Dus deed ik mijn ding zoals altijd vanmorgen, haal wat vlees en boontjes uit de vriezer voor m'n lief, zet koffie om mee te nemen en zet Marc me in het stadje af. Ik bel aan, wacht altijd even om daarna de enorme ijzeren ovaalvormige deurklopper cq klink om te draaien en loop naar binnen als de deur al open is van één van de oudste pandjes daar. Nu ook, de hal is donker als ik binnenstap, alle tussendeuren dicht, stilte in het ruime trappenhuis. Na wat seconden de geur opsnuiven van dit eeuwenoude pand hoor ik gestommel op de trappen en komt ze de trap af met haar op half 7 en twee flinke pleisters op haar polsen. Even schrikken, maar ik vraag toch even wat ze gedaan heeft. Maar eerst zegt ze de dag af, haar carpale tunnels waren beide voor de zoveelste keer volledig geblokkeerd. Dus heeft de dokter er gisterenavond injecties in gegeven. Ik ken ze, ze zijn venijnig, even, maar de pijn is echt wel even weg na een nacht goed slapen. Dit weet ik, maar zij nog niet. Na 1 koffie en een douche is ze tintelfris; " niks aan de hand, hier, m'n boodschappentas, 20 euro en daar moet je dat even halen, ben er klaar voor als je terugkomt, a tout suite" Ok, daar sta ik dan met in mijn hoofd haar boodschappenlijstje, die slager daar voor 4 plakjes gerookte ham zeer dun gesneden -nog dik naar nederlandse maatstaven van plakjesdikte-, een Baguette siegle bij die bakker, nee die niet, die andere, en bij het kruideniertje nog wat als je wilt.
Dus daar ga ik dan. Met haar boodschappentasje. Ok, en bij binnenkomst is er de kleine doop van het weggeweest zijn en er dan weer inkomen. Het is erg druk in het kleine zaakje, deze slagerij is ouder dan 200 jaar en maken alles nog zelf. Als ik langs de klanten in de vitrine kijk, zie ik dan ook geen Mickey-Mouse Boterhamworst. Geen gebraden gehakt in 5 smaken of strakke blokken paté. Dit is echt heel veel jaren terug in de tijd, een echte slagerij, inclusief de ambiance, de geuren, de gesprekken, geen seconde een stilte en het deurbelletje dat blijft tingelen. 'quatre tranches de jambon fumée très fine svp', vraag ik. En terwijl ze vraagt of het dun genoeg is, bedenk ik de volgende zin wat nou lekker is voor een uit-het-vuistje-picknick. Zoals fransen brood eten, hapje beleg, hap afgescheurd brood. Een stuk saucisse en een paar euro armer sta ik buiten. Op de terugweg zie ik voor het steegje waar ik doorheen moet een bord op de grond staan met de tekst 'slager' en een pijl het steegje in. En zo is de concurrentie hard, want dit bord op de hoek van de steeg is nog geen 5 meter verwijderd van de slager. Het kan nooit meevallen met 5 slagerijen in een klein stadje, dat we in Nederland echt een klein dorp zullen noemen.
Klaar voor vertrek en we rijden een kortere weg naar het einde van de vallei waar een beek gevormd wordt die heel veel kilometers verderop, bij ons, in het meer stroomt. Een stukje van de oorsprong, maar op ruim 1100 m hoogte is het echt hartstikke koud, met een koude wind en dan bij een waterval in een gat gaan zitten eten... Maar lege magen moeten gevuld voor we uren frambozen gaan plukken. De koffie doet haar werk goed, dus het plukken wil wel lukken. Wel zijn anderen ons al voor geweest, maar er hangt weer genoeg voor een kilo of 6.
Tijdens het plukken raken we elkaar steeds kwijt. Zij helemaal daar, ik nog een stuk terug. Het frambozenperspectief is een ergere ruggenbreker dan het bosaardbeienperspectief. Voor die kleine rode vruchtjes moet je geheel door de knieën, voor frambozen moet je door je rug, darn! De opbouwbare emmer die ik meenam vult de bodem nog steeds niet. Maar dan vind ik een helling diep het bos in met grote fluweelzacht maar stevige frambozen. Dus, pluk, pluk, pluk, auw. Meer nog van de kleine doorntjes, de grotere van de bramen die nog even op zich laten wachten op die hoogte en het geprik van brandnetels... Ach, ik heb nu een andere mind-set, dus pluk, pluk, pluk ik door. Ik ruik opeens iets heeeel erg vies, nee, geen kadaver, stront. Echt gewoon vieze mensachtige poep, heel vers, maar waar dan???? Ik gluur en tuur en pluk, pluk, pluk. Zodra ik een voet verzet om een andere struik aan te doen, moet ik die ene voet uit een smurrie trekken. Gatver, bah, getsie, nee, verse vijg.. Een vijg ja, maar niet van een koe, die kunnen niet zo stinken, die hebben een ander dieet. Ik vraag me af van welk beest dit zou kunnen zijn en pluk verder terwijl ik walging moet slikken en iets zaligs aan het plukken ben. Plots hoor ik aardig dichtbij een wild zwijn knorren, ehm, schreeuwen? Roepen misschien? Ik weet niet wat wilde zwijnen doen, fluiten in ieder geval niet. Ben ik soms in de vijg van dat grommende beest gestapt?? Ik ben even op mijn hoede, misschien heb ik in een vijandig geurtje geroerd.... Oeps.
Ik kijk misnoegd in mijn knalgele emmer, bodem is niet meer te zien, maar wat een armoei na zoveel uren en moeite. Van mijn rug nog maar niet te spreken. Allemaal beestjes, 2mm kleine lancetvormige zwarte kevertjes, hele fijne aaltjes in 3 kleuren, vliegjes, een slakje, hier kan ik toch geen jam van maken? Maar ze smaken zooo zoet, zoo frambozerig. Ach ja, fransen eten alles, laat ik het daar maar op houden. Vier flinke jampotten krijg ik ermee vol, toch netjes en weer eens wat anders.
Na yoga stuurt Nadine me in haar bus naar huis. "Neem maar mee zolang die van jullie in de garage staat." Ach ja, de Rode zijn we weer 2 weken kwijt aan een reparatie. Hij is eigenlijk al een tijdje 'total-loss', maar vervanging is onvindbaar en -betaalbaar. En ook dit tijdelijk probleem lost zichzelf dan weer op, zoals allen, geeft de burger weer moed.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten