Tijdens het begin van de dageraad was Lijster al in de weer om hier en daar nog wat te eten te vinden. De winter vordert, eten is steeds schaarser. Op de muur waar de kippen iedere ochtend hun graantjes krijgen is de sneeuw bijna weggesmolten, een waar feestmaal komt er tevoorschijn. Lijster was even vergeten dat er ook 5 katten wonen, 4 katers met gebitten waar je u tegen zegt, en een poesje dat als een duivelinnetje in de nacht er plots is, Sooty, zo snel. Wie Lijster ving vanochtend om een uur of 6, weet ik niet. Wel dat ontelbare kleine borstveertjes verspreid liggen bij de bakken met brokjes net achter de middendeur, waar arme Lijster in de bek van één van die rovers naar binnen is gesleurd door het kattenluik. Ik word wakker in een kamer zonder katten, niet één! En dat is vreemd. Ik moet toch een plas, dus loop door een wolk van veertjes naar beneden het toilet in. Weer geen kat te bekennen beneden, vreemd. Terug boven zet ik koffiewater op en zie 5 staarten naar alle richtingen wijzen onder de tafel; Lijster zit daar moedig van zich af te pikken, die scherpe snavelpunten maken indruk, want de katten verroeren alleen hun staart. Ook ik krijg Lijster niet zo 1-2-3 te pakken totdat DQ hem in de bek heeft. Dag Lijster, denk ik nog, ga jij maar hemelen, want de slacht tanden van DQ zijn de grootste die ik een kat van zijn grootte en leeftijd ooit zag hebben. Ik pak Lijster toch af, want honderdduizenden veertjes ruimen in het hele huis en het gepiep en kabaal aanhoren is geen fijne start van de dag. Lijster is wel onder de indruk, maar alles lijkt nog heel. Het kijkt me aan met van die zwarte kraaloogjes die nog volop glimmen, het is duidelijk nog niet klaar met vechten voor het tere leven en pikt me in een vinger. In kamerjas en slippers zet ik het buiten op de smeltende sneeuw, hoog, een eindje van het huis vandaan op het haardhout. Maar Lijster verroert zich niet. Ik kijk de vleugels na door ze te spreiden, niks gebroken, ook de pootjes zijn nog heel. Er zit alleen weinig kracht meer in het dier. Ik gooi Lijster zo hoog mogelijk de lucht in, het vliegt weg, het bos in.
Als ik binnen kom zijn er 5 katten op jacht in huis en naar elkaar. Want waar is hun tijdverdrijf en lekker hapje gebleven? Het blijkt dat ze vanaf 6 uur deze ochtend zich al vermaakten met en verheugden op een hapje verse vogel. We hebben domme katten die we teveel eten geven -muizen eten ze wel gelijk op- of een extreem slimme vogel met een engeltje op de schouder, waardoor het in het kleine huis ruim 2 uur in leven wist te blijven tussen 5 verveelde katten.
Kun je die roofdieren niet een keertje loslaten in onze buurt? Of zouden ganzen te groot voor ze zijn? ;)
BeantwoordenVerwijderenIk denk dat het een titanengevecht wordt. Ganzen zijn sterk en groot. Huur een tijger?? Een wolf?
Verwijderen