoeden en petten.. 
Het weerzien met Nadine's broer was ook warm afgelopen maandag. Met een zere knie even wezen buurten. Kop koffie, praatje met broer en zus, of ik zijn pelouse wil onderhouden dit seizoen? Betaling zal ruilhandel zijn, ik vind het best.
Haar broer zit weer op de bus in Parijs, Nadine neemt de planning over voor het onderhoud rond de oude molen en duwt me de sleutel in de hand van het huis. Op het sleutelbord mag ik de schuursleutel zoeken, om die kleine grasmaaier eruit te kunnen halen. Ach, vrienden, Franse vrienden, een andere heerlijkheid van wonen op het platteland.

de woonkeuken van familie Ravelac
Ik ben vroeg bij Ravelac. Het IJskonijn is werken in het bejaardentehuis. Ik begroet mevrouw door na 2 kussen op de zachte wangen naast haar op de canape te zakken. Leg als een aide soyante mijn hand op haar knie en vraag hoe het gaat na zo'n lange tijd haar niet gezien te hebben. Treurig wijst ze naar haar gezwachtelde benen. "Dat vocht hè, zo pijnlijk." brengt ze zuchtend uit. En het is nog zo koud buiten. "Uw man?" vraag ik uit beleefdheid. Ze gaat nog somberder kijken. "Die zegt niets meer, slijt zijn dagen in stilte. Het is zo ongezellig zo. Wat we altijd samen deden, elkaar helpen zo alle dag, dat kunnen we niet meer."
Ik boen de keukenvloer nadat ik de oude hond naar buiten begeleid. Hij kan amper meer lopen, zoals zijn baasjes, en heeft de pest aan de stofzuiger. Tijdens het altijd meditatieve strijken kijk ik naar de medicijn-tafel die speciaal voor de oude boer is neergezet. Verbanden, luiers, ontsmettingsmiddeltjes, dozen en dozen vol pillen en meer van dat soort zaken die hier blijkbaar bij de oude dag horen.
Meneer Ravelac laat zich niet zien die middag. Zijn siësta blijkbaar steeds verlengend, zijn late herfst laat hij in stilte voorbij glijden. Volgende week hoop ik nog eens samen naar zijn koeien te gaan kijken, de kalfjes te bewonderen terwijl de hond zwaar kwispelend -het kost hem moeite met de logge staart- mee hobbelt. Met de baas en dat mens met die auto, waar ie altijd een plas tegen 1 van de wielen moet doen.

Zo'n donderdag. Bijna sentiment. Zo hetzelfde, maar elke keer beleef ik ze anders. Ik heb ze gemist, die hele dagen weg met tussen de middag aan kunnen schuiven. Vorige week bestelde ik tegen half 11 in de ochtend een whiskey naast mijn koffie. Om dat snot in mijn hoofd wakker te schudden. Dominique schenkt altijd nogal ruim, wat ik natuurlijk nooit erg vind. Ik maakte geen praatjes en wipte alleen even binnen bij Nadine om restjes groenten te halen die ze voor onze varkens bewaren. Dat belooft een mooie gedroogde worst en wat andere lekkernijen.
Deze week ben ik te druk. Zesendertig eieren voor de ruim 20 cakes van volgende week. Groenten voor op meer dan 1 vierkante meter pizza. Verse gist bestellen bij de bakker. Ze rekent voor een pond 2€10, waarschijnlijk alleen omdat ik nog 4 broden koop en vooruit betaal. Komend weekend vrienden over de vloer, dus wat extra's voor 2 maaltijden a 4 personen en dan de praatjes met iedereen die me wil kennen. Vaak genoeg hebben we, als locals, niet altijd zin om iedereen te spreken. De meest geliefde kennissen gaan voor, vrienden trek je de kroeg in, thuis ga je eten en de rest zoekt het zelf maar uit... Als er een roddel te halen valt, dan promoveer je direct tot geliefde kennis.

U begrijpt; ik ben weer helemaal bij met het reilen en zeilen van de inwoners van het canton.

maandag 4 mei 2015

De moesson


de twee wachters

Zen klimt omhoog om met kip kennis te maken
De modder op het terrein valt dit jaar mee. Dit door de goot die we geplaatst hebben halverwege de oprit. Tijdens de moesson wordt de opwaartse druk van het bronnetje ook hoger en de overloop kan het niet aan. Voorheen spuugde de opening boven de 1e stenen bak op de oprit het water over de rand, een stroompje op de oprit dat een modderpoel veroorzaakte. 
Nat of niet; Zen is waar leven is. Als het zo heel de dag wat doorzeikt buiten laten we de boel open om door te waaien, met als gevolg ook binnen die luchtvochtigheid, maar dan is het 's avonds gezellig een vuur in de schouw. Hij doet zijn ding. Klimt bomen of de rotsmuur van het huis. Verkent zijn nieuwe wereld op zijn eigen tempo. Kip keek aandachtig toe hoe dit kleine katje zich een verticale weg omhoog baant. Een keer uithalen naar de kleine pluis was de enige les die Zen nodig had om op kitten-wijze diezelfde muur weer af te dalen. Ook zijn eerste confrontatie met een uit de kluiten gewassen hazelworm is achter de rug. 
ze ontstaan hier vanzelf; die typische plaatjes

 Er is een prima pijl op te trekken; Het lenteweer. 
Veel regen, als de zon door de wolken weet te breken voelt het tropisch aan. De luchtvochtigheid is enorm hoog, dat maakt benauwd. Al het jonge blad kan veel, heel veel water bevatten, de plakken mos hangen zwaar aan muurtjes en rotsen, de takken van de mooie esdoorn hangen zwaar door om het blad te torsen. Daglicht komt zwaar gefilterd de gorges binnen. De zon heeft weinig kracht als hij nog niet zo hoog geklommen is om de diepte te raken. Het maakt de kleuren extreem, ik zie het letterlijk terug op de foto's.
Door die paar zonnestralen tussendoor ontstaat er veel warmte die niet meegenomen kan worden door de wind, zelfs die bereikt het meer nauwelijks. Hierdoor ontstaan de nevelen die soms op het water rusten, als een dun rookgordijn zie ik ze ontstaan als ik er even de tijd voor neem om naar beneden te wandelen.
Het is er moeilijk weggaan. Als de turbines op halve kracht draaien stroomt het water rustig, zonder golfjes te maken. Het klotst wat tegen een van de dode bomen die de stromen al ruim 75 jaar trotseren. De mist zweeft als een stille deken boven het water. De oevers missen de biodiversiteit, die start waar het maximale niveau van het stuwmeer bepaald is door de hoogte van de dam een ruime 38 kilometer verderop. Het is tijdens de moesson vaak een somber oord om te zijn. Stil wordt je er wel van. 
Als ik in het water kijk of de diepte van de nevelen probeer te grijpen, vervalt elk denken en doen. Af en toe deze leegte ervaren is bijna een basisbehoefte geworden. 
vanaf het huis gezien

halverwege het pad naar het meer

aan het meer een andere wereld 
voor ons zijn ze een ruilmiddel
Creche voor Escargots, op een dieet van kruiden
De moesson hier in de kloof, aan de voet van het Centraal Massief, kent zo zijn eigen micro-klimaat. De uitbundige overdaad, die biodiversiteit, blijft verwonderen. De temperatuur is haast zwoel, de geur nog licht, volgende week de bloeiende acacia's erbij, bedwelmend en benauwd. Door al dat water lijken de bestuivende insekten ook een invasie te plegen op alles dat eetbaar is. Het gonst namelijk overal, ook van de vliegjes, diverse soorten. Met de dampende paden en de nevelen die lijken te plakken maar toch bewegen, blijft het lijken op de tropen.
Het slakken rapen is toegevoegd aan de dagelijkse routine. Weer of geen weer, het rondje rond het huis en in de moestuin is een must. Doe ik dit niet, dan zie ik mijn net ontkiemde broccoli nooit meer. Die grote slijmerige slok-op's, met en zonder huis, kunnen in 1 nacht erg veel vreten. De pluksla was al laat en alleen de minst favoriete slasoorten staan er nog fier bij door al die nattigheid, de rest is op en dit ondanks de slakkenkorrels.
Het is nu verboden escargots te rapen, hun paartijd is begonnen. Maar eerlijk gezegd; het zijn zij die te eten hebben of ik. Ze hebben plek zat, elders niet tussen mijn kruiden en groenten. Alle soorten en maten rapen we, meestal op de gemaaide stukjes, maar helaas moet ik de baby-naaktslakken van de kleine aardappelplantjes plukken. We sorteren ze naast de slakken-creche. Een torentje gebouwd van een autoband, wasmachinetrommel en teiltje dat een steen moet hebben, escargots drukken met gemak het teiltje van de trommel. We voeden ze met verse kruiden en ander jong fris groen. Net als de ezels houden ze niet van munt, ik ontzie ze tijdens hun laatste levensweken. De grote, vanaf 3 cm, gaan de trommel in. De rest in een emmertje naast het brood en de groenteresten voor de varkens. Die zijn verzot op slakken.
We verzamelen er ruim 350. De dakdekker krijgt ze als betaling voor spijkers en zwart papier dat we uit zijn voorraad mogen halen wanneer we willen. Een memo extra op zijn prikker, administratie is niet zijn sterkste kant. Voor de laatste 100 moeten we op pad. Het openbare bospad ter hoogte van het asfalt. Veelal laag gelegen met in beide bermen een keur aan lekker spul om naar binnen te slurpen. Ontwijken gaat niet als je er je auto overheen stuurt. Dit voorrecht krijgen slangen, vuursalamanders en padden wel. De laatste soort signaleren we tijdens de nattigheid ook weer op het terras. De pad woont hier al langer als ik, 'k zou hem eens een naam moeten geven. Zijn partner huist onder de douche-ton, ook lekker nat en koel met een bellevue.




het ontluiken gaat door
 De moesson, mag duren tot een eindje in mei. Daarna is de grond zwaar verzadigd en moet de zon het over gaan nemen.
Voor ons een vast gegeven dat de voegen in huis donker kleuren door gebrek aan drainage. Dat we 's avonds een vuur stoken in de hoop dat de gaatjes op de strooibussen van het zout weer open gaan. Van droge handdoeken in de badkamer beneden is geen sprake en ook de was neemt 4 dagen om te drogen. Natte sokken en natuurlijk doorweekte werkschoenen, alles went. 

woensdag 29 april 2015

bijtanken


Nummer 5; katertje Zen
Maar 1 weekje vakantie, einde april, soort verjaardagscadeau, en bij thuiskomst is de bloemenzee nog groter, het groen nog feller en nu ook de hellingen tot aan het plateau groen. Het is snel gegaan, in die ene week. (Een Roadtrip van 6 dagen.)
Echt opladen op alle fronten, inhalen en genieten. Alleen jammer dat mijn weerstand dan breekt en ik ziek thuis kwam. Het leek een koudje te zijn, het is een griepje gebleken. Natuurlijk al bijna over, maar toch lijkt dat opladen en bijtanken nu teniet gedaan.
Komt natuurlijk door te veel wijn en whiskey, veel te korte nachten en een overdosis aan indrukken.
En wat was het excuus? Een katje halen ten noorden van Clermont-Ferrand, onderweg wat vrienden aandoen, genieten van toeren door Frankrijk en een vriend helpen een auto op te halen aan de Cote d'Azur. 
Thuis zijn is weer terug het vertrouwde ritme in. Door prima voorbereiding geen achterstallig werk, maar wel extra klussen als het schoon maken van de Blauwe en het zaaischema weer oppakken in de moestuin.
Ook was er weer eens een lauze van het woonhuis af en begon het direct te lekken bij een bui, wat bruine strepen op de muur binnen achterlaat. Et voila, een verfklus erbij. Nu de verf nog, komt tijd komt raad. Wat post door te nemen en mensen bedanken voor hun felicitaties en andere attenties.

Auto ophalen
Nog flink snotterend nam ik vandaag de tijd de ezels te borstelen, voor zover ze willen. Sarko is het soms snel zat en Ollie wil wel eventjes, net genoeg voor zijn kop. Sarko had een tranend oog, de vliegjes zijn in grote getale aanwezig. Hij is het wel gewend, weet dat het nog erger wordt en ik daarom de poep ruim en we het pad naar de stal droog houden met watergeulen. Varkens maken graag een badje waar ze maar kunnen en water te over op dit terrein. Op deze zoete lentedagen met wat wind en de zon staan de ezels te soezen bij het hek en de varkens liggen altijd wat te dutten tegen de houtmuur aan, met de middagzon op de kont natuurlijk. Neus koel houden, heel belangrijk. Sarko zit echt verlegen om een innige kroel. Dat kan goed kloppen. Als ik weg ben missen ze me. Hij kruipt dan met de kop laag tegen me aan, al zit ik op mijn hurken, dan raakt zijn neus bijna de grond. Er zit een haar in zijn oog, vandaar dat hij traant. Hoe zou een ezel voorzichtig een haar uit zijn oog moeten krijgen? Hij blijft lang heel kroelerig, briest niet, maar ronkt als een kat. Ook de katten laten zich minder zien als ik wat dagen weg ben. Sooty wordt de panter van het bamboe bos en heeft het jachtterrein van Cros overgenomen; de moestuin. De voormalige prooi die nu jaagt. DQ posteert zichzelf op deklappen in een krat in het zwembad terwijl Merlin normaal gesproken veel bij mij is, ligt hij slaperig op dor blad onder de peer. Op de muur waar het kippenluikje zit. Sinds Cros er niet meer is, is het een tamme boel met verveelde katten. Tijd voor een nieuwe Alpha Male?
Voor zijn buitentraining had Zen een meikever gespot. 
Zen, heet hij voorlopig. Vanaf geboorte vrij geweest op Camping a la ferme La Charviere. Een heerlijk vakantie-oord. Ook om daar als kitten op te groeien tussen broer en zussen en 7 volwassen katten. Zen komt op me af als een fotokopie van Sjakie, onze mislukte siamees met love-attacks. Laat zich heel ontspannen in een kattenmand zetten en gaat gelijk liggen spelen.
Dat er daarna 3 dagen tuffen op zouden volgen, deels in die kleine kooi van plastic, een hond en twee vreemde stemmen, had hem minder ontspannen gemaakt. Ik hoop dat hij niet getraumatiseerd is na zijn grootse avontuur. Voorlopig gedraagt hij zich namelijk uiterst zen. Was al zindelijk, ook als vrije poes keurig op de kattenbak, een teiltje met super-grit en deksel. 
Het is een wijs, dapper en integer diertje dat zijn grenzen goed lijkt te kennen. Bol en rond, maar duidelijk al gewend aan vrij, buiten om te spelen en te ontdekken, binnen is voor de rust en de basis. Daar treft hij enkel Joppie onze nestor. Die moest er even weinig van hebben, maar die ouwe ontdekt dat er nu altijd een kleine pluis van zijn soort rondloopt. Het kirren kan hij misschien niet horen, maar lichaamstaal kan wel 1 zintuig missen. 10 Weken en 25 jaar, bijzonder contrast.

Omdat ik het niet laten kan; die moestuin. Een mooie bijzondere en belangrijke plek voor mij. 

De bandenmuur, het is pas eind april.

Improviseren met klimmateriaal

Clematis die de stammen en takken van de acacia volgt.
Ieder jaar meer plukken roze bekleed, heel apart gezicht.

Biologische radijzen. Geen radijsjes. 
Zo, nu is het tijd om uit te zieken, op te laden en bij te tanken....

vrijdag 17 april 2015

Bijstand voor Dummies, Fase 3

Fase 3 in dit vermoeiende traject is het compleet maken van het dossier dat vooraf gaat aan het eventueel! verkrijgen van enige bijstand.

De vorige keer verhaalde ik al over het feit dat ik niet al mijn arbeidsgegevens had ontvangen van de dependance. Soi. Die regelde ik even en stuurde ik met priorité op naar het Pole d'Emploi, kort gezegd het PE. (Ik zal u niet vermoeien met alle afkortingen, maar deze is handig.)
Ik wachtte een week voor het papiertje waarop staat dat mijn kansen op werk nihil zijn.
En nog een week.
Er kwam een rekeningafschrift per post. En een 4-tal verschillende tabakszaden van een bio-dynamisch bedrijf dat ook nog eens snel en kundig levert zonder onzin. Reclamefolders uiteraard. Die dienst doen als vloermat in de Rode. Maar niet het papiertje dat de RSA nodig heeft onze dossiers door te sturen naar de volgende ronde.
Wat mij dan rest is telefoneren. Met nummer 3949.
U kent ze vast wel; die overheidsnummers. Landelijk met natuurlijk een computer in plaats van een mens. Vandaar dat ik geduldig wachtte op post in de hoop dat ik 27 maart duidelijk was geweest, zoals Lief.
Volgende week een week waarin ik niets kan regelen. Ik ben een weekje op pad.
Dus gewacht tot de laatste werkdag met regelen. Huiswerk deed ik altijd op het laatste moment. Nu dus nog steeds. Moed verzamelen, terwijl ik klussen doe alsof ik meer energie heb, te over. Ik schuif het af op de lente.
Deze ochtend regende het dat het goot. Het aroma uit het bos  is vol, het barst van vers groen, bloemen die de regen drink en alsof het woestijnplanten zijn. Het bedwelmt en weer ervaar ik aandrang het uit te stellen, dat bellen met een computer om misschien een mens aan de lijn te krijgen van een overheidsinstantie die wel wil, maar te log is om te kunnen. Perceptie...
Ik type in 3..9..4..9.. en wacht. De computer dankt me voor het bellen. Fijn hoor, jij ook bedankt voor de 11 eurocent die dit per minuut mag kosten. Toets het nummer van uw departement in. Makkelijk, even opwarmen. Toets uw inschrijfnummer in. Ook te doen. Logisch nadenken maakt de laatste letter overbodig, het is geen cijfer. Blond maar het valt ook voor blondines te doen.
Dan volgt het echte werk; luisteren naar een keuzemenu dat mij door kan verbinden met... een volgend keuzemenu... dat weer gevolgd wordt door nog een keuzemenu.
Dan beland ik in de wacht met een kort muziekje. Overbodig te omschrijven hoe die muziekjes klinken.
Vier minuten, zegt de computer. Het worden er tien. A la...

Ja, heus, ik krijg een dame aan de lijn. Een echte, de verbinding is slecht en ik probeer de hoorn in mijn hersenpan te duwen. Maar mijn oor zit in de weg. Stamelend leg ik de geschiedenis uit. Nogmaals mijn inschrijfnummer. Of ik even wil wachten...
Natuurlijk, zo zielsblij ik ben het computerprogram getrotseerd te hebben en de juiste keuzes te maken die mij doen belanden bij een heuse medewerker.
Ik val haar ongegeneerd in de rede, hoe opgelucht ik ben een echt mens te spreken. Maar de vreugde is van korte duur. Ze legt me in rustig en goed gearticuleerd Frans uit waar ik mijn formulier kan vinden. Op mijn espace personelle van het PE. Nog niet bezocht, de inlogcode kreeg ik vorige week per post pas en ik dacht te wachten tot Mijn dossier compleet was. Ik laat het haar drie keer uitleggen, prijs haar geduld en begin me te verontschuldigen voor mijn klungelig Frans. Daarop volgt een compliment. (Zouden medewerkers van een Nederlands arbeidsbureau dat ook doen als ze een buitenlander aan de lijn krijgen met "ik u denk begrijpen, maar u uitleggen nog keer?")
De beloning is het gevoel dat ik gedaan heb dat moest gebeuren om de zaak draaiende te houden.

Volgend traject; zoek je gek op de website van het PE.
Ik open eerst de website. Ga vervolgens op zoek naar de inlog-pagina voor mijn espace personelle. Dat blijkt geen sinecure, maar ik vind toch het goede vakje. Het doet me belanden op een pagina met een uiterlijk als dat van Windows 8. Eén van de gekleurde vakjes bevat een geel ballonnetje met een uitroepteken. Euforie, die van korte duur is. Want ik denk te snel dat daar mijn post in staat met het begeerde formulier. Downloaden, emailen die handel en klaar is ik voor een roadtrip.
Nee dus. 
Ik heb geen CV ingevuld of ge-upload, wat een deceptie!
Terwijl ik sta te koken probeert Lief het formulier te vinden. Dit gaat niet zonder zuchten, steunen en het merde in het Nederlands. Maar na het draaien van de aardappelschijfjes ga ik poolshoogte  nemen en staat er iets dat op een formulier lijkt te schitteren op mijn scherm. Ook een ander formulier met beide onze namen. Downloaden die handel. Het dossier kan voor de Franse bureaucratie niet volledig genoeg. Ze zoeken het maar uit.

Volgende week ben ik toch niet bereikbaar voor commentaar. Even rust.

dinsdag 14 april 2015

ZelfVoorZienend

courgette op zoetzuur
In je eigen behoeften voorzien. Voor zover realistisch en haalbaar is.
Tegenwoordig bijna een hype te noemen. Geboren uit het bewustzijn dat het toch niet zo goed gaat met de aarde, dichterbij; de maatschappij. (En dat ben jij!) Geen plastic tasjes, als de portemonnee het toelaat biologisch kopen. De fiets pakken (hier ondenkbaar) en papieren zakjes vragen, het afval scheiden en hergebruiken van alles dat te hergebruiken valt.
Hergebruiken dus, groen, bewust, biologisch, recyclen, plak er maar een definitie op. Helaas nog gerelateerd aan geiten wollen sokken (onvindbaar in de winkel, maar de beste die er zijn), een hoog hippiegehalte (ik moet niets van hippies hebben), The Stones, wiet en LSD en de 'tuinkabouter' uit de voor na laatste reclame van een supermarktketen in Nederland. 
Wij, als M&M, zouden het niet gered hebben zonder dat doe-het-zelf-gedoe. Natuurlijk gestuurd door financiële sores en het verkozen isolement van een Frans hutje op de hei. We realiseren ons dagelijks dat de ongerepte natuur, het bronwater, de stilte en het 'gebrek' aan geld en moderne middelen ons tot ongekende maar oude, traditionele hoogten stuwt om toch te krijgen wat we nodig hebben; Een zinvol mooi natuurlijk leven dat dicht bij de natuurlijke staat van zijn komt. De grenzen raakt van de essentie met toch nog vaak een toefje modernistisch gemak en luxe. 
Het draadmandje in de douchecel raakt steeds leger. Het betreft nog wel tandenborstel, handzeep, scheerschuim en -mesjes, een nagelvijl en -borsteltje. Ook een flesje zelf gemaakte shampoo van roggemeel, en een tupperware bakje met zelfgemaakte tandpasta. De rest van douche-ware ontbreekt, niet nodig.
De keuken en de voorraadkast naast de schouw puilt uit van potten met voorraden aan granen en kruiden. Prefab is hier al lastig te krijgen, zoek het zelf uit.
Dat we alles met bronwater (moeten) doen is inmiddels wel duidelijk. Een voorrecht en een zegen.
Een moestuin is hier niet meer dan normaal, je bent gek als je alles gaat kopen. Tureluurs als je ook wordt van de etiketten en labels op de voorverpakte middelen in de supermarkt. Liever de basis dat nog echt smaakt ook. Maar leg dat maar eens uit aan de doe-het-snel-generatie?
shampoo
Marc en ik komen nog wel eens wandelaars tegen op het bospad. Als men doorheeft dat wij dat laatste-huisje-op-de-piste bewonen, gerelateerd aan de regio en de lokatie, vraagt men steevast of 'het leven' niet te moeilijk is. Laat u het 'te' maar vast weg. Moeilijk is het, maar dat etiket 'moeilijk' is alles makkelijker dan het ontcijferen van etiketten op de voedings?middelen in de supermarkt. Zwaar? Denkt u en menigeen. Ook dat. 
Maar voor ons beide en de locals zou het leven te! zwaar zijn in de wereld die mijn gemiddelde lezer leeft.
Stelt u zich eens voor;
U staat in de file om op het werk te komen, om de thermostaat open te kunnen draaien na 1800 uur (mits deze geen timer heeft). U zwoegt zich een weg naar de sportschool of -vereniging om in vorm te blijven. U koopt in de Gezond&Wel winkel en rekent af. U betaalt trouw de rekeningen voor GWL en andere natuurlijke zaken die hier geleverd worden door moeder natuur.
Zwaar? Moeilijk? Om te doen waar de natuur en de inwendige mens om vraagt, en deze ook geeft voor uw moeite? Die zaadjes op tijd de grond in? Wat water geven als het wat lang droog is. Hout hakken voor over 3 jaar jaar of zomaar even een uur bij genietende varkens te zitten terwijl ezels een stofbad nemen. Zwaar en lastig om een dag of drie groenten te wecken na het doppen en schoonspoelen van zand. Zwaar om elk moment van de dag mijmerend door de bloemenzee te lopen en de vogels te horen en te zien? Zwaar om op een dinsdagmiddag een dutje te doen na een apero te veel? Zwaar om op een vrijdagochtend wat te dromen aan een stil meer met foeragerende ijsvogels terwijl de hond een bad neemt? Zwaar om de geur van brood te ruiken terwijl je weet dat het getimmer op het dak rust en een droge slaapkamer geeft? Zwaar om te slapen tot de vogels en een siamees je wakker maken rond half 9 en dan te kunnen bedenken, tijdens een mok of 2 koffie, wat je wilt! gaan doen die dag? 
Zwaar, moeilijk? Of juist de ultieme haalbare vrijheid? 
Een facebook-vriend noemt het vervroegd pensioen, maar dan in financiële armoede.
Geef mij dat maar, voelt goed en genoeg, dat vroege pensioen. Het woord 'armoede' laat ik maar weg, terwijl ik van een blikje goedkope vis een kostelijke salade in elkaar flans, met zelf gebakken brood. Dit met een temperatuur van 25 graden midden april...
balk maken
Zelf VoorZien in wat ik zelf nodig heb is altijd genoeg. Nog even los van klimaat en omgeving. 
Een aanrader, juist als u er niet uitkomt in uw hier en nu.
Wegwezen dus, kiezen. Voor moeilijk en doen.
Ik geef het u op een briefje; het werkt. En is nog gezond ook, niet alleen voor u, maar ook voor waar u op en van leeft.

zondag 12 april 2015

Dierenliefde?

een soort Molly, maar dan zoals ze horen...
Vrijdag reed ik tegen vijven van de Ravelacjes naar huis. Na het kasteeldorpje slingert de smalle weg omlaag en in een ruime U-bocht is een uitzichtpunt over de zich ook slingerende gorges. Met wat stenen bankjes en twee jonge lindebomen. 
Ik spotte daar een grijs-witte pluis terwijl ik de Rode zachtjes de bocht om manoeuvreer. Een poes, dacht ik. Een mooie zo te zien, op een parkeerplaats waar regelmatig campers staan. Ik rij terug omhoog in z'n achteruit. Dat kan hier, vrijdagmiddag net voor de 'spits'. De motor laat ik draaien als ik uitstap. Poes komt luid mauwend op me af. Een smerige kleine pers met oranje snotterige ogen. De vacht vol klitten, mos, takjes. De haast onzichtbare neus ook vies en nat met de pluizige vacht rond de bek wat bruin. Een smerig aanhankelijk zielig mauwend verdwaald of gedumpt poesje. Het dier spint, geeft kopjes, kruipt op schoot terwijl ik bij het poesje hurk en wijkt niet van mijn zijde. In de omtrek ken ik alle mensen en ook hun huisdieren, er wonen hier een handvol mensen. Geen mens-met-pers, dat is iets voor buitenlanders, zo'n merk-kat.
Dus poes is zoek, weggelopen, gedumpt of verdwaald. Hongerig voelt ze niet aan, ziek ziet ze eruit. Niesziekte? Ik open het roestige portier aan de passagierskant. Poes springt er gelijk in. Lijkt dus campers gewend, die zware dieselmotor jaagt menig dier nou juist schrik aan. Schorriemorrie met Perzische stijl dus niet. Met het eerste niesje zie ik mijn vest, katoenen tas en trui al besmet met iets dat ik toch echt niet mee naar huis wil nemen. Poesje wel, maar die snot niet, zo besmettelijk als dat is.
Dus keer ik de auto terwijl poes genoeglijk op de stoel naast me zit en naar buiten kijkt. Ze scharrelt even op schoot, leunt op mijn arm, niest nog eens en blijft naar buiten kijken terwijl ze spint. Absurd, zo een tam dier op haar gemak in een ronkende diesel met de raampjes wat open. 
Ik rijd helemaal terug naar boven, naar de dierenarts. Die zijn nog wel open. Maar terwijl ik dit doe, dat half uurtje, bekruipt me de angst dat ze daar niets met haar aankunnen. Het is tenslotte geen asiel.
Ze laat zich de praktijk indragen. Laat zich op mijn schoot zetten terwijl ik vertel hoe en wat. Danny wordt naar boven gehaald, die werkt op de dependance van het Pole d'Emploi en woont vlakbij het kasteeldorpje. Misschien dat hij wat weet over dit poesje. 
Poes spint en suft gezellig door op schoot alsof het thuis is en vlakbij de haard met vertrouwde geuren en geluiden, dit terwijl ik door zit te zweten op die stoel. 
De chip-lezer wordt gepakt, batterijen bijna leeg, het cijfer is maar moeilijk te lezen met die ontbrekende pixels. De assistente is alleen en doet verwoede pogingen het Amiveda-systeem in te komen en de juiste vensters te vinden om het nummer in te voeren. Karina wordt gebeld om raad. De bevlogen dierenarts die meer van dieren houdt dan van mensen. De assistente faalt om het juiste invoervakje voor het chipnummer te vinden. 
Als ik al een ruime 3 kwartier op de stoel zit te plakken met een wel heel lief vies poesje op schoot komt Karina gelukkig binnen en duikt het systeem in. Leest de chip nog een keer en herkent het nummer als zijnde Brits. Ken ik Britten in het dorpje bij de parking? Ja, 1, maar die heeft geen kat, dat weet ik zeker, had Danny ook geweten.
Het is al na zessen, ik zit moe met een vermoedelijk zieke poes op schoot die ik van een parking heb gevist. Poes staat niet geregistreerd, dus of ik vind laat op de dag de eigenaar of ik moet poes doodleuk weer terug op de parking zetten. Dat is de harde taal van le montagne. Ik kan niet met een zieke poes thuiskomen.
Dus til ik poes op de arm en stap weer in de Rode waar ze zich op schoot nestelt. Ik bel Marc waarom ik later thuis ben en rijd weer terug richting het kasteeldorpje. Een laatste poging om te kijken of Jeanet er weer is voor de zomer, die ontfermt zich incidenteel over afgedankte misbaksels die eruit zien als poes of kat.
Mooi vind ik de pers niet, met de haast onzichtbare neus, de hangwangen, de kleine oortjes, al was ze gezond, schoon en verzorgd.
Het straatje in het dorpje is erg smal, officieel mag je er niet in, alleen bewoners. Alleen mogelijk om te keren bij de begraafplaats, het letterlijke eindstation van het dorp met een majestueus uitzicht over de gletsjerkloof.
Een van de laatste huizen is bewoond door Chris. Een Brit met een mooie gite, vreemde gozer, zal hem nooit gaan mogen. Op alles dat je hem zegt kijkt hij je aan alsof je uit je nek kletst en veel woorden komen er niet uit. Die stapt net zijn voordeur uit, dus trap ik op de rem, poes schommelt nieuwsgierig mee.
Ik vraag hem of hij weet van wie dit poesje is.
"Oh hello Molly" En hij krabbelt op haar bol. "It's Keith's, I saw her this morning at home as usual." En met moeite volgt er een wrang glimlachje.
In het kort vertel ik hem dat ik al ruim anderhalf uur met Molly op pad ben om haar eigenaar te zoeken. Een enigszins normale reactie komt er niet uit. Hij kijkt verontwaardigd, gelooft me blijkbaar niet dat Molly 7 km van huis op een parking is beland.
Mij boeit het niet, dit keer. Ik bedank hem, rijd door, keer de wagen en passeer hem weer terwijl hij aan de telefoon is. Ik ga ervan uit dat hij Keith even belt dat ik met Molly onderweg ben.
Bij het enorme statige oude doktershuis met sjieke bijgebouwen parkeer ik de auto, opgelucht dat ik Molly thuis kan brengen. Zijn vrouw zal ook wel blij zijn.
Het statige elektrische hek is dicht. Ik druk de bel in. Geen antwoord. Nogmaals, geen antwoord. Ik roep, want ik zie Keith in de verte lopen. De bijgebouwen worden opgeknapt als woonhuis, het grote huis is de gite. Ik loop om, met Molly op de arm die nog steeds spint. Ik klop op de hoge ramen waarachter bouwlicht brandt en ik stemmen hoor. Ik klop op de deur met ruit en tralies. Ik roep en klop nog eens. Geen enkele reactie.
Ik loop met Molly dan maar weer helemaal om, terug naar het hek, langs een hoge muur en de buren, de kroeg op de hoek. Sta weer voor dat hooghartige hek en bel weer aan, twee keer. Ik roep Keith die ik weer zie lopen. Maar geen respons, niks, nul nada.
Ik besluit Molly thuis te 'dumpen', wat me verschrikkelijk tegenstaat! En laat poes los tussen de spijlen van het kopergroene hek. Roetsj, weg is ze. Niet naar huis, maar onder de eeuwenoude sequoia die net achter de muur staat.
Thuis verwacht Marc dat ik met een poes aan kom. Ik kleed me buiten uit, met tasje en al mijn kleer ren ik naar beneden, kleding in de wasmachine en ik onder de douche. Ik wil geen enkel risico lopen op het besmetten van mijn katten. Joppie zou het leven erbij laten!

Zondagmiddag gaat de telefoon. Het is de dierenarts, of ik Molly haar huis heb weten te vinden, want ergens dacht ze te weten van wie poes is. Keith en zijn vrouw hebben namelijk 2 Friese paarden en zo zal zij er vast wel over de vloer zijn geweest. Opluchting aan beide zijden.
Maar geen woord of daad van Keith en vrouwtje lief. 
Er zit een luchtje aan Molly :-(

Een week later;
Komen Marc en ik 'het vrouwtje' tegen van Keith. Zij was vorige week in Engeland en wist van niets. Chris belde inderdaad met Keith. De bel deed het niet. 'Iedereen' weet dat het zware hek met de hand te openen is. Keith wordt al wat doof. Er stond een radio aan waar ik dacht stemmen te horen. Molly zo ver van huis is een raadsel. Maar Molly springt graag in auto's, maakt niet uit van wie de auto is of hoe groot het ronkende gevaarte. Molly houdt zich graag op bij het schoolplein achter het grote huis, waar ze veel aandacht krijgt van de kinderen en regelmatig de gelegenheid in auto's te springen. Molly liep een week achter met haar wekelijkse 'face-wash', de snot komt door het ras. Ze krijgt ieder jaar haar inentingen en is dus niet ziek en de dierenarts had haar kunnen herkennen.
Al met al; grote opluchting aan alle kanten en veel dank voor het thuisbrengen van Molly.
Ook weer ten goede gekeerd.

woensdag 8 april 2015

Leven met een Bron


Het woord 'Bron' klinkt als 'essentie'. Dat mag water ook genoemd worden. Zonder Water blijkt de natuur, dier en mens nergens. Dit moet gezegd.
Wij wensten ons een huis in de buurt van water. Al was het een stroompje, een rivier, een meer, liefst de zee en anders een bron, dicht bij huis. Dit huis heeft een bron waar alles van afhankelijk is. Het zal de koopprijs misschien aanzienlijk verhoogd hebben, wie zal het zeggen. Maar onbeperkt schoon, levend, niet steriel water tot je beschikking hebben, gratis, is wel een bijzondere zegening. Ik tel deze zegening dan ook meer dan dubbel!
De bron ligt niet op ons terrein, maar het gebruik ervan is wel notarieel vastgelegd aangezien er geen enkel ander gebouw als woonhuis aanwezig is. Dit blijkt belangrijk als er geen enkele andere mogelijkheid is om water te hebben. Misschien een watertank, maar voor dagelijks gebruik zou dit een duur en onzinnige grap zijn geweest. Zeker omdat de kloof c.q. gorges waar we verkozen te wonen zeer rijk is aan waterlopen, smeltwaterrivieren en bronnen.
De vorige eigenaar heeft ons in het kort uitgelegd waar de tyleen leidingen ongeveer lopen, waar de hoofdkraan zit en hoe je het kleine filtertje schoon moet maken. Ook waar de bron zelf zo ongeveer ligt en hoe groot het reservoir is. Aangezien hij dit als vakantiehuis gebruikte had ook hij geen idee of, hoe en wanneer het systeem onderhouden diende te worden. Try & error zogezegd. Maar wij hadden bronwater, en dat deed iets, bijzonders.
We kochten online een drinkwatertest. Met van die strips die je in het water steekt, paar minuutjes wachten en dan aflezen op de kleurenkaart om te zien wat de Ph-waarde is, chloor, nitraat en nitriet, lood en andere verontreinigingen. Cristalclear bleek het water, na diverse keren testen. Schoon ziet het ook.  In de overloopbakken huizen vuursalamander-kleintjes, bloedzuigers en verder ruikt en smaakt het water zoet en levend.
De druk neemt af gedurende de lente. Dan neemt het smeltwater af en bezinken er kleine vuiltjes in het kleine filter net na de hoofdkraan in de secadou. Dat reinigen we eens per jaar. 
Toch hadden we zorgen.
Net onder het reservoir stroomt er steeds meer water over het bijna onbegaanbare steile pad dat steeds verder dichtgroeit. Geen quad, auto of kraan kan daar komen en ook wandelaars houden het voor gezien. Het staat ook op geen enkele kaart of zelfs in het kadaster vermeld. Het paadje aangelegd enkel voor het installeren van het bezinkputje en het reservoir ergens begin 70-er jaren. Een lek? De bron heeft zich door die ingreep destijds gesplitst?
We weten wel dat er niet gerommeld kan worden aan een bron. Water dat vanuit de aarde omhoog borrelt is een levend organisme dat zijn eigen weg volgt. Puur, maar door veranderingen in de eigen omgeving net zo snel van slag. De bron kan stoppen, zich verleggen, zich splitsen en anders meer water gaan geven dan de door de mensen gekanaliseerde loop.
Wij zijn dan ook blij met de wet die het verbiedt ook maar iets te wijzigen rondom de bron, al is de grond niet van ons. Kappen van bomen verboden. Afgraven van grond verboden. Bouwen van iets, verboden. De bron wordt beschermd, door de wet en door ons. We sloten ook het clandestiene pad af dat toegang gaf tot het bereiken van het reservoir. De bron zelf is een klauterpartij langs bramen, omgevallen bomen, sleedoorns en meer groen gespuis waar je je enkel waagt als je grote dorst hebt of gepantserd gekleed bent.
Ergens gaat er zo een bruin vest verdwijnen...

Het reservoir van binnen

Modder en water scheppen

Na het scharrelen komt Castel erbij liggen.

Steil en niet meer begaanbaar voor voertuigen, blij mee, want
waar liggen nou die leidingen? Links, rechts, middenonder?
Ergens in 2010 togen we met emmer en schepje naar het reservoir. Schepte het bezinksel in de rioolput c.q. reservoir leeg en bekeken de bezinkput van dichtbij. (Die kleine bezinkput meet niet meer dan 50x50x30 cm met een drainageslang die in een U gelegd is met een opening aan het einde die het gefilterde water opvangt en naar het reservoir transporteert.) We zagen de bron zijn werk doen. Fascinerend om te zien hoe het meest pure water zomaar uit de aarde opborrelt, te weten dat dit water niet vervuild wordt door landbouw en veeteelt met alle pesticiden die in Frankrijk nog wel gebruikt mogen worden.
Het reservoir is een rioolput kundig ingegraven in een dichtbegroeide helling tussen de bomen. Het stenen deksel heeft een luchtgat dat afgedekt is met een steen. Daaronder een putje waarin 2 kranen zitten waar we toen tig verzopen muizen in aantroffen. Het stonk verschrikkelijk, niet erg, enkel om de kranen open en dicht te kunnen draaien. Een kraan om het reservoir te legen. De ander om de leidingen af te sluiten richting huis. 
Door gebrek aan ervaring en informatie op internet, wie heeft er nog een bron voor drinkwater tegenwoordig, zijn we allemaal, wij twee en alle dieren, wel een week of twee wat ziek geweest van het water dat het half schoongemaakte reservoir gaf. Allemaal aan de diarree en een brak gevoel. Natuurlijk vergeten om water te tappen in flessen voor aanvang werkzaamheden aan het essentiële goedje.

2015 Lichte paniek toen ik gisteren een pan vulde om de rijst in te koken. Weinig druk en bruin water! Dat zegt genoeg. We hadden voor alsnog geen flauw idee hoe vaak we de bezinkput of het reservoir schoon zouden moeten maken.
Nieuwe ronde, nieuwe kansen, meer inzicht. Dus 9 liter schoon water staat in de keuken te pronken als we deze ochtend de klim wagen met laddertje, emmer, veger en blik, borstel, touw, snelcement voor eventuele scheuren in de put, appel, flesje water voor de dorst, snoeischaren en kaplaarzen.
Nu zetten we thuis eerst de kranen open zodat het reservoir al wat leger is en we boven geen duimen hoeven draaien. Boven eerst de kraan open om het reservoir te legen. Marc schept, ik put de modder en het bezinksel de put uit. 
Na 3 uur is het klusje al geklaard. Ik ga koken, met die flessen schoon water. Marc blijft achter om een aantal keer de kraan open en dicht te draaien voor het laatste beetje modder. 

Onze voorbereiding was voldoende. Nog een kleine 9 liter flessenwater paraat, een hapje eten gekookt met al schoon water door de nazorg van Marc.
De bron blijkt gemiddeld 1000 liter per uur te geven. En niet zo maar water. Maar het meest pure spul waar ook gevoelige diertjes goed op gedijen. 
Later blijkt het kleine filtertje net na de hoofdkraan in de secadou vol te zitten. Dat vraagt komende week nog een paar keer aandacht. 
Het leven met een Bron is blijvend heel bijzonder, waardevol.
Dat er onder die steen toch 2000 liter levensvocht huist...

maandag 6 april 2015

Kleurige golfjes

het contrast van 'dichtbij' & 'veraf' is nog enorm
De bossen op de steile hellingen zien nog net zo grauw als in december toen al dat herfstblad eindelijk gevallen was. Zoals iedereen kijk ik het nieuwe groen uit de grond en blijkt ieder nieuw jaar weer dat ik gewoon geduld moet hebben. Het groen lijkt ieder jaar later, maar is altijd tijdens dezelfde weken aanwezig.
Na 2 dagen zon worden autobanden verhuld door dotten blauw en wit van vergeet-me-nietjes en grasmuur. Overal gele rondjes van paardenbloemen. Zwemen paars-roze van het breed longkruid, frisse groentinten met verwilderde blauwe druifjes. Van al die kleur wordt een mens vrolijk.

het ochtendlicht doet ook weer mee
De dieren reageren ook op de lente. Sarko is liever, Ollie speelser, de varkens genieten een dutje en krullen zich op tegen de zanderige rotswanden bij de stal waar ze zich niet laten storen door het snerpende geluid van een slijptol op steen. Ook de ezels staan wat te suffen na het stofzuigen van de laatste restjes hooi als ontbijt. De katten blijven 's nachts buiten, Merlin is een stalkat geworden. Heeft zijn holletje in het hooi, vangt er zijn muizen, drinkt uit de waterbak voor de beesten en zont zodra het kan en hij wakker is. Castel is blij dat ze rust heeft. Die pup om haar heen maakte haar vals, onrustig, dominant en intolerant voor andere honden en mensen. Ze hapte zelfs naar de ezels. Nu zijn wij hele dagen buiten en soest ze daar waar wij zijn.

Ik sta mijn mannetje als assistente dakdekker om het dak af te krijgen. Zo komt er ruimte voor de lenteklussen zoals de moestuin.
Deze vraagt nu iedere dag een rondje of 3 en anders enkele uren. De wortels, pastinaak en aardappels zijn gepoot in de volle grond. De takjes zonder blad van bamboe erbij met een labeltje eraan. De kleur ervan correspondeert met de kleurcodes van de soorten gewassen uit de maankalender. Zo zien we van een afstand wat waar staat en maai ik de aardappels niet per ongeluk om. Want enkele hebben we gewoon in het wild aan de randen van de moestuin geplant, op een diep bedje van stro.
Morgen is het een prima dag om alle bloemen voor te zaaien. Van alles en nog wat, een net schoon gemaakte helling achter het huis, boven de broodoven, wordt een zonnebloem-veldje. Het is er warm en open. Iedere dag een slakken ronde, hier en daar strepen as, want daar houden slakken niet van.

het is bijna zonde om dit op het toilet te zetten...
Van het weekend had ik echt de lente in mijn bol. Ik ging wild plukken en eetbaars zoeken in de moestuin. Dit resulteerde in een heerlijke unieke salade van winterharde slalof, verwilderde veldsla, paardenbloemblad, vogelmuur, salie, wilde knoflooksprietjes, wat jong blad van eeuwig moes, de bloemen van boerenkool en als kleurig toefje maartse viooltjes. Een dressing van zelf geperste walnotenolie, walnotenazijn, peper uit de molen, kruidenzout en een lepel paardenbloemhoning was de finesse. Het zag er nog leuk uit ook!

Onderwijl worstel ik met de dagelijkse Zelf-Observatie formulieren van de Past Reality Training. Als vingeroefeningen van de concertpianist. Fase 1 is al belonend, maar niet makkelijk. Ik herontdek veel in mezelf, maar ook in de ander. Veel is mijn perceptie en ze loslaten is niet 1-2-3 gedaan. Rationeel is het piece of cake, maar de emotie veelal gebaseerd op oud zeer, is de ratio te snel af. Moet je zo impulsief zijn als ik. Dus bedachtzaam, bewust ga ik mijn dagen door. Het levert veel genieten op. Ouderwetse dagdromerij, nog meer bezinning.
Het effect, de resultaten, zijn indrukwekkend. Dus blijf ik elke dag op geeltjes in het kort beschrijven wat me triggert. Het worden steeds minder geeltjes. Wat er nu achter die trigger schuilt als de betekenis van die rotmomentjes blijft nog erg vaag. Fase 2 zal het leren. Het is wel een methode om blij van te worden, al word ik er af en toe ook ontzettend verdrietig van!


Lente, nieuw leven. En alles doet mee. Want eind deze maand ga ik een kleine kanjer halen. Niet dat ik denk dat pluis-met-blauwe-oogies King Cros kan vervangen, maar stilletjes is het wel. Met 3 jonge katten en 1 demente kater van 25 jaar oud! Joppie begint moeilijk te handhaven te worden. Maar de oude baas is ook zo aanhankelijk en aandoenlijk, dat we hem echt niet willen missen. Katten kunnen toch ook 30 jaar worden??
Ook kijk ik op datzelfde adres van het nog naamloze kitten naar jonge wolvarkentjes. Misschien mogen we er twee jonge beertjes van krijgen, kopen? Het vlees van de uit Hongarije afkomstige varkens met schapenvacht blijkt ook heel lekker te zijn, dieper van smaak. Onze huidige roze wroeters groeien hard, maar mogen nog niet weg. Veel te lief en wat te klein. Naast krielkipjes en een haantje zouden we dan weer een complete beestenboel hebben. (Eerst nog een ren in elkaar knutselen. De wilde pure natuur is net iets te ruig voor tam pluimvee.)



Tijd voor de lente!