vrijdag 20 augustus 2010

Omhuld met watten

Iedere dag start met een zwaar bewolkte hemel. En iedere dag hopen we op regen.
De aarde is gort droog, het stof op het bospad prikt in je ogen. Op de hellingen, de paden, glijdt je uit op de droge korreltjes grond, de steentjes komen los en als het gaat gieten, spoelen de paden uit tot diepe geulen. Geen hand voor ogen als je achter een auto op het bospad rijdt en de cross-motoren zie je van verre aankomen door de stofwolken die tussen de bomen blijven hangen door gebrek aan wind. 's Middags klaart het op en wordt alles trager. De vogels zeggen niets en spelden kun je nu ook buiten horen vallen. Een krekel hier en daar, maar verder zie je alleen wat vlinders dartelen en krijg je in no time een droge stofmond.
Met de moed der wanhoop geven we 's avonds wat nog groene groenteplanten water tot de teilen leeg zijn en kijken we liever verlangend naar de lucht, dan naar de verlepte kool of de treurig hangende paprika-plantjes zonder paprika's. (Ik heb 1 paprika gezien van wel een centimeter groot.)
Marc scheldt op de zon, die ongenadig terug schijnt. Ik blijf het liefst binnen, maar och, ik groei dicht! Ik help Marc wel met de overkapping. De balk is er strak op geplaatst, heeeel knap met gevonden bomen uit het bos. Het zwembad zelf is een chaos, lagen zaagsel, de oude overkappingspogingen in stukken, verdwaalde uitgehongerde egelbeestjes, een dikke pad met hetzelfde probleem, stukken hout -met spijkers- spijkers en kromme spijkers. Balken en timmerhout dat droog moet blijven en doodleuk de dozen met rommelmarkt spullen. Maar goed voor die rommel dat er geen spat uit de hemel valt.
Ik ga eens extra vroeg naar de markt om het 'over de koppen lopen' te vermijden. Ik flirt wat met de patron van de bistro, waar Marc dan weer om moet lachen. Ik drink er een koffie van-de-zaak en ik lach met de stamgasten. Het blijft leuk, de onderonsjes in een overlopen stadje, het groeiende contact met de mensen hier. Ik trap op de rem en zet de auto met draaiende moter aan de kant om J te begroeten die aan het wandelen is, voor wat extra lichaamsbeweging. Mooie vrouw is dat toch, kunstzinnig, ontwikkeld, ontzettend lief en altijd op en top verzorgd. (lees; flinke laag make-up, weer of geen weer) Maar het bewegen door de ruimte, het de lucht langs je gezicht voelen strijken, het zweten, de moeite die alles kost.
We bewegen ons door watten, de atmosfeer is gemaakt door onzichtbare wattenbollen, katoen, of misschien zelfs van wol, zo isolerend. Wat je niet kent, herken je niet. Kun je niet zien. Wij zien even niet waar de atmosfeer van gemaakt is en alles kost moeite of volgezweette kleding. Lang leve de Herfst!!
Tijdens het watergeven van de pompoenen, met hun blaadjes van net 5 centimeter en geen pompoenen, zie ik een geschrokken addertje wegschieten. Ik ging er natuurlijk weer bijna! op staan. Ik draai me om en kijk treurig naar de slappe zonnenbloemen die Marianne inzaaide. (Waar ik vannacht trouwens een heel lange en vreemde droom over had, een hele heldere, die ik zelfs nu nog uitschrijven kan.) Onderop hebben deze leuke fleurige hoge bloemen niet eens blad meer. De blaadjes die ze wel hebben zijn vergeeld, verdord en hangen slapjes stil aan de stelen. Hier en daar zie ik een zonnenbloempje; klein zijn ze, wel fleurig. Dat bloeit gewoon door, de bekroning op hun seizoen, waar ze het allemaal voor doen. Prachtige kleuren zitten er tussen, ze heten niet voor niets herfst-zonnenbloemen. (Tournesol = zonnenbloem in het frans, is het geen prachtig woord. Draaien met de zon, dat doen ze dan ook iedere dag getrouw)
Mijn oog valt op de grond eronder, geen blad dat mijn blik vertroebeld. En daar, achterop dit super kleine veldje zie ik een 30 centimeter boven de grond een bloempje staan, toch echt een zonnenbloempje, heel klein. Ik pluk hem.... haar. Het bloempke gaat in een klein vaasje tussen onze pc's, het beurt ons op, het is een lief vriendelijk bloemetje dat onze blik steeds trekt voor we naar elkaar kijken vanachter onze beeldschermen. Een blije troost en geen schrale, dat is het landschap al. De populieren vallen al uit en zeker 's middags is er geen plant of boom die er nog fris bijstaat.
Zo slijten we de dagen, hopen voor regen, kijken biddend omhoog en vervloeken af en toe de zon, terwijl die alles juist de groeikracht geeft, de bloemen en ons eten....
Tijdens de picknick zie ik hele kleine beestjes kruipen. Die mogen ook wel eens gezien worden.
RARA wat is dit????
Morgen moeten we alles weer gereed maken voor de broodbakdag op zondag. Boter ontdooien voor de cakes, Poolish maken, het pad naar de broodoven schoonmaaien, bramen wegknippen en de brembossen aan de goede kant. De oven moet schoongeveegd, bakblikken nagekeken... Het is hoog tijd, de vriezer telt er nog maar 2.
Als de watten toch nog even willen blijven tot zondag eind van de middag...

ps
Castel is op dieet, dat wil zeggen; minder eten en meer bewegen. We gaan graag met haar naar de rivier/het meer. Het moet gezegd, vanaf het moment dat we haar hebben leren zwemmen vorig jaar wordt ze een echte waterrat. Ik heb nog nooit, maar dan ook nog nooit een hond gezien die zo hard kan zwemmen. Haar bovenlichaam komt zelfs wat uit het water als ze op dreef is. Ze duikt er zelf in en gaat op eigen initiatief takken en stronken halen. Al liggen die aan de overkant van een vol snelstromend meer! De halve bomen die ze, bijna achteruit zwemmend, uit het water weet te krijgen zijn echt groot en ze valt er op aan alsof het haar ergste vijanden zijn. (Die ze niet heeft en nooit zal krijgen) Ze is echt geweldig als ze dit doet en temeer een reden vaak met haar naar het water te gaan. Kon ze maar vissen..... nu er weer een blinkertje vastzit in de stenenbodem.

3 opmerkingen:

  1. Het lijkt een beetje op een groene ananas??

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik houd de spanning er niet langer in; een verse dennenappel. Het is werkelijk een schitterend maar plakkerig ding. De zaden die je eruit kunt trekken zijn net bleke vlinders met een dieprode kern als lijfje.

    BeantwoordenVerwijderen