vrijdag 26 oktober 2012

Asterix & Obelix


Al heel lang wil ik hier een log over schrijven; Asterix en Obelix.
Ik leerde dit tweetal met klein hondje kennen op heel jonge leeftijd, omdat dat het enige stripboek is dat mijn vader regelmatig las. Ze lagen ongegeneerd naast zijn bed en omdat ik werkelijk gefrustreerd was de jaren dat ik nog niet lezen kon -en schrijven-, nam ik er af en toe één stiekem mee naar mijn kamer om dan maar plaatjes te kijken. Als analfabeetje kon ik de volwassen humor er al inzien en dat ben ik blijven doen totdat ik het ook echt begon te begrijpen. Die humor is knap geschreven en getekend, want echt Franse humor is vaak onbegrijpelijk voor de Brit of de Hollander en de Nederlandse humor, daar lacht geen Fransman om.
Uiteraard wist ik niet welke rol Galliërs gespeeld hebben tijdens de gouden eeuwen van Rome dat tenslotte in Italië ligt en ver van Gallië. Ook had ik nog nooit een wild zwijn gezien, hadden wij geen slim klein hondje thuis en die strikjes in vlechtjes op een dik mannetje die je niet dik mag noemen en de witte vleugels op een metalen helmpje van een klein mannetje in een wel heel foute rode broek vond ik ook maar raar. Maar toch, de consistentie van de verhaallijnen, altijd weer die domme romeinen, de angst dat de hemel op hun hoofd zou vallen, het bourgondisch tafelen van de ruwe bolsters tegenover het verfijnde eten van liflafjes en druifjes happen vanonder een trosje in de dikke vingers van die Roomse elite van voor het christendom hebben me altijd een glimlach op de lippen getoverd.
Vele jaren later ontdekte ik en passant een boek getiteld 'Asterix & Obelix, de Waarheid', ik kocht het direct. Het gaat over de historische accuratesse waarmee Goscinny en later Uderzo deze stripboeken schrijven en tekenen. 
Ik kreeg van Brian de Britse TV-serie 'Rome' die ik afgelopen weken bekeek voor het slapen gaan. Ter afleiding elke avond 1 aflevering. Een prachtige serie, ik kijk hem zo nog een keer. Treffend zijn de overeenkomsten met de feitjes zo humoristisch aangehaald in alle 35 stripboeken van Asterix en Obelix. Dit terwijl ik al zovele malen Parc Astérix passeerde en het nooit bezocht heb. Het staat op mijn verlanglijstje, maar is 7 uur rijden en de entree plus een overnachting in de buurt laat het me uitstellen, ooit, ja ooit ga ik erheen om me als een kind met volwassen inslag te wentelen in dat tweetal dat me al jong vergezelde.
Nu weet ik heel goed hoe een sanglier eruit ziet. Ook hoe het vlees smaakt, beter bestaat niet. Helaas is de toverdrank die onoverwinnelijk maakt het enige dat echt verzonnen is, hoewel maretak wel zijn speciale eigenschappen heeft. HET ingrediënt dat het hem doet heeft de druide goed geheim kunnen houden.
Toch zoek ook ik naar dat ingrediënt om mezelf onoverwinnelijk te maken. Ik geef de hoop en moed niet op, ik zal het vinden! Ode aan die twee, Asterix kan niet zonder zijn Obelix en hij is weer niets zonder zijn maatje met hersens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten