Soms vraag ik me af waar ik de
moed en de kracht vandaan haal door te gaan. Het vechten tegen de bierkaai. Het
weer toelaten van Marc in mijn leven, wetende dat hij wel verandert en groeit
aan de oppervlakte, maar in essentie dezelfde persoon is gebleven, altijd zal
zijn. Net als ik trouwens.
Misschien is het naïviteit. Of
stoute dromen. Of gewoon dom. Misschien is het hoop, geloof en liefde.
Misschien is het trots en koppigheid met als dooddoener ‘Het Kan Wel’.
Misschien is het weten dat het leven met
dit mens, mij een beter mens maakt voldoende.
Het gekke is dat de uitzichtloze
financiele situatie blijft bestaan. Dat er alleen maar werk en onderhoud
bijkomt, evenals verantwoordelijkheden. En dit terwijl mijn draagkracht lijkt
mee te groeien, Calvé’s en Boskabouters of niet. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat je
krijgt wat je dragen kan. Dat niemand dat voor een ander in kan schatten,
getuige de vragen ‘hoe lang ik dit nog trek?’, is logisch. Dit is geen recente
vraag van één persoon. Juist vorig jaar werd me dit erg vaak gevraagd toen Lief
de hort op was, ik een uur of 4 per nacht sliep, vrienden over de vloer had, en
verder het werk en onderhoud deed dat ik nu ook doe.
Nu krijg ik de vraag nooit meer,
van niemand. Alsof het wel te doen is met Lief weer thuis. Alsof dat de zorgen
wegneemt, alsof dat de oplossing is voor 4 uurtjes slaap en dezelfde financiele
malaise. Alsof ik me nu opeens wel kan bedruipen en ik de support, steun en
interesse niet meer nodig heb.
Voor mezelf leerde ik leven, maar
toch concessies kunnen doen op alle vlakken zonder al te veel in te hoeven
leveren van mezelf. Het is een stuk geluk dat ik graag zou willen delen. Maar nu
die vraag al zolang achterwege is gebleven, blokkeert dat het delen van de moed
en de kracht, de vreugde en het delen zelf. Alsof ik het niet ben, alsof ik een
rol speel en mezelf op lange termijn voor de gek houd. Men gelooft wel in me,
sommige bewonderen de moed en de kracht, het altijd maar doorgaan, soms
stoïcijns, soms met een stok achter de deur of een schop onder m’n kont. Voor
mij is het gewoon leven en over het algemeen geniet ik van ieder moment en
alles dat ik doe.
Vaker vraag ik me af waarom ik ‘gewoon’
maar door sukkel. Sta te hooien met een grashark in een graadje of 30, DQ op
apegapen onder de notenboom. Waarom ik 365 dagen per jaar wil werken en hier en
daar een eurootje bij elkaar schraap door muren en wc’s te schrobben, een talud
met hellingsgraad 10 maai. Waarom ik met Sarko opeens wel in staat ben om om 6 uur
op te staan, na middernacht naar bed of niet, om ook het middagdutje bij gebrek
aan tijd over te slaan. (Maar dat wijntje bij het eten niet.) Waarom ik het
toch op me neem 7 dagen per week te koken in een donker huis met alle
keukenverlichting aan. Waarom ik bijna
kruiperig de verlepte groenteresten onder de markttafels van het asfalt pluk
voor de varkentjes en waarom ik mijn eigenlijk afwasmiddel maak. Waarom ik
schuldig blijf voelen als ik toch wel erg veel geld uitgeef aan eten, omdat het
nog niet zo opschiet in de moestuin, ik kosten maak voor een ezeltje dat nog
een ruime 3 jaar getraind moet worden en gecastreerd bovendien?
En ik heb er maar één antwoord
op. Op de vraag van lieve betrokken mensen en lezers, op de vraag waar ik de
moed en de kracht vandaan haal en op de vraag ‘waarom?’.
Het voor mezelf leven inspireert
anderen, in hetzelfde pakket of niet. Dezelfde strijd nog voor de kiezen of al
reeds gestreden. Het getob doet zeer en laat me groeien. De malaise geeft het
inzicht dat het leven nooit om geld draait en het bewijs dat de mens ook zonder
de huidige vorm van kapitalisme kan, de vrije
markt waar we onszelf toch mee voor de gek houden. Het paradijs bestaat
wel, maar je moet er toch echt zelf in durven geloven, het manifesteert zich
dan ook… vanzelf.
Ooit wilde ik nog graag dat de
ander in me geloofde en geloofde ik nog in van alles en nog wat. Ooit wilde ik
nog dat er van me gehouden werd, zonder van mezelf te houden, want dat leek
veel te moeilijk. De zekerheid komt niet meer van buitenaf, van de bevestiging
van Lief, dees of gene, een verzekering of schouderklop en een regelmatig
redelijk gevulde bankrekening. En ik hoopte op zoveel, wat enkel
teleurstellingen bracht. Ik stelde vooral mezelf teleur, wat een verwachtingen
koesterde ik toch. Allen met hetzelfde resultaat.
Ik kreeg zomaar de moed. Spontaan
de kracht en nog veel meer. Zomaar, voor niks. Nog geen centime eraan gespendeerd. Enkel het
loslaten. Een onbetaalbaar goed en nergens verkrijgbaar. De joker met de naam
Loslaten is altijd en overal uit te spelen en verliezen is onmogelijk.
De vragen zelf laat ik niet los,
de antwoorden laten me terugvallen op het wederom uitspelen van de Joker. De
mooiste kaart in het levensspel.
hoeveel jokers heb je?
BeantwoordenVerwijderenzoveel ik er dagelijks nodig heb :-P
Verwijderenvalsspeler
BeantwoordenVerwijderenIn het patience zit geen joker!
BeantwoordenVerwijderenzomaar een gedachte hoor Herman, maar zou patience zelf ook niet de joker van de dag kunnen zijn?
Verwijderen