zaterdag 13 oktober 2012

Merde, l'amour!!


Een pittig eerlijk logje over een driestrijd in mij, misschien niet echt een strijd, maar meer mijn realiteit waar ik wijs uit probeer te worden. Dit logje is niet echt geschikt voor mijn lezers die houden van de leuke kanten van het leven in de Franse jungle. Ook niet voor de lezer die hapklare makkelijke brok voorgeschoteld hoopt te krijgen als zijnde een gevatte colum te vinden in Libelle of Happiness, tis maar dat u het weet.

Merde, l’amour!!
Ik slaap eens uit, tot 10 uur tot Marc het welletjes vindt en me koffie op bed brengt om gelijk weer naar beneden te lopen via de Hobbit-achtige wenteltrap, voorbereidingen treffen om verder te gaan aan het sluiten van het trapgat waardoor we anders ’s winters zoveel warmte verliezen. Na een halve 2e mok koffie besluit ik de Koopmans Appelkruimeltaartmix te gebruiken die ik kreeg van P&W toen ik gisteren even gedag ging zeggen. En om P te bedanken voor zijn steun en hulp afgelopen zomer, die hier 6 maanden heeft genoten van hun vakantiehuis, een mooi spulletje dat ze ook maar uit de verkoop hebben gehaald, mooi en betaalbaar of niet, ook zij lijken een onverkoopbaar object te hebben en moeten hun beslissingen met betrekking tot hun toekomst ook bijstellen door de crisis met lange termijngevolgen. Ik kreeg er een zak minuscule appeltjes bij van de oeroude nooit gesnoeide appelboom die naast hun huis in een tochtgat staat, ooit een zaadje geweest dat uit de poeperd van een vogeltje kwam of een nooit geraapte vrucht die in vruchtbare aarde viel tussen het puingesteente dat nu als bodembedekker een zeer multifunctionele blauwe druif heeft die geen rank genoemd mag worden, als onkruid groeien er diverse over het taludje dat naar het erf van de buurman loopt. Het licht dat de eik afgelopen seizoen wierp op dat talud geeft de druiven een extra volle smaak, de eik die ik vorig jaar opkroonde, waar ik zo’n kick van kreeg omdat de klus door mij met nadruk ‘ff’ geklaard werd. De kleine appeltjes hebben alle prachtige herfstkleuren, inclusief het bruin van de steeltjes en rotte plekjes en doorgangen van snoepende insecten. Het is net alsof ik een dikke kilo krielaardappeltjes moet schillen en uithollen met een aardappelschilmesje, dat echte fruitmesje ben ik al een twee jaar kwijt. Monnikenwerk is het. Gepriegel, terwijl ik Marc hoor zuchten en steunen onder het verstikkende stof dat veroorzaakt moet worden, bijna fijnstof veroorzaakt door 150 jaar dichtgetimmerd troep-hout, behang met druk bloemwerk motief, isolatielagen, schrootjes en houtwormstof. Steeds vraagt hij om een handje, om de paar minuten leg ik het geschil stop, doe mijn handen af of loop zelfs met beslag aan de handen naar hem toe waar ik planken en troep aanpak of het meetlatje, of de hamer, of die nijptang. Muziek staat aan en ik voed de katjes op. Alles bij elkaar dus een zootje en ik scherm me af door tussendoor te vluchten in schrijfsels in mijn hoofd. Relevante gedachten, de liefde, l’amour, merde!!
Tijdens het uitzetten van mijn wekker  -die Nokia-  zie ik dat ik een sms-je heb, van Alain, een van de vele neven van Nadine, de man die al langer als een jaar hoteldebotel van me is. Een hele lieve man, een zorgzame zachte persoonlijkheid met gouden handen, geboren en getogen in het rijkste dorp van de regio, maar zelf berooid als een kerkrat. Een man met dezelfde passies in het leven als ik, een kleine heel magere bijna blauw bleke man met de mooiste diepzwarte krullen tot op de schouders grijzend aan de slapen en wat vanuit de kruin. Ogen die leed en levensvreugde weten uit te stralen als zijnde gelijken van elkaar. Getekend, kwetsbaar en nog open en oprecht ook, hij lijkt zonder reserves. Een bijna 50 jarig voor mij zo onbekend karakter die me op afstand adoreert, er ook heimelijk open over is naar een enkeling, Nadine en mij. Hij vraagt af en toe via een tekst-berichtje hoe het met mij is, terwijl hij zelf aan het einde van een tragische scheiding in een goedkope schuur terecht komt, wonende in een oude caravan in diezelfde, uit betonblokken opgetrokken schuur met een golfplaten dak. Eerst een geruïneerd hart, door een gehandicapte inmiddels ex-vrouw en haar familie. Na het eindoordeel van de rechter nu ook een geruïneerd leven als haast dakloze klusjesman van het lokale bejaardentehuis, ooit een succesvol artiest als messenmaker bij notabene Laguioles.
Met geen mogelijkheid kan ik hem uitleggen waar ik zit met de liefde. Niet tussen wal en schip. De missende chemie allang losgelaten, de dag dat Marc vertrok, 30 juni, voor de laatste keer viel dat woord en in een fragiele nieuwe balans met mijn echtgenoot om nooit meer relevant te zijn. Hij is er niet, die vlam of sprank of partical of hoe ze dat ook noemen tussen twee mensen die de liefde van hun leven lijken te bezitten. Ik wil hem ook niet bezitten, hij mij ook niet. We hebben samen al zoveel voor elkaar geknokt, we zijn al zover gekomen dat  we zien, echt daadwerkelijk zien en ervaren om ons heen, dat wat wij hebben hemels genoemd mag worden. Alleen zijn we niet elkaars hemel, vol sterren en de maan. We weten inmiddels heus wel dat we ergens tegen moed en wil samen zijn, dat het voor NU goed is en niet anders kan, afdwingen kan niet, het is te groot geworden. Ja ook die liefde die tegen wil en dank gegroeid is, ijzersterk als dat stalen blok dat op een kantje op het eiland staat in de enorme tuin van ons huis in Nederland. Dat vervloekte onverkoopbare huis dat zo de moeite waard is, maar zijn eigen waarde door een crisis om zeep geholpen ziet worden. Een afgedankt ding dat simpel uit de mode is, of zoiets, en onze basis zo aan weet te tasten. Dat blok dat zo razendsnel in 7 maanden van een dun zijdeachtig draadje naar een stalen blok groeide, van 1 bij 1 bij 1 meter, geplaatst op een hoek, op het kantje, gewaagd aan elkaar, gelijken tot op het scherpst van de snede die ons uit blijft dagen, on the edge of a rasorblade. Chaos in de M&M liefde met een andersoortige rust en balans die ons beide nog volkomen vreemd is en heel af en toe nog een strijd kent die door ons beide vlug in de kiem gesmoord wordt, omdat we alle twee dondersgoed weten dat de eventuele uitkomst van een conflict niets dan zinloos en uitputtend is. Marc zijn verkoudheid wil graag doorzetten, hij wil niet toegeven aan het een paar dagen niks doen, thee drinken, appeltaart snoepen en op bed liggen met een boek en een bammetje als hij maar ff roept. De liefde die mij mijn werk laat vallen, die appeltjes, mijn schrijfsels die steeds dwarszitten op de meest onmogelijke momenten; Eten koken bijvoorbeeld, hij staat tenslotte op die enge ladder met een accuzaag in de hand in het stof te happen terwijl kittens ook mee willen zagen en zijn vrouw ergerlijk genoeg appeltjes zit te schillen voor een totaal niet belangrijke appeltaart. Bah. Dat het griepbacillen zijn die hem nog het meest parten spelen mag geen naam hebben. Ik probeer hem aan te voelen en zodoende sta ik dus om de paar minuten wat aan te geven en te pakken, om me voor te nemen Alain te antwoorden en te schrijven, deze middag. Daar komt niks van, al zou ik de tijd nemen, de woorden zijn er niet.
Die man van mij moet gewoon alles loslaten en naar bed. Dan schep ik orde in huis  -dat stofruimen kost me zeker een paar uur-  en creëer tijd om te schrijven, denk ik. DOM. Tegen de tijd dat ik dan wil gaan zitten schrijven en Alain wil laten weten hoe complex het voor mij op dit moment is, de liefde en het leven, l’amour et la vie, zijn de zinnen verdampt door de verse geur van een taart die af staat te koelen en de te warme gerimpelde vingers van de afwas die te comfortabel voelen om te typen in een sentimentele bui, aangewakkerd door die ‘blije periode’ die mijn leven iedere maand even vorm lijkt te geven. Merde, l’amour!!
Alain weet een beetje van hoe en wat hier. Na kennismaking kwam hij er tussen pruimentaart en koffie ook achter dat ik een getrouwde vrouw ben en daar blijf je met de poten vanaf, zeker met een vreemdelinge die je niet kan peilen, alleen aan proberen te voelen en kijken. Wat hij zag vorig jaar heeft hem blijkbaar een zekere hoop gegeven. Hoe groot was zijn blijdschap toen hij hoorde eind juni dat mijn man vertrokken was voor onbepaalde tijd, net nu de uitspraak van de rechter eindelijk achter de rug is en hem laat weten dat hij alles kwijt is dat hij afgelopen 25 jaar heeft opgebouwd. Hoe triest de parallel met Marc zijn laatste 30 jaar! Dat ik hier in m’n up de winter niet door zou komen, staat vast, maar oeps. Alain heeft sinds de lente een 15 jaar oudere vriendin die (helemaal) in Parijs woont en werkt. Ze kunnen elkaar dus maar af en toe zien als zijnde loonslaven voor een wat pover zieleleven, bij gebrek aan beter de leegtes opvullend met elkaar in de vakantieperioden en incidenteel een lang weekend met bij elkaar geschraapte vrije dagen. (De Fransen werken erg hard mag u weten!) Te integer is hij om haar te bedriegen, te sterk zijn aantrekkingskracht voor mij en mijn leven hier om me los te laten en niet te laten weten dat hij aan me denkt middels dat sms-je zo eens in de paar weken.
Merde, l’amour. Liefde kan verscheurend zijn, zeggen ze. Het kan ook hartverscheurend zijn als je enkel de ander verscheurd ziet worden, door de liefde van hun leven die onbereikbaar is, of lijkt.
Misschien zouden Alain en ik het geweldig doen, maar eerlijk gezegd; Wat u niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook een ander niet. Marc heeft te leven met de verscheuring die hij voelt met zijn terug gevonden liefde die hem afwees. Bij gebrek aan beter voel ik me al vele jaren, dat is me afgelopen zomer pijnlijk duidelijk geworden, maar benadrukt de liefde voor mezelf, mijn eigen waarde, de pracht van mijn huidige leven ondanks dat ‘alles’. Ik kan Alain niet botweg afwijzen, ik ben zijn ware niet vanuit mij gezien, dus misschien moet ik hem duidelijkheid scheppen, en het toch maar wel doen. Maar het voelt zo wreed, ik weiger het te zijn. De woorden om me uit te drukken in het Frans komen niet. Hoe goed ik ook mijn best doe zo weinig mogelijk schil van die appeltjes af te priegelen. Ik ben misschien wel Alains ware, maar wat kent hij me nou? Dat blijkt er niet toe te doen, de ware liefde bevat die chemie, de vonk of vlam, de mantel die het ongeziene bedekt. Die vreugde vanuit de ander  verliezen, schijnt te verscheuren, waarbij mijn verscheurd-zijn in het niets verdwijnt, mist die weggeblazen wordt voor het heldere licht van die geweldige liefde die IS, schijnt te zijn, echt te bestaan. Het verscheurd worden door anderen, voor wie ik liefde voel, die ander die zijn en haar ware liefde in het leven verloren wanen, dat wordt niet gezien. Er blijft me geen andere conclusie over dan dat ik durf te concluderen dat ik maar 1 liefde in mijn leven erkennen kan, de liefde voor mezelf. Ook die is wreed, en ja, verscheurd me, omdat ik me juist daardoor bewust ben van die ware liefde die reëler is dat die ware buiten jezelf vinden en je ervan afhankelijk op te stellen. Maar hen die vonden, verloren en daardoor niet zien dat ze alleen de ware voor henzelf kunnen zijn om vrij verder  te leven en open te blijven staan voor anderen, het leven zelf dat ze leiden, zijn er niet veel beter aan toe als ik. Die haar liefde in vele stukjes evenredig zou willen delen, maar hierin steeds weer vast loopt. Alsof ik mijn liefde exclusief aan maar 1 persoon mag geven, mag delen en terug mag vragen of krijgen als was het een gunst een dienst die verleend wordt. Niets mis mee; als je met je ware leeft, prachtig, ontroerend, warm en niets om jaloers op te zijn. Want als je die ware die buiten jezelf een eigen en zelf is, verliest, och arme. Merde, l’amour!!
De 1000 tracks lange muziek-mix die de klusherrie, het opvoeden van katten, genies en geproest van Marc  en het appeltjes schillen vergezelt heet ‘Beautiful voices’. Heel fijne muziek, chill en relax, melodieus en ingenieus aan elkaar gemixt, vol rust en inspirerende teksten en meditatieve geluiden, maar de helft van al die songs gaan over de liefde, wat me terug brengt naar de zoektocht in mijn bovenkamer naar woorden om open kaart te spelen met Alain. Dat we echt niet iets samen kunnen hebben, iets dat volgens Vulcan-achtige logica eigenlijk gewoon zou moeten zijn en de kans zou moeten krijgen. (*Vulcans zijn een volk uit de serie StarTrek die leven op de planeet Vulcan)
Ik gaf Marc de kans, maar zijn ware gaf hem die niet. Alain geeft mij de kans en de tijd, alleen durf ik hem niet te nemen, het is allemaal al zo complex en ik durf te beweren dat ik veel van Marc houd, al is het niet genoeg om de chemie te ervaren als een bezit dat we ‘de ware’ durven noemen in de vorm gegoten van een ander mens. Ik kan mijn liefde al zo moeilijk in tween splitsen, voor mezelf en voor Marc, laat staan in drie-een en ook Alain evenredig veel, het is wreed maar onmogelijk en zo zijn er weer drie zielen verscheurd. Merde, l’amour!!
Inmiddels is de kom met appelblokjes vol en meng ik het aan met citroensap, quatre epices uit een potje  -in plaats van enkel die kaneel- en rozijnen en kiep de bak in de met deeg aangedrukte vorm. Die vorm had ik met een speciaal Koopmans-antiaanbakspuitbus in moeten vetten, maar ammehoela, de bodem krijgt wat bakpapier en de rand niks. De taart komt in beter dan perfect samenhangende staat uit het bakblik als dat deze erin ging. (Dat commerciële geneuzel met zijn speciale gemaksproducten, grrrrrrr!) Ik begin gelijk aan het eten, maar kom niet verder als het stukjes kip opbakken en het snijden van een grote peen als ik weer moet helpen met het aangeven en –pakken van meetlatje, rolmaat, potlood en hamer om drie keer naar de schuur te mogen lopen voor een speciaal zaagje, spijkertjes en een lijmklem terwijl Marc zich schuldig staat te voelen dat ik niet ff verder kan met die onbelangrijke taart en dat eten dat ook wel een uurtje later kan, vandaag opeens wel. Ik sta er wederom wat verscheurd bij, vertederd en verteerd door de liefde die ik voel voor Marc die onnodige offers brengt door niet de opening te bieden onze eigen agenda’s naast elkaar te leggen voor hij begint aan een omvangrijke klus die vaker drie en vier handen nodig heeft dan twee.
Merde, l’amour, mijn man moet gewoon lekker naar bed of een wandeling gaan maken in de herfstzon die na een heel koude nacht die de pompoenen net overleefden, heerlijk zacht aan doet. Dan heeft het stof tijd om neer te dwarrelen, de katten de kans de pannen op het aanrecht stiekem leeg te likken omdat we geen van beide de afwas willen doen en ik de tijd om te schrijven in alle stilte. Dat hij geen idee heeft hoe hij het aan moet pakken om als gelijken in overleg twee agenda’s te combineren omdat hij het hele idee van plannen of het überhaupt hebben van een agenda verwerpt, is mij een grote last. Zeker als ik mezelf al in de weg zit met het kiezen tussen de liefde voor mezelf en mijn leven dat nou eenmaal meer heeft om voor te zorgen dan ik alleen. Een huis en groot terrein, zorgen van financiële aard (had ik maar een suikeroompje), de liefde die ik voel voor Marc, het mededogen dat me soms lijkt te dragen voor Alain, mijn ouders en inderdaad zelfs een handvol!! andere vrienden die mijn hart hebben gestolen door het delen van het hunne en hun oprechte zijn. Tijdens de maaltijd buiten in de zon met eens niet-lastig kattengebroed en een hond die keurig op de plaats wil blijven probeer ik ter sprake te brengen dat we wat vaker zulke werkdagen met 4-handen-klussen in moeten plannen. Maar het woord plannen schopt tegen het verkeerde griep-been aan. In de kiem smoren we hem en ik koester de hoop dat mijn boodschap, gebracht met de hormonen van die blije periode waarin ik de bevestiging krijg een echte vrouw te zijn – hoeraaaa, duidelijker is als ooit tevoren.
Ik schiet klassiek getrouw vol, door inderdaad een overdosis aan hormonen en de onmacht om mezelf de ruimte en de tijd te geven te schrijven. Op de rand van het scheermesje, ach, alles went. Marc staat op, trekt me overeind, geeft me een knuffel en stuurt me naar boven om te schrijven, of te pitten, of te neuzepeuteren, nee, om te schrijven en na te denken. Zolang ik wil. Hij houdt van me… Merde, l’amour!!

Een bijna quote van een medelogster;
Ik ben volledig verantwoordelijk voor wat ik schrijf, niet voor wat u hier wilt lezen.

Veel dank gaat uit naar hem die mij bemind en me na laat denken over mijn liefde die me lief is.

2 opmerkingen:

  1. Ik vind geen woorden maar voel en stuur je een warme omhelzing. Miranda

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Miranda; die kreeg ik ook van Marc nadat hij toch maar eens die log ging lezen bij wijze van uitzondering na de moeizame momenten de afgelopen week om dit toch eens te verwoorden. Zo zie je maar, het leven is prachtig :-))

    BeantwoordenVerwijderen