Een dag als vanouds, dat houdt in; wakker worden achter de virtuele werelden, daar al snel genoeg van hebben omdat computers nu eenmaal computers zijn en die virtuele werelden op servers van derden draaien die ook alleen maar draaien omdat er toevallig een stekker aan het snoer in een stopcontact zit. Dan snel in werkkleer om met de auto, brandstof en kettingzaagolie naar Marc te rijden die bij 'de twee eiken' dode jonge kastanjes aan het zagen is. Staanders voor de zwembad overkapping, saampjes roken we een echte gauloise om dan thuis de stammen uit te laden. Ik ga de bloemen en de groenten water geven, met pijn in mijn ogen door de aanblik, maar daar is genoeg over gezegd. Ik help hem daarna met het vasthouden van de constructie-delen en we sjouwen er 1 steeds over en af de ladder-met-plank voor het passen en meten. Kooktijd, eten (lekkerrrr) afwassen en douchen, want ik ga even naar P die 2 matrassen voor ons heeft.
Ik heb ook echt even behoefte aan het babbelen met de beste vriend die we hier hebben. Naast R zie ik hem graag en een dikke knuffel, even andere armen om me heen sterken me. De honden zijn blij samen en Castel mag voor een keertje (exceptionelle) in de keuken, wat ze later thuis dan ook bijna doet, maar Marc is er op tijd bij om haar met 1 blik duidelijk te maken dat 'exceptionelle' ook echt een uitzondering is. Ik realiseer me wel dat ik hier toch mensen mis. Niet echt zomaar mensen, kennissen of af-en-toe vrienden, maar een vriendin door dik en dun, iemand waar ik desnoods midden in de nacht heen kan of kan bellen... In Nederland was die behoefte er niet zo sterk, had ik ook zo'n vriend niet, maar werd dit overgecompenseerd doordat je er nooit alleen bent en op straat, buiten, op de weg altijd wel mensen ziet en je met iedereen kan praten, kan zeggen wat je wilt. Dat ligt hier wat gecompliceerder... Wat niet is, kan nog komen!
Opgefleurd en opgewarmd, want het is echt even heel koud voor zomerse begrippen, ga ik naar huis. We eten, kijken een film met katten op schoot en werken nog eventjes in die andere werelden. Het feit dat er in die programma's nog al eens flinke vertragingen zitten en ik geen wiz-kid ben haalt het bloed onder mijn nagels vandaan, maar door moeten we, door en weer verder.
Het is zoeken naar een balans in het werk. Ook dat zal mettertijd wel komen.
Morgen zijn we expliciet uitgenodigd door het gehucht dat recht boven ons ligt. Niet het kasteeldorpje, maar het enge dorp, het dorp waar je nooit mensen op straat ziet, waar op het zicht alleen boeren wonen waarvan er velen nog steeds inteelt-achtige trekken hebben, alsof ze allen familie van elkaar zijn. Het dorpje waar mensen wonen die een beetje gemeden worden omdat ze ooit zijn vertrokken om te studeren en te werken in een grote stad om na hun pensioen weer naar hun roots terug te keren... Dat pikken ze hier niet van dorpsgenoten. Officieel horen wij, dit huis en haar bewoners, bij dat dorpje. Maar er loopt geen gewone weg naartoe vanaf het bospad, het is een flink eind om of 1,5 uur lopen. Ze hebben Marc vorige week officieel uitgenodigd om te komen eten, een dorpsetentje, alleen voor de harde kern, de inwoners. Het zullen er niet meer dan 70 zijn, misschien meer nu het vakantie is.
We komen er zelden, maar het is wel heel erg goed daar toch heen te gaan. Ze moeten weten wie we zijn, zij hebben daar recht op, te weten wie hun dode kastagnes kapt om te gebruiken, dat ze weten dat we geen verveelde rijke types zijn die hier onze pot komen verteren. (die is al verteerd tot op de bodem ;-) We willen ons graag eens laten zien, ons laten kennen op de goede manier, maar wel een reden hebben om daar eens rond te lopen en de inwoners op een ongedwongen manier te leren kennen. Apart voelt het wel, ook omdat we juist door het andere dorpje zo warm ontvangen zijn en zoveel aan die mensen gehad hebben. Nu komen we daar nauwelijks meer, we huren er geen kantoortje meer en konden niet aanwezig zijn tijdens alle activiteiten. Genieten gaan we toch, maar wel met een extra dikke trui in de voorspelde 14 graden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten