woensdag 20 mei 2015

Tafelgasten en vreemde snuiters


Normaliter nodig je mensen uit om te komen tafelen. Of dat nu eten is wat de pot schaft of een diner met meerdere gangen. Je gaat naar de markt en zorgvuldig kies je mooie producten met een fijn wijntje erbij.
In huize M&M gaat dat anders.
Sociaal gezien trek ik de kar. Iets dat ik heb moeten en willen leren, want Marc is toch meer de kluizenaar. Houdt wel van mensen, maar selectief en anders dan men sociaal gewend is. Soi.
Ik zorg voor de warme hap, meestal a midi zodat de gegeten energie benut kan worden voor het werk de rest van de dag. Die houdt hier niet op om 1800 uur, de prikklok is ons onbekend. Ook het initiatief tot luchtig entertainment van een rondje terrein, meer en moestuin komt meestal uit mijn koker.
Inmiddels, na tijdelijke de-activering van mijn account, blijkt Facebook toch zijn waarde te hebben. Relatief veel mensen zijn via dit medium ons leven binnen gewandeld om niet meer te vertrekken, al zien we hen maar eens in het jaar of minder. Al moet ik er zelf op uit of wachten we geduldig, sociale contacten hebben we nodig. Gelukkig erkenning van Lief en acceptatie, al ging het menigmaal stroef of zelfs helemaal mis, ter plekke of achteraf.
Toch blijven mensen terug komen, al gingen ze hier weg met, wederzijds, een vieze smaak in de mond, niet goed afgerond of anderszins onvervuld.

Als een van de eerste meewerkende gast was daar Mark. Woonde in Nederland op een camping die 's winters sluit. Hij besloot met zijn gitaar te gaan reizen door Frankrijk, de kost en onderdak moest komen van de handen uit de mouwen.
Ongeacht wie of wat doken we ook in dat avontuur. Zonder diepgaande screening heetten we hem welkom en zagen wie hij toen was. Communicatie verliep stroef. Er zaten wat complottheorieen van vage derden in de weg en hoe breng je de essentie over als je je zekerheid enkel van het wereldwijde web plukt zonder eerst naar binnen te kijken. We faalden alle drie. Na een nacht met angst en beven wakker te liggen, waarbij we elkaar toefluisterden dat we bang waren voor deze gast. De gast die boven sliep waar de messen in de keukenla liggen, het jachtgeweer en de luchtbuks in een hoek staan en wij enkel kussens hadden. De liefde en compassie voor en met deze gast, een doler, bracht de omslag. We sliepen rustig, boden hem een goed ontbijt, brachten hem naar het dichtstbijzijnde stadje, hielpen hem een tentje te kopen en ander gerei om zijn tocht te voet voort te zetten. Gaven hem beide een dikke knuffel en wensten hem een behouden goede reis toe.
Vreemd was het wel, Een gast zo snel de deur uitwerken als reactie op een gedeeld gevoel. Maar het hart spreekt niet voor niets, alleen hoe ga je om met wat je hoort?
Mark is vorig jaar naar Frankrijk verhuisd met zijn lief en bouwt nu ook een zelfvoorzienend leven op. Via facebook onderhouden we contact. Over 'toen' hebben we geen woord hoeven reppen. Het was toen goed zoals het was. Er zijn geen verwijten gemaakt, onze onkunde, ons ongemak, zijn onmacht en 1 tegen 2. Het is fijn en leuk dat we elkaar weer tegen komen, we gaan hem en zijn vrouw zeker nog eens zien.

Eergisteren belde, bijna als vanouds, de Kluizenaar terwijl ik stond te koken. Groene curry met cocos, cashewnoten en enkele 'side-dishes' zal een Fransman vreemd zijn, maar de beste man komt echt voor mijn kookkunsten en enig sociaal contact. Zelden zetten wij hem aan een klusje, al dringt hij altijd aan in ruil voor mijn maaltijden.
Het blijft een wat vreemde man, vinden wij. We kunnen maar geen hoogte krijgen van de immer graatmagere persoon met baardje en deze lente langer haar, tot in zijn nek. Veel humor is hem niet gegeven, zeer complimenteus is hij wel.
Nog steeds weten we beiden niet waarom hij contact blijft zoeken. Er zal wel 'iets' zijn, met ons, de plek of die maaltijden. Voor alsnog tasten we in het duister. Na de maaltijd stel ik weer onwennig voor een wandeling naar het meer te maken. Even de ezels gedag zeggen en de bloemenpracht onderweg bewonderen.
Afgelopen half jaar hebben we Dominique aan zijn lot overgelaten, niet gereageerd op zijn emails, ook niet op de koffie geweest in zijn gehuurde huisje in de relatieve buurt. De afstanden zijn hier groot, dus in de buurt is tussen de 30 en 70 km rijden. Niet alleen om het feit dat de Kluizenaar niet echt een kluizenaar is, meer om het feit dat M&M genoeg hadden aan zichzelf en elkaar.
En toch stond hij op de stoep. Later knabbelend van zoete kroepoek, milde curry, komkommer en rabarbermoes. Het weerzien was warm, een wandeling naar het lege stuwmeer een rustig uitbuiken en de vrijheid hem naar huis te wijzen, er is werk te doen. Nooit makkelijk om gasten de deur te wijzen, maar vrienden kunnen het hebben. De volgende keer beloven we hem een klusje.

Na de week ervoor met een weekend in gezelschap van de Vlamingen en het begin van die week vrienden over de vloer voor een gedeelde broodbakdag, had Marc zijn sociale 'tax' wel gehad, in alle opzichten. (Een zonnesteek als gevolg van het maar doorgaan en gaan, korte nachten en veel emotie's, dat over-sociale gedoe is echt niet zijn 'ding'.)

Gisteren stond ik de allerlaatste hamlapjes van Jambon & Lardon te bakken. Wat aardappeltjes in de pan, pot gewekte boontjes. Simpel maaltje, comme l'habitude. Marc werkt aan een 3D project, muziek staat zachtjes aan, pais & vree noemen ze dat. Het is 9 graden koud en het regent.
De deurklopper wordt gebruikt. Dat is meestal fracteur Philippe, als het koud en regenachtig is, anders staat de deur open. Castel geeft ook geen kik, dus bekend volk?
Jack, van Jack & Alex, brengt ons onverwacht een bezoek.
Ergens is het schrikken, want ze vertrokken niet op een fijne manier herfst 2013. Workawayers of HelpX-ers over de vloer hebben is ons wel en niet goed bevallen. Na anderhalf jaar en vaak herinneringen aanhalen, zijn ons een paar mensen goed in herinnering gebleven. Vieze nasmaak of niet, ik sta te trillen op mijn keukengrondvesten nu hij met zijn helm plompverloren in de woonkeuken staat. Door de tocht op de motor in de regen is hij doorweekt. We hebben geen telefoonnummer of emailadres uitgewisseld, dus kon hij ons niet eerst vragen of hij welkom zou zijn.
Het jonge stel, hij een ex marinier uit Amerika, zij een piepjonge Britse, reisden rond op de motor van workaway-adres naar workaway-adres. Het vrijblijvende is ideaal, er wordt niet gewerkt op contract, pure ruilhandel van diensten op eigen verantwoordelijkheid.
Het ging ruim 2 weken uitmuntend. Veel gelachen, erg hard gewerkt, goed koppel, 4 extra gouden handen, ook een eenheid zoals wij.
Maar.... Het ging mis. Ze zonderden zich af, zopen werkelijk alle flessen op die ook maar ergens in huis te vinden waren. Zelfs de fles duur gekochte alcohol waarmee je likeurtjes maakt voor de notenwijn die diezelfde herfst gemaakt zou worden. Als 'troost' lieten ze er 1 slokje in zitten. Iedere dag werd er langer uitgeslapen, was het stel niet vooruit te branden en werd het fluisteren en smoezen in gezelschap voor hen normaal. Ze bleken zonder drank opeens heel anders, een kaartenhuis dat instortte met een voor ons onbekende reden.
Na het tafelen vind ik tijdens het opruimen die haast lege fles alcohol in de kast en zet de fles op de buitentafel met de vraag of dit nou echt nodig is. Op deze achterbakse wijze. Marc zal confrontaties nooit graag aangaan, maar woest smijt hij de fles naar beneden, in gruzelementen op het lager gelegen terras van natuursteen. De twee deinzen achteruit op de verweerde plastic stoelen, het werd stil aan tafel. Ze trekken zich terug in de gastenkamer.
Ik tracht 's avonds nog een gesprek met ze te hebben. Een zakflesje met drank op bed, de geur van hash hangt dwingend tegen het lage plafond, ze eten de laatste zak chips die we in huis hebben, gekocht als bijgerecht bij de pasta.
M&M weten er geen raad mee.
De dag erop is Marc onder het bamboebos in de weer. Ik werk boven in de moestuin als ik Jack hoor zeggen dat ze alles hebben opgeruimd en vertrekken. Ik groet hen vanaf een afstand met een opmerking die er niet om liegt, wens hen een behouden veilige reis op de motor toe en dat was dat. Ruim anderhalf jaar geleden, nooit meer wat gehoord.

En opeens staat hij daar weer,  nat, moe en verreisd met een plastic zakje met een doosje knabbels en een fles rose. 'My sweet revenge' lach ik hem later toe. Na het delen van de eenvoudige maaltijd is de rose grotendeels in mijn maag beland, ongegeneerd. Er kan over die periode gesproken worden. Hij haalt mijn laatste opmerking aan van toen. Mijn woorden hebben op zijn ziel gebrand, wat hem deed besluiten terug te komen, kleur te bekennen. Jack brandt dan ook los over hun strijd en moeilijkheden van afgelopen anderhalf jaar. Wij vertellen ons traject. We zijn anders, gegroeid en toch is het direct weer vertrouwd. Ook de stiltes voelen goed aan. Zijn vriendin werkt in Engeland, even beiden hun eigen weg en toch samen, verbonden via telefoon en internet.
Toch maar op facebook, dacht hij vorig jaar en zo belandde ik gister op hun vriendenlijst. Er is genoeg gedeeld, mooi & lelijk, leuk en tergend lastig.
En zo blijft Jack wat dagen bij ons, slaapt in hetzelfde bed op dezelfde kamer, werkt zich weer een slag in de rondte en hoor ik de mannen kletsen en lachen terwijl ze werken aan de bandenmuur en trappen in de moestuin.

Ik kan me gelukkig verplaatsen in hoe het is bij vreemden aan te schuiven of tafelgast te zijn, als vreemdeling, in een ander land met andere gebruiken. Vreemde snuiters dacht ik te kennen. Ik voelde me er zelf ook een, in Nederland vooral. Want ik kwam maar niet mee in die cultuur, in die maatschappij. En als vreemdeling in Frankrijk blijkt dat je best excentriek mag blijven en toch geaccepteerd kunt worden. Ook zonder al te veel moeite te doen.
Want wie gaat er nu met een halve kluizenaar halverwege een lang vergeten bospad in een half verruineerd cottage wonen om daar met niets iets te laten groeien en dit zonder vast omlijnd plan?
Zou ik nog eens aan durven kloppen van wie ik mij ooit op onprettige manier afwendde?
Deze vreemde snuiter weet bijna zeker van wel.

Ik houd wel van rare mensen. Ze zijn zo vreemd dat ze heel normaal aanvoelen. Menselijk bijna. Met als bevestigend compliment van mijn coach die liefdevol verklaarde 'van mijn drama te houden'.
Ach, altijd wat, met die onverwachte tafelgasten en vreemde snuiters.

donderdag 7 mei 2015

Een donderdag


Het was lang geleden dat ik de hele donderdag 'boven' bleef om markt -als in boodschappen en socialiseren- te combineren met het schoonmaken bij de familie Ravelac. 'A midi' moet ik wel eten en dat deed ik ruim een jaar iedere donderdag bij Nadine en JP aan de grote eettafel in de ruime salon met hoog plafond en grote ramen op het noorden. Dit keer keek ik ernaar uit, een gemis om niet als huisvriend aan te schuiven bij monsieur le docteur terwijl hun femme de menage haar werk afrond en nederig gedag zegt met 'a lundi monsieur le docteur' met het voor haar zo pieperige stemmetje. Een jaar voor haar pensioen heeft ze me haar werkadressen al min of meer beloofd. Schoonmaken bij de Fransen thuis vind ik een baan met voorrechten, heel bijzonder.
Het combineren van de boodschappen en het schoonmaken op 1 ochtend was niet te doen. Het werk afraffelen bij de Ravelacjes voelde niet goed, mijn loyaliteit speelde op en ik besloot het voortaan op vrijdagmiddag te plannen. Dan maar 2 keer per week die rit naar boven, de gorges uit, over het plateau met zijn glooiende velden omzoomd door droog gestapelde stenen muurtjes, houtwallen met essen en hier en daar een statige eik. In de verte uitzicht op het Cantal gebergte met het bekende silhouet..
Ook elke week als vanzelfsprekend aanschuiven voor de luxe van garnalen en vis bleek, tijdens de zomerse drukte van 2 grote families samen, een beetje te veel van het goede. Franse families zijn prive, ook voor goede vrienden, ik weet wanneer ik teveel ben. 
Vorige week viel 1 mei op een vrijdag, dag van de arbeid, een feestdag. Dus liet ik, met nog een zieke kop, die werkdag aan me voorbij gaan. Deze vrijdag is het weer een feestdag, bevrijdingsdag, de week ervoor was ik nog op vakantie. Om ze nu een 3 weken te laten zitten met het huishouden vind ik te ver gaan, dus dan maar alles op 1 dag, zo ik mezelf gerust uit durfde te nodigen voor een maaltijd met kwaliteit, een roker, een glaasje, een koffie, een lesje conversatie Frans en het nieuws op France2. 
Het ons-kent-ons gevoel is wederzijds, alles kan gezegd worden. Ik ken inmiddels de 2 families, met JP als spil, aardig goed. De familie-tragedies, met recht een prachtig scenario voor een topper van een Franse film! Het blijft een bijzondere gewaarwording; huisvriend zijn. Gegeven het feit dat er toch een flink cultuurverschil bestaat. (Wat juist bevestigt dat we allemaal gewoon mens zijn, universeel.) 
een 2e plaats voor een verzameling hoofddeksels
 Een pesthekel heb ik aan de zomergasten die ieder jaar vroeger hun opwachting maken. Geen parkeerplek op sjouwafstand tussen markt en auto. Meters maken, op en af de straatjes, iedereen, gemiddeld 65+, het ergerlijke gesjouw en het lange wachten bij de groentekraam. Je ziet van verre of het een zomergast of toerist is. De sjieke kleding, de hakjes van de madammen, het merk zonnebril, kuithoge sokken in sandalen en het ergste: de short. Waarom geen pet of hoed met een gewone broek? Niemand die behoefte heeft aan het zien van witte en knokige knieen die ook al langer dan 60 jaar dienst doen.
In de rij bij de groente zie ik in een flits Monique aan komen lopen. Een zomergaste voor wie ik een bomenklus deed. Haar man een gepensioneerd gerespecteerd journalist die veel voor Le Monde en Le Figaro schreef. Ze gaven me een flink voorschot voor het terug snoeien van hun 3 lindebomen. Een klus die ik nooit heb kunnen doen. Ik stuurde hem vorig jaar het voorschot terug met een kaartje erbij met tekst en uitleg. Ik schaamde me kapot. Maar wat niet kan, zal ook niet gebeuren. Mijn les geleerd me aan mijn bekende grenzen te houden, ik leef tenslotte maar 1 keer. Nooit geen reactie en ik werd gelijk genegeerd op de markt. Op onvrede volgt het eenvoudige vermijden, daar blijken de Fransen meesters in. 
Een jaar deed ik erover me er van te verzekeren dat ik vanuit het hart heb gehandeld met het terug betalen van het voorschot, tekst en uitleg en excuses als afsluiter. Ze nu weer een jaar te moeten ontwijken zou niet kloppen, maar de aandrang is groot. Ik laat Monique aansluiten in de rij en sta me te bedenken of ik met een schone lei begin. Excuses gedaan, recht gehandeld, en hoe nu verder? Ik hoor Pierre zijn stem, zo zacht en monter maar doorspekt van een wijsheid. Ik voel dat ze weten dat ik voor hen sta, dat hoogblonde haar zegt ook alles tegenover haar popachtige gitzwarte haardos. Ze laten het aan mij, wat me grip geeft over mijn leven hier in den vreemde.
Ik draai me om en lach, begroet hen als oude kennissen. Het wordt evenzo beantwoord met 3 kussen en een praatje over drie bekende musea in Amsterdam waar ze 1, 2 en 3 mei geweest zijn. Een bevestiging dat handelen vanuit mijn hart de enige manier is in het reine te blijven, en niet alleen met mezelf.
het kleine marktplein, 's winters erg leeg
's zomers is het over koppen lopen
De dame met haar groentekiemen voor ieders moestuin heeft het druk. Men staat in de rij voor kruiden, jonge koolplanten en sprietjes prei. Ook de aardbeienkraam gaat wel los vandaag. De kruidenmadame heeft tijd voor een hapje tussendoor terwijl de mensen langs de kramen schuiven. Kruiden en alternatieve spulletjes doen het hier nooit zo goed. Nicolas heeft weer jonge zachte geitenkaas, een delicatesse van een zelfvoorzienende kleine boer die erg goed samengaat met die aardbeien in mijn schaaltje aan de eettafel. 
Het tafelgesprek wordt als vanouds aangevangen, geleid en afgerond door Nadine. Ze is een spraakwaterval, gevalletje ADHD waar niemand zich aan stoort, het is Nadine. JP kijkt als een magistraat de tafel rond. Bijna blind weet hij feilloos je ogen te vinden en maakt contact alsof zijn kijkers nog 100% zijn. Hij kan me voelend weg zien dromen. Nadine's rappe Frans gaat aan me voorbij, zeker als haar moeder murmelend mee gaat klagen over het parkeergedrag van de buurman. Le Grand Rue is namelijk zo breed als een flinke camper die net zijn spiegels niet kapot rijdt aan de puien van de paar winkeltjes. Daar moet de buurman dan zijn auto parkeren tegen de ramen van het statige grote huis van de oud burgervader en dokter, gelegen tegenover le Marie.
De niksnut van een volwassen zoon van het geliefde maar markante stel, zij 55, hij 81, zit zijn radijsjes te schillen. Zo miezemeut de computer-nerd zonder levensdoel ook met sinaasappels en mandarijnen. De jongen wordt gedoogd, wil niks aan zijn problemen doen, wil niet werken, leeft op zijn kamer, voornamelijk 's nachts. Met moeite toont hij decorum Nadine te helpen met de tafel dekken en de maaltijden bereiden. Uit plichtsgevoel chauffeurt hij JP en laat zich beneden roepen door een grote schelp waaruit Nadine een toeterachtig geluid weet voort te brengen op de eerste trede van de enorme houten trappen die de 5 verdiepingen verbindt. Het souvenir ligt er altijd klaar voor op het tafelkastje, naast de hoeden en petten.. 
Het weerzien met Nadine's broer was ook warm afgelopen maandag. Met een zere knie even wezen buurten. Kop koffie, praatje met broer en zus, of ik zijn pelouse wil onderhouden dit seizoen? Betaling zal ruilhandel zijn, ik vind het best.
Haar broer zit weer op de bus in Parijs, Nadine neemt de planning over voor het onderhoud rond de oude molen en duwt me de sleutel in de hand van het huis. Op het sleutelbord mag ik de schuursleutel zoeken, om die kleine grasmaaier eruit te kunnen halen. Ach, vrienden, Franse vrienden, een andere heerlijkheid van wonen op het platteland.

de woonkeuken van familie Ravelac
Ik ben vroeg bij Ravelac. Het IJskonijn is werken in het bejaardentehuis. Ik begroet mevrouw door na 2 kussen op de zachte wangen naast haar op de canape te zakken. Leg als een aide soyante mijn hand op haar knie en vraag hoe het gaat na zo'n lange tijd haar niet gezien te hebben. Treurig wijst ze naar haar gezwachtelde benen. "Dat vocht hè, zo pijnlijk." brengt ze zuchtend uit. En het is nog zo koud buiten. "Uw man?" vraag ik uit beleefdheid. Ze gaat nog somberder kijken. "Die zegt niets meer, slijt zijn dagen in stilte. Het is zo ongezellig zo. Wat we altijd samen deden, elkaar helpen zo alle dag, dat kunnen we niet meer."
Ik boen de keukenvloer nadat ik de oude hond naar buiten begeleid. Hij kan amper meer lopen, zoals zijn baasjes, en heeft de pest aan de stofzuiger. Tijdens het altijd meditatieve strijken kijk ik naar de medicijn-tafel die speciaal voor de oude boer is neergezet. Verbanden, luiers, ontsmettingsmiddeltjes, dozen en dozen vol pillen en meer van dat soort zaken die hier blijkbaar bij de oude dag horen.
Meneer Ravelac laat zich niet zien die middag. Zijn siësta blijkbaar steeds verlengend, zijn late herfst laat hij in stilte voorbij glijden. Volgende week hoop ik nog eens samen naar zijn koeien te gaan kijken, de kalfjes te bewonderen terwijl de hond zwaar kwispelend -het kost hem moeite met de logge staart- mee hobbelt. Met de baas en dat mens met die auto, waar ie altijd een plas tegen 1 van de wielen moet doen.

Zo'n donderdag. Bijna sentiment. Zo hetzelfde, maar elke keer beleef ik ze anders. Ik heb ze gemist, die hele dagen weg met tussen de middag aan kunnen schuiven. Vorige week bestelde ik tegen half 11 in de ochtend een whiskey naast mijn koffie. Om dat snot in mijn hoofd wakker te schudden. Dominique schenkt altijd nogal ruim, wat ik natuurlijk nooit erg vind. Ik maakte geen praatjes en wipte alleen even binnen bij Nadine om restjes groenten te halen die ze voor onze varkens bewaren. Dat belooft een mooie gedroogde worst en wat andere lekkernijen.
Deze week ben ik te druk. Zesendertig eieren voor de ruim 20 cakes van volgende week. Groenten voor op meer dan 1 vierkante meter pizza. Verse gist bestellen bij de bakker. Ze rekent voor een pond 2€10, waarschijnlijk alleen omdat ik nog 4 broden koop en vooruit betaal. Komend weekend vrienden over de vloer, dus wat extra's voor 2 maaltijden a 4 personen en dan de praatjes met iedereen die me wil kennen. Vaak genoeg hebben we, als locals, niet altijd zin om iedereen te spreken. De meest geliefde kennissen gaan voor, vrienden trek je de kroeg in, thuis ga je eten en de rest zoekt het zelf maar uit... Als er een roddel te halen valt, dan promoveer je direct tot geliefde kennis.

U begrijpt; ik ben weer helemaal bij met het reilen en zeilen van de inwoners van het canton.

maandag 4 mei 2015

De moesson


de twee wachters

Zen klimt omhoog om met kip kennis te maken
De modder op het terrein valt dit jaar mee. Dit door de goot die we geplaatst hebben halverwege de oprit. Tijdens de moesson wordt de opwaartse druk van het bronnetje ook hoger en de overloop kan het niet aan. Voorheen spuugde de opening boven de 1e stenen bak op de oprit het water over de rand, een stroompje op de oprit dat een modderpoel veroorzaakte. 
Nat of niet; Zen is waar leven is. Als het zo heel de dag wat doorzeikt buiten laten we de boel open om door te waaien, met als gevolg ook binnen die luchtvochtigheid, maar dan is het 's avonds gezellig een vuur in de schouw. Hij doet zijn ding. Klimt bomen of de rotsmuur van het huis. Verkent zijn nieuwe wereld op zijn eigen tempo. Kip keek aandachtig toe hoe dit kleine katje zich een verticale weg omhoog baant. Een keer uithalen naar de kleine pluis was de enige les die Zen nodig had om op kitten-wijze diezelfde muur weer af te dalen. Ook zijn eerste confrontatie met een uit de kluiten gewassen hazelworm is achter de rug. 
ze ontstaan hier vanzelf; die typische plaatjes

 Er is een prima pijl op te trekken; Het lenteweer. 
Veel regen, als de zon door de wolken weet te breken voelt het tropisch aan. De luchtvochtigheid is enorm hoog, dat maakt benauwd. Al het jonge blad kan veel, heel veel water bevatten, de plakken mos hangen zwaar aan muurtjes en rotsen, de takken van de mooie esdoorn hangen zwaar door om het blad te torsen. Daglicht komt zwaar gefilterd de gorges binnen. De zon heeft weinig kracht als hij nog niet zo hoog geklommen is om de diepte te raken. Het maakt de kleuren extreem, ik zie het letterlijk terug op de foto's.
Door die paar zonnestralen tussendoor ontstaat er veel warmte die niet meegenomen kan worden door de wind, zelfs die bereikt het meer nauwelijks. Hierdoor ontstaan de nevelen die soms op het water rusten, als een dun rookgordijn zie ik ze ontstaan als ik er even de tijd voor neem om naar beneden te wandelen.
Het is er moeilijk weggaan. Als de turbines op halve kracht draaien stroomt het water rustig, zonder golfjes te maken. Het klotst wat tegen een van de dode bomen die de stromen al ruim 75 jaar trotseren. De mist zweeft als een stille deken boven het water. De oevers missen de biodiversiteit, die start waar het maximale niveau van het stuwmeer bepaald is door de hoogte van de dam een ruime 38 kilometer verderop. Het is tijdens de moesson vaak een somber oord om te zijn. Stil wordt je er wel van. 
Als ik in het water kijk of de diepte van de nevelen probeer te grijpen, vervalt elk denken en doen. Af en toe deze leegte ervaren is bijna een basisbehoefte geworden. 
vanaf het huis gezien

halverwege het pad naar het meer

aan het meer een andere wereld 
voor ons zijn ze een ruilmiddel
Creche voor Escargots, op een dieet van kruiden
De moesson hier in de kloof, aan de voet van het Centraal Massief, kent zo zijn eigen micro-klimaat. De uitbundige overdaad, die biodiversiteit, blijft verwonderen. De temperatuur is haast zwoel, de geur nog licht, volgende week de bloeiende acacia's erbij, bedwelmend en benauwd. Door al dat water lijken de bestuivende insekten ook een invasie te plegen op alles dat eetbaar is. Het gonst namelijk overal, ook van de vliegjes, diverse soorten. Met de dampende paden en de nevelen die lijken te plakken maar toch bewegen, blijft het lijken op de tropen.
Het slakken rapen is toegevoegd aan de dagelijkse routine. Weer of geen weer, het rondje rond het huis en in de moestuin is een must. Doe ik dit niet, dan zie ik mijn net ontkiemde broccoli nooit meer. Die grote slijmerige slok-op's, met en zonder huis, kunnen in 1 nacht erg veel vreten. De pluksla was al laat en alleen de minst favoriete slasoorten staan er nog fier bij door al die nattigheid, de rest is op en dit ondanks de slakkenkorrels.
Het is nu verboden escargots te rapen, hun paartijd is begonnen. Maar eerlijk gezegd; het zijn zij die te eten hebben of ik. Ze hebben plek zat, elders niet tussen mijn kruiden en groenten. Alle soorten en maten rapen we, meestal op de gemaaide stukjes, maar helaas moet ik de baby-naaktslakken van de kleine aardappelplantjes plukken. We sorteren ze naast de slakken-creche. Een torentje gebouwd van een autoband, wasmachinetrommel en teiltje dat een steen moet hebben, escargots drukken met gemak het teiltje van de trommel. We voeden ze met verse kruiden en ander jong fris groen. Net als de ezels houden ze niet van munt, ik ontzie ze tijdens hun laatste levensweken. De grote, vanaf 3 cm, gaan de trommel in. De rest in een emmertje naast het brood en de groenteresten voor de varkens. Die zijn verzot op slakken.
We verzamelen er ruim 350. De dakdekker krijgt ze als betaling voor spijkers en zwart papier dat we uit zijn voorraad mogen halen wanneer we willen. Een memo extra op zijn prikker, administratie is niet zijn sterkste kant. Voor de laatste 100 moeten we op pad. Het openbare bospad ter hoogte van het asfalt. Veelal laag gelegen met in beide bermen een keur aan lekker spul om naar binnen te slurpen. Ontwijken gaat niet als je er je auto overheen stuurt. Dit voorrecht krijgen slangen, vuursalamanders en padden wel. De laatste soort signaleren we tijdens de nattigheid ook weer op het terras. De pad woont hier al langer als ik, 'k zou hem eens een naam moeten geven. Zijn partner huist onder de douche-ton, ook lekker nat en koel met een bellevue.




het ontluiken gaat door
 De moesson, mag duren tot een eindje in mei. Daarna is de grond zwaar verzadigd en moet de zon het over gaan nemen.
Voor ons een vast gegeven dat de voegen in huis donker kleuren door gebrek aan drainage. Dat we 's avonds een vuur stoken in de hoop dat de gaatjes op de strooibussen van het zout weer open gaan. Van droge handdoeken in de badkamer beneden is geen sprake en ook de was neemt 4 dagen om te drogen. Natte sokken en natuurlijk doorweekte werkschoenen, alles went.