woensdag 31 maart 2010

Dag 7

De laatste dag met onze gast. Een rustige dag waarin we weinig kunnen doen. Het regent weer en niet zo'n klein beetje. De 3 zonnenstralen maken weinig goed. Een beetje hetzelfde liedje als afgelopen dagen.
We krijgen een etentje aangeboden of wat praktisch, van Roel :-)
We gaan voor praktisch en Marc en hij rijden deze middag naar boven om na wat uurtjes terug te komen met; echt frans tulband-brood, knapperig en vers, ijsjes (B-cornetto's), lekkere vruchtenyoghurts, kettingzaagolie, haricot-zaden en nog meer!
We kijken na de boterham weer een bijzondere film en de mannen gaan gelijk naar bed.
Ook ik zit te gapen.
In de regen ben ik nog wel met Castel naar de rivier gegaan. Met een leeg en fris hoofd foto's gemaakt van een wel heel hoge waterstand en zwemmende hond.
Morgenochtend vroeg vertrekt Roel, met extra bagage. Wij zwaaien hem uit, ook met extra gewicht in de rugzak, waardevol gewicht, geen nutteloze ballast.
Morgen maak ik een week-balansje op, van wat er allemaal wel niet gedaan is.
En wat foto's natuurlijk.

Verder is de gorges weer geopend; Vrijdag op zaterdag bezoek van H&A, half april komt M weer helpen voor 2 weken, rond die tijd komt het bevriende franse stel weer naar hun poppenhuisje in het dorpje boven. Ze willen mijn verjaardag met me vieren, daar word ik heel blij van.

dinsdag 30 maart 2010

Dag 6

Een pittige dag.
Het regent inderdaad met pas eind van de middag een half uurtje droog. We zitten heel de dag wat binnen, werken op de pc en drinken koffie en thee. Ik heb geen kook-inspiratie, dus 's middags maar weer brood wat Marc slecht bevalt. We zijn uit ons ritme door het 'ff makkelijk'.
Roel stelt me 's ochtends een vraag en duwt mijn antwoord in zijn richting. Later jaagt hij me op de kast. Dat is niet zo moeilijk in mijn geval. Mensen die me goed kennen beginnen nu al te grinniken, ze weten hoe makkelijk het gaat. Leuk is anders en normaal zou ik mijn tijgerklauwen uitslaan. Maar ik wil daar nu eens anders mee omgaan en verval in een stilzwijgen om later een boek te gaan lezen boven.
Marc komt vertellen dat het droog is. Dus ik wil even naar buiten om naar het ezelhek te kijken.
Roel voelt aan dat het een beetje 'fout' liep en komt erop terug. Met klasse spreken we ons uit. Mijn emotie is al zo goed als over, op alert-zijn na. Hij voelt zich allerminst prettig, fysiek en ook hij wil daar vanaf. Gelukkig is de openheid en het vertrouwen er om ons gewoon uit te spreken.
Ik zit verder gewoon vast vandaag, te nat voor buitenwerk, te koud om maar binnen niks te doen. Een beetje uit mijn doen, ook door het ritme dat even weg is.
We gaan nog wel op Marc's initiatief op zoek naar 2 omgevallen telefoonpalen op de helling. Van de oude lijn die er nog staat. Die palen zijn prima te gerbuiken voor een toegangshek. De staanders ervan. Wat een wildernis daar! Met sikkel, snoeischaar en takkenschaar werken we ons door de bramen heen. Roel ontdekt een fruitboom, ik denk een peer en de omgevallen paal is na een half uurtje bereikt.
Maar die de helling op krijgen is een ander verhaal. Ontmantelen en vast op maat zagen en hem dan pas versjouwen lijkt beter, maar nu is daar geen tijd meer voor.
's Avonds weet ik nog steeds niet wat ik koken wil. Spinazie met biefstuk? Neeee, geen zin in. Marc stelt weer frietjes met een filmpje voor.
En zodoende eindigen we de dag als een huishouden van Jan Steen met z'n drieeen op de bank met bord op schoot en vette vingertjes.
Yo natuurlijk er bovenop met de hondenneus, een beetje teveel van het goede voor een hond, zoveel lekkers vlak voor haar neus.
Cola moet ze niet, de echte cola. Ze loopt het glas omver dat op de grond staat en ik dweil het op voor het naar de hoeken van de kamer stroomt.
Ach, morgen weer een dag.

Dag 5


De dag begon zoals zo velen; het licht dat door de nevel in het dal dringt en een fel wit licht alles laat ontwaken, zelfs ons. Laat maar verrukt met zo vroeg al koffie buiten. Alles dat we bekijken heeft kleine druppeltjes die schitteren in dit felle licht.
De mannen gaan paaltjes zetten, ik stof de kamer eens grondig. Modderpoten, zand en blad heeft zich na wat dagen opgestapeld. Het stof op de schouw ligt er al wat langer, een maand of 5 misschien wel. Zo zinloos dit vaker te doen.
Bloesem

Ik ben heel blij dat ze aan de lastige stukken van het ezelhek toekomen vandaag. En maak lekker schoon schip met een uiterst ondeugende hond Yo die op een zeer subtiele wijze laat zien dat er best wel wat karakter in deze, laten we zeggen 'extreem luie hond', zit.
Ze vertikt het om rustig buiten in de zon op de vieze straat te gaan liggen. Ik moet eerst de straat vegen en haar kleedje er neer leggen. Dan heeft Yo tenminste rust.
Ik roep de mannen met de grote bel die we verhuisd hebben en sindsdien op z'n kop in een ijzeren emmer in de schuur staat. Ik geef twee flinke jengels aan de bel en in een mum van tijd zijn de mannen thuis voor de lunch. Roel moet erg lachen zoals Marc alles liet vallen op de helling en gelijk naar boven klom om te komen eten. Hoezo geconditioneerd? Cros zat nog net niet in een boom, maar Castel schrok zich rot van de bel en vloog haar huisje in. Yo bleef onaangedaan op haar kleedje liggen. (Nee, ze is niet doof)
Ons eerste bloemkooltje...

Na de lunch gaan de ze verder. Ik ga vlakbij hen een verwaarloosde appelboom redden. Hij gaf vorig jaar prachtig grote appels en staat op een vergeten plateautje ingegroeid door brem, braam, meidoorns en klimop dat in grote bossen om en in de hele appel is gegroeid. Gelukkig is de boom goed bereikbaar doordat we hem vorig jaar al wat vrijgezaagd hebben.
Ik moet er in met een handzaagje, maar zo dik vertakt en nog zo gezond, dat ik me als een vis in het water waan en me lekker uitleef.
Terwijl ik aan het zagen en knippen ben, hoor ik de slagen van de sleg op de paaltjes, de hamerslagen op de krammetjes en hun gelach.
Dat is enorm genieten in de warme lentezon, in een boom met de boom bezig en dan Marc met een ander horen lachen. Een briesje dat een zweetdruppeltje afkoelt, wat als een ijskoude prikkeling langs mijn wang naar mijn hals glijdt. Ik haast me daarna, ik wil een paar boodschappen doen, moet me echt even opfrissen en wat spullen redden buiten die bloot staan aan een steeds sterker wordende wind.
Morgen geven ze lokale stormachtige onweersbuien op, dat belooft wat.
Te laat kan ik weg en ben na die boodschapjes te laat voor yoga.
Onrustig en geprikkeld door die wind en het mislopen van yoga kom ik thuis. Maar Roel staat al sate te maken met een heerlijke marinade, die we in de schouw grillen. Hij maakt nog met een laatste restje gemalen pinda's met wat kruiden een super-saté saus. Brood met komkommer & saté. Leuk, want voor mezelf alleen maak ik het nooit. Marc vindt de kip wel lekker, maar die saus. Nu (vr)eten Roel en ik het pannetje schoon leeg.
Daarna kijken we de nieuwste weerwolf-film. Beetje flut, maar erg leuk, want we hebben het uitvoerig over de maan gehad gisteren en vanavond is het helder en volle maan. Weer fel licht, zo fel dat het op een foto met een nacht-filter een ochtendfoto lijkt.
Na de film kletsen we na. Als Marc en Roel naar bed gaan, ga ik nog een rondje. Even het pad op en af om de dag te verwerken.
De maan!!!!!


Dag 5 was ook een mooie.

zondag 28 maart 2010

Dag 4

Ja saai hè, dag 4, geen bijzondere foto's, geen avonturen, geen gekkigheid, geen spannende verhalen. Maar Dag 4 was net zo relaxed als dag 1 en 2. Dag 3 sloot heel bijzonder af.
Zaterdagavond na een natte dag waarin we weinig gedaan hebben. Beetje binnen rommelen, wat vissen en wandelen, beetje babbelen en eten met elkaar. 's Avonds werken we alle drie op een computer, in alle stilte. Ik zou me al snel opgelaten voelen tijdens stiltes in gezelschappen.
Maar de stilte is rustgevend, goed en heel bijzonder dat we zo samen kunnen zijn, heel mooi ook juist met een gast erbij.
Het geeft ons het gevoel onszelf te kunnen blijven, met een gast en toch zoals altijd. Hij kan zo ook meeleven en delen in hoe wij normaliter zijn samen; rustig doen we ons ding en zijn samen.
Zo ook vandaag. We zetten geen wekkers en dus is het erg laat als we uit bed komen. De klok is een uur vooruit, maar wij hebben geen klok. Zien de tijd op de pc's en verder kijken we naar de zon of gaan we op gevoel. We leven weer eens in een wolk. Weer regen en niet zo zuinig. 's Middags wordt dit miezer en later is het droog en ruikt het bos fris en vochtig. Niet de rotting van de herfst met de paddenstoelengeur tussen het natte blad. Maar de geur van lenteregen in nat vers mos en de hyacinten die erg sterk geuren nu.
Roel sprokkelt hout, ik werk weer binnen en tijdens een korte wandeling ontdek ik een fortsytia helemaal aan het andere einde van het huis, een zaailing?
Verder werk ik aan het stoofschoteltje, waarvan het vlees al zacht wordt. Het is heerlijk op smaak.
Marc ontwerpt een 3D-bureau, een hele strijd, maar 's avonds is hij wel af te noemen. Ook vult Marc veel gaten op de oprit met het zand dat uit de rotsen komt door vocht en vorst. Net als de terrasstenen. Net na het avondeten met een fijne Haut-Médoc gaan we echt eens even goed de diepte in. Over mens-zijn, over ouderschap, onze ouders, kinderen hebben en kind zijn. Leerzaam, in respect en ontspannen bomen we over mensen.
Voor M&M een hele verademing na onze vorige gast, een ongeevenaarde tegenstelling. Dit is prettig, 'grappig' zoals Roel het zou noemen. Het woordje 'grappig' krijgt al vleugeltjes, grappig toch!
Ook grappig dat we het uurtje vooruit op de klok niet ervaren. We beseffen dat de tijd in een eindeloze cirkel van de nummers 1 tot en met 12, door mensen gemaakt er hier bij deze 3 mensen niet toe doet. We verzetten wel de tijd op onze mobiel, maar dat doen we pas tegen bedtijd.
Het geeft een hoop rust deze gemaakte tijd niet zo in de gaten te hoeven houden. Heel soms of bij benadering, dat lukt nog.
Ik zou knettergek worden als ik heel de dag met de tijd bezig zou moeten zijn, omdat dat anders consequenties zou hebben.
Als de mannen naar bed zijn loop ik nog even de oprit op. Meestal is het Joppie die me mauwend en spinnend bewaakt. Nu is het Aai die ook de poten wil strekken. Als ik even naar de maan kijk, hoor ik een brommetje van Aai "kat in aantocht, misschien Joppie, GEVAAR!"
Het is Pipo maar, die sinds die vreemde man-met-hond er is, de benen heeft genomen en een onderkomen in het bos heeft gemaakt. Hij zal er een goed overzicht hebben over het terrein en weten wie waar is. Hij zal genoegen nemen met muizen en anders wat trek en z'n 2e optrekje hier is droog natuurlijk. Aai kan Pipo wel hebben, en samen lopen we weer naar huis. Pipo haakt natuurlijk af ter hoogte van zijn vakantieplekje, die ziet die andere auto nog staan en is niet gek natuurlijk. Holle boomstammen genoeg.
Dus wederom een heel rustige dag. We hebben echt even een beetje vakantie, een hele week!

zaterdag 27 maart 2010

Dag 3


Die met regen vannacht begon, wat spetters. Vanochtend kwam het met bakken uit de hemel, het is guur en koud. Een binnenwerkdag. Roel doet met ons mee en werkt op zijn labtop. We zijn zo blij met een modem dat we gasten een eigen toegang op internet en bellen naar Nederland aan kunnen bieden.
Van de wassende maan zie ik weinig terug, maar voel het in mijn lijf. Pijn in mijn buik en een energieke onrust. Ik kan er weinig mee vandaag, maar zo'n rustdag is niet verkeerd.
Roel gaat wandelen zodra het 'smiddags wat opklaard en blijft uren weg. Misschien toch weer een vispogong wagen. Ik ga stoofpot maken voor morgen en haal wat vlees uit de vriezer voor de viervoeters.
Castel heeft een topweek.
Deze 4e gast verschaft ons een schat aan ideeen, inspiratie, bevestiging en gemoedelijke rust.
We zijn nu al blij dat ik de oproep voor helpende handen op het forum heb laten staan.
Absolute rust en dat met een gast en hond :-)

vrijdag 26 maart 2010

Dag 2

Iets later eruit... Maar heerlijk uitgerust. Alle drie hebben we als een blok geslapen. De hemel kwam wel naar beneden vannacht, Marc dacht dat de rivier door de slaapkamer stroomde, het bleek enkel over het dak te stromen. Alle plantjes en bloemen zullen nu wel uit de grond schieten. We hadden de afgelopen 2 jaar maar 3 bloemen in de sering. De struik staat nu al zwaar in knop. De perzik en de nectarine hebben roze bloesem en de voortuin wordt een feestje met al die kleuren. Vanochtend proberen Roel en ik te werken, binnen. Dat mondt uit in een gesprek waarin we elkaar beter leren kennen. Marc rommelt buiten en later, net voor de lunch als ik de mannen ga roepen, zie ik een berg grote stenen op de oprit liggen met een slee achter de auto. Erg leuk bedacht om zo zonder moeite die stenen boven te krijgen. We eten lekkere pasta met weer eens een betaalbare komkommer. 's Middags wil Roel erg graag gaan vissen. Ze zwemmen hier, het waterpeil is wat hoger nu en de kist met haakjes en lood wordt uitgeplozen. Marc gaat ook mee en boven hoor ik Castel en Yo van plezier blaffen.


Yo
Steen-slee

Ik ga na de afwas en wat stofzuigen met zaag en brandstof naar een plat plateu'tje boven het huis om daar brem te zagen. Voor de eerste broodbak ronde. Later komt Roel ook naar boven met de viervoeters en we maken van alle takken en rottend hout een brandstapel. Zodra Marc er ook is (zonder vissen, mislukt) steekt hij hem aan met kleine bremtakjes.
Ik ga terug de helling af naar het huis om sap, chips en ander lekkers te halen en neem gelijk touw en mesjes mee om de takken op te bossen.
We borrelen bij het vuur en kletsen terwijl de honden om een knuffel wedijveren en elkaar jaloers toebrommen.
Ze beginnen al gewend te raken aan elkaar, zijn net zo goed in het bietsen en Yo houdt Castel wat koest door het liggen en pitten.
Terwijl het al 7 uur is gaat Roel toch weer naar de rivier om nogmaals te proberen zo'n joekel aan de haak te slaan.
We zijn benieuwd.

donderdag 25 maart 2010

Dag 1

De stormwind houdt aan, wat mij erg onrustig maakt. Om half 8 sta ik al naast m'n bed. Het huis nog in diepe stilte. Op Shadow na geen kat te bekennen, gevlucht voor de nieuwe situatie 'gast met hond' . Van Pipo kennen we dit gedrag, van de andere 3 niet. Het benzinehokje naast de schuur is het toevluchtsoord voor Cros in geval van nood en deze keer heeft hij Joppie met zich meegenomen. Beide hebben ze er een plekje gevonden om te pitten. Aai heeft bij Marc overnacht, ik vind het lief dat hij een uitzondering maakt voor haar als er gasten met honden zijn.
We hebben nooit een strak schema en moeten altijd maar zien wat voor weer het wordt. Naast de harde wind begint de dag mooi met zon en af en toe een wolk.
Marc gaat een zeef maken van een oude beddenveer en wat schaduwdoek. Het blijkt fantastisch te werken. Roel en ik gaan met de 2 honden, absoluut geen speelmakkers, naar de stal. We hebben de oude ezelmest nodig voor het aardappelveldje. Meer een steile helling die ook nog ontgonnen moet worden voor half april. Maar eerst moeten alle lauzes eruit, de werkbank, de vaten die vol zitten met oude diesel, kannetjes en andere rommel.
Marc kan het niet laten en komt kijken zodra hij klaar is met het zeven van de eerste kruiwagen zand. Het zand moet fijn en schoon zijn om er voegsel van te maken voor het achter terras.
Roel en ik sjouwen lauzen en babbelen wat af terwijl Castel rondsnuffelt en Yo als een echte Arubaanse hond, gaat liggen zonnen of Roel achterna loopt. Ze krijgt er het heen en weer van en zoekt een plekje om haar kop op de voorpoten te leggen. Overal zie ik speenkruid, longkruid en vergeet-me-nietjes in bloei. Het lijkt een prachtige dag te blijven. Maar rond het middagmaal trekt het dicht en de wind wordt nog harder. Storm...
Ik maak me altijd zorgen om Pipo, dus voor de afwas ga ik eerst zoeken. Waarschijnlijk ligt hij op de helling tussen stal en stalpad, waar hij snachts op muizenjacht gaat.
Aai struint en roept met me mee. Als Roel met 2 honden achter zich aan naar de rivier loopt, nadat ik hem de paadjes heb laten zien, heeft hij Pipo al gezien.
Ik klauter naar poes toe die een prachtig rond kuiltje gemaakt heeft en er ligt te pitten alsof hij nooit ergens anders heeft gewoond.
Pipo laat zich naar huis dragen, maar hij wil niet even binnen brokjes eten. Op zijn hoede blijft hij op het terras wat rondhangen.
En de afwas is al gedaan als ik met Pipo thuis kom!!!! Wauw, een verrassing.
Ik ben erg blij dat we nu al 'eventjes' zo'n berg werk verzet hebben.
Alle mest is al boven, nog wel in de bak van de auto, maar een lege 'schone' stal is al heel wat.
Ik ga zo zomen naaien in de tochtgordijnen. Roel is vissen, Marc doet een dutje. Het was ook na middernacht voor we naar bed gingen.
Ik kan er zo snel nog weinig over zeggen, maar deze gast is fijn gezelschap, gaat zijn eigen gang en is zo flexibel dat we makkelijk bij onszelf kunnen blijven. Weer anders en uniek, weer leerzaam en onverwacht zijn deze extra handen welkom. Pienter en vol ideeen zit hij ook.
Ondanks de wind en de wat bange poezen, is er veel rust in deze nieuwe setting.

Smiddags gaan we met z'n drieeen een huis bekijken, dat we wat 'verkoopbaarder' kunnen maken voor een plaatselijke makelaar. De tuin en misschien wat schoonmaken binnen. We verbazen ons over de franse bouwstijl en inrichting, de rommelige vieze schuur met z'n containers aan afval, troep. Het is volledig dichtgetrokken en het waait fris en nog hard.
Via een Table d'Orientation rijden we terug. Roel kan zich zo goed orienteren, waar hij vandaan kwam woensdagavond, waar de gorges ligt ten opzichte van wat andere orientatiepunten. Een stuwmeer ligt hoog in de bergen vol wat te glinsteren in het late licht. Lichtgrijs dat veranderd in blauw als er geen bewolking is. De zonsondergang zet zich in en dat geeft wat mat donker gelige strepen in de verte aan een wel heel weidse horizon deze avond.
Thuis zetten we het eten klaar als Roel nog wat mijmerd in de moestuin, weemoedig en verlangend nagekeken door Yo die bij het hekje staat en weet dat ze daar niet komen mag.

Daarna kijken we de film 2012. (In het verlende van die andere film en het boek dat ook gaat over het 'einde der tijden' . De tijden voor de mensheid, niet van moeder aarde, zij draait gewoon door. Misschien op een andere as in de tegenovergestelde richting.
De mannen gaan vroeg naar bed en ik loop nog even in het licht van de maan, vergezeld door Joppie, naar de oprit en ga zitten op een flinke steen. Joppie waakt en kruipt in me, terwijl we alletwee luisteren naar de uil die vlakbij roept.
De vleermuizen zijn ook wakker, maar nu valt er niets te eten, die wind waait alles weg.
Thuis zit er een piepklein muisje in elkaar gedoken voor de onderste traptrede. Versuft en geschrokken van één van de kattekaken. Ik friemel het trillende warme diertje tussen mijn duim en wijsvinger in het nekvel en zet het buiten weg. Pipo kijkt me schichtig aan en vliegt naar binnen.
Een goede eerste dag.

woensdag 24 maart 2010

Yo Pannekoeken

Roel komt met Yo de hond. Ik zal haar naam wel niet goed schrijven, maar Yo is een wel heel rustige hond en Castel draait als een stuk onrust om haar heen.
We babbelen met elkaar na een kort huis-rondje en eten pannenkoeken.
Voor we het in de gaten hebben is het al laat en zijn we toe aan slaap...
We kunnen nog geen beeld vormen van elkaar, dat komt later wel.
Het beeld is voor de katten duidelijk genoeg; "hond, wegwezen".
Alleen shadow en Cros doen alsof er geen gast of hond is en Aai us wel te vermurwen om van de schouw af te komen en op de bank te gaan pitten.
Een ontspannen en leuke binnenkomer, het wordt een goede week!

dinsdag 23 maart 2010

De grote schoonmaak

Een volgende meewerkende gast is een volgende reden om de grote schoonmaak aan te vangen.
Ik maak de zijkamer in orde, zet het raam open en met oranjebloesem-geur maak ik de verwarming schoon. Het één is nog niet klaar of het volgende dient zich aan.
Terwijl Marc op z'n Marc's weer knutseld aan de buitendouche, ruim ik zakken leeg met stoelkussens, naaistoffen, schoenen en winterkleer. Ik was de tochtgordijnen uit die daarna een zoompje moeten krijgen. Reden om me weer met de naaimisschiene bezig te houden.
Opeens zie ik Marc met strohoed, korte broek en een T-shirt in de weer en hij zoekt zijn sandalen....
Ik loop te puffen in een wollen coltrui met daarover een fleecetrui en een zwarte lange broek.
Voor ik daar wat aan kan veranderen moet ik eerst achter de kledingkast duiken om achter het schuine dak de dozen te verplaatsen met zomerkleer. Ik heb het wel erg netjes opgeruimd van de herfst en heb zo een bloot zomerjurkje eruit getoverd met een luchtig vestje.
Ik voel de wind weer op mijn huid en de zonnestralen. Wat een verademing, de lente. We vieren het terwijl we het huis en de tuin een beetje zomerklaar maken.
Fantastisch!!! De winter is echt helemaal voorbij. Iedere dag weer meer bloemen om ons heen en de onvermijdelijke vliegen. Het zal met het 'ongedierte' dit seizoen wel meevallen door de strenge winter.
Er is een begin gemaakt met het woonhuis dak poetsen en boenen. De deuren staan weer open en de wind waait door het huis. Morgen ook een frisse extra bries.
Schoon schip vandaag en morgen, heeeerlijk....


4e Gast

Een onverwachte meewerkende gast, zomaar even kort door de bocht in een mailtje vorige week.
Roel komt 1 week om even eruit te zijn, 7 dagen het roer om.
Spannend, stroopwafels en een beker echte Hollandse keukenstroop!!
Voor mij wordt het even wat drukker met het gereed maken van de zijkamer en wat orde scheppen.
Marc bedenkt vast wat samen-klussen, om ook wat aan te kunnen bieden in plaats van een lange vrije lijst met mogelijkheden, waar ik als gast ook geen raad mee zou weten.
Kippenhok? Of toch die stenen naar de voorraad? Hout zagen misschien? Of iets heeel anders??
Eén week is te overzien en wij hebben na zo'n lange stille winter wel behoefte aan een nieuw gezicht, een ander mens en delen.
Woensdag meer nieuws.

maandag 22 maart 2010

Hannetons en bollen

Het weer blijft zacht met weinig zon. 's Avonds hoeven we de ketel maar 1 keer flink vol te stouwen met hout en is voldoende voor een warm huis. Fijn om eens wat minder te hoeven zagen.
De burgermeester vond het erg goed dat we langs kwamen om ons hart te luchten over de gestolen kettingen. We reageren hier dus goed op, kletsen zoveel we kunnen en zorgen dat de gehele gemeente het weet dat er iemand rondloopt die steelt als het zo eens uitkomt.
Afgelopen week heb ik met een gehandschoende rechterhand 100 bollen gepoot. De meeste in de moestuin; gladiolen, anemonen en andere prachtige bloemen waarvan me de naam nu even ontschoten is.
De lijst met de wilde bloemen die hier voorkomen is af. Wel 136 soorten sieren hier het landschap gedurende het jaar. Ik weet van de meeste waar ze staan. Niet allemaal rond het huis natuurlijk. De keverorchis alleen aan de rivier en de bosrank hoog in de bomen aan het begin van het bospad. De bosroos moet je zoeken, terwijl de doorns van de hondsroos je overal en nergens bij de pijpen grijpen.
Weer heb ik heel veel foto's gemaakt van alle lentekleuren, teveel om ze allemaal 'te bloggen'.
Terwijl ik vanmiddag de resterende bollen knoflook schoonmaak boven de prullenbak in de keuken, valt er iets naast me op de grond. Het heeft 6 pootjes en ziet er voor de rest uit als een kruising tussen een boktor-larve en een termiet.
Na wat gegoogle blijkt het een Hanneton te zijn, althans, een larve daarvan. Hannetons zijn kevers, zoals de meikever of die hele grote metallic-groene die rond je oren zoemen. Het diertje ziet er smerig en hulpeloos uit, Castel blieft het ook niet. Ik hoop maar dat de draagbalken boven de ingang van de keuken er niet mee volzitten. Eerst de mieren die het hout aanvreten voor een rianter onderkomen, nu dus die keverlarves...

Vies ding, zo'n Hanneton
Mijn handen jeuken om weer verder te hakken en in te zaaien. Eerst een nieuwe steel kopen en hem namaken van onze mooie rechte essenstammetjes. Het moet te doen zijn deze stelen zelf te maken. Maar zoveel tijd heb ik niet, om zolang zonder hak te kunnen.
Wel zijn wat tere groenten ingezaaid en talloze bloemen en struiken die ik probeer op te kweken zoals; de europese blaasjesstruik, blauwe regen, trompetbloemen en monnikskap.
Het is nu afwachten, water geven, tegen de aarde praten in het kasje en alles de grond uitkijken, en nog even wachten...

Ambitie

Iedereen heeft wel een ambitie, een doel. Iets om naar toe te leven, te werken, naar uit te kijken en het verlangen te koesteren.
Van een lezer kreeg ik onderstaande link door;
http://www.scorgit.com/blog/index.php/le-mont-mezenc/#more-132
Van andere emigranten die dit filmpje ook weer kregen van dorpsgenoten.

Het is een weergave van de alledaagse realiteit van het leven op het platteland, het eenvoudige geluk en de hoge mate van gezondheid, op psychisch, sociaal en fysiek nivo!
En jazeker, dit is onze ambitie, op z'n M&M's, iets minder vuiligheid, maar in essentie hetzelfde.
Geen ingeblikt gevoel meer (Bedankt MizzeL voor deze woordkeuze, geeft perfect aan wat we in Nederland voelden) en een natuurlijk zicht op de omgeving en je eigen leven.
Afgeroomt tot op de essentie, dat wat echt belangrijk is.

Mijn ogen blijven bij deze beelden hangen op de uitstraling van de man, ik krijg ze er niet van losgescheurd.

zaterdag 20 maart 2010

Lege tijd 2

Een rustige lege dag waarin we beiden weinig doen.
Marc legt de laatste stenen op het achterterras, nu nog voegen.
Ik zoek m'n foto's uit. Regelmatig moet ik het kaartje legen en doe ze in een map die ik dan ter zijner tijd eens uitzoek. In de uitzoek-map stonden vanochtend >500 foto's en voordat het onoverzichtelijk en een dag werk wordt, besloot ik ze netjes op te bergen.
Marc maakt een bordje om de dieven van de kettingen veel werkplezier te wensen en dat we aan hem/hen denken als ze in gebruik worden genomen.
's Middags na een erg lekkere en dure vis van de markt prikken we het gelamineerde 'bordje' op een paal op de plek des onheils. Je kan het zien als witte magie, Marc had behoefte om meer te doen dat de aangifte bij de gendarmerie.
We klotsen en husselen onszelf een middagje over de vele pistes hier op de helling en genieten van het steeds veranderende bos. Boven in het 'boevendorpje' weten we een gite en we rijden even langs om te kijken of de mensen thuis zijn. Vrienden uit Nederland willen komen buurten in april, wij kijken uit naar een fijne gite. Maar helaas, ze zijn niet thuis. Ik doe onze wekelijkse vuilniszak in een container en we husselen, hotsen en botsen naar huis via een ander pad.

Trots kijk ik thuis tegen twee rolkussens aan, met sloop. De 9 knopen heb ik er met de hand aangenaaid.
Verder maak ik foto's van al die kleine bloempjes die onze onze tuintjes sieren, de wind is warm en door de bewolking lijkt het tijdloos, alsof de dag niet ten einde loopt.
Nog meer van deze druppels die uit de hemel komen vandaag en het wordt één grote bloemetjeszee van voornamelijk longkruid en viooltjes. Sleutelbloemen staan in knop en we hebben het eerste vergeet-me-nietje al zien bloeien.
Ik besmeer stukken stokbrood met een eigen boter-knoflook-brouwsel en gril ze even. Een lichte en lekkere avondmaaltijd waarna we douchen en een filmpje kijken.
Echt zaterdag, voor zover we nog erg in de dagen van de week hebben.
Aardbeiganzerik en een bosviooltje

vrijdag 19 maart 2010

1008 bladzijden

Sommige dagen zijn niet zo geslaagd. Ook al gebeurt er niets bijzonders en worden we niet bestolen. Deze ochtend gaat het koffie-gesprek al snel over geld.Voor ons altijd een reden voor stemverheffing en emoties. Wederom zit een basisverzekering er niet in en moeten we wel blijven investeren in het verdienen van geld voor een huis ver weg...Deze druk wordt steeds groter en overgave aan de situatie is moeilijk voor Marc, die niet makkelijk loslaten kan.
Met koppige koppen rijden we voor niets naar de Marie, waar we de burgervader niet aantreffen. Marc wil gelijk doorrijden naar de stad een uurtje kachelen verderop voor de keuring, maar wat moeten we in die middagpauze in een lege stad waar alles dicht is?
Verder is mij de lust ontgaan te ontspannen en 2 ligstoelen te kopen, of een steel voor de hak die alweer gebroken is door het zware werk. (de 4e steel in ruim een jaar als ik me niet vergis)
Dus Marc draait om en we lopen wat te dralen in en rond de moestuin. Ik zoek daarna in het wilde bloemenboek naar de namen van de bloemen die ik zie. Ik ga te laat koken en Marc vliegt uit zijn slof dat hij zonder eten weg moet. Dat ik niet met hem mee wil heeft mijn gezicht al verraden. Ik ren dan achter hem aan voor 2 belangrijke dingen en weg zijn we, niet mijn idee van eens in de zoveel tijd naar een stad. Hij vertrekt zonder wat te zeggen en beroep me op ouderwets aan de telefoon hangen om hem te zeggen dat ik hier nog pissiger om wordt.
Ik breng de dag door op het barterras met m'n boek.

((Het nest is een hoek van een muur gemaakt van enorme brokken graniet waar precies op de hoek de grootste steen weg is. Er is hedera op gegroeit en een zalig plekje voor katten om te zonnen.))

Pipo in katzwijm in het 'nest', Castel op de muur naast me en Cros kijkt de hagedissen uit de muurtjes. Ik voel me natural high, ik voel alleen de zonnewarmte en hoor de koude windvlagen aankomen rollen door de gorges. Verder lijkt het verdooft stil en ik jaag mezelf door weer een honderd bladzijden. Tot het me in de wind te koud en te onrustig wordt. Ik verplaats mezelf met boek naar het achterterras waar weer meer bladzijden verslonden worden om het boek bijna uit te lezen op m'n bed met Aai naast me.
Na zolang lezen worden mijn ogen erg moe en ik doe ze onbewust dicht. Mijn gedachten dwalen in het verhaal van het dikke boek als Marc thuiskomt. Ik blijf wakker van het knallende en spetterende kastanjehout dat brandt in de schouw en m'n maatje is inmiddels wat rustiger als begin van de middag en komt me wekken voor ik een nachtdier wordt.
De knuffel komt naar me toe en met grappig gescheld waar we altijd zo om kunnen lachen samen eten we een boterham. Ik heb weinig trek, een soort vastendag geloof ik. En in stilte teken ik met een merkstift op de onderkant van het bordje de leuke scheldwoorden. Grappige tekeningetjes, een bos en figuurtjes, sterretjes en stipjes. Dat kan als je oud zoveel-hands-servies hebt.
We kijken elkaar wat dwaas aan, grote kinderen...
Een dag de pc uit houden is wel eens goed, maar het is jammer dat de reden waarom minder prettig is.
Na de boterham lees ik de laatste 20 bladzijden van dit apocalyptische verhaal van Steven King. Na de pandemie en de film 'The Happening' is het cirkeltje met dit boek weer rond. We zijn sterfelijk, hebben niet het eeuwige leven. En een dag niet gelachen is een dag niet geleeft. Fijn dat we 's avonds nog naar elkaar kunnen lachen. Het maakt de rest van de dag weer goed.

donderdag 18 maart 2010

vrouwendag versus rokjesdag

Ik lees vanochtend in de krant van de Nederlandse WereldOmroep het weerbericht in Nederland. Het kopt "Rokjesdag". Ik haal m'n wenkbrouwen op en lees dit 'weerbericht' over dat het eindelijk weer eens rokjesdag is.... Vreemde manier om het weer aan te kondigen en te melden dat het 15 a 16 graden wordt. Voor ik spijkers op laag water ga zoeken trek ik m'n nieuwe goed aan, tut me op en ga naar de markt. Ik wil ook even naar de pharmacie voor advies over een vrouwenkwaaltje en vraag H me te helpen. Ik kan me prima uitdrukken, maar als ze specifieke vragen gaan stellen, vrees ik dat ik niet alles begrijp en met medicatie of medische adviezen durf ik niet te knoeien en te gokken.
Grappig dat ik na 2 minuten een paar euro's lichter buiten sta met hetzelfde dat ik er in Nederland voor kreeg zonder ook maar 1 extra vraag! Fransen zijn makkelijk met medicijnen, dat wist ik en werd vanochtend weer eens bevestigd.
Op het marktpleintje is het een ontwaken nu de lente eraan komt. Een reunie van de dorpshgenoten uit de omgeving en een waterig zonnetje verblijdt de mensen. Op het terras staan nog maar 2 tafeltjes, onbezet, dus tijd om er even een grand café te drinken en te zwaaien naar de olijven-wijnman met zijn alpino-pet en mooie snor.
Mijn excuus naar le Patron van het café is dat de gorges 's winters gesloten is en we niet weg konden. Zijn antwoord gaat me net te snel, maar met een glimlach is het ook wel goed.
Na het middageten bijt ik me vast in de ronde lange kussenslopen. Het knoopsgaten naaien is een crime, de spoeldraad raakt steeds verstrikt in het spoelhuis, maar na 2 mislukte pogingen zie ik het kleine addertje onder het gras en de rest gaat me goed af.
Voor ik het weet is het zes uur. Marc bouwt verder aan de muur achter de secadou. Het schiet al best leuk op en ben trots dat hij dit met een glimlach voortzet. Evenals het kloven van de brokken eik. Tijdens een korte middagpauze laat hij de inmiddels gemerkte kloofbijl liggen. Hij geeft niet toe aan de angst alles maar steeds mee naar huis te zeulen.
Ik denk er anders over en vind het de goden verzoeken.
Ondanks de waterige zon is het hier ook een graadje of 16, maar absoluut geen 'rokjesdag'. Die komen er wel aan volgens de boeren. Stipt op de 21ste deze maand. Ik kijk op Meteo en zie hun weerbericht bevestigd. Rokjesdag is hier gewoon bikini-dag!
Het is weer één van de vredevolle dagen waarin de rust als een warme deken de laatste restjes kou uit onze botten weg streelt.

woensdag 17 maart 2010

.


Wanneer jij voor jouw geluk zorgt, zal je omgeving de veranderingen ondergaan die nodig zijn ten goede van allen.

Christiane Beerlandt

de rede kan liefde niet uitdrukken

De dag begint slecht. Na het opstaan haal ik de katten uit mijn kamer. De laatse en zwaarste van het stel, Aai, draag ik meestal naar beneden. Ze voelt zo wollig en zacht en versuft laat ze het altijd behaaglijk toe. Nog 6 treden te gaan en ik glij met poes en al uit op de afgesleten trede van de eikenhouten trap. Met sokken de trap af is nooit een succes. Met donderend geraas kom ik onderaan de trap verbaast tot stilstand. Nu jaa, stilstand, stil zit, hang, lig en Aai zit geschrokken op de trede waar ik op uitgleed. Marc vliegt de keuken uit en geeft me geschrokken een knuffel. Ik heb me niet bezeert, een klein wondertje die het leed direct verzacht. Mijn rikketik is getest, prima in orde, en de toon van de dag is gezet; Oppassen vandaag!
Na het rustig ontwaken heisen we ons in werkkleer. Droog hout ga ik zagen en Marc wil verder met het kleinkrijgen van de eikenstam.
Gisteren heeft hij de landrover-met-lier er laten staan. Evenals die waardevolle kettingen met (kromme) haken die we van Cees kado kregen. Die kettingen zijn goud voor dit zware werk. Terwijl ik een paar foto's maak en trap op 1 van deze kettingen die in de berm aan de kabel van de lier vastzitten roep ik nog naar Marc of hij ze niet even mee naar huis moet nemen. Het ligt hier allemaal maar zo...
Maar Marc wimpelt mijn ongerustheid weg. Wie taant er hier nu naar, die ene boerenzoon op z'n quad?
Ik ploeter me met een ongerust gevoel door wat dode boompjes die ik of in z'n geheel of in stukken de helling af gooi, tussen baby-eikjes door het bospad op. Terwijl ik daarna met een zere hand, de wond is nog steeds open, de boel kleinzaag, komt Marc even bij me kijken... Denk ik!
Een beetje ontdaan zegt hij me dat alle drie de kettingen gestolen zijn.
BOEM!
Dat slaat in als een bom. Weg de vrijheid die we kochten met veel offers van dien. Weg het prettige gevoel hier te kunnen leven en werken, ongecompliceerd, warm en vertrouwd. Moeten we nu echt een groot hek om de 11 hectaren gaan zetten. Voor een wandelingetje in het bos alles met de kasteelgrote sleutels afsluiten en die enorme sleutelbos altijd met ons meezeulen?
Kunnen we nu echt niet meer de boel de boel laten om even te eten samen thuis, terwijl de spullen langs de bosweg liggen, om het werk daarna op te pakken?
Blijkbaar niet.
Het stormt in onze hoofden, terwijl Castel haar tanden poets door op een houtje te bijten en de hagedisjes zich opwarmen in de zon. De rivier die ruist en de zachte wind die door de toppen blaast. De vriendelijke rust voelen we niet meer, volledig opgenomen in onze onrustige schok van dit gebeuren.
Dat de mensheid vaak te veel bezig is met hebzucht en jaloezie is ons bekend. Dat dit op deze wijze zich toch zou manifesteren vinden we echt verdrietig, triest.
Om m'n maatje duidelijk te maken hoe ik erover denk geef ik hem het fiat om te vloeken, wat ik anders niet zo snel zou doen. En zo laat hij wat verwensingen los en dit keer eens terecht.
Hij speurt doelloos de hellingen af, zijn manier van grip krijgen op deze situatie. De kettingen zijn onmisbaar, ze waren vanaf het moment van het krijgen in gebruik.
Even nieuwe kopen zit er ook niet in, dat laat ons budget voor extra dingen niet toe.
We druipen maar af naar huis. Ik start mijn pc op om de foto's die ik gisteren maakte van het eik-ketting-plaatje uit te printen. We gaan direct met woordenboeken en foto's naar de Marie, die gesloten blijkt te zijn, om daarna door te rijden naar de Gendarmerie. Daar worden we in alle rust ontvangen in het kleine met zon overgoten kantoortje van de hoofd-agent. Die rustig ons verhaal aanhoort en ons uitlegt hoe er hier met diefstal en vandalisme wordt omgegaan.
We betrekken het veelvuldig stukmaken van het hek erbij. Het hek dat het weggetje afsluit waar onze bron aanligt, we zijn afhankelijk van de goede staat van deze bron en hebben geen ander water dat drinkbaar is. Ook dat wordt keer op keer vernield, niet omdat men nu een doorgaande route mist. Het weggetje is al onbegaanbaar en is alleen een afsnijroute naar het bospad. het dient verder geen enkel doel. Maar waarschijnlijk gewoon uit onhebbelijkheid over die vreemdelingen die denken dat zomaar te kunnen doen. (met toestemming van de eigenaar van het paadje en een akkoord van de gemeente/Burgermeester zelf)
Ons is wel bekend dat in het kleine dorpje dat vlakbij op het plateau ligt nogal wat mensen wonen die een ontzettende hekel hebben aan vreemdelingen. Dan nog niet eens buitenlanders, maar ook mensen die uit andere departementen komen. Misschien het Stugge-boeren-syndroom hebben. We kennen een heel vriendelijk stel uit dit dorpje. Hij is er geboren en verliet deze streek om in Parijs te studeren, waar hij zijn vrouw ontmoette en 20 jaar werkte. Hij kwam terug, met zijn Parijse vrouw om hier de rest van zijn leven in zijn geboortedorp te wonen, terug naar zijn roots. Ook hij wordt bejegend als vreemdeling. Iemand die er niet hoort. Ook zij worden gepest en kunnen de deur niet open laten.
De 3 of 4 jongeren die er wonen hebben al meer vernield, waarop Marc ze aansprak. Alsof ze van niks weten knikken ze ja en amen, maar komen blijkbaar terug.
We kunnen niets hard maken.
Ik laat de agent het woord voor pesten zien in het woordenboek. Hij maakt het gebaar met twee handen alsof een clown je een feesttoeter bespeeld midden in je gezicht en je uitlacht. Hij knikt dat hij het dondersgoed begrijpt. Hij noteert alles in een dik schrift, een overdrachtsrapport voor alle agenten. Het enige dat ze kunnen doen is praten met de omgeving. Net als wij iedereen aanspreken over koetjes en kalfjes en of men iets gezien heeft. Iedere diefstal wordt keurig bijgehouden op een kaart aan de wand met punaises. Vorig jaar 1 diefstal die gemeld is in de contreien, dit jaar al 10. De meest onzinnige dingen die ontvreemd en of vernield worden. De agent beaamt hoe triest het is.
We komen gelukkig voortreffelijk uit onze woorden en maken duidelijk dat we ons nu weer gevangen voelen in een systeem dat rotte appels heeft.
We voelen ons gehoord en serieus genomen. Dat we daarmee ons gevoel voor veiligheid niet terug hebben is even een mindere zorg. We zijn serieus genomen en het was goed dit voorval direct te melden bij de Gendarmerie, ze zijn er voor je en nemen alle tijd.
Zodra de Marie weer open is gaan we vragen wat de beste manier van reageren is, naast het contact maken met een ieder die we tegen komen. Pamfletten misschien, om met foto's te vertellen wat er gestolen is. Zodat iedereen ervan weet en de dief ze niet met trots openlijk kan gebruiken. Eerst hebben we advies nodig.
Misschien moeten we vasthouden aan ons gevoel vertrouwen te blijven hebben in de mens en onszelf, ons niet laten kennen en te blijven houden van hetgeen ons hier zo aantrok; de liefde en de rust.
Maar de rede kan de liefde niet bevatten.... of uitdrukken. Je kunt de rotte appels niet uitleggen hoe fijn het is een lekkere zoete frisse appel te zijn en te blijven.
We doen ons best. Maar deze dag is slecht begonnen en wij gaan even op ons handen zitten. In de zon weliswaar!

dinsdag 16 maart 2010

zonnen-injectie



De dag begint hier weer mooi met een heldere lucht en een koud briesje. Er is nog wel wat vorst aan de grond en binnen bij de schouw word ik snel en fris wakker. Ik kan niet als razende Roeland aan de slag buiten. De lelijke vleeswond die het 'pieletje' hout in mijn rechter handpalm maakte wat dagen geleden is nog open en doet erg zeer als ik de hand open of strek. Zo back-to-basic dat ik de hand zelf even hecht, is het nog niet. Dus moet oppassen waar ik mijn lentekriebels aan besteed. De eerste blauwe druifjes in het voortuintje bloeien al, evenals een paar Forsythsia-bloemetjes. Marc is het gevecht met de omgezaagde eik aan het voorzetten en ik hoor de grote kettingzaag lange halen maken.
Een goede schoonmaakbeurt in huis zal me goed doen. Ik verschoon mijn bed en gebruik mijn nieuwe mop voor de vloer. Voorheen deed ik dit ouderwets op de knieëen met een dweil en was een uurtje zoet. Ik voelde me een vrijwillige Assepoester, niks mis mee, maar soms is het genoeg. Ik gaf mezelf een nieuwe mop kado die alleen nog in een hoek stof heeft staan vangen. Dat stof is er nu wel uit en al vaal hangt hij nu te drogen. (Of is een mof een 'zij'?)
Zelfs de katten vroegen om een schoon foulloir door wat kots te deponeren, dus de wasmachine draait vandaag ook overuren. Na de lunch met oude hamburgers die maar net gaar zijn gebakken, gaat Marc een zonnen-injectie nemen. Hij spreidt stoelkussen uit op het achterterras en dwingt ons om een zonnebril op te zetten, wat ziet die man wit!!!! Ik slenter rond op het erf in de middagzon. De bries is opgewarmd, Aai en Cros liggen te rollen in de gedroogde modder, het stof waait al weer rond hen op. Grijze katten worden het en om het van zich af te schudden wordt er even gestoeid.
De bovenste bak, die als overloop van het bron-recervoir dienst doet, heeft een pijpje waardoor het water naar de bakken verder op het terrein stroomt. De pijp zit verstopt met blaadjes en alg en ik stroop een mouw op om de bak wat schoon te maken.
Net als vorige lente schep ik zo ook de baby-vuursalamandertjes eruit die gaan liggen spartelen in de natte derrie. Op mijn hurken ben ik zo weer een uurtje zoet om de diertjes te redden en terug te gooien in hun kweekvijver. Ook de libellen-larven red ik van een verdrogingsdood. Zij zijn nog koud en stil, diep in slaap. Echte rovers die wel een salamandertje lusten, maar wie ben ik om de keuze te maken? Die bak moet toch schoon. Zodra Marc gaat voorslapen voor zijn nacht-cursus, neem ik zijn plaats in op de kussens met een boek. Binnen een paar minuten begin ik al de afvalstoffen van een hele winter te zweten, dat stinkt. Ook mijn huid ziet erg wit en de zonnewarmte is zo weldadig dat ik het 'ruiken' en de plakkerigheid voor lief neem. Alleen alle beestjes blijven vervelend en nu al kleven ze aan je huid. Het eerste dat we snel gaan doen, fijne buitenstoelen kopen om op te relaxen. Dit gehannes zijn we goed zat. We wilden daarmee wachten, maar waarom?
's Ochtends belt de garage me. Ook een Martine die even in rap frans verteld dat ze op het punt staat een afspraak te maken voor de keuring. Niet een soort van APK, maar een Controle Pollution. Dat is hier net zo verplicht als die APK als je een diesel-auto rijdt. Ritje naar de stad de 19e. Het voelt geruststellend dat me dit telefoontje zo makkelijk af gaat. Dat was vorig jaar wel anders...
Na onze zonnen-injectie gaan we aan de slag. Ik duik de kas in om voor te zaaien; pepertjes, meloen en komkommer, tomaatjes, Whisteria (blauwe regen), Trompetbloem en basilicum. Het broeit er al aardig, maar mijn hand belet me om alles dat ik erin voor wil zaaien ook echt in de grond te stoppen.
Marc gaat verder met de eik. Eindelijk heeft hij het voor elkaar dat de stam van de helling af is. Hij zaagt er blokken van die hij klooft. Hij is ongeveer op de helft van de stam. Het ziet eruit of hij net begonnen is.
Terwijl ik foto's maak van dit project vraag ik hem of hij aan het oefenen is voor de hulk. Ik krijg de kloofbijl aangerijkt, maar met mijn gewonde hand opgeheven laat ik ziet dat ik liever huidkleurig blijf in plaats van groen te worden of wit te blijven.
Deze franse lentedag was heerlijk. Niet dat een franse lente echt bestaat. Het zal in Normandie wel andere koek zijn en aan de Middellandse zee ook.
Na een douche vet ik me in met een lotion, het voelt nu al droog na 1 uurtje zonnen.
Ik stuur deze warmte wel naar het Noorden, het komt eraan hoor!

maandag 15 maart 2010

Harry en Slick

Harry is of was een bijzonder mens. Buiten de maatschappij en steeds ook reikend naar de mens. Een mens zonder het verlangen als andere mensen te zijn. Toch mens!
Op onderstaande foto die ik heb ingescand is hij te zien met Slick (onderaan) en een zwarte kat waar we geen sporen van aantreffen in het huis. Wel de riempjes en de lijn waar hij ze mee bij zich hield.

Door al het stromende azuurblauwe water waar we langs rijden moeten we een plas. We draaien de weg in de kloof af een parkeerplaats op. Het is meer een toeristische pleisterplaats met 2 huizen tegen de rotswand aan gebouwd. Inmiddels meer ruine dan behuizing, ingestort en vervallen met kleine grotten erachter en ernaast. Het eerste huisje lijkt haast te zijn opgenomen in de enorm hoge rotswand en met koplampjes en het fototoetsel gaan we deze bouwsels eens verder bekijken.



De deuren staan open en alle gebouwtjes dragen briefjes op de gevels en deuren. Prima leesbaar in verschillende talen.
Of u alsjeblieft hier niet wilt plassen (waar anders, geen dixies in de buurt) want de stank nesteld zich in de rotsen. Of je de deuren dicht wilt houden, anders komen er wilde katten binnen die het kattenvoer opeten? Een heel boos briefje over dat men deze woonplek moet respecteren, omdat hij anders weggaat, voorgoed.
Allen ondertekend met 'Harry' of 'Dirty Harry'.

Harry's woonhuis


Een fles rode wodka staat naast de open deur met biefjes met een bezem ernaast. Het plastic voor de ramen op de eerste verdieping is gescheurd en flappert wat in de wind. Het huisje bestaat uit 4 kamers, 2 beneden waarvan 1 de keuken en 2 boven aan de nog goede trap. In de bovenkamer links is een wandschildering gemaakt, vrolijk met blauwe raampjes en verder in zwart op een witte muur. Een mooie stoel staat daar met een nette overtrek eromheen. De vloer is boven keurig schoon, geen rommeltje te zien. De rechterkamer met een nette houten vloer is enkel gevuld met een oud matras. De zon speelt met deze keurige leegte.

De hooizolder boven de schuur

Beneden zijn de kamers van een ander kaliber. Het lijkt een hol voor junkies. Overal kleding, stof en troep. Een kattenhalsbandje met een naam erop. Knoflook, dvd's, geld en foto's, nog meer briefjes en foto's, eten dat er nog goed uit ziet. Medicijnen en shaq, verdroogt op de grond verspreid. Honderden opgebrande waxinelichtjes, ampullen, pennen en een slaapzak, pannetjes en aantekeningen, kleding met gaten en zonder, lege condoom-verpakkingen en leuzen op de muren. Een schouw vol as en verbrande troep.



Langzaam maken we kennis met Harry en Slick, Dirty Harry zoals hij zichzelf noemt gezien de ondertekening en opschriften achterop de foto's die verstoft en vies in alle hoeken en gaten liggen. Het is of deze oude verwilderde zwerver even 'boodschappen' halen is en zo weer terug komt. Het contrast met de kamers boven is groot. Het lijkt net of daar niemand komt. Het bankje is nog zitbaar, de stank is verschrikkelijk. Zilverpapiertjes en lepels, aanstekers en vloeipapier.
De briefjes buiten aan alle bouwsels zijn nog intact en leesbaar. Zolang kan Harry niet weg zijn. We krijgen samen het gevoel dat Harry ook nog leeft, maar even niet thuis is.
Marc vindt zo'n gedetailleerde stafkaart van de Gorges en bekijkt hem buiten op de veranda. Daar stinkt het enorm naar pis, heel vies, stank van verrotting. Daar hebben de zon en regen vrij spel. Hij merkt op dat deze plek op de kaart is aangegeven met een blauwe cirkel van een merkstift. Nog meer parkeerplaatsen langs deze route hebben zo'n zelfde blauwe cirkel. Alsof het allemaal woonplaatsen zijn van Harry en zijn Slick. Slick is Harry's poes, van wie de kattenbak is en alle zakjes opengescheurd kattenvoer. Harry staat op bijna alle foto's die we vinden afgebeeld met Slick de poes.
Harry blijkt niet een junk te zijn, ook geen alcoholist die zijn hersens heeft verzopen. Harry blijkt niet gehandicapt of minder intelligent of ontwikkeld. Aan de briefjes in hetzelfde handschrift zien we hem 3 talen spreken en schrijven, zonder fouten! Ik denk dat Harry brits is, maar wie zal het zeggen?
Harry heeft veel mensen ontmoet, door te wonen op verschillende pleisterplaatsen in deze Gorges. Alle foto's en andere aandenken zijn daar het bewijs van. We vragen ons af waar Harry en Slick nu zijn. Misschien op 1 van zijn andere parkeerplaatsen of tijdens deze strenge winter in een opvang ergens. Of overleden? Maar daar zijn al deze sporen nog zo vers voor en ik blijf erbij dat Harry zo ineens voor onze neus kan staan.
Iedereen mag bij hem binnenkomen en rondsnuffelen. De deuren zijn niet op slot. Het is wel sneu te zien dat er toch geplast wordt daar waar Harry briefjes heeft opgehangen met het verzoek dit niet te doen. Ook is het sneu dat men de deuren niet sluit en een bende heeft gemaakt van het huisje. Respectloos, achterloos.
Door de foto's is het net of we Harry echt ontmoeten, hem aankijken en de hand schudden.
Eén foto treft ons wat dieper. Een printje van hem met poes Slick op zijn hoofd. Op alle foto's draagt hij een hoed, van stevig linnen waar je de rand van op kan slaan. Het is een wat malle foto van een verweerde oude man met een kale kruin en een baard die haast zonder tanden zijn onderlip ver over zijn bovenlip kan leggen en met priemende vrolijke ogen in de camera kijkt. Het onderschrift luidt "Ici nous sommes tous normeaux!!!!".

De andere huisjes op deze parkeerplaats zijn aardig vervallen, onbewoonbaar. Het is wel mooi om te zien hoe deze daken zijn gemaakt. Zonder houtconstructie is er van stenen alleen een boog of gewelf gebouwd met daarop zware platte stenen die het water afvoeren. De broodoven is nog heel en een bovenkamer was een hondenhok. De geur en de oude halsband met bel, voor de jachthonden een traditionele 'dracht' maken ons dit duidelijk. Een steunpaal midden in het vertrek op de begane grond is versiert met een hart. Een apart detail in deze ruine. Weghalen kun je dit mooie ornament niet. Het gebouw zou instorten en de geschiedkundige waarde van zulke gebouwen is hoog.


Maar in de ontvolkte Lozère maalt niemand erom. Laat maar staan en gebruiken als plasplek voor de duizenden toeristen en dagjesmensen. Een eenzaam klimtouw hangt vanaf de rotspunt naar beneden. Het einde hangt in een boomkroon waar niemand meer bij kan. Hoger op de rots is nog zo iets te zien als een oude klimroute. Ons niet gezien, de overhang is enorm, een uitdaging voor elke doorgewinterde klimmer!

De deur naar zijn woonkeuken van 9 vierkante meter.

Een tafeltje


De scheurdeuren. Op de dichte deur hangt een briefje deze gesloten te houden, hij blijft uit zijn sponningen vallen als je tracht hem open te doen.


De ravage die hij deels zelf veroorzaakt heeft, maar meer de bezoekers tijdens zijn afwezigheid.


Harry's bankje met een ingelijste foto van hem en een meisje.


Het bed op de kamer boven.


Wij kennen een Harry met zijn Slick. Het was een bijzondere ontmoeting.

zondag 14 maart 2010

Een dagje uit

Om kwart voor 9 waren we er klaar voor. We laten de boel de boel thuis en hebben de auto op orde. De koelkast zit vol, de kastjes gevuld met eten en lekkers, zonnenbrillen voorin en heel veel zin. Het eerste uur is het bekend terrein dat we doorkruisen. We zien verschillende keren op de meest onmogelijke toppen van bergen en rotsen kloosters en burchten staan die onze belangstelling wekken. De eerste stop is rond 10 uur op een heel hoog punt met een ruine van een oud kasteel. Het wordt gerenoveerd, maar zoals het er nu al bijstaat is het indrukwekkend. Het is ijskoud zo vroeg op de winderige top, sneeuwrestjes liggen nog in hoeken en gaten en met verkleumde vingers maak ik foto's. De kerkklok van het plaatsje begint te beieren en het vale felle ochtendlicht prikt in onze ogen. De eerste plak zelfgebakken cake met praline-fondant is wel heel erg lekker. Toch bewaren we de rest voor later.
Het voelt heerlijk om weer samen in de blauwe landrover op pad te zijn. Met warm eten in voorraad, fruit, toetje, koffie en lekkers. We zeggen niet veel tegen elkaar, we genieten alletwee in stilte, vaak van dezelfde dingen. Ook het samen reizen in deze auto is iets M&M's, iets dat zo van ons samen is. We reizen verder. Ik heb de kaart in handen, zo'n groot kaartenboek met ringband met een wat grote schaal als je stafkaarten gewend bent. We hebben gisteravond vaag besloten naar het oosten te rijden, naar een nog leger en ruiger gebied, de Lozère. Het departement met het minst aantal inwoners, een zwart gat als je er snachts over heen vliegt en ter hoogte van dit departement uit het kleine raampje kijkt. De aarde wordt roder, de naaldbossen verdringen hier het loof en het landscap is naast de dorre weilanden op de hoge plateau's bezaaid met buxussen van alle formaten die we kennen. De hellingen zien er rood-bruin van. Ook hier heeft de hete droge zomer zijn slag geslagen, de koude winterwind en de sneeuw heeft alles gevriesdroogt. Het steekt heel fel af tegen de blauwe lucht. Dor heeft ook kleur. Opeens zijn we de rand van het plateau met de magnifieke uitzichten genaderd en slingeren gelijk over een smal weggetje naar beneden. Om beurten hebben we een vrij uitzicht over de Gorges du Tarn. Het is overweldigend. Een weide kloof gevormd door geerodeerde krijtrotsen, met naaldbomen en de buxussen op iedere rotstop. Steil in allerlei sculptuurvormen van de aarde zelf, blijven onze ogen naar beneden vallen. Naar de Tarn die door de kloof stroomt. De rood-zandstenen huizen, de roodachtige kale takjes van de elzen en de kleur van het water! Het kalk of krijtgesteente is wit van kleur en de stenen die door deze gletsjer ooit meegevoerd zijn, het fijne zand dat de bodem van deze rivier vormt is licht en wit van kleur, wat het water een azuurblauwe kleur geeft. Deze stroomt en schitterd. Beneden wilde ik de andere kant uit, naar het Zuiden. Marc wil de nauwe kant van de kloof bekijken. Op het nauwste stuk liggen enkel de enorm grote rotsblokken nog in de rivier. Alle kleinere zijn weggespoelt. De gletsjer en de rivier hebben een voetafdruk gezet op alles dat steen is. Halve bossen, oeroude bomen liggen vaak klem in de kloof, op de rotsblokken en lijken daar al decennia te liggen. Alles is bleek, de rotsen, de stronken en takken en het water wordt steeds feller van blauwe en zeegroene felle kleuren. Al na 10 minuutjes draait hij plots de auto een karrespoor op naar een weilandje aan de rivier. We struinen wat tussen de prachtige steentjes en afgeronde kiezels die er liggen. Verbaast kijken we van dichtbij naar dit schouwspel. Het water, de stenen en het licht. We waren al stil, maar het kan niet mooier. Alhoewel... Ik sta te dromen bij het water en ik hoor zijn roep. Of ik even kom kijken. Ik loop met hem mee naar de andere kant van het weilandje en we duiken een bossage in met uitgesleten paadjes. Ik zie een trap van boomwortels, wat meters steiler naar beneden. Mos en Hedera op de stenen, de klimop maakt de stammen bijna lentegroen. Het licht schijnt nog fel en makkelijk door deze bomen en ik zet een voet op de worteltrede. Dan neem ik de tijd vooruit te kijken, in plaats van waar ik mijn voeten zet.... Er zwemmen visjes in rond, in deze poel. Het water stroomt uit een grot die onder het peil in de poel blijft. Het borrelt heel zacht omhoog en voert af en toe een eikenblaadje mee. Verder zijn we blij hier nu te zijn. Zodra het beter weer wordt en minder koud zal het hier nooit rustig zijn. Zo stil is het nu. Ik kan mijn ogen niet geloven. Nog even en er vliegen libbelen voorbij en de mooiste vlinders. We hebben op een parkeerplaats langs de rivier diep in de kloof haast onder de uitstekende en druppende rotsen een heel bijzondere ontmoeting met Harry en Slick. Ik maak van deze ontmoeting een apart blog-bericht. Door de steeds warmere zon rijden we verder door de kloof. De rivier wordt dan weer wat bleker en ondieper, omdat het wijdser is uitgesleten in de loop van de millenia. Aan de zuidkant van deze gorges zien we het licht steeds net over de rand van de overkant schijnen, de zonnestralen kun je haast tellen in het duffuse licht. We zoeken eigenlijk een een plekje om te eten. Tot we net voor een dorpje aan het water, met kano-school, een parkeerplek naast een ruine aantreffen. Als vanouds scharrel ik de kookspullen bij elkaar en klap het gasfornuisje open. Marc pakt de stoeltjes en zet ze uit de wind in de zon en scharrelt wat bij de ruine. Tassen vol magazines komen te voorschijn, hij grapt dat hij tijdens het wachten wat te lezen heeft. Ik moet weer improviseren. Eigenlijk altijd als ik in de auto kook. De boerenkool kan au-bain marie of in de magnetron verwarmt worden en ik heb geen van twee bij de hand. Ik doe wat margerine in het pannetje en wat water. Snij de gehele rookworst in stukjes en doe alles in de pan. Ik verwarm dit smeuiige hapje al roerend en na 15 minuutjes hebben we heuse boerenkoolstamp met worst op een verlaten parkeerplekje in de zon met uitzicht op die enorme rotspartijen waarboven grote roofvogels cirkelen die door profs worden gefotografeerd. Deze profs zien we hier vaak aan de kant van de weg zitten, met camera op statief, vrouw en koffie in de buurt met dikke truien aan en blije gezichten. Wie word hier nou niet blij van. Na de lekkere maaltijd tuffen we verder door het prachtige landschap. We komen de kloof ook weer uit en al slingerend rijden we het plateau aan de overkant op. Waar we getrakteert worden op prachtige vergezichten, alweer! Een dorpje op een uitstekende rots doet ons afvragen wat de mensen bezielt om juist op deze plekken dorpen te bouwen. Letterlijk tot op de rand van de afgrond. Hoog en droog? Veiligheid? Overzicht, we weten het niet. Door Marc's gekozen omweg komen we op de 'terugweg' naar het zuiden over een enorm plateau. De dichte naaldbossen zijn een geweldige plek voor wild, dat hier veilig is. Geen mens, geen huis, geen elektriciteitsleidingen, geen bordjes naar plaatsjes, niets dat duidt op de aanwezigheid van mensen. Alleen de asfaltweg die er doorheen slingerd. Ik verbaas me over de hoge dennen. Ik heb ze nog nooit gezien, zo kaarsrecht met meter-dikke stamvoeten, hoog reikend naar licht hutje mutje. Ze lijken bijna niet echt, van plastic ofzo. De bossen en vlakten ertussen worden gekleurd door de verdorde buxussen en kale meidoorn struikjes. Hier en daar de lage gedrongen eikjes die langzaam groeien door de koud en de winden die over de plateau's heen razen.


De sneeuw siert de randen van de weg en verder alle koude plekjes in het bos waar de zon witte lichtvlekken op tovert als de stralen door de takken komen. De grove rotsblokken die verweerd in het bos verstild liggen zijn weer begroeit met hedera en mos en de ijspegels plakken manshoog als speerpunten naar beneden en vinden steun op de bosgrond en het lavagesteente. Op de vlakten zien we overal hoopjes stenen. De lava heeft veel luchtkamertjes die kapotvriezen. Ze vallen in de loop der eeuwen langzaam uit elkaar en vormen zo hoopjes in het landschap. Het lijken allemaal grafheuveltjes.

We nemen een verkeerde afslag en komen in een gehucht terecht, waar de weg doodloopt. Er staan veel auto's en na het keren van de auto zie ik een jonge vrouw met een mok thee op het terras naar ons kijken. Dit is de overtreffende trap van the middle of nowhere. Het zou ons te dor, te droog, te ruig zijn, maar zulke plekken genieten ergens wel onze voorkeur.

We willen toch via de andere kant van de Gorges verder naar het zuiden en rijden via de smalste weggetjes, geasfalteerd, dat dan weer wel, naar beneden. We komen verlaten fabrieksterreintjes tegen met even verlaten werkmanshuizen. Een nog net draaiende elektriciteits centrale van de EDF waar vissers met een enorme camper staan. De dennen groeien in en op de muren. Ik blijf het bijzonder vinden dat bomen op steen kunnen leven en doorgroeien.


De huizen zijn of nieuw of een ruine. Eén huis staat te koop en ziet er verlaten en al verwilderd uit met de bossages van sleedoorn en bramenbossen. Er staan enorme bomen rond het huis. Ze moeten honderden jaren oud zijn en helaas niet onderhouden. Deze kastanjes hebben geen solide stam meer, hol met in hun kernen weer nieuwe bomen die de 50 jaar al lang gepasseerd hebben. Je zou er bijna in kunnen wonen!





We zijn nog steeds stilletjes onderweg. Alle indrukken ontlokken ons 'oh's en ah's en andere korte opmerkingen om de ander zijn of haar ogen op iets te vestigen voor we het missen en het later niet kunnen delen.

Het is al laat in de middag als we Millau naderen. Niet om het stadje te bekijken, maar om het viaduct te zien dat één van de prestige-objecten van Frankrijk is. Het lijkt me prachtig deze brug bij zonsondergang te kunnen fotograferen en ik hoop dat het informatiecentrum open is.

Het gebied dat we hadden willen zien ligt te ver weg voor deze ene dag. Het is te doen als we de volgende keer het gebied laten voor wat het is, dat we vandaag gezien hebben. Doorrijden via de hoofdwegen naar het zuid-oosten.

We slingeren verder naar beneden en het zuiden en komen schitterende valleien tegen met al groen gras en kleine dorpjes met rood gesteente en dito dakpannetjes.

Eindelijk is daar de brug. Langzaam zien we steeds meer delen van het enorme geheel. De brug is verschrikkelijk hoog en lang en heeft 8 peilers waar hij op steunt. Of dit bouwsel ook zo nuttig is dat het de kosten waar maakt vraag ik me af in deze omgeving. Mooi is ie!!
De foto's maak ik vanuit alle hoeken, in de berm van de weg, op een grote parkeerplaats en we nemen een doodlopende weg om eronder te kunnen komen.
Het bezoekerscentrum is helaas dicht. In gedachte aan mijn vader die dit prachtig zou vinden maak ik een paar foto's. Ik kan niet op een plek komen dat alle 8 peilers erop staan en moet genoegen nemen met steeds een gedeelte. Het viaduct wordt er niet minder indrukwekkend door.










Ik rij terug naar huis. De zonsondergang is ook weer adembenemend. Die zien wij nooit zo mooi in de gorges waar wij wonen. Het is moeilijk om niet na iedere bocht te stoppen om hier ook foto's van te maken. Een oude beuk die eenzaam alleen op een top van een heuvel staat heeft zware zwarte contouren met de kleurschakeringen achter zich. Een zachte avondlucht van pasteltinten. Zodra het echt donker is wordt het rijden voor mij ook pittig. De bochten zijn niet meer in te schatten en met groot licht moet je nog alerter zijn voor tegenliggers. Groot licht van een Landrover Defender is erg groot licht, de wegen smal en kronkelig. Maar we hebben gneog aan indrukken te verwerken. Het duister laat de hersenen rusten. Onze ogen hebben moeite met de felle straatverlichting en die van de tegenliggers. Hoe dichter bij huis, hoe drukker het wordt tot aan de laatste stad. Dan duiken we het zwarte gat in dat wij thuis noemen.



Cros wacht ons op aan de kant van het bospad en Castel ligt zoet te wachten naast de schuur en is zeer blij dat we thuis zijn. Ze vergeet accuut haar eenzaamheid en lange dag wachten op een aai en wat brokken voor de nacht.