Vanochtend waren Edith en ik keurig op tijd op de parkeerplaats naast de Marie in het plaatsje langs de snelweg. Drie en een half uur rijden valt niet mee als je 4 uurtjes geslapen hebt, maar het rijden zelf houd me wakker.
De BBQ viel een beetje in het water, door een geschilletje met m'n lief over ons nieuwe project in SL, de weken met bezoek en gasten, het weer en zoveel meer factoren, moest de stoom van de ketel en de fluit op die ketel houden lukte niet meer. Ik probeer de spanning nog te breken bij Marc, wat me niet lukt. Nog voor het vlees gaar is, word ik echt misselijk, alsof ik ergens de buik vol van heb. Letterlijk met taboulé en eigen komkommer die een gevaarlijk bittere smaak heeft, nachtschade familie.... maar hij zag er zo goed uit. Ziek vertrek ik naar boven en laat Marc en Edith verder eten, wat zij prima kunnen, beetje spanning maakt hen wel hongerig. Boven neem ik een douche en duik mijn bed in, maar ik blijf misselijk en alle stoom is nog niet van de ketel. Als ze weer boven zijn, wil ik toch een potje thee om m'n buik tot bedaren te brengen en praat met Edith, die zich natuurlijk ook wat ongemakkelijk voelt. Ook omdat Marc niets gezegd blijkt te hebben en nu is gaan wandelen net voor bedtijd. Ze gaat wijs vroeg naar bed en M&M praten wat. Ik heb niet alleen de buik vol van het eten en ons geschil, ik ben gewoon flink overwerkt. Ontzettend moe en zo dat ik in de meest gewone dingen geen zin meer heb.
"Hoe dit komt", vraagt Marc. Ik kan alleen maar zeggen dat ik alles dat ik doe hier en het zorgen voor gasten, het krijgen van bezoek, ontzettend leuk is, maar nergens anders aan toe kom. Dat al mijn dingen, mijn werk, dat wat ik voor mezelf doe erbij inschiet.
Hij noemt het moederen en moeders zetten zich toch doorgaans op de 2e of 3e plek... Dus ik voel me opzich heel goed bij het moederen. Het zorgen voor onze beestenboel, de moestuin, huis en zaken in SL. Het moederen over m'n lief is nog het fijnste, dus na veel bezoek en het hebben van gasten is ook dat een beetje op de achtergrond geraakt. Zou ik dan toch een tikkende biologische klok hebben? Zou mijn klokje zo van zich laten horen? Zou ik dus in mijn eentje nu geprobeerd hebben voor een compleet 'weeshuis' te zorgen zonder dat ik me dat beseft heb? Noem ik het 'overwerkt' terwijl ik door het zorgen te moe ben geworden?
Marc denkt van wel en ik kijk hem nadenkend aan met de bekende vermoeide blik. Ik voel me er ongemakkelijk bij; een biologische klok hebben, te veel gemoederd hebben zonder dat ik daadwerkelijk kinderen heb of deze zou willen.
Ik heb altijd gedacht dat die klok zich op een andere manier zou manifesteren, als het verlangen om babykleertjes te kopen of om met een kleintje lekker te tutteren zoals mijn moeder gedaan heeft. Of kijken naar moeders met hun kroost en hetzelfde verlangen als ik ze zie lopen op de markt, bepakt en bezakt met flesjes, doekjes, babytassen met luiers, de maxi-cosy en aan de andere hand een iets groter kleintje dat dreinend achter mams aan moet rennen en een knuffelpopje op straat laat vallen om het vervolgens op een brullen te zetten. Nee, die vorm van een tikkend hormonaal klokje is mij werkelijk vreemd. Maar deze zegt mij hetzelde; het willen zorgen voor het mooie om je heen, voor de mensen die ook van mij houden, graag om me heen zijn en zich afhankelijk van me opstellen. Terwijl Marc me welterusten heeft gewenst sjok ik ook maar naar boven, waar ik onder het laken kruip om nog even te lezen. Met vermoeide ogen knip ik het licht uit en denk verder over wat we uitgesproken hebben. Dat ik geen balans heb in het zorgen voor anderen en mezelf, in de drang tot moederen zonder kinderen, of ik echt geen kinderen wil of alleen maar denk geen gezin te willen stichten. Over hoe ik mezelf toch die balans kan geven. 's Winters is deze er wel, maar dat is even makkelijk zonder groeiseizoen in de moestuin of extra maaiwerk. Dat is even makkelijk zonder bezoek omdat de gorges gewoon gesloten is en er alleen wat dieren en een man zijn om voor te zorgen...
Om 0:45 breekt er weer oorlog uit beneden tussen Joppie en Aai en om erger te voorkomen ga ik mijn bed uit om even voor politie-agente te spelen. De terrorist heeft me de trap af horen komen en is natuurlijk al gevlucht. Ik blijf even beneden zitten en drink wat water, m'n knoflooksaus was zo goed gelukt, daar krijg je wel dorst van, maar ik boer nog steeds eten op.... Er moet toch iets niet goed zijn geweest.
Dus nog vermoeider dan ik naar bed ging sta ik om 5:15 op en ga naar beneden waar Edith de koffie al klaar heeft en Marc aanschuift om de dag toch met z'n drietjes te starten.
Hij knuffelt haar gedag en drukt mij op mijn hart dat als ik moe ben gewoon van de weg af moet gaan om te slapen. Ik had het mezelf al beloofd, desnoods pak ik een hotelletje en maak ik er een fijne dag van voor mezelf. Matje, slaapzak en een rugtasje met wat kleding en een toilettas gaan mee.
Het is flink bewolkt wat het rijden heel prettig maakt, een spatje regen frist het op en ik hoef niet te knijpen met mijn dikke ogen tegen het zonlicht.
De dame bij wie Edith instapt is lief en alles verloopt soepel zodat ik zo weer op weg ben richting huis en hen de snelweg richting Limoges op zie draaien. Ik neem me voor na Tulle bij een grote supermarkt goedkoop de tank vol te gooien en daarna te lunchen in Argentat. Dromerig maar weg-alert rijd ik door de Dordogne vallei. Na het tanken ga ik toch de super in voor een flesje drinken en ik loop rustig langs alle schappen, inclusief het witgoed. Maar er staan geen fijne koelkasten tussen en ik besluit zo'n groot ding maar op het internet te kopen bij de bekende grote winkels als een Conforama, Marc haalt hem dan wel op zodra we te horen krijgen dat hij binnen is.
De uitverkoop van kleding laat ik niet aan me voorbij gaan. Voor 2 tientjes heb ik een broek, BH, truitje, blouson en t-shirt, hoezo troost-aankopen??
In de auto trek ik de eerste drie aan, ik frummel me achter het stuur in de strakke stretch kuithoge spijkerbroek, BH en tricot zeeblauwe truitje, het past perfect en met de witte supermarkt klompjes ben ik wel heel frans gekleed. Nu dat hoogblonde haar nog....
Op naar Argentat, nog geen 20 minuutjes verderop.
Daar is het een waar toeristisch oord voor Nederlanders. Niks erg, maar ik negeer wel de grote parkeerplaatsen en parkeer de grote rode bak in een nauw tussenstraatje vlakbij het centrum en bedenk me dat ik me een francaise voel. Eén blik in de spiegel is genoeg om me te vertellen dat ik absoluut geen francaise ben.
Ik loop het centrum verder in waar een grote markt is, zo één waar ik als kind-op-vakantie in Frankrijk zo gek op was. Afrikaanse koopwaar met lome Afrikanen die wat achter hun kramen hangen, producten uit de regio, alternatieve etenswaren, biologische groenten waarvan me 1 tafeltje opvalt met een dame die ernaast zit en nog1 mandje heeft staan met twee-worteltjes. Worteltjes die zich onder de grond in tweëen hebben gesplitst, ik wist niet dat het serieuze koopwaar was. Ik koop mijn lievelingswierrook dat ik nog nergens te koop heb gezien sinds ik in Frankrijk woon. Nog een 'missing link' voor het presentje dat ik eerder kocht voor mijn ouders. Ik hoor veel Nederlands om me heen en waarom weet ik niet, maar ik pik de Nederlandse toeristen er zo uit; poepbruin, hempjes, kuitbroeken (veelal wit) slippers en sportschoenen en sportieve shirts met heuptasjes vol en op de buik gedragen. Zo typerend en ik moet een beetje glimlachen, het toerisme in deze streek veranderd niet, dit moet al decennia hetzelfde zijn. Ik voel me super frans, geen toeriste.
In een hoek van de markt ruikt iedereen wat ik ook ruik; een abatoir!!
Mensenhemel, wat is dat vies! Ik zie een jonge meid met haar hand voor haar mond achter een busje vliegen en gezinsleden lopen haar achterna. Overal opmerkingen, je zult je kraam hier maar hebben staan heel de ochtend. Na 10 minuutjes heb ik het wel gezien en ik kijk opgelucht naar de bewolkte hemel, een lust voor vermoeide ogen.
Nu ik zo alleen op pad ben, geen afspraken heb, 'Marc's zegen' om even te gaan en te staan waar ik wil, kom ik al wat tot rust. Ik geniet van dit plaatsje, kwa architectuur of bezienswaardigheden is het niets, enkel de ligging zal het wel aantrekkelijk maken voor toeristen. De Dordogne stroomt door de stad en heeft een lange boulevard aan de waterkant met ruime tuinen van grote huizen waarvan alle luiken gesloten zijn. Er drijft bloeiende waterpest op het stromende donkere water, wat een prachtig effect geeft. De vakmanshuizen hebben hun typerende pleisterwerk, allemaal in lichte kleuren geschilderd en houten balkons gedragen door driehoekige balkenconstructies. Niet één ervan is niet versiert met volle bloembakken in de meest mooie kleurcombinaties. Het zomaar op deze brug staan is geweldig terwijl de zwaluwen voor mijn blikveld langs vliegen en de duiven klapperend op de peilers landen om wat rondjes te draaien voor ze weer een ronde doen richting de paar terrassen op de boulevard.
Het moet hier prachtig en romantisch wandelen zijn 's avonds met de lantaarns aan en maanlicht dat weerkaatst in het midden van deze bekende rivier.
Op de terugweg naar het centrum op zoek naar een restaurant, vraag ik bij l'office du tourisme naar een internetcafé. Dat zullen ze hier toch wel hebben?
Maar nee, ik kan wel bij het gemeentehuis een pc'tje huren voor 1 euro per uur, maar die gaat zo dicht.
Dan eerst maar eten en ik strijk neer bij het enige echte restaurant op het grote plein in mijn lievelingskleuren; bruin en appelgroen, onder een enorme plataan, een prachtig bejaard en goed verzorgd exemplaar. De kaart biedt meer dan 10 salades, maar allemaal met kippenmaagjes, slakken of Foie gras en in gedachte aan zo'n maaltijd speelt mijn maag weer op.
Het menu met drie gangen ziet er beter uit. Zou ik dat kunnen? In m'n up gewoon uitgebreid uit eten, buiten midden op het terras, te kijk en al?
Ik verbaas mezelf dat ik die gedachte alweer vergeten ben voordat ik m'n tafeltje kies. Ik merk dat ik de ober in verwarring breng door mijn te goede vakantiefrans, franse outfit, het feit dat ik alleen ben en me blijkbaar perfect thuis voel op dit terras. Hij wil de kaart nog voor me uitspellen, maar in vlot frans vertel ik hem mijn keuze en settle me in de comfortabele stoel met uitzicht op het plein waar alles voorbij komt dat het plaatsje aandoet.
Het waterglas is vies, resten lipstick probeer ik er met een servet vanaf te poetsen, maar het lijkt wel kauwgom of verf, het lukt het servet niet. Dan maar een glas van de tafel ernaast bij schitterende afwezigheid van de jongeman die ik zo in verwarring bracht. Als hij later mijn lege bordje komt halen en vraagt of alles naar wens is wijs ik hem op het vieze glas en op de lege plek op de tafel naast me. Hij verontschuldigd zich en ik krijg de rest van de maaltijd een wel heel sjieke bediening en wijn van de zaak. (eentje maar, want ik heb nog niet besloten of ik wil gaan rijden vanmiddag) Mijn repas bestaat uit; een tonijnsalade met tomaat, Sauté de Veau met tagliatelle en toe de aller- allerlekkerste Crème Bruleé ooit. Ik schraap het schaaltje leeg en voel de behoefte het uit te likken, wat ik mezelf echt moet verbieden. Het terras is erg vol halverwege de lunch en ik ben niet de enige die alleen een maaltijd gebruikt. Ik neem alle tijd en na de koffie zijn er al weer veel tafeltjes vrij. Ik had geen afleiding, geen Nederlands krantje, geen gesprekspartner, geen mobiel bij de hand, niets; wat een rust!
Ik geniet van een tussenstatus; geen toerist, geen francaise, niet compleet ingeburgerd en ook niet in den vreemde.
Waarom kan ik dit in Frankrijk wel en in Nederland niet? (Kun je eigenlijk in Nederland tussen de middag uitgebreid uit eten?)
Na het betalen ga ik toch maar even mijn mobiel uit de auto halen en loop terug naar de straat waar de Marie Annexe is. Via een zijstraatje moet ik een poort door, een deur door waar een kartonnen bordje met een pijl zegt dat dit de entree is.
De eerste ambtenaar die ik zie spreek ik aan, een vriendelijke kleine vijftiger, wat kalend, die me zenuwachtig een heel klein kantoortje in leidt waar 4 werkstationnetjes staan op hele kleine bureau-stoeltjes en een tafel met voorraad computers, printers en beeldschermen. Als het kantoortje met een hoog plafond en een gesloten raam 2,5 bij 3 meter is, heb ik niet overdreven zo klein.
Hij zoekt er 1 uit die al aanstaat en logt voor me in.
Daar moeder ik over mezelf door dit bericht te typen. Mijn belevenissen van afgelopen 24 uur, hier dus, laat ik al mijn gedachten los door ze vorm te geven met een paar vingers die de toetsen raken, langzamer als dat ik denken kan op een duits toetsenbord. (Daarop zitten alle tekens en letters op een andere plek. Als je gewend bent veel tekst te typen is het lastig en in blogger heb ik geen spellingscontrole.)
Toch maar geen hotel nu ik op ruim anderhalf uur rijden van huis ben. Ik heb mezelf deze dag kado gedaan en beloof mezelf er nog een aantal, tot ik dinsdagavond mijn lift neem naar Nederland waar ik een klein weekje blijf om een feest te vieren, om opa op te zoeken en hopelijk nog wat lieve vriendinnen te zien als ze niet net ook op vakantie zijn. Ik beloof mezelf even niets te doen dat me tegenstaat, niets te ondernemen waar ik eigenlijk geen energie voor heb, mezelf niet te overvragen en geen wekker te zetten vòòr 8 uur. De avonden zijn voor mij, voel ik me op mijn best. Met Marc gezellig vroeg op voor hij naar zijn werk gaat is voorbij, hij stopt er na volgende week tenslotte mee, terug naar zijn eigen ritme en ik terug naar het mijne. Even geen gasten meer en net als alle mensen; vakantie vieren.
Want welke moeder kan nu moederen als ze niet goed voor zichzelf zorgt??
Moeders is moe van het moederen, over mezelf moederen is ook wel eens even lekker en m'n lief een volwassen man, makkelijk voor moeders.
Ik reken zo 2 euro af bij de dames die ik al 2 uur hoor babbelen in hun kantoor en laat het bedompte hokje voor wat zij is. Ik geniet na van het niet-toeriste zijn, dat ik mijn weg zo makkelijk weet te vinden en de Nederlanders op de camping vanavond fronsend naar hun labtop-beeldscherm zie kijken waarvan de WiFi-verbinding toch niet zo stabiel is als dat in de brochure stond vermeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten