Warm kleden we ons aan. Donkere wolken laten nog geen blauw hemd zien en we vermoeden dat we buiten in een tent zitten.
Net na midi zijn we boven na een ritje terrein-rijden pur sang, altijd leuk. Het dorp zelf is apart, hier en daar een boerderij of een plukje huizen met centraal een veld met aan de weg een mooi kerkje. De meeste huizen zijn fleurig aangekleed met alle soorten bloemen en struiken die nu in bloei staan, in tegenstelling tot de winters, dan is het donker, leeg, kaal en zo stil, dat het uitgestorven lijkt als een eng spookdorp waar niets gebeurd dat het daglicht kan verdragen.
We zijn de eersten die het veld betreden naast een handje mensen die vast wat voorbereiden. Snel zien we een bekende die we een hand geven, ze stelt ons weer voor aan een paar mensen die we nog niet kennen en zij hebben nu eindelijk de gezichten bij het huis waar we wonen dat, blijkt later, nauw verbonden is aan dit dorpje. 's Winters telt het 60 zielen, nu komen er ongeveer 130 eten, echt iedereen en daar horen op de 15e augustus ook de vakantiegangers bij die hier familie hebben wonen of een vakantiehuis. (meer over de viering van 15 augustus in FR http://www.beleven.org/feest/maria_tenhemelopneming)
We lopen het veld rond, waar een paar eeuwenoude linde bomen staan te pronken met hun lieve bolletjes-aan-een-steeltje. In de hoek is een constructie gemaakt van een halve bouwsteiger (verroest), wat dakplaten zonder golven, kruiskoppeling, tandrad en een soort ruitenwissermotortje dat aangedreven wordt door een accu van een draaiende motor. Dan eens door die van een auto en anders neemt een trekker het over. Met draadijzer is er een spit gemaakt waar 2 kleine schapen aan gespietst zijn die langzaam garen. Vakkundig gevuld met uien en paprika en netjes dichtgenaaid op de borst met ijzerdraad, druppen ze hun vocht op grote platen met daarachter een vuurplaats waar halve boomstammen op liggen. Uiteraard is het mannenwerk waar de dames zich niet mee bemoeien. Als ik later zie hoe ze de dieren klein snijden moet ik toch denken aan horror-films waar ze met alle handgereedschappen botten en vlees in kleine stukken snijden. Maar ok, de geur is heerlijk en het ziet er heel lekker uit, dat moet toch gezegd. helaas is het aanzicht niet echt vegetarier-vriendelijk en ook dierenliefhebbers moeten toch even slikken, ik inclusief!
We kletsen wat af tussen de momenten dat we er echt als vreemdelingen wat staan te dralen. We ontmoeten weer zoveel andere mensen die allemaal wel wat over ons huisje weten te vertellen. Het blijkt inderdaad ouder als de deksteen boven de voordeur die in Patois-cijfers zegt dat die steen, en dus het huis, in 1836 is gebouwd.
We ontmoeten weer lieve mensen, maken verder kennis met kennissen, kletsen en lachen wat af, krijgen weer complimenten over ons frans, terwijl ik me dood schaam, want na 1 week Nederland ben ik er helemaal uit en moet ik zo zoeken naar de woorden. Het voorafje is als vanouds paté met sla en brood, en een plak groente-paté met blatte en pruimen. Niet echt lekker, maar het is mijn smaak niet. Het hoofdgerecht is eens niet die aligot met saucisse, maar Agnoue met aligot-truffade-mix. Ook aardappels met kaas maar dan net iets anders bereid. De wijn vloeit rijkelijk en na deze steen-op-de-maag wil ik graag wat gaan doen in plaats van maar zitten in die ontzettend rumoerige tent waar ik steeds flarden van gesprekken probeer te volgen die nog in patois gevoerd worden ook, niet te doen. het lijkt ook niet een kippenhok waar een familie vos op bezoek is en ik forceer me in de afwaskeuken en grijp een theedoek om mee te helpen afdrogen. Honderddertig bordjes??? Zo gebeurd, er zijn meer dames die het geklets ontvlucht zijn. Een boiler is op een steekwagen geplaatst en een aanrechtblad met spoelbakken en kraan zijn hier netjes in verwerkt. Het geheel staat aan de rand van het veld en verlengsnoeren leveren de stroom, ja, zo kan het ook!
De accordeonspelers zorgen voor een musikaal intermezzo in de al rumoerige tent en daarna wordt er een stilte ingelast voor de speeches van de burgemeester, hoofd feestcommité en een hoge ome uit Parijs die er geboren is en ook wel wat te vertellen heeft. Alhoewel Marc en ik hem niet begrijpen doordat hij zo zorgvuldig zijn woorden kiest en steeds een 'ehm...' laat horen terwijl de spelende kinderen ons afleiden. Na de appeltaart (lekkerrrrrrr) lopen we even een rondje voor de rust en kijken naar de jachthonden in hun kennels van 4 bij 4 meter. De boerderijhonden, stuk voor stuk border-collies met witte staart-punt, scharrelen al heel de middag rond de mensen en betreden de tent niet één keer. Ook bedelen ze niet en gaan ze liggen slapen te midden van al die voeten. Ze vragen geen aandacht en worden verder ook niet aangehaald, gewoon hond zijn ze en als er een auto nadert proberen ze natuurlijk een hapje uit de banden te bijten, wat ze nooit lukt.
Eind van de middag zijn we bekaf van het zitten, het geklets in de tent, de muziek en de indrukken en vertrekken we naar huis over dezelfde hobbel-de-bobbel weggetjes... Een heel bijzondere middag gezien we dit dorp alleen maar kenden vanuit een wat negatief daglicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten