(het plaatje hoort op de nieuwe 'triffid-vorm' in SL)
De dag begint rustig zoals we gewend zijn. Het is droog en Marc gaat buiten aan de slag met de balk die nu al ruim een jaar heeft liggen drogen langs het zwembad. De dode eik had hij gespot, omgezaagd, naar boven gesleept om hem daar tot balk te bewerken. Met wat oude gevonden bijlen maakt hij er een prachtige vierkante balk van.
Na het drogen moeten de scherpe kantjes en bijl-hoekjes eruit geschaaft worden. Een hele klus maar de balk wordt prachtig met z'n eiken structuur en wat geurt dat sterk!! Die geur is verdwenen als hij er een mengsel van terpetine en lijnolie insmeert om de beestjes eruit t krijgen en het hout te verduurzamen.
Ik maak in SecondLife een triffid; een fantasiebloem. Het nieuwe vormpje dat Marc maakte is er echt één om me helemaal op uit te leven.
Maar eerst schrijf ik een brief aan de heer J.Douwenga van de Van Sloten's Dropfabriek. Vanaf het eerste uur geven we hier doosjes Oldtimer-dropjes weg als zijnde een kleine dank voor wat mensen hier voor ons doen. Sommigen blijven om meer vragen, zijn er helemaal verslingerd aan. Op het doosje staat dat je 'natuurlijk mag corresponderen over hoe lekker de dropjes zijn', dus voor de grap klim ik op het toetsenbord en geef de ontvangers op het antwoordnummer wat te lezen en misschien een goeie dag.
Tegen lunchtijd begin ik met de keuken. Zoveel ongebruikte spullen staan er niet, maar ik reorganiseer zo dat ik wat meer ruimte heb en dat het practisch is. Het schoonmaken is ook wel erg hard nodig en steunend en kreunend werk ik me in hoeken en bochten om overal bij te kunnen. Ik voel me net een reus in een keukentje van de 7 dwergen...
Na het eten pak ik het op als Marc die de schaaf weer ter hand neemt.
Hij roept me uit de keuken, het is Bernard die ons met een flitsbezoekje vereerd. Bernard is de couvreur/dakdekker waar Marc bij in de leer geweest is om onze daken zelf te kunnen maken. Wéér komt hij vriendelijk verzoeken of Marc voor hem wil werken, seizoensarbeid voor 6 maanden. Bernard kan maar niet aan goed personeel komen door de ambitie's van de jeugd, de vergrijzing. Ik ben dolblij hem weer eens te zien. We hebben veel aan hem te danken, zelfs Castel, die toch zo'n hoop leven in onze brouwerij geeft.
Marc wil niet meer weigeren of moeilijk doen. Hij ziet er verschrikkelijk tegen op het 'systeem' weer in te stappen, regelmatig werk op contractbasis te verrichten. Maar hij kan Bernard toch niet weer in de steek laten. Hoopvol kijk en luister ik naar het gesprekje van de heren. Ik zie dat Marc toehapt op zijn manier en ik probeer Bernard te overtuigen dat het wat mij betreft wel goed zit. Ik heb tenslotte ook best veel werk buiten de deur.
Voor een local een ambacht uitvoeren gaat ons niet alleen wat geld opleveren voor een traktor! Ook goodwill van de gemeente, betere taalbeheersing, meer contacten, maar zelfs een toegang tot het verzekeringsstelsel. Het zou een pak van mijn hart zijn en ik moet mijn best doen Marc niet te overladen met kinderlijk enthousiasme. Het betreft een part-time betrekking en ik denk mee door Marc aan te raden de ochtenden te werken. Hij houdt het in 35 graden niet uit op een stenen dak en het zou zoveel teleurstellingen geven aan beide kanten.
Zodra Bernard weer weg is, altijd druk die man, laten we het even tot ons doordringen door verder te gaan met onze bezigheden waar we stopten. Op tijd moeten we even naar de overkant om een stookvergunning te vragen voor de afvalberg bij het huis dat we schoon hebben gemaakt. En we hebben hun déchèterie nodig voor het grove vuil. Dat gaat wel een containertje vullen vermoeden we.
Het gemeentehuis(je) is een traditioneel pandje tegenover de kerk waar een gezet opgewekt propje met een zilveren bril op haar neus ons een hand geeft en vragend kijkt. Na een halve zin van Marc met een toevoeging van mijn kant is het haar duidelijk wat we willen en over welk huis we het hebben.
Ze helpt ons gelijk aan een papiertje dat gefaxt moet worden aan de pompiers (brandweer) en we zoeken een week uit om te stoken; deze week!
Het is dan misschien burocratisch in Frankrijk, maar ik had nooit kunnen denken dat het verkrijgen van al die formuliertjes zo makkelijk zou gaan.
We hoeven niets aan te tonen, niet dat wij de opdracht hebben dat huis aan kant te maken, geen bewijs van onze identiteit, niets. Ze schrijft de gegevens op die wij haar mondeling verstrekken.
Het gaat een beetje als het overschrijven van onze auto's. Als je de juiste formuliertjes maar weet te krijgen (dus weten welke je nodig hebt en waar je moet zijn) gaat dit land met al haar structuren voor je open en nog snel ook.
Nadat de vergunning is gefaxt staan we al weer buiten. We worden niet bejegend als zijnde 'buitenlanders' en lachen om het gemak. We rijden lachend door de zon naar hun gemeentewerken.
Dat bestaat uit een kleine brandweerkazerne, een smeulende stookhoop met niet enkel hout en tuinafval en twee containers achter een houten schutting. Vrijheid blijheid zo te zien.
Thuis kleed ik me om en race naar yoga. De lerares houdt een lang verhaal over de essentie van yoga en ik moet me enorm goed concentreren om haar te volgen. Gelukkig ben ik bekend met de principes van deze extra dimensie en pik ik er alles uit dat belangrijk is. (Ik durf zowaar wat te zeggen als reactie op haar verhaal, dat in een groep nog wel) We krijgen een blad met oefeningen mee, handgetekend en geschreven en daar heb ik wel wat hulp bij nodig. Dus in de kleedkamer vraag ik na afloop één van de dames me er even bij te helpen.
Gelijk krijg ik een compliment over m'n vooruitgang, ze vindt het ongelooflijk. Ik ook, maar het gaat me niet snel genoeg. Mijn diepste wens is franse boeken te kunnen lezen en daar heb ik nog wel wat jaren voor nodig, praten is wat anders dan begrijpend lezen! Ook de gesprekken op de gang zijn redelijk goed te volgen.
In het zaaltje kijk ik naar de gebaren en de ogen van de docente, maar tegen het licht in. Dat maakt het zwaar. Ik zou eigenlijk aan het andere eind van de zaal plaats moeten nemen, maar dat is een eind van de spiegels vandaan.
Thuis eten we een boterham en kijken daarna een filmpje. Zodra deze is afgelopen en het geluid uit gaat horen we het onweer.
Snel doen we alle pc's uit en de stekker van de modem. Nog een inslag kunnen de apparaten niet aan. De bliksems zijn formidabel en flitsen verspreid over de gorges. Het onweer is overal, vooral boven ons en zonder wind zal dit wel een tijdje blijven hangen.
Toch gaan we naar bed waar ik nog een tijdje wil lezen... De stroom valt uit, nog voor middernacht. Ik zoek op de tast een weg naar beneden voor een kaars. Dat valt niet mee. Met de brandende kaars ga ik voorzichtig weer terug naar bed om daar bij het licht van 1 vlammetje verder te lezen.
Cros is druk door het onweer, die piept, miauwt en kletst wat af om onderwijl Shadow te terroriseren en mij kopjes te geven om daarna weer de trap af te sjezen...
De ochtend erop ga ik om half 8 naar de paal om de knop om te zetten. De wandeling van 1,5 kilometer is prachtig. Over de weg stromen nog beekjes regenwater, de zon laat al het vocht schitteren, de vogels fluiten uitbundig en de flarden mist drijven over het water.
Dat de vriezers 8 uur zonder stroom zaten is niet te merken. Niks aan de hand dus. Maar het 'onweer-seizoen' is aangebroken en we moeten weer stekker-alert zijn!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten