Bij het ontwaken keek Marc vanochtend door het kleine raampje de gorges in. Het was alsof er vannacht iets groots gebeurd was, er een andere wereld geschapen is op de 8e dag, 's nachts. Ook in mijn kamer was het licht er anders, niet doordat Merlin me wakker maakte door zachte poezenpootjes die mijn wang aantikten, of door dat snoetje waarvan de korte snorharen zo kietelen en mijn ogen gelijk open zijn. De koffie goot ik snel naar binnen, aankleden ging nog sneller. Toch moet ik even door het zijraam kijken, dat boven de middendeur een goed zicht biedt op het terrein, naar de capriolen van de drie kleintjes en een hond die zich gedraagt als koeien die in mei voor het eerst naar buiten mogen na een winter lang op stal. Laarzen aan en die vervreemdende stilte in. Alles en iedereen gedraagt zich anders, niet alleen in deze streek. De kleur maakt blijkbaar blij, ook al zijn de omstandigheden op z'n zachtst gezegd beperkend. Ook al veroorzaakt zo'n frisse andere wereld een hoop overlast en ergernis, we zijn het zo weer vergeten.
Het is een dag die een begin of einde van een schitterend verhaal aankondigt, de wereld het zwijgen oplegt, waar de vogels het eerst naar luisteren en de muizen nooit aan meedoen. Die voelen zich vrij genoeg door ongezien te blijven, maar niet ongehoord. En iedereen mijdt deze regio tijdens de winter, want och het is er zo koud, geen doorkomen aan, onbeweeglijk en doods, hoe een mens zich toch kan vergissen. Want hier zijn, op dit moment is juist een van de mooiste plekken op aarde, juist nu.
Ik luister naar het meer dat nu buldert alsof het verkeerd gewekt is, een donderpreek houdt over de wederopstanding als rivier, als krachtpunt, als een nieuwe bezem, maar niemand luistert en mijn oren worden niet opgemerkt, hoe nietig kan een mens zijn. De plassen op het pad, bruinig door de losse modder van de neerslag van afgelopen weken, laat ik ongeroerd. Castel niet, die heeft wat te drinken en banjert er verheugd doorheen om hier en daar door een dassendrol te rollen, zo voorkomt ze geroken te worden en verhoogt haar kansen het wild te verrassen met een 1 op 1 klopjacht. Naast de donderpreek die niets heel laat van alles dat ooit groeide en nu voor dood is neergevallen, de troep afvoert naar veraf gelegen oorden of een zuig-installatie die de turbines schoon moet houden, hoor ik een dof zwaar geknisper dat met geen enkel ander geluid te vergelijken is, een geluid dat maar deels universeel herkend wordt en mij dierbaar is, omdat het maar die korte momenten zijn dat ik ernaar kan luisteren. Een nieuwe wereld, een heel vluchtige wereld, enkel geschapen om ook weer te verdwijnen, een eeuwige voorbode van nieuw leven, soms alleen voor een verversing van het eeuwige; SNEEUW.
Leuk/mooi/fantastisch als je er ongegeneerd van kunt genieten. Ik vind er niks an als ik moet werken, fietsen door de sneeuw is op zijn minst link te noemen en ik ben er geen fan van. Ik ga pas juichen als de lente begint! ;)
BeantwoordenVerwijderenJa lieve Klivia, als het leven zich 12 maanden per jaar af moet spelen tussen een uur of 6, 7 en einde van de avond, dan begrijp ik helemaal waar je zit. Hier is het 8 maanden 'af'(wintertijd) waarin iedereen zich terug trekt en inteert, en 4 maanden 'op' waarbij er dagen van 14 uur werken gedraaid worden, iedereen buiten leeft op een tukkie tussen de middag na om de hitte te ontvluchten. Niets ertussenin.
VerwijderenFietsen is hier toch al onmogelijk, ook als het lekker droog lenteweer is ;-)
Ziet er prachtig uit. Maar omdat ik met gladheid bang ben om te vallen loop ik erg krampachtig en ziet het eruit als een tachtiger met de broek vol poep, dus echt genieten van de sneeuw doe ik dan niet.
BeantwoordenVerwijderenDat is in bestraat Nederland ook jammer, ook de smurrie die nog gladder is. Hier nogal grinderige stugge zandpaden. Ik ben ook altijd bang om onderuit te gaan. Brak in onze tuin in NL mijn pols op 1 cm sneeuw! (ook weer zo'n foto-rondje willen doen, pffff). Hier altijd mobiel op zak.
Verwijderen