De voordeur
De wind woei, en niet zo’n beetje
ook. Om een voordeur te gaan verven die pal op de wind in de stevige
scharnieren hangt leek me geen succes, maar dat moet ik mevrouw wel even laten
weten. Er waait blad en stof tegenaan en dat wespennest in de hederaboom naast
het huis is niet in beste doen na 3 dagen stormwinden, die zijn en masse
geagiteerd en opgewonden en zoeken een windluwe ruimte; de hal waar ik sta te
verven. Er is toch markt, dus ga ik wel even langs. Marc gaat mee, wat ik na de
treurnis van de dag ervoor heel fijn vind. Samen zien we dat de oude verflaag
te dik blijkt en ik wederom de deur heel goed moet schuren om die
kwart-millimeter diepe vlakke kuiltjes vloeiend over te laten lopen door de 2e
of 3e verflaag. De klus is dus veel lastiger als gedacht. Ze is niet
thuis, haar loop ik dus zo meteen wel tegen het kleine lijfje. Het wat bange
krasse dametje staat bij de viskraam in het gezelschap van andere dames wat te
babbelen. Ze begroet me altijd zo schuw en heeft altijd even tijd nodig om in
te schatten hoe mijn pet blijkbaar staat. Nee, ik ben geen professional die
voor het minimum loon de klus klaart, ik ben een meid die graag wil werken en
het zo goed mogelijk probeert te doen. Maar voor dit dubbeltje zit ze niet op
de eerste rang, wel op de 2e en ik vraag me af of ze daar genoegen
mee neemt. Ze schudt Marc de hand en bespreken de oplossing voor het euvel van
de enkelvoudige enorm dikke oude verflaag en gaan gedrieën naar de winkel van
sinkel op het plein of er iets van vulspul te krijgen is. Maar de vlakjes zijn
geen gaten of kieren, dus speciaal voegsel voldoet niet en we maken de afspraak
dat ik zaterdag verder ga met het nogmaals opschuren van de deur voor de 2e
en 3e laag. Ik beloof haar de weekenduren op een doordeweekse dag te
schrijven, ik heb tenslotte nooit weekend, mij maakt het niet uit, haar wel.
De wind
In Nederland zijn er weeralarmen
als het sneeuwt. Hier gebeurt hetzelfde bij windkracht 6 of harder, voor ons
Hollanders een lekkere bries om een fijne strandwandeling te maken om even uit
te waaien. Hier zit per definitie één of meerdere regio’s zonder stroom. Van
telefonie en internet maar niet te spreken, want ook die leidingen lopen door
bos en dal en daar staan nou eenmaal bomen die doorgaans aan hun lot worden
overgelaten. Zolang die bomen staan, staan ze daar goed. Mits het geen stokoude
bijna dode eik is, want dan gaat ie om, voor de winter drie jaar daarop, je
blijft er zo lekker warm bij en je kunt er lang op koken, een hele winter. Maar
goed, windkracht 7 werd het. En 8 en af en toe een dot 9. De wind waait uit het
westen zo de gorges in, weerkaatst tegen de steile rotswanden en beukt op ons
huis. En de bomen, en de leidingen die hier uit het zicht toch echt hoogspanningskabels
zijn die naar de centrale lopen. Woensdag had ik een rotdag, daarover later
meer. Ik trok me terug op mijn kamer met het niet-storenbordje aan de trappaal
en heb me niet meer laten zien die dag. Donderdag tegen het middagmaal klapt de
stroom eruit en ik vraag of het handig is even naar de paal te lopen, die 700
meter terug op het bospad staat waar onze meter hangt. Maar dit heeft Marc de
dag ervoor al drie keer gedaan, “het is de wind, vanaf gisteren is er steeds
geen stroom geweest en er moeten elders
storingen op de hoofdleiding zijn”. Dus eten we in kaarslicht en scharrel ik
extra standaards op waar ik stompkaarsen op de pennetjes zet. De stilte is
bijzonder de rest van de dag en het wordt langzaam donker buiten. De wind is
warm en terwijl Marc de maandboodschappen een keer op zich neemt, stik ik deze
middag met de hand een nieuwe zoom in één van de loodzware tochtgordijnen. Dit
doe ik op de grond op de deurmat met het onderluik dicht met de mat er half
tegenaan. Dat onderluik is een honderd jaren oud en de voordeursteen
uitgesleten. De ruimte die dat open laat is voldoende voor bladeren, stof en
takjes, kittenpootjes en een hondenneus. Maar het licht heb ik toch echt nodig
met de donkere zware stof van het gordijn en de scherpe naald die ik door 4
lagen stof moet zien te duwen. Kattenpret; hun verzorgster op de vloer met
naald, draad en stof met om haar hoofd alles met twee vliezige vleugeltjes,
want de wind blijkt hen te desoriënteren; zweefvliegen, kleine zweetvliegjes
die normaliter rond runderogen hun best doen, wespen, bijen en de gewonde
vlieg, ze zijn er allemaal. De zweegvliegen nemen rustig plaats op mijn vingers
die rustig doorgaan, want zweegvliegen kunnen wel wat kriebelen, prikken kunnen
ze niet.
Al drie keer heb ik vandaag met
de bezem het blad en stof de deur uit gewerkt, met een bezem, want geen stroom
is ook niet stofzuigen. Ik heb gewacht met beddengoed wassen en kleding van en
een week, want het was te nat. Nu is het droog en warm en waait het lekker,
maar geen stroom is niet wassen. Om nou dat beddengoed met de hand in de beek
te gaan zitten doen is me teveel werk. Het enige geluid is die de wind
voortbrengt. Het zijn net Gods handen die de bomen kamt om een nette frisse
coupe te krijgen. De dode bossen aan de overkant die nog altijd kale plekken
hebben na de bosbrand van afgelopen lente worden ontdaan van de zwarte
staketsels, maar ik hoor ze nu niet vallen. De enige flinke tak van de oude
acacia naast de secadou staat te leunen op een dood stuk van diezelfde boom en
kraakt vervaarlijk, maar heeft zijn kromming tegen de wind in, dus die vormt
geen gevaar. Om mijn ogen en vingers rust te geven zaag ik wel een
uitgescheurde tak uit de schuine acacia die uit dezelfde kluit is gegroeid en
nu het kippenhekje verbogen heeft. Ik rommel mijn tijd vol en hoop dat Marc op
tijd terug is samen een nieuw toom kippen te halen.
Kipjes
Nee, zeiden de tuincentra waar
briefjes hangen dat ze pluimvee verkopen. Die van de Point Vert hoeven we niet
meer. Eerst een haan die na 8 weken dood van zijn stok viel. Haan 2 die we
gratis kregen bleek gecastreerd door zijn nogal dominante gedrag en had een
kromgegroeide snavel. Wat hem overigens niet belette mij aan te vallen nadat ik
twee weken afwezig was geweest, dit kippetje hoorde er niet meer bij. Dat was
het einde van haan 2. Ondertussen stierf er een kip na een kort ziekbed onder
de Aucuba. Emiel, haan numero 3, was een schreeuwlelijkerd op de verkeerde
plek. Hij overleefde met zijn geschreeuw onze stress niet. Zondag 19 augustus
vond kip 2 de dood in de bek van een ontsnapte jachthond zo groot als een
panter. De RAGT, ook zo’n boeren- c.q. tuin- & dierenwinkel gaf ons wel een
nummer, maar daar willen ze ons alleen in de vroege lente aan kippen
helpen. Op de markt staat iedere week
een blozend rond klein vrouwtje van net in de 30. Kort donkerblond haar staat
op een nuchter koppie met rode kleine oortjes. Ze verkoopt vrije uitloop
eieren, ook aan huis, want het bordje met ‘eieren te koop’ prijkt aan een
lantaarnpaal als je langs het gehucht rijdt. Ook verkoopt ze farcous, hartige
gefrituurde koeken van bladgroente die erg lekker kunnen zijn mits je het
recept wat hebt aangedikt, anders is het een wat smakeloze vette hap. Sinds de
enig overgebleven kip niet meer legt, uit pure eenzaamheid natuurlijk, koop ik
bij haar mijn eieren. Steevast vergeet ik de lege doosjes en volgt er iedere
donderdagochtend weer het excuus dat ik ze vergeten ben. Ook de Boriouls liggen
op een stapeltje klaar, 80 centen, pannenkoeken zonder boter met gist. Rare
dingen met een vreemde smaak, armeluisvoer van vroeger, vergeten snelbrood dat
de boeren vroeger als ontbijt aten, makkelijk om mee te nemen en goedkoop met
alleen wat meel, water en gist. Marc is getuige van mijn soepele interactie met
deze hardwerkende meid en kijkt verwonderd als ik ook zo’n pannenkoek koop als
laat ontbijt en het later al wandelend naar de auto in stukjes scheur en het
ding opsnoep. De smaak is puur en authentiek, waarschijnlijk de enige reden
waarom ik ze koop. Ook brengt het de maag acuut op orde, ideaal. Pas nu we daar
samen op de markt bij het eiervrouwtje wat staan te babbelen met en Felix (de
godfather van het kasteeldorpje en chef van de groep jagers aan onze kant van
de gemeente) en Rene de knoflookman (met twee enorme flessen zuurstof naast
zich waarvan er op één een slangetje aangesloten zit dat de dikke man met
longoedeem van adem voorziet) en nog wat derden die allemaal de afgelopen jaren
passant zijn geweest in Open naar Frankrijk, valt me op dat ze levende kippen
verkoopt voor de slacht. Ze zijn al 2 jaar en dan gaan ze minder eieren leggen,
met dunnen schalen, legt ze uit. Boeit ons dat? Niet echt… Kippen kunnen oud
worden, mits de jachthonden netjes in hun hok blijven en de vossen worden
afgeschoten. Zodoende spreken we af dat we diezelfde middag kippen komen kopen,
een paar. Maar eind van de middag is Marc nog altijd niet terug van het doen
van die maandboodschappen, zegt de storingsdienst van de EDF dat de hele regio
geen stroom heeft door de harde wind en dat er natuurlijk een groot team is
uitgerukt om de grote groene knop weer te laten werken. Ik pluk 25 euro uit m’n
knip en stap in de Blauwe op weg naar het dorpje waar ik ergens achter een
boerderij of drie een lachende jonge boer aantref die zijn vrouw gaat roepen.
Maar de hond en hun twee kinderen zijn hem voor. Een meisje met aan weerszijde
van haar hoofd twee staartjes, een lekkere vieze speelbroek en een shirtje met
een konijn erop komt me tegemoet rennen met een ontvankelijkheid waar je van
smelt. Dat kan hier dus nog. Ook de enorme grote blaffende hond aan een ketting
is net zo’n te lieve snoes als Castel en het jochie van misschien net 8 is
bijdehand genoeg achter zijn jongere zusje te blijven staan met donkere grote
kijkers die de enorme Blauwe Landrover bewonderend opnemen. Ik geef de kleine meid
in haar konijnenshirt het tasje met de eierdoosjes en wacht geduldig op mama.
De boer gaat rustig door met het afkoppelen van iets dat lijkt op een mestkar,
een nette weliswaar, maar toch. Ik moet mee het hokje in waar ik net rechtop in
kan staan en je niet zou verwachten met twee kids en twee volwassenen je kont
te kunnen keren. Maar dat gaat best moet ik bekennen. Kwartelkuikens van 5
dagen lopen fris en fruitig onder een warmtelamp. In het hokje eronder de
kwartelkuikens van een maand. Die van 5 dagen zijn schattig, zo lief gespikkeld
en de helft van een kippenkuikentje. Ik vraag het meisje of ze ze alle 45 namen
heeft gegeven. Nee, zegt ze, maar je mag ze wel even knuffelen hoor, roept ze
enthousiast. Nee, dank je lieve schat, ik ben bang dat ik ze fijn knijp, zo
klein als ze nog zijn. De achterwand is enkel en alleen clapier; konijnenhok,
vossenproof. De hokken zijn misschien 50 breed, 50 diep en 40 hoog. Per hokje
zitten er 6 kippen achter een staalgazen deurtje, de drie ielige jonge haantjes
hebben twee hokken zonder tussenwand van beton, jaja vossenproof!, maar ook wat
hokken bevatten konijnen, kleintjes en wat grotere en één in z’n up, de man
onder de dames. De boerin gaat een doos halen terwijl het ventje achter een
ontsnapte kip aangaat buiten en het meisje en ik kijken naar de piepkleine
kwartelkuikens. We zoeken de kippen gezamenlijk uit en gaan met haantje en al
in een doos die kleiner aandoet als een bananendoos. Ze blijft benadrukken na
de betaling dat we niet teveel mogen verwachten van de kippen, zeker niet qua
eieren leggen, maar twee per dag is meer dan voldoende en dat ielige haantje?
Die mag zo ielig blijven, als ie zijn ‘werk’ maar doet inclusief het ’s
ochtends even! kraaien. De kinderen blijven met grote ogen rond de auto
drentelen en ik laat ze alles zien dat er te zien valt; de badkamer, twee
slaapkamers, de keuken natuurlijk en de mini-garage, de ‘stuurhut’ en de
voorraadkasten, prachtig vinden ze het.
Thuis zet ik de doos binnen tot
het donker wordt en Marc klaar is met het opruimen van de boodschappen, in een
niet zo koude vrieskist en de steeds lauwer wordende koelkast met het onmisbare
koplampje op natuurlijk. De kippen zet ik op stok, de haan schreeuwt moord en
brand maar laat zich toch wat later op de poten zakken voor een welverdiende
rust. Ze zijn uitgezweet en tokken wat, maar verder doen ze het goed de eerste
dag in het hok. Morgen, zaterdag, gaat het luikje open zodat de oude nu
opperkip ze mag leren hoe naar buiten te gaan om van de vossenvrije ruimte te
genieten. We hebben nu 5 kippen en haan nummer 4, we zijn benieuwd na 2 kippen
en 3 hanen.
Geen stroom
Net had ik het er al even over,
geen stroom hebben. Dit houdt meer in dan je beseft. Meer dan even een uur
zonder stroom, want de batterij van je mobiel zou maar bijna leeg zijn en het
enige apparaat waarmee je de buitenwereld kunt bereiken. Nog afgezien van of je
nog beltegoed hebt, want daar krijgen we met onze prepay-kaart te laat bericht
van en opladen doen we per internet. Geen stroom betekent het ding niet op
kunnen laden en geen beltegoed kunnen kopen. Ruim 24 uur geen stroom resulteert
in vele dingen. Je hoort jezelf weer denken en komt tot rust. Ook samen en
zeker in onze penibele financiële situatie. Werk stapelt zich op. De advocaat
waar we nog niet van gehoord hebben. De makelaar die we niet kunnen bellen voor
een rits vragen. Een kennis bellen die die makelaar weer goed kent voor
achtergrond informatie. Geen mails kunnen lezen en niemand kunnen bellen of
informeren. Dat afgekapte gesprek niet voort kunnen zetten. De koelkast die
maar maximaal 24 uur zonder stroom kan. Een half volle vriezer die dit wel
ruimschoots kan, maar dan wel echt rap gaat ontdooien. Automatisch vergeten we
ons koplampje bij het binnengaan van alle ruimtes, niet handig met een trapgat
als dat van de hobbit-trap (hij is echt schitterend, een topstukje
improvisatie, maar toch wat laag voor iedereen langer dan onze 1m73). We
flappen vergeefs met onze handen langs lichtschakelaars, die doen het opeens
niet meer. ’s Avonds is het warme water snel op, want de boiler warmt niet meer
op, de afwas is al gedaan en Marc heeft gedoucht. De stapel was wordt een
verleiding voor jonge nep-siameesjes die overal hun vlag willen zetten. M’n kop
zit vol van de belevenissen, maar om alles met een pen neer te schrijven in het
schijnsel van kaarslicht klinkt wel pakkend, maar zover back-to-basic ben ik
nog niet en het zou me ook teveel tijd kosten. Juist op zulke momenten kom je
toe aan een verdieping extra en klusjes buiten, hoe kalmerend. Muziek luisteren
zit er ook niet in. Dat staat allemaal op mijn systeem, net zo min als het
kijken van een filmpje, wat wel gaat als er internet is, maar zonder stroom
geen livebox met zijn meestal zo fijne groene stabiel brandende lampjes. Marc
kan ook niet verder met het dak, aan een slijptol zit nu eenmaal een snoer en
een stekker. Die rust in kaarslicht is een onverwachte weldaad die hetzelfde
effect heeft op M&M. Beter als een pelgrimstocht of een seizoen sofrologie.
Beter werkt de stilte op ons beider gemoed dan boswandelingen en
kalmeringsmiddelen. “Waar gaat de wereld naartoe?” zien we elkaar denken alleen
al. De katten zijn allemaal relaxed, anders. Ze spelen met de wind en elkaar,
Joppie ondergaat gelaten maar met karakter een oorbehandeling, ik spuit zijn
oor uit met lauw gekookt water met zeezout. Cros heeft zijn vrede gevonden
slapend op de rioolbuis opgeborgen in de punt van het zwembaddak waarin
bamboestokken liggen te drogen. Zonder stroom is een zorgwekkende weldaad. We
komen nader tot elkaar en brengen wat moeilijke zaken ter sprake waarvoor we
juist door de stilte en de afwezigheid van internet en telefoon de juiste toon
en woorden kunnen vinden en ook de leegte hebben die woorden goed tot elkaar
door te laten dringen. Je kunt even niets aan de situatie veranderen, niets
doen van hoe je het gewend bent en alles lijkt even stil te staan, het leven
zelf. Terwijl juist de andere kant van het leven de ruimte krijgt, kleine
buitenklusjes inclusief. De zorg over de berichten en belletjes die we nu
missen blijft op de achtergrond aanwezig, geen klantenservice in Secondlife of
de webshop, terwijl we weer even zo hier samen zijn als in het prille begin,
maar nu met een berg aan ervaringen, elkaar, warmte, water en onder een wel
heel stevig dak met gesnoeide bomen rond het huis. Geen stroom was goed.
Alleen jammer dat ook de
telefoonlijn het ergens op de helling heeft moeten begeven. Niet alleen die van
ons natuurlijk en France Telecom heeft wel erg veel meldingen en werken
doorgaans op zaterdag niet. Weer een melding in de vrijdagmiddag zal niet erg
helpen. Marc pakt het bij de
storingsdienst wel diplomatiek aan en maakt er een leuk praatje van met de man
van de klantenservice. Het zal wel volgende week worden. Veel gedoe dus. Ik
sjees na sofrologie even door naar het arbeidsbureau, het internetcafé (alles
behalve een café, dat begrijpt u wel) is dan dicht, maar de meiden daar zijn zo
behulpzaam, dat ze me vriendelijk door laten lopen, ik ben de eerste zeker
niet?
Even snel log ik over de komende
dagen van het niet kunnen publiceren, plaats een berichtje in het Engels voor
wat vrienden op Facebook, stuur een vriend een berichtje die op beide niet komt
en vind ook nog de bevestiging van mijn inschrijving op de Schrijven Online
Academie met het eerste lespakket, een vriendelijk spontaan informeel
welkomstwoord en een berichtje van de docent die mijn eerste huiswerk met
oprechte interesse tegemoet ziet. Maar ik vind het al zo coulant van de dames
dat ik toch de internetruimte mag gebruiken, en om dan te vragen of ze even een
25 pagina tellend document, het
lespakket, uit willen printen.. Maar de fijnste meid die daar rond loopt komt
vragen of we nu dan toch wel weer elektriciteit hebben, niets is teveel lijkt
het wel. Zo blij als een klein kind met leesvoer en huiswerk van de stap die ik
zette door te investeren in schrijflessen, vertel ik haar wat voor document het
is. Dat ik toch echt hoop wat meer te groeien in deze en de belofte aan mezelf
waar wil maken op mijn 40ste een boek gepubliceerd te hebben,
misschien dat het werktechnisch nog wat oplevert, wie weet. Nooit geschoten
altijd mis en zonder bluf is het leven suf. De boom in en de voordeur verven,
dit is waar ik het voor doe. Klein half uurtje internetten kost misschien wel
40 cent, maar die prints is andere koek. Ik mag niet betalen zegt ze,
cadeautje, hiiiii, nog blijer. Zjoef, naar huis, tuurlijk geen stilte meer,
geen kaarslicht meer en de muziek aan. Maar de rust van geen internet, oef.
De eerste Les
Over personages. Pittig spul,
ander kaliber dan de LOI, niks mis mee hoor, maar ben verheugd over de insteek
en opzet, de opdrachten en oefeningen zijn pittig, maar erg leuk. Ik zou me net
even kunnen laten imponeren, maar wuif dit gevoel dat alleen maar leunt op de
gedachte makkelijk weer weg. M’n zin d’ran is net even groter, een doel kan mooi zijn en
in dit geval een voor mij prettig contrast met de sores over dat huis in
Nederland. Op = Op Lekker schrijven, leren, lezen. Onderwerpen genoeg en zelfs
lezers. Ja, dat bent u in dit geval. Tof.
Zaterdag
Ik schuur me weer een bult en
blauwe vingertoppen op die grote voordeur en natuurlijk moet neef Serge (van
Nadine, één van de vele neven) even gedag komen zeggen en het commentaar geven dat
ik het helemaal verkeerd doe. Ik had 2 dikke oude lagen witte verf en twee oude
lagen beits van die deur moeten branden, hem moeten schuren, vetvrij maken en
dan een aantal keer netjes lakken. Ja Serge, natuurlijk, maar mevrouw wil graag
voor een dubbeltje op de 2e rang en heeft de klus te laat
aangevraagd. Er zit ons meiden dus niks anders op het anders te doen en het
gaat er heus wel netjes uitzien.
Thuis staat de eerste
zuurkoolprak met rookworst -waarvoor veel
dank aan Ben- op tafel terwijl de natuur
nog steeds de haren kamt. Na het eten masseer ik een onderrug die door
geldzorgen vastzit en ga even schrijven nu de stroom weer helemaal stabiel is.
Tot Castel aanslaat en ik achter het hek een Socatelbus zie staan. De mannen
werken dus wel op zaterdag, een bedrijf ingehuurd door France Telecom voor
aansluitingen, onderhoud en storingen. Wat bleek; donderdag is er een
hoogspanningskabel van een mast gewaaid en op de telefoonleiding gevallen. Dit
was een calamiteit van formaat en kreeg natuurlijk voorrang. De heren hebben
vanochtend de 3,5 kilometer steile helling beklommen om onze lijn langs te
lopen en vonden niets. Nu staan ze op de stoep om in huis alles door te meten.
Iedereen betaalt in Frankrijk hetzelfde bedrag, in geval van de service die
M&M af en toe nodig hebben ben ik daar dankbaar voor, want als we dit op
uurbasis zouden moeten betalen… oeps. Uiteindelijk vinden ze het probleem; onze
bliksembeveiligingsbox is kapot. Als het probleem in huis zit, waar je zelf
verantwoordelijk bent voor de kabeltjes en livebox, dan is de reparatie of het
vinden van het probleem per definitie 100 euro, of meer. Het is zaterdag, het
probleem zit in huis, in die dure box waardoor we verzekerd zijn als we schade hebben
aan de pc’s na blikseminslag, die er niet was, het waaide alleen wat hard. De
mannen van Socatel knipogen, leggen de wijsvinger op de lippen en wensen ons
een fijn weekend. Kijk, van ons zul je nooit klachten horen over de service van
de EDF of France Telecom die een topbedrijf als Socatel inhuren voor het werk
in deze lastig te bereiken regio!
We zijn er weer…..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten