maandag 2 juli 2012

Deel 2

De kater ontbreekt deze ochtend na het doorzakken met perenbitter, een zeer goed destillaat in een fles zonder etiket, alleen een plakkertje met het jaartal en de naam van de maker van het waterige goedje. Wodka vind ik vies, maar dit mag er niet mee vergeleken worden. We kregen de fles, waar misschien nog maar 7 centimeter van het levenswater in zat, niet leeg gedurende het verjaardag vieren en als toch dikke vriendinnen over het leven bomen in de koelende bries van deze vroege zomeravond. Een memorabele dag, want het vertrek van mijn man voor een pelgrimstocht voor onbepaalde tijd kan verstrekkende gevolgen hebben. Dat heeft zijn vertrek toch wel, maar de scenario’s zijn legio en we hebben ons beide nergens op toegelegd, geen hoop, geen wensen, geen verplichtingen naar elkaar toe, even los, ruimte, adem halen en nadenken, bezinnen desnoods.
Maar de omgeving hier trapt daar niet in met hun boeren wijsheid en instincten, het nog zo dicht bij de natuur staan, maakt dat de mensen hier veel dichter bij hun eigen natuur leven. Weinig woorden hebben ze nodig, zulke dingen gebeuren. De tam-tam is geactiveerd met waarschijnlijk de meest fantastische verhalen tot gevolg die als smeuiige roddel wordt geconsumeerd, maar mij wel voorziet van alle hulp die ik nodig heb. Misschien niet om geplengde tranen te drogen, dat kan ik zelf, nee juist voor de zaken die alleen echt niet gaan.
De kleine gemeenschap is hecht, een menselijke biotoop waar de één niet zonder de ander kan, een gemeenschap die in geval van nood er altijd is en iedereen heeft wel iemand om op terug te vallen. Ik wil er niet te lang mee wachten en bezoek wat mensen en laat schuchter vallen dat ‘ik alleen erdoor moet komen voor onbepaalde tijd’. Ongeloof is het enige dat ik terug krijg, dan het aanbod dat ik altijd langs mag wippen of kan bellen als het nodig is, maar ik zie ze denken; ‘nee zeg, dit is niet waar!?’
M’n vriendin bleef in haar camperbusje slapen, maar de nacht is onrustig, met het onweer, de regen en Cros die een glas van het aanrecht stoot in duizend stukjes verspreid over de keukenvloer tot onder de voorraadkast aan toe. En ik voel me niet prettig als ik niet op blote voeten kan lopen. Vegen met wakkere ogen. 9 Uur mijn bed uit, zij nog in diepe ruste. Moestuin ochtendronde met slakkenkorrels, de geur van het natte bos opsnuivend, langs bonenbloemen, mooie broccoli, frisse jonge sla, de bloemen in de komkommer en meloenplanten. Dan de beesten en koffie. Geen kater wil zeggen; goed spul, al waren de glaasjes nog zo klein, te diep keken we alle twee.  Het lachen om het leven en de liefde deed ons beide goed, ze doet onthullingen, praat over haar familie en de gebruikelijke drama’s. Dus Fransen kunnen het wel, het is maar net wie je treft.
We smeren het ontbijt uit tot na 1 uur en tijdens de koffie met een brok bruin brood verteld ze over een maatschappelijke dienst om vrouwen die alleen komen te staan te helpen. Bijvoorbeeld een wasserette die werkt voor de auberge en het hotel verderop of voor particulieren. Om ze betrokken te houden met de gemeente, deeltijd werk aan te bieden, contacten op te doen, ja heel modern; voor het netwerken. Twee dagen per week of zo, leuk ook, voor de krenten in de pap en ik maak nog vrienden. Ook het idee om stagaires uit te nodigen via de organisatie die in deze regio actief is. Voor hoveniers, bio-boerderijen, veehouderij en misschien wel voor boomverzorging, wie weet. De studenten verdienen punten voor hun examen en werkervaring en ik heb hulp.
Maar goed, dit nog even als toekomstmuziek. Ik wil best even dippen na haar vertrek en de stilte die erop volgt, maar ik heb teveel energie en ga de zijkamer afmaken. Ik zet twee gamma-stellingkastjes in elkaar en schroef ze in de schrootjeswand erachter. De voorste latten hebben een houtje nodig, of twee, voordat de kasten stevig staan. Het logeerbed kan terug op z’n plaats. Noodbed, er staan nu dozen op, spullen die daar voorlopig even moeten blijven.
Het is somber buiten, af en toe een spat met een vochtige hond opgerold op het stoepje tegen de voordeur aan. Katten opgekruld op stoelen en de nieuwe stapel dekens in de zijkamer, het franse radiostation aan en even geen eigen muziek. Dat maakt me te week, zet me aan om te gaan zitten dippen. De schouw brandt mooi rustig op 2 enorme blokken eik en met de schemerlampen aan is het eigenlijk wel een lieflijk warm huisje met het fel gekleurde blokkenkleed op de bank en de witte rolkussens, dichtgebonden met oranje linten. Ik rommel, klus, droom en knutsel me een uitweg uit de stoffige voorraad winterjassen, dekens, kampeerspullen en een kist met boeken op de zijkamer. Steeds kijk ik even naar buiten door het horretje in het kleine dakkapelletje van de kamer of ik de kippen in de moestuin ontwaar. Ze lopen dan gedurende de namiddag met een grote boog achter het huis om de helling af, omdat ze jonge slaplantjes ruiken. Ze graven de banden leeg en weg zijn de groenten. Dus nu even niet!
Na 8 uur ga ik met Castel wandelen, op m’n gemakje is dat een uur en ik besluit de hekken voor de avond te sluiten als ik thuis kom. Het is dan nog donkerder en de schemering heeft ingezet. De kipjes zitten op stok en het is tijd voor Castels maaltje. Als ik daarna binnen stap zitten er twee mensen aan mijn tafel. Een Nederlands koppel dat ik alleen nog via digitale netwerken kende, mede-immigranten. Ik had hier nog wat spullen voor haar liggen en ze hadden tijd, vanochtend dacht ik, koffietijd…. De trage digitale snelweg, meer bospaadje, had verzuimd om de berichten goed te verzenden. Ze waren hier nog niet geweest en staan versteld van de sprookjesachtige schoonheid. Met stomheid geslagen hebben ze een half uur op me gewacht, wetende dat ik wandelen was, want de hond was ook weg, dat kennen ze. Het was een fijne ontspannen ontmoeting alsof ik ze al wat jaren ken, ongecompliceerd met Hollandse gezelligheid in een oer-franse ambiance, stevig aan de koffie tot 11 uur, tof.
Mijn man belt nog dat hij veilig in Nederland is aangekomen en gelijk is er daar gedoe. Ook deze blog zal ik verder dicht moeten timmeren. We doen opmerkelijk gewoon tegen elkaar, een geruststelling, want voor de M&M is dit ook gewoon, ook dit doen we vanuit die eenheid, nu nog of voor altijd? Wat gedaan moet worden, wordt gedaan, met woorden gaan we om als goud en zilver en ik glimlach terwijl ik met hem praat mobiel tot mobiel terwijl ik naar huis wandel, ik heb er vrede mee.
Ik sloot zojuist de hekken, de koelte verfrist me na het binnen zijn met de gloeiende resten van die twee eikenblokken, het is nat en het regent bijna, nu nog miezer als in de tropen, mist, geuren en de vuursalamanders op de oprit. In het donker loop ik terug naar het huis en stap binnen met andere ogen door al die complimenten van deze avond. Het klopt wel, met perfecte jazz-muziek, verlichting, temperatuur en de geur van het vuur en de koffie.
Ja, het is goed.






Het gaat goed, ‘niet klagen maar dragen en bidden om kracht’.






2 opmerkingen:

  1. Wellicht geen liefdevolle opmerking, maar zonder kinderen in het spel, zijn de spelregels altijd een stuk eenvoudiger......

    BeantwoordenVerwijderen