vrijdag 31 december 2010

kopje kleiner

Het is vroeg dag voor ons, maar de auto al gepakt, dus rijden we om half 9 weg. Weer besef ik me dat dit landschap nooit vanzelfsprekend zal worden. Als Hollandse poldermeid die gewend is aan vlakke landschappen, met slootjes, knotwilgen, plassen en een molen hier en daar. Met altijd wel een huis, fabriek, groot pand, hoogspanningsleidingen of een kerktoren in het vizier. Deze bergen, de smalle weggetjes, de boerderijtjes vaak nog net geen ruines en gewoon bewoond met echte rook uit de schoorstenen. De schuren met echte dikke roze grote varkens met kleine oogjes die enkeldiep in de zwarte modder staan te knorren. De bossen met ravijnen en beekjes, met kastanjes zo grillig, als oude van dagen die alles al gezien hebben, krom en vertakt nog steeds jonge spruiten vormen om er een sterke boom van te maken en ooit eens om vallen om dan een thuis te worden voor zovele dieren en insecten. De bemoste rotsen, prehistorischa dalletjes met boulders en een stroompje en een enkele koe. De jagers in hun felgekleurde vestjes, norse koppen met gebroken geweren over de schouders. De rust en de restjes sneeuw, de hoge volle gezonde naaldbomen en de jagende buizerds en wouwen. De uilen 's nachts en die donkere diepe stilte die nooit doorbroken wordt. De hellingen met een eikenbos, de blaadjes die met een regenboogachtige rand een weilandje kleurig omzomen en de luchten die op de plateaus de eindeloze vergezichten omsluiten; de Midi-Pyreneëen! Zo mooi en puur.
Al dromend komen we aan op de werkplek en willen aan de slag dus slaan de aangeboden koffie vriendelijk over. Twee bomen moeten weg vandaag. Een es met een stam van 35 centimeter die op de hoek van een boomgaardje zonder bomen staat langs een vervallen broodoven en een draadhekje. En een oude bijna dode kastanje van middenformaat die op de rand van een stijle helling staat langs een breed pad. Een deel van de kroon is al afgebroken en op een hekje met hulsthaag gevallen. De rest van de boom is een minioerwoud van hedera.
Ik moet in beide een stukje klimmen om de toppen eruit te zagen, ze kunnen niet gewoon vallen zonder wat te beschadigen. De opdrachtgevers heb ik eens in een mail verzekerd dat dit nog geen ochtend werk is en een prijs afgesproken.
De es mag eerst ter ziele en ik probeer het nog vanaf een ladder. Mijn kleine kettingzaagje heeft een nieuwe ketting die zo gretig is dat ik kracht moet zetten om de ketting niet te laten zwabberen en een kleine aanraking met de takken is voldoende om het hout al af te scheuren. Zolang de ketting nieuw is, moet ik extra voorzichtig zijn. Zodra de ladder over de stam twee centimeter verschuift daal ik gelijk af en trek m'n hele hebben en houden aan en zet de ketting strakker. Geen risico wil ik nemen voor die euro's. Dus keurig in zaagbroek, helm op en dubbele zekering ligt de es in no time en installeer ik vast de ladder en mijn spullen voor de kastanje. Marc is altijd mijn maatje op de grond en doet wat ik zeg, om samen de boom netjes op de grond te krijgen. Het is een enge zwiebertop die bij elkaar gehouden lijkt te worden door de dikke kronkelige wortels van de klimop, wat 's winters heel breekbaar is en waar je niet op mag rekenen als je steun nodig hebt. De top geef ik eerst een knipbeurt zodat ik zicht heb op de dode stam eronder. Daar veert de top van op, zoveel minder gewicht laat me ook zien hoe dood deze boom is, ook al heeft hij twee nieuwe zijboompjes op de stamvoet.
Ik droom bizarre dromen en extreem veel de laatste tijd en ik moet mijn best doen om me niet steeds die droombeelden weer voor de geest te halen. Ik denk zo wiebelend en hoog met de draaiende zaag aan m'n harnas maar aan mijn kliminstructeur die juist ook deze dag bij mijn ouders in de bomen bungelt om daar te snoeien. Deze kampioen (ja, meervoudig zelfs) liet mij slagen voor de opleiding, niet omdat ik zo goed was en meekon met die jonge (kn)apen, maar omdat ik wist wanneer ik stoppen moet om mezelf en de grondman heel te houden. Ook nu hoog in de dode top tussen de hedera geeft me dat het inzicht het juist aan te pakken en geen domme dingen te doen.
Dus gaat de top van de boom in twee stukken eraf, laat ik me soepel op de grond zakken en bekijk of de stam op het pad kan vallen. Marc zaagt, de klanten kijken geboeit toe en ik houd de treklijn vast en het gevaarte valt met een mooie bons op het pad precies tussen de hulst en het oude muurtje met hazelaarstruiken.
Vlot zagen we het hout in mootjes, sjouwen we de takken naar de vuurberg en worden we daarna verrast met een diner naturel. Dat wil zeggen; eerlijk smaakvol eten, alles zelf bereid. Daar knapt een mens van op.
Precies wat ik al dacht; drie uurtjes werk met alles opruimen, in- en uitladen, top!
's Middags helpen ze mee met de quad en mini-aanhanger om het dode hout naar boven te krijgen om het ons mee te geven. Ook zij stoken voor de fun en gunnen ons de dode boom die helemaal in de auto past, in stukjes uiteraard.
We inventariseren en adviseren nog over een stukje bos met amerikaanse eiken die keurig in rijtjes zijn geplant op een stijle helling. De vorige eigenaars deden dit voor haardhout, het groeit snel en brandt rustig. Van de lente hebben we weer een dagje werk daar.
Thuis willen we de auto nog wel uitruimen, maar we zijn moe en morgen is er weer een dag.
Lekker gewerkt, goed verdiend, een mooie dag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten