woensdag 17 maart 2010

de rede kan liefde niet uitdrukken

De dag begint slecht. Na het opstaan haal ik de katten uit mijn kamer. De laatse en zwaarste van het stel, Aai, draag ik meestal naar beneden. Ze voelt zo wollig en zacht en versuft laat ze het altijd behaaglijk toe. Nog 6 treden te gaan en ik glij met poes en al uit op de afgesleten trede van de eikenhouten trap. Met sokken de trap af is nooit een succes. Met donderend geraas kom ik onderaan de trap verbaast tot stilstand. Nu jaa, stilstand, stil zit, hang, lig en Aai zit geschrokken op de trede waar ik op uitgleed. Marc vliegt de keuken uit en geeft me geschrokken een knuffel. Ik heb me niet bezeert, een klein wondertje die het leed direct verzacht. Mijn rikketik is getest, prima in orde, en de toon van de dag is gezet; Oppassen vandaag!
Na het rustig ontwaken heisen we ons in werkkleer. Droog hout ga ik zagen en Marc wil verder met het kleinkrijgen van de eikenstam.
Gisteren heeft hij de landrover-met-lier er laten staan. Evenals die waardevolle kettingen met (kromme) haken die we van Cees kado kregen. Die kettingen zijn goud voor dit zware werk. Terwijl ik een paar foto's maak en trap op 1 van deze kettingen die in de berm aan de kabel van de lier vastzitten roep ik nog naar Marc of hij ze niet even mee naar huis moet nemen. Het ligt hier allemaal maar zo...
Maar Marc wimpelt mijn ongerustheid weg. Wie taant er hier nu naar, die ene boerenzoon op z'n quad?
Ik ploeter me met een ongerust gevoel door wat dode boompjes die ik of in z'n geheel of in stukken de helling af gooi, tussen baby-eikjes door het bospad op. Terwijl ik daarna met een zere hand, de wond is nog steeds open, de boel kleinzaag, komt Marc even bij me kijken... Denk ik!
Een beetje ontdaan zegt hij me dat alle drie de kettingen gestolen zijn.
BOEM!
Dat slaat in als een bom. Weg de vrijheid die we kochten met veel offers van dien. Weg het prettige gevoel hier te kunnen leven en werken, ongecompliceerd, warm en vertrouwd. Moeten we nu echt een groot hek om de 11 hectaren gaan zetten. Voor een wandelingetje in het bos alles met de kasteelgrote sleutels afsluiten en die enorme sleutelbos altijd met ons meezeulen?
Kunnen we nu echt niet meer de boel de boel laten om even te eten samen thuis, terwijl de spullen langs de bosweg liggen, om het werk daarna op te pakken?
Blijkbaar niet.
Het stormt in onze hoofden, terwijl Castel haar tanden poets door op een houtje te bijten en de hagedisjes zich opwarmen in de zon. De rivier die ruist en de zachte wind die door de toppen blaast. De vriendelijke rust voelen we niet meer, volledig opgenomen in onze onrustige schok van dit gebeuren.
Dat de mensheid vaak te veel bezig is met hebzucht en jaloezie is ons bekend. Dat dit op deze wijze zich toch zou manifesteren vinden we echt verdrietig, triest.
Om m'n maatje duidelijk te maken hoe ik erover denk geef ik hem het fiat om te vloeken, wat ik anders niet zo snel zou doen. En zo laat hij wat verwensingen los en dit keer eens terecht.
Hij speurt doelloos de hellingen af, zijn manier van grip krijgen op deze situatie. De kettingen zijn onmisbaar, ze waren vanaf het moment van het krijgen in gebruik.
Even nieuwe kopen zit er ook niet in, dat laat ons budget voor extra dingen niet toe.
We druipen maar af naar huis. Ik start mijn pc op om de foto's die ik gisteren maakte van het eik-ketting-plaatje uit te printen. We gaan direct met woordenboeken en foto's naar de Marie, die gesloten blijkt te zijn, om daarna door te rijden naar de Gendarmerie. Daar worden we in alle rust ontvangen in het kleine met zon overgoten kantoortje van de hoofd-agent. Die rustig ons verhaal aanhoort en ons uitlegt hoe er hier met diefstal en vandalisme wordt omgegaan.
We betrekken het veelvuldig stukmaken van het hek erbij. Het hek dat het weggetje afsluit waar onze bron aanligt, we zijn afhankelijk van de goede staat van deze bron en hebben geen ander water dat drinkbaar is. Ook dat wordt keer op keer vernield, niet omdat men nu een doorgaande route mist. Het weggetje is al onbegaanbaar en is alleen een afsnijroute naar het bospad. het dient verder geen enkel doel. Maar waarschijnlijk gewoon uit onhebbelijkheid over die vreemdelingen die denken dat zomaar te kunnen doen. (met toestemming van de eigenaar van het paadje en een akkoord van de gemeente/Burgermeester zelf)
Ons is wel bekend dat in het kleine dorpje dat vlakbij op het plateau ligt nogal wat mensen wonen die een ontzettende hekel hebben aan vreemdelingen. Dan nog niet eens buitenlanders, maar ook mensen die uit andere departementen komen. Misschien het Stugge-boeren-syndroom hebben. We kennen een heel vriendelijk stel uit dit dorpje. Hij is er geboren en verliet deze streek om in Parijs te studeren, waar hij zijn vrouw ontmoette en 20 jaar werkte. Hij kwam terug, met zijn Parijse vrouw om hier de rest van zijn leven in zijn geboortedorp te wonen, terug naar zijn roots. Ook hij wordt bejegend als vreemdeling. Iemand die er niet hoort. Ook zij worden gepest en kunnen de deur niet open laten.
De 3 of 4 jongeren die er wonen hebben al meer vernield, waarop Marc ze aansprak. Alsof ze van niks weten knikken ze ja en amen, maar komen blijkbaar terug.
We kunnen niets hard maken.
Ik laat de agent het woord voor pesten zien in het woordenboek. Hij maakt het gebaar met twee handen alsof een clown je een feesttoeter bespeeld midden in je gezicht en je uitlacht. Hij knikt dat hij het dondersgoed begrijpt. Hij noteert alles in een dik schrift, een overdrachtsrapport voor alle agenten. Het enige dat ze kunnen doen is praten met de omgeving. Net als wij iedereen aanspreken over koetjes en kalfjes en of men iets gezien heeft. Iedere diefstal wordt keurig bijgehouden op een kaart aan de wand met punaises. Vorig jaar 1 diefstal die gemeld is in de contreien, dit jaar al 10. De meest onzinnige dingen die ontvreemd en of vernield worden. De agent beaamt hoe triest het is.
We komen gelukkig voortreffelijk uit onze woorden en maken duidelijk dat we ons nu weer gevangen voelen in een systeem dat rotte appels heeft.
We voelen ons gehoord en serieus genomen. Dat we daarmee ons gevoel voor veiligheid niet terug hebben is even een mindere zorg. We zijn serieus genomen en het was goed dit voorval direct te melden bij de Gendarmerie, ze zijn er voor je en nemen alle tijd.
Zodra de Marie weer open is gaan we vragen wat de beste manier van reageren is, naast het contact maken met een ieder die we tegen komen. Pamfletten misschien, om met foto's te vertellen wat er gestolen is. Zodat iedereen ervan weet en de dief ze niet met trots openlijk kan gebruiken. Eerst hebben we advies nodig.
Misschien moeten we vasthouden aan ons gevoel vertrouwen te blijven hebben in de mens en onszelf, ons niet laten kennen en te blijven houden van hetgeen ons hier zo aantrok; de liefde en de rust.
Maar de rede kan de liefde niet bevatten.... of uitdrukken. Je kunt de rotte appels niet uitleggen hoe fijn het is een lekkere zoete frisse appel te zijn en te blijven.
We doen ons best. Maar deze dag is slecht begonnen en wij gaan even op ons handen zitten. In de zon weliswaar!

5 opmerkingen:

  1. Domme mensen heb je overal. Het is de kunst om je er niet door te laten raken. Ik duim voor andere kettingen op jullie pad.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. wij duimen voor kettingen met sleephaken ;-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Lieve vrienden,

    IK VIND DIT HEEL ERG NAAR VOOR JULLIE .

    GA DOOR MET JULLIE LEVEN HIER/DAAR ZOALS VOORHEEN EN LAAT DE MINKUUKELS BARSTEN BAN ZE UIT JULLIE GEDACHTEN , DOOR TE GENIETEN VAN DE REST.

    PETER

    BeantwoordenVerwijderen
  4. lieve Peet, dit doet ons verschrikkelijk veel goeds. Dank je wel en we gaan ervoor :-)

    BeantwoordenVerwijderen