zondag 6 juni 2010

Door de mand

Vrijdag ochtend hangen er nog wat wolken voor de spreekwoordelijke zon. Ik heb er genoeg woorden aan 'vuil' gemaakt en me uitgesproken zo duidelijk als ik kon.
Hij kan het dak op en dat doet hij komend half jaar dan ook dagelijks. Zo neemt hij iedere dag even afstand van hier en is met andere mensen aan iets bezig dat ons leven niet zo raakt. Dat neemt echt wat last van mijn schouders en gelovend in de liefde ga ik de moestuin in.
We hebben een fout gemaakt met de zorg voor de aardbei-plantjes. We hebben ze een hooibedje gegeven. Hooi rot erg snel weg en trekt (en dit had ik me wel kunnen beseffen van te voren) slakken aan. Alle slakken, jong en oud, smullen van onze aardbeien. Daarnaast krijgt het hart van de plant te weinig zuurstof en gaat staan rotten, inclusief de aardbeitjes die in de buurt van het hart groeiden. Slechte zaak dus. Ook mollen en muizen graven gangetjes rond de wortels van de plantjes, waardoor de grond ook nog eens omhoog komt, nog minder lucht en licht!
Ik kan zo snel geen stro vinden in de winkels, gek genoeg. Dus kruip ik op mijn hurken door de plantjes om het hooi er weg te halen, onkruid uit de zachte natte grond te trekken en alle plantjes stuk voor stuk na te kijken.
Het is warm weer, maar in de schaduw van de acacia's met Cros naast me, waan ik me in een top-klimaat en geniet ik van de vogels, de geuren en miauwend gespuis.
Ik weet nu zeker dat het 'hier wonen', zo in denatuur zonder afleiding van TV of mensen, zonder die ruis die we zo gewend waren, we nietanders kunnen zijn dan onszelf.
Als we bonje hebben, als we ons niet lekker voelen, als we neerslachtig zijn of onze kop breken op de zorgen, dan is dat toch de pure plek die we hebben gekozen om te leven.
Dat Marc weer in een soortement van bui leeft was te voorzien. In loondienst werken is vragen om moeilijkheden. Hij wist van te voren dat hij zich daar niet zonder probleem aan zou kunnen conformeren en het spanningsveld zal altijd een weerslag hebben op onze ydille.
We krijgen weer een bevestiging dat niemand de dans ontspringt. Je kunt hier niet anders doen dan je bent. Je kunt niets aanvangen wat niet bij je past.
Dat we het er moeilijk mee hebben als het leven ons toch zulke keuzes voorschotelt is logisch, maar niet ongewenst. We leren veel over onszelf, waar we staan in het leven en hoe we hier mee om gaan. Het brengt ons dichter bij onszelf en hebben een maatje om dit aan voor te leggen, een luisterend oor in dezelfde taal en begrip.
De lucht is geklaard als hij thuiskomt en na een goede maaltijd en wat gelummel in de tonnelle maken we er een rustige vrijdag van. Toch blijft het besef dat we komende jaren nog vaak in dezelfde situatie belanden waarin we voor elkaars ogen 'door de mand vallen'. Een vrij heftig gegeven dat we ons, zelfs niet voor onszelf, kunnen verstoppen achter de afleiding, de andere taal, de ruis of de TV.

De jam is inmiddels afgekoeld en geproeft. Heerlijk en goed van structuur. Op de plank in het kot krijgen de nieuwste potjes een eigen plekje.
(Tijdens het koken van de jam met het open raampje, had ik natuurlijk gezelschap van een kleine hoornaar die totaal niet geinteresseerd was in mij, maar enkel de zoete smaak van aardbeienjam al kon proeven door boven de dampende pan te zweven en met flink veel herrie rondjes vloog boven het aanrecht. Onmachtig om de hete dampen in te vliegen en zich te goed te doen aan het kostelijke spul)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten