donderdag 29 april 2010

gedicht

Zij

Buiten ons, dat is de wereld, zij zijn het die het doen.
In mij is het leeg en somber, maar zij daar, ver buiten,
verliezen hun fatsoen.
Zij zijn de schuld van alles dat ik mis, het sombere gemoed.
De hoge grote mensen, koningen en presidenten, zij smeden het complot.
Zij moeten jou ook hebben, je ontspringt de dans niet, het is je lot.
Wij mensen en die mensheid, zo dichtbij maar onbekend, vergiftigd en onkundig.
Dom gehouden volkeren, zo reikend naar geluk,
het is ons niet gegund.
Ik kan er niets aan doen, zo nietig en zo klein,
zij daar die elite, heeft het op ons gemunt.
Dat ik geen huis meer heb, geen haard, geen vak, geen geld, geen zin,
geen vriend die mij begrijpt en armen om me heen misschien.
Komt door die kleine minderheid,
geschapen en gezonden als leger der onwetendheid.
Met als enig doel ons klein en dom te houden, het goud te delven waar maar even kan.
Om na de grote vernietiging, na die datum dan en dan,
de uitgeputte aardbol te verlaten, maar dan?
Buiten ons ligt het gevaar, zij loert en weet ons allemaal te vinden.
Ik heb er ook bewijzen voor, die mij met mijn werkelijkheid verbinden.
Het is niet ik die dit denken wil, het zijn zij daar ver buiten mij.
De mensheid is maar dom,
ik ben wakker en erboven,
maar er allerminst bij!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten