Ik geef mezelf te veel rommel,
volgens zeggen van Marc. Hij blijft dit woord gebruiken en ik begin er op mijn
werk-adres achter te komen dat wat hij bedoelt met de definitie van ‘rommel’
voor mij pure inspiratie is. Rommel in de zin van TV kijken, Facebook-en,
correspondentie onderhouden met mensen die ik niet goed ken of die ik niet of
nooit (meer) zal zien. Rommel als informatie tot me nemen die er in ons leven
niet toe doet, totaal niet relevant is. Zulke rommel.
Hij drukt me dit keer op keer op
het hart en ik ben eens gaan nadenken waarom ik zulke ‘rommel’ tot me blijf
nemen. Van schattige poezen-plaatjes met leuk onderschrift op facebook tot het
toch aanzetten van een TV als deze voor handen is. Hij weet dat mijn
zintuigenfilter afwezig is of zeer slecht ontwikkeld. Dat filter draagt zorg
voor het niet overvoerd worden met prikkels waar je als mens niets mee kunt.
Even een voorbeeld zodat dat
zintuigenfilter dat niet bijster goed werkt in mijn hoofd, duidelijk is;
Stel ik ga in een gehuurde auto
op koopavond vlak voor kerst een grote stad in die ik niet ken. Vooreerst zal
ik de weg moeten zien te vinden in het donker naar de binnenstad. Dan een
parkeerplek zonder dat de tram een noodstop moet maken om mij niet tegen een
lantarenpaal aan te drukken. Ik vind geen parkeerplek terwijl de zijkant van
het koekblik op wielen inmiddels al een dure kras heeft en ik schiet een parkeergarage
in. Tijdens het peentjes zweten vind ik een plekje tussen twee van die massieve
betonnen steunpilaren in het donkere krocht onder een hotel of casino. Volledig
over de zeik door dit inferno baan ik mij een onzekere weg naar boven de drukke
straten in. Uit ieder pand klinkt muziek, hangen er knipperende neon-lichten
aan de gevels, komt er nog meer herrie uit die panden, is er overal
kerstverlichting en kerstmuziek, kan ik geen meter lopen of ik krijg een flyer
in de hand gedrukt of een lege smoezelige hand vraagt om mijn goedgevigheid
juist omdat de koude donkere kerst in aantocht is terwijl de hele wereld (ja
tuurlijk) gezellig (ja tuurlijk) bij de kerstboom zit met een te grote berg aan
nutteloze cadeaus eronder (ja tuurlijk) met een te goed gedekte tafel (ja
tuurlijk) naast een keuken waar een bom ontploft lijkt (zeker weten).
Mijn hoofd filtert in dit geval
niets! Dus alles dat mijn zintuigen oppikken en naar binnen slurpen als een
uitgehongerde zwerver aan de Leger des Heils-soep, wordt niet gefilterd, alles
blijft binnen. Geluiden, geuren, lichtjes, muziek, stemmen, kleuren en de
waanzin van alles dat er inderdaad niet echt toe doet in het leven als je kijkt
naar de essentie van wat warmte bestaande uit onderdak en kleding, water, wat
te eten (veel hebben wij mensen echt niet nodig), de temperatuur en die natte
sneeuw die smelt op je jas als je toch zo’n bomvolle troep-winkel binnenstapt.
En toch hebben mijn hersenen behoefte aan dat filter. Want dat er rond kerst
(dit is maar een voorbeeld) meer geconsumeerd wordt, weet ik nu zo
langzamerhand ook wel. Dat de huizen versiert worden om het donker te
compenseren en wat hoop te brengen, logisch. Alleen is het evenwicht al even
zoek, maar dit terzijde. Dat ik moet zien te plaatsen dat er een meneer met
volle tassen van sjieke winkels naast een zwerver staat te wachten tot zijn
echtgenote de creditcard nog verder in de min brengt, is me een uitdaging die
mijn filter ver te boven gaat. Dat mijn huurauto een dure kras heeft en dat
probleem op me wacht om zich net na de kerst me om de oren te slaan bij het
verhuurbedrijf, kan ik niet even wegfilteren tot het moment dat het zich
aandient. Dat er in mijn maatschappij voor te veel essentiele zaken ‘te’ voor
staat ook niet. Pure rommel, zou Marc zeggen. “Blijf er ver vandaan” wil hij me
keer op keer op het hart drukken, hij wil me beschermen omdat hij van me houdt
en ziet wat het leven met me kan doen. Dit geldt dus ook voor facebook, de
schijnbaar! nutteloze kletspraatjes op de markt iedere donderdag die ik graag
thuis wil ventileren en zo vele andere informatiebronnen die ik tot me blijf
nemen. Hij wil me oh zo graag beschermen, want het kan me verwarren wat hem in
de kou laat staan, want als ik aan het ontwarren ben, heeft hij niets aan me.
Niets, ach, overdreven, minder. Ca depends.
Nu ik hier een paar weken op
mezelf zit in een andere omgeving met andere prikkels, indrukken van
bijvoorbeeld een TV, een buurboer en tijd en stilte om eens na te denken voor
ik mezelf afleid met handelen, zie ik opeens waar al die rommel toe gediend is;
Inspiratie. Dat schrijven van mij kan niet enkel gebaseerd blijven op die
essentie. De essentie is de essentie; brood op de plank, water te drinken, een
dak dat niet al te veel lekt, voldoende droog hout en wat geringe inkomsten om
elektriciteit te betalen en internet, want de telefoon gebruiken we zelden. Ook
hebben we wat te eten nodig, maar ook dat kan anders als inkomsten tegen
zitten. Dus dien ik af en toe, en vaker als ik altijd maar thuis zit in de
Franse jungle, eruit te gaan om dingen te ondernemen die mijn filter niet
aankunnen. Ergens heb ik geluk dat ik dat filter niet heb of dat het niet juist
functioneert, want dankzij dat gegeven schrijf ik en het doet me goed. Ook al
brengt het M&M in een situatie die je het best dissonant kan noemen, want
Marc wil me juist beschermen voor ‘rommel’, er is niet veel ‘rommel’ te vinden
hier en wat er is –internet uitgesloten- is na ruim 3,5 jaar amper meer
inspiratie te noemen.
Ik kom er dus juist nu achter dat
ik rommel nodig heb om te doen wat me het beste past. Maar om aan rommel te
komen heb ik regelmatig een soort van uitje nodig. Hetzij naar de markt, hetzij
op een huis passen, hetzij een vakantie naar een vriendin, Nederland (oef, wel
heel erg veel rommel), post (van vrienden)ontvangen, kijken naar de TV of met
kerst naar hartje Londen.
Waar het Marc om ging me nogmaals
proberen te beschermen tegen rommel is natuurlijk onze sores. Een curator die
nu opeens de strijdbijl begraven lijkt te hebben (en deze desgewenst op kan
graven als zijn vrouw de avond ervoor hoofdpijn had) of dat huis in Nederland.
Ik probeer alles; de informatiestroom die ik zelf uitlokte door een log hier op
de blog en alles dat hij toch met me delen wil, zijn pogingen om te redden wat
er te redden valt, ze komen natuurlijk ook ongefilterd binnen. Ik koppel alles
terug naar hem, net als dat hij alles deelt met mij maar wel dat filter heeft
en vanuit de liefde me probeert te beschermen. Dat lukt maar ten dele, want ik
ben ook niet gek. Op deze discrepantie rusten al onze conflicten, en ik maak
hier geen uitzondering in. We hebben enkel discussies of een soort van ruzie
over onze sores die enkel draaien om ons bestaansrecht. (Een huis en eten)
Rommel is geen rommel, want mijn
schrijven drijft op die zogenaamde rommel en dat schrijven houd me overeind.
Ook al zou ik geen lezers hebben; ode aan de rommel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten