Iedereen bewonderd de oldtimer die ik pal naast de super heb kunnen parkeren, geluk, puur geluk! Het gestart krijgen is een hele toer, maar als je het eenmaal weet. Verder is de wagen net een stuiterbal op het bospad, maar wel erg leuk om te rijden. De portieren zijn me een raadsel. Bij de garage lachen Martine en een klant zich een bult, ik krijg de deur niet open. De klant ook niet. Uiteindelijk haal ik het goede knopje om en met een trap tegen de deur schiet hij open. Dit truukje moet ik ook herhalen bij de super, maar daar sta ik een halve meter naast een andere luxe wagen, dus voorzichtigheid geboden.
Met wat cornetto's rijd ik flink door naar de mannen... en 1 dame! Daar heb ik echt bewondering voor op die wankele planken, met de hand de lauzen op maat hakken in de brandende zon, terwijl je 's middags je vlees erop kunt grillen.
Ze zijn alle drie verbaasd dat ik een ijsje kom brengen. Ik klim op de steiger en bewonder deze vakkundigheid. Ik ben trots op m'n lief, een stoere vent met gebruinde spieren, zo'n gordel om voor zijn lauze-hamer en spijkers, hoed op zijn hoofd en geen klagen maar dragen. (Die gordel nam hij op een dag mee naar huis. "Of ik hem wilde maken?" Wel 4 gaten en 3 naden los in het stugge dubbelgestikte dikke suede. Ik heb me daar een avond op zitten ploeteren met visdraad en een dunne sterke naald!)
Net na het eten vertrekken we voor de 2 uur durende tocht naar het station. We willen graag de tijd hebben voor een zijweg of een schaduwrijke stop halverwege, want heet dat het is!!! De enige plek waar het echt heerlijk koel is , is thuis in de bar of in de supermarkt bij de koelvakken. De tocht valt mee kwa duur en 1,5 uur te vroeg zijn we bij het station, dus rijden we het dorp uit en schiet ik van de hoofdweg af. Na velden en velden vol hooi, koeien en kleine maisplantjes vinden we een riviertje met een brede rand van populieren en wilgen. Een groot veld zonder zon, wat een bof. Daar koelen we onze voeten in de snel stromende rivier, kijken we naar de kwikstaartjes en de libellen en puffen uit met een flesje water. Nog heel even samen voor een maand van bezoek, we nemen het ervan.
Boomklevertjes hebben een nest op ooghoogte in een holling van een populier. Als de ouders eten komen brengen, horen we de schelle kreetjes van de kuikentjes. Zodra ze weer op jacht zijn probeer ik een foto te maken van het grut, lastig focussen in het donker van die spleet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten