De laatste oefening die ik voor mezelf moet maken voor ik aan de slotopdracht starten moet, de enige echte opdracht die ik naar de docent op moet sturen. De opbouw van Module 1 van de cursus met diens 13 oefeningen zitten zo ingenieus en opbouwend in elkaar dat ik mijn pet afneem voor de docent die deze cursus schreef.
Personages, conflict en perspectief, de begeleidende teksten die als inleiding voor de oefeningen dienen geven voorbeelden en sturen de student, maken het begrijpelijk en overvoeren niet.
Afgelopen dagen maakte ik me nog zorgen na het vastlopen op enkele oefeningen.
De laatste oefening wil ik graag met jullie delen.
De opbouw naar deze oefening;
Verzin minimaal 10 personages met een beroep, die personages moeten een tegenstelling in zich hebben zoals de eerlijke advocaat, of een vegetarische slager. Ik rammelde er ff 15 personages uit. Twee ervan moest ik uitschrijven en verwoorden wat de tegenstelling van handicap, afwijking of ziekte het personage doet in verband met zijn/haar beroepsleven.
De leukste en of interessantste moest ik uitkiezen en verder uitwerken, een gebeurtenis meegeven dat zijn leven of zijn overhoop haalt, hem woedend maakt. Woede doet het goed als zijnde het hoofdingredient van een verhaal, woede is per definitie 'conflict'.
De leukste en meest interessantste blijkt de voyeuristische postbode. De oefening dicteert dat ik een 2e personage erbij moet betrekken, het makkelijkst is natuurlijk ook een personage met een tegenstelling, en ook dat tweede personage moet het conflict van de postbode, de tegenstelling, versterken of veroorzaken.
Een schets van de dakloze makelaar die een huis in de verkoop krijgt is de laatste oefening. Zijn handelen en wandelen en waarom het die postbode zo uitdaagt en woedend maakt. Letterlijk; 'Hoe ziet dat (2e) personage eruit, waarom daagt het de postbode zo uit, maakt dat personage hem zo woedend, waarom doen ze wat ze doen en beschrijf het zo dat er echt een verhaal op gang komt.'
In een eerdere oefening waarin ik de postbode (1 van die minimaal 10 personages die ik moest verzinnen) meer gestalte moest zien te geven heb ik hem zich laten hechten aan een gezin waarvan hij de post extra in de gaten houdt, zo mogelijk open maakt en leest, waarvan hij de man des huizes een nietige sul vindt met het achter de ellebogen, de vrouw een lekker wijf dat schijnbaar nogal wat avontuurtjes heeft als manlief aan het werk is, die dat wel doorheeft maar niet anders kan dan naar zijn werk gaan om voor zijn gezin te zorgen. Het stel een bijna 16 jarige dochter heeft die lekker uitdagend en recalcitrant aan het puberen is en de postbode nog wel eens uitdaagt door haar zogenaamd onschuldige gedrag, maar ondertussen. Het gezin is hetgeen de postbode moet ontberen door zijn voorliefde voor het gluren, zijn enge gelikte voorkomen, zijn simpele kunnen wat zich uit in het postbode zijn, zijn anti-sociale houding en zijn toch zo uitzichtloze bestaan wat anderen, dat gezin bijvoorbeeld, wel hebben; vooruitzicht, hoop, elkaar, een kind, gezondheid, een leuke auto en een gewoon huis. Zijn bestaansrecht, dat zijn zij.
Oefening 13
Het Te Koop bord maakt hem razend. Omdat hij zijn
bestaansrecht aan het gezin ontleent dat daar woont en nu de kans loopt zijn
bestaansrecht te verliezen. Het verliezen van dat bestaansrecht maakt hem meer
dan razend alleen, machteloos, alleen, boos cq woedend, bang.
De dakloze makelaar lijkt nog kanslozer, armer en met nog
minder bestaansrecht dan de postbode. De makelaar ziet er alles behalve uit als
een makelaar, dit doordat hij dakloos is. De postbode heeft tenslotte nog een
uniform aan, een huis en een fiets. De makelaar woont noodgedwongen in een oude
stationwagon. Het feit dat deze makelaar het huis gaat verkopen van ‘zijn
gezin’ en favoriete postadres waar hij ook in zijn vrije tijd gaat gluren is
natuurlijk te gek voor woorden. Het gezin zal verhuizen, dat denkt hij zeker te
weten alleen door dat bord in de voortuin versterkt door het feit dat een
makelaar zonder huis nog steeds werkt als makelaar.
Arco is een man van half in de vijftig, maar als je hem ziet
denk je toch al snel tegen de pensioengerechtigde leeftijd. Als jonge nog
ambitieuze man heeft hij geprobeerd zijn leven vorm te geven op de
aandelenbeurs en had een voorliefde voor mooie vrouwen die wel vielen op een
strak geklede, niet lelijk opgedroogde jonge man in een altijd glanzend
gepoetste BMW die met zwierige charmante vlotte pas rond en in het WTC rondliep
en wel wist dat hij in het oog sprong door zijn voorkomen en blijkbaar een zo
veel belovende carriere. Dat hij zich met uiterlijke schijn probeert in te
dekken tegen de faalangst die hem al op jonge leeftijd parten ging spelen, is
hij zich bewust, wat hem juist bevestigt dat een respectabele baan waarbij het
geld binnenstroomt waarmee hij mooie kleding kan kopen, een fijne
aantrekkelijke auto als was het zijn vriendin om mee te pronken en zo ook een
passende attitude aan kan meten alsof deze gekocht is in een sjieke zaak op de
Kalverstraat echt helpt om zijn leven een mooie vorm te geven. Iets waarvan
zijn vader droomde maar hier jammerlijk in faalde. Hij zal zijn vader laten
zien dat wat zijn vader niet kon, hem wel zal lukken.
Maar schijn bedroog hem op onbarmhartige wijze. Niet dat hij
van beurshandelaar gelijk verviel tot dakloze. Nee, dat leven heeft zijn eigen
tempo van 24 uur in een etmaal en 365 dagen per jaar. Zijn huid heeft nog niet
zoveel rimpels gespaard, maar is toch getekend door zelfbeklag en de
teleurstelling dat niet alles te koop lijkt in het leven. Geld zelf niet, geluk
niet en de liefde allerminst, iets waar zijn vader dan wel in slaagde door met
zijn moeder toch de respectabele leeftijd van 86 te halen en zijn ongeluk van
zijn enige zoon nog te moeten meemaken van het verliezen van haven en goed.
Naast het zelfbeklag en de teleurstelling in het leven en hemzelf als mens is
zijn schaamte nog wel het ergst dat hem parten speelde, hem weer terug liet
vallen op diezelfde onzekerheid als die hij als jochie moest leren kennen door
gepest te worden juist om die onzekerheid als was hij een lelijk meisje met een
afgeplakt lui oog in een te klein jurkje dat gaat stotteren alleen als ze een
spreekbeurt houden moet.
Nee, het zat Arco niet mee in het leven en hij moet nog een
flinke 10 jaar door, maar als dakloze? Een huis hoeft hij maar te verkopen in
deze crisistijd om dat huurflatje te kunnen bekostigen. Een huis is voldoende
voor de eerste paar maanden om zich weer een klein beetje mens te voelen, zijn
twee overhemden te kunnen strijken en wat netter voor de dag te komen en zo de
potentiele klanten te overtuigen van zijn kunnen. Hij jaagt op klanten, is ten
einde raad, maar zijn enige pak begint steeds smoezeliger te worden en de
stomerij heeft nu eenmaal meer tijd nodig dan een ochtend om het te reinigen.
Zijn kansen lijken verkeken en soms durft hij al naar het pand van de
daklozenopvang te kijken met een gepijnigde blik, die stationwagon parkeert hij
dan ook ‘om het hoekje’ als hij weer een afspraak los heeft kunnen futselen via
de geïmproviseerde website. Zijn post laat hij naar zijn oude moeke sturen,
waar hij nog steeds gedwongen naar toe moet voor de geringe paperassen, een
scheerbeurt om de baardharen in zijn hals weg te halen, om meestal een door
haar doorgekookte hap weg te spoelen met een glas te goed gezuiverd steriel
kraanwater. Soms valt hij op de bank in slaap, de autostoelen lijken zijn
spieren aan te tasten alsof hij net zo’n reuma heeft als zijn moeder, die hele
dagen op haar uitgesleten stoel voor de TV zit en niet veel meer zegt. Ze mist
haar man en moet lijdzaam toezien hoe haar enige zoon toch steeds weer dat
losse zand grijpt om het tussen zijn vingers door te laten verwaaien door de
zeebries die ook de stad al heeft verschraald. Niets is meer wat het was.
De postbode zou geen voyeur zijn als hij de oorzaak van zijn
woede en wanhoop niet nader gaat onderzoeken; Die makelaar in zijn aftandse
kostuum en afgetrapte stationwagon. Hij ontdekt al snel waar Arco af en toe
zijn toevlucht vindt, bij een oud dametje dat nog nauwelijks buiten komt
en zijn moeder is. Wat de postbode nog bozer maakt, want hij is een 20 jaar
jonger, ziet er goed uit, heeft een eigen huis met zorgvuldig bij elkaar
gespaarde luxe artikelen, een normale baan en weet nog wel de ogen van leuke
vrouwen te treffen tijdens het beoefenen van zijn vak, en hobby; gluren. De postbode zal er alles aan doen om het huis
van ‘zijn adresje’ uit de verkoop te krijgen. Arco zal er alles aan doen om dat
ene huis te verkopen en heeft er goede hoop op, omdat hij weet hoe nijpend de
situatie van het gezin is en het zijne natuurlijk. Het bestaansrecht van beide
mannen staat op het spel wat het conflict en dus het verhaal bestaansrecht
geeft. Ook innerlijk hebben beide heren een tegenstelling, in hun karakter en
in hun beroepsmatige leven. Beide ontberen ze een stabiele persoonlijkheid en
een goed zelfbeeld wat hen dingen laat doen die voor het verhaal onmisbaar zijn
en tot een onvoorspelbaar plot leiden.
Nu de slot opdracht van Module 1; Een sollicitatiegesprek waar veel vanaf hangt voor de sollicitant.
Nee, meer info krijg ik niet en het moet in 1000 woorden de docent als lezer zo aantrekken dat hij na het lezen van die 1000 woorden meer wil....
Jij hebt wat te doen de aankomende tijd. En je stort je er aardig in ;)
BeantwoordenVerwijderenHave fun.
Schrijven is heerlijk :)
klopt, heerlijk is een juist woord ervoor :-)
BeantwoordenVerwijderenAls lezer zou ik wel even rust willen in een paar hele lange zinnen. Door een paar van die zinnen in tweeën of dreën te splitsen kom ik als lezer even op adem en komen de zinnen krachtiger binnen.
BeantwoordenVerwijderenDat sollicitatiegesprek verhaal lijkt me een leuke opdracht, kun je lekker alle kanten mee opgaan.
fijne feedback en je hebt volkomen gelijk.
BeantwoordenVerwijderenIk lees dit een maand na schrijven en me dunkt is dit een verhaal van opkomst en ondergang, maar vooral een mogelijk lang verhaal van verval, waar je gerust een dikke joekel rond kunt opbouwen.
BeantwoordenVerwijderenIn deze paar zinnen, krijg ik als lezer een hoop flitsen mee waar ik niet goed mee overweg kan.
Ik heb het gegeven een aantal moeten herlezen om te weten wat er zoal verhaald wordt.
Een beetje rustiger aan het verhaal werken, het langzamer opbouwen met af en toe aandacht voor het dorp en de inwoners zelf.
Ik wacht op het verschijnen van die kaskraker :)
De docent vondt ook dat ik in de slotopdracht teveel informatie gaf. Maar gut, al die slotopdrachten mogen maar 1000 woorden bevatten. Daar zit ik zo aan. Dit was de eerste oefening ooit waarin ik zo weinig mogelijk woorden gebruikte, maar wel veel info gaf. Lastig voor mij, dus de cursus is niet voor niks. Boek-manuscripten; daar ga ik de ruimte nemen voor de informatie, zoveel ik wil ;-)
Verwijderen