Nog een log over Simon, diezelfde Simon die opgekalefaterd op me zat te wachten met snacks en wijn tegen de schemering aan en me naar boven liet lopen in mijn beste goed op heel platte zomerschoentjes.
Tijdens de laatste maand dat het centrum open is wil ik geen sofrologie missen en de twee keer per week moet ik toch in kunnen plannen. Nu weet ik wel dat planningen hier meestal in het honderd lopen, zeker als je samen leeft. Maar gisterochtend voor ik weer een volle Rode-vracht naar het grof vuil wilde gaan brengen meld ik het wel even aan Marc dat ik tegen half 4 echt naar sofro ga. Bij thuiskomst brengt Marc het nieuws voorzichtig met achterliggende hoop dat ik de sofro laat varen. Dat Simon die middag langs komt, met zijn vrouw Robin, om alle lauze-stenen bij de ruine naar huis te halen. Het is een zware klus, want ze passen niet allemaal in de Rode, die zou topzwaar van het steile pad afdenderen of in de bocht gaan schuiven, wie weet omvallen want een Landrover Defender kun je niet veel graden laten hellen en zeker niet met een zware lading. Nu zie ik al een half jaar op tegen die klus, dus ben ik liever naar het centrum. Maar Robin is ook de jongste niet meer en ook haar zie ik geen stenen sjouwen, mannenwerk dus.
Ook het vergasten van Robin die ik één keer eerder gezien heb zag ik niet zo zitten. Om mijn rug stuk te sjouwen en me te moeten concentreren op de extreem langzaam gevormde zinnen van Simon is net even te veel, bij voorbaat, maar ik zeg dit nog even niet tegen Marc, 'het zal wel los lopen' fluistert mijn vertrouwen me in.
We zitten even aan de buitentafel, nazomerweer met een fantastisch uitzicht op de gorges. Robin is luchtig gekleed en heeft een soort van crocs-teenslippers aan. Haar open haakvest vermoedt dat ze geen idee heeft dat er gewerkt gaat worden. Ik kaart tussen neus en lippen aan dat ik naar sofrologie ga en ik krijg gelijk van beide de vraag wat dat nu precies is, want ze hebben her en der pamfletten zien hangen over deze methode en natuurlijk de reclame voor het kleine wellness-centrum. Robin wil het heel graag eens proberen. Geregeld.
De heren gaan stenen halen, wij dames gaan naar het centrum waar ze de sofro erg goed kan volgen, haar Frans is erg goed en ze is zulke sessie's wel gewend, alleen sofrologie kende ze nog niet. Samen gaan we een boodschapje doen; iets lekkers voor een geimproviseerd maal met z'n vieren.
Thuis zijn de mannen net de laatste lading aan het halen en schenken wij een wijntje voor hen in terwijl Robin aan Simon uitlegt wat het nu precies inhoud, dat sofrologie.
Simon kwam in zijn oude klof met minder knopen aan zijn hemd dan dat netjes is. Simon is ongeschoren en zijn haren plakken op zijn voorhoofd. Ze verblijven samen doodleuk in die halve ruine zonder water of stroom, maar dat is haar dan weer niet aan te zien. Ik vertel haar lachend van mijn avontuur met Simon. Het 'misverstand' over het hem oppikken op het bospad, terwijl hij met snacks en wijn klaar zit. Ze lacht me dubbelzinnig toe, ze kent haar echtgenoot dus ook heel goed en vindt het grappig mijn verhaal te horen. Want ook zij vindt de tocht naar hun huisje op zomerschoentjes alles behalve ok. Simon gedraagt zich weer als vanouds, een wat verstrooide man die kampeert in een ruine.
Toch blijven ze gezellig plakken tot na 10 uur in de avond en moet ze toch op haar crocs-teenslippers en een zeer klein zaklampje naar boven over dat slechte paadje.
Ach ja, gezelligheid kent geen tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten