maandag 1 augustus 2011

In vogelvlucht



Na het klokje rond geslapen te hebben en hersteld van een hoofdpijn die veroorzaakt werd door in 1 ruk door te rijden naar zuid-frankrijk staat grote broer verfrist op en ontbijt met ons zelfgebakken brood dat hem erg goed lijkt te smaken. Daar zijn wij toch wel trots op; dat iedereen die ons brood proeft het heerlijk vind!

Eerst doen we een rondje terrein en dat start bij de oprit, bij de goot met de bronbak waar de martervacht nog ligt te weken in de amoniak voor een sterkere huidstructuur die de haren beter vasthoud. De mannen zijn de Rode naar de garage aan het brengen, de koppeling is te kapot -klinkt vreemd als ik het zo schrijf- dus zijn we deze alles-kunner weer een volle week kwijt aan een gedeeltelijk kundige garage. Broer en ik struinen rustig over het stalpad naar beneden terwijl hij foto's maakt, filmpjes schiet en zich verwonderd over het authentieke van de streek, ons terrein en het leven dat we hier hebben opgebouwd. Op de gevoelige plaat vastleggen wat hij ziet heeft hij net zo goed -zo niet beter- in de vingers als ik. Zelden sta ik een beetje normaal of redelijk op een foto, maar hij schudt de mooiste plaatjes uit zijn mouw.

Eerst rijden we in de Blauwe naar het kasteeldorpje waar ik als door de wol geverft de landrover door de nauwste en enige straat rijd en aan het einde keer. Broer lacht en filmt mijn stuurkunst, maar voor ons is dit de normaalste zaak van de wereld.

Daarna rijd ik door ons dorp, waar niks te zien valt en zo zjoef ik dus voorbij aan onze thuisbasis. Daarna door naar het stadje waar ik altijd naar de markt ga. Jammer dat hij de zomermarkt mist, want volgende week donderdag staat hij de tango te dansen 3 uur rijden van hier en ik verken waarschijnlijk een spaanse mijn met koplampje op en fototoestel in de hand.

In het stadje is het rustig, erg rustig. We drinken een koffie, het is best fris en bewolkt en ik kijk met een stralende lach naar de porche met Parijs kenteken, waaruit een hippe vent stapt met speedy-zonnebril. Dat beeld past helemaal niet bij het authentieke franse pleintje. We lopen een heel klein rondje en ik wijs hem op het enige winkelstraatje....

Ik doe wel eens mal....


Na de koffie wordt het tijd om Nadine de hand te schudden. Ik heb nog een klein presentje voor haar en om dat even langs te brengen op een zaterdagmiddag is natuurlijk juist leuk als Broer er is. Aldaar geen Nadine, wel 8 meter tuintafels vol met bekertjes, glazen, bestek en borden al dan niet met eten en wat er van over bleef. Een horde spelende kinderen die rivierkreeftjes aan het vangen zijn, schommelen in één van de hangmatten terwijl in een andere een kindje ligt te slapen, nog net zichtbaar door een handje dat onder de deken uitkomt. Niemand lijkt verbaast bij de entree van twee blonde vreemdelingen, haar broer ken ik al van een eerdere ontmoeting en zo zitten we aan de kop van de tafel met een drankje in de hand. Men kletst gewoon door en de familie doet zijn uiterste best wat engels op te diepen wat niet zo best lukt.

Zo'n typische franse aangelegenheid met de hele familie -niemand die er niet is- is ons vreemd, de gastvrijheid ook, het zit gewoon niet in ons volk. Opeens staan de kids achter ons met in iedere hand een rivierkreeftje. Er wordt mee gespeeld en er landen er enkele op een leeg bord met de grassprieten tussen de scharen. Ze worden vakkundig weer meegenomen, want de deserts komen tevoorschijn, gemaakt door diverse familieleden; iedereen neemt wat mee en maakt iets, iedereen blijft slapen, wat ook kan in de oude watermolen, veel kamers en ruimte zat voor een tent voor de kinderen. En er lijkt niets te vieren, gewoon; op de eerste zaterdag van de zomervakantie.

Na veel zwaaien en au revoirs rijden we via een mooi weggetje naar een gehuchtje bovenop het plateau aan de rand van de gorges. Even terrein rijden, de piste af naar 'ons' bospad om te laten zien waar ik het vaak over heb op mijn weblog.

Begin van de winter lag en hing er een els over het pad heen, nog sterk door de net zo dikke hedera-stammen die om de boom heen gekronkeld zijn en alleen doorgang verlenen aan motoren en quads. Na een ruige maar toch voorzichtig gereden afdaling ligt en hangt de boom nog precies zo als van de winter. Hier komt dus werkelijk bijna nooit iemand, dus hebben we een klassieke klus voor de boeg, want ik ga echt niet omrijden, weer helemaal naar boven om de Blauwe teleur te stellen met een extra 20 km asfalt. Broer stel ik ook niet teleur; eerst alletwee een stuk met het opvouwbare handzaagje, onderdeel van de standaard uitrusting in de Blauwe LaRo. Zodra de els op het breekpunt is beland pak ik de lier erbij en gebruik een gamma ..... sjorbandje. Dat knapt eigenlijk gelijk en broer die het staat te bezien schrikt. Fijn dat het niet die 6mm kabel is die brak van de winter tijdens het trekken van dode eiken stammen. Het iets stevigere trekbandje met haak doet het beter en de zware top met hederabomen breekt netjes af. Die slepen we iets verder het pad op zodat ik hem de berm in kan rollen. Pfffff zwaar!

Daarna tijd voor een uitleg over hoe dat nu zit met al dat water. Een riviertje en een erg flinke beek die bij elkaar komen. Een meer dat ook deels rivier is, tunnels in de bergen rondom ons, waarschuwingsborden en daar hoort een zelfportret bij.

Deze is echt met toestemming gepubliceerd, thanks bro!



We eten brood met elkaar, gewoon zoals altijd. En eerlijk is eerlijk; ik ben echt nog niet thuis. Twee extra gasten, hondje extra en een stoffig huis. Ik was gewaarschuwd, maar het valt niet mee. Harry en Lief gaan op tijd naar bed, beide aardig op van de dag. Broer en ik zitten in de stilte op een donker terras en hebben uitzicht op het mooiste dak dat bestaat; een sterrenhemel bij nieuwe maan. De krekels en de uilen met steeds een grote vleermuis die voor je uitzicht fladdert en samen nodigen ze ons uit tot een wandeling. Broer wil eerst iets warms aantrekken, maar ik ben al onderweg en weet dat hij het zo warm heeft als je even gaat lopen.

In de hoop op het zien van oplichtende oogjes van een dier, neemt hij zijn maglight mee. Castel heeft het nog niet door, dus wanen wij ons samen, babbelen, luisteren dan weer even en gaan over op fluisteren terwijl de maglight afwisselend de hellingen beschijnt en het pad voor ons, want 'je nek breken' is hier mogelijk, ow, iets minder erg en toch pijnlijk ook. Hij is onder de indruk van hier en als hij een telefoontje krijgt halverwege de wandeling, krijg ik open en bloot zijn eerste indruk van mijn leven hier, door zijn ogen gezien en ervaren, die me doet blozen en laat glimlachen. Hij heeft een goede luisteraar aan de telefoon en het is voor mij heel bijzonder dat ik getuige mag zijn van wat hij eruit flapt. Wauw. Ik kan het samenvatten als 'authentiek' en dit voelt fijn, en meer dan dat, om te horen.

Voor Broer en Zus is dit ook puur sentiment. We gingen zovele jaren van onze kindertijd met de De Waard tent op vakantie in Frankrijk; dit Frankrijk, met beekjes, rotsen, hagedisjes en altijd die krekels! Later in onze kleine De Waard met de grote ernaast en dan om de twee nachten, soms ook na één; tenten weer inpakken, buizenkastje uit elkaar, luchtbedden leeg, slaapzak opgerolt om verder te trekken door Zuid-Frankrijk. En hier lopen we dan in vakantietijd samen als volwassenen, terwijl we elkaar zelden zien, ik nog nooit in zijn nieuwe huis geweest ben en hij tot op heden hier ook nog nooit geweest is, was.


In vogelvlucht, een mooie vlucht, een korte maar intense vlucht, van twee uitgevlogen jongen. We vliegen nog, we vliegen soms hoog, meestal hard en soms met riskante buitelingen, vallend en stijgend.

We vliegen ...

1 opmerking:

  1. Dat is echt ene bijzondere ervaring die jullie konden delen, mooi...en prachtige foto's inderdaad!

    BeantwoordenVerwijderen