Ik kan niet slapen in gesloten ruimtes en ik slaap nog steeds in het Deluxe comfort bed van 30 jaar oud, of ouder, dat onder het raam staat. Ik lig maar te draaien en naar de uiltjes te luisteren tot ik het zat ben en het boek pak waar ik in bezig was. Ja, was, want ik heb het uitgelezen, een oud boek geschreven in 1953 over de oorlog; 'Reqium voor een vijand'. En dat na een lange mooie film over een scherpschutter, een herder uit de Oeral, die meevecht tegen de duitsers. Zelfde thema, zelfde oorlog, zelfde plaatjes in mijn hoofd.
's Ochtends word ik wakker met een verschrikkelijk stijve nek! Dat is een pijnlijk en lastig begin van de dag. Verder slaap ik door mijn wekker heen en roept Marc me wakker, want we hebben elkaar belooft de telefoonpalen voor het hek te 'rooien' en vast te plaatsen.
Nu ben ik al geen held 's ochtends, zeker niet als ik die nacht ervoor niet in kon slapen, wakker gemaakt moet worden, ongesteldheid aan voel komen en een stijve nek heb. Dus alles valt me zwaar, voelt rot, en toch heb ik best zin om te werken aan een beetje veiligheid na die onzinnige diefstal van een antieke verroeste decoratief geplaatste ploeg. Marc ergert zich een bult aan m'n gekluns, terwijl ik de kettijgzaag hanteer alsof het een verlengstuk van me is. (Nu moet ik zeggen dat tuingereedschap hanteren zelden een straf voor me is.) Maar hij kent me langer dan vandaag en schudt meewarig zijn hoofd als ik wat uit mijn handen laat glippen of weer struikel over een takje terwijl een lange braamsliert zich om mijn pols wikkelt.
(Ik heb de eerste paal nog niet op het pad of m'n lief roept me al voor de tweëede, ik heb nog geen 2 emmers water in de gaten gegoten of er moeten er nog 10, zegt ie. Ik heb de cement-spullen nog niet schoon of ik moet gaan koken, ik heb het één nog niet gedaan, of het volgende moet al aangevangen worden.... soms lijkt manlief net een slavendrijver en zuchtend, juist vandaag zuchtend, ga ik van het één in het ander. Het moet gezegd; ik voel me niet onprettig bij het bezig gehouden worden, maar die zere nek!!!)
Ik haal met één hand de oude gaten van de palen leeg, waar het hek ooit stond. Blaadjes, grond -zo hard als steentjes- wortels en al niet meer, die gaten moeten leeg, opgemeten en volgestort met water ter voorbereiding voor de palen. De oude telefoonpalen zijn erg zwaar, maar samen krijgen we ze toch de helling op en bevestigen ze met een ketting aan de trekhaak. Marc gaat grind 'jatten'. Ja heus, het ligt er sinds ze 2 stukjes van het bospad hebben geasfalteerd. Nu waren we daar al boos over, de manier waarop dat ging. En veel respect voor elkaars eigendommen heeft men hier ook niet, die rotte appels dan, dus van dat hoopje grind zullen ze 6 schepjes niet missen, meer hebben we niet nodig.
Marc maakt cement, ik ga even op de bak zitten van de bron. Even tot mezelf komen in de ochtendzon en Castel doet met me mee. Het valt me soms zwaar om vrouw te zijn, lastig is het, iedere maand, al zijn het maar 2 dagen dat ik hier last van heb, het me in de greep heeft en ik m'n maatje ermee in de weg zit. Ik mezelf niet zozeer, ik geef me eraan over en ben lief voor mezelf. Maar toch wil ik dat veel dingen gewoon doorgang moeten hebben, werk en sociale aangelegenheden, wat niet echt eerlijk is naar mijn lijf en leden...
De palen zetten we samen in het gat, ongezaagd kiepen we de met spijkers beslagen palen a 5,70 meter de gaten in. We zetten ze zo goed als kwaad waterpas, timmeren ze vast aan een hekpaaltje en een mispelboompje en stampen, proppen, duwen en smeren het cement tussen paal en de oude cementen gaten. Nu een weekje uit laten harden. We maken tijdens een sapje en een koekje wat schetsjes voor een hek. Die ijzeren hekken vinden we zo lelijk en manlief heeft al veel ervaring met pure houtverbindingen van gevonden stukken kastanje. We kiezen na het schetsen toch voor een zelfgemaakt houten hek, dat wat meer tijd gaat kosten, dan het terugplaatsen van die afgebladderde saaie ijzeren kolossen.
Nu alleen nog een speurtocht door de bossen voor mooie stammetjes en gekromd hout.