zondag 1 februari 2015

Vroeger was alles beter.


Tot begin 20e eeuw lag er op een meest onmogelijke plek aan de oever van de rivier een lepra kolonie. Er was een smalle brug naar de overkant van de door gletsjers uitgesleten kloof. Een kronkelig steil pad dat over de rotsen liep, misschien voor een ezel te doen, verbond de kolonie met de bewoonde wereld die bestond uit een dorp met een kerk, kasteel -reeds een ruïne-, wat huizen en een school. Daar waar twee bescheiden bergrivieren samen komen, vol forel en zoetwaterkreeftjes, vond het leven plaats. Een rijk leven, zo dicht bij het schone water aan de zuidkant van de steile hellingen, beschermd tegen de extremen van de elementen. De paar wijnboerderijen, centraal gelegen op de domeinen, waren net zo zelfvoorzienend als de boeren, maar in het voordeel door de vele bergstroompjes, het regen- en smeltwater wat net ondergronds de wortels van de wijnranken voedde. De hellingen deels bebost met eiken, essen en tamme kastanjes, om te stoken en als voedsel. Van tamme kastanjes kun je brood maken, likeur, je kunt ze poffen, inmaken en het is goed voedsel voor varkens, worden ze lekker dik van. Ook is kastanjehout onbehandeld zeer geschikt als bouwmateriaal. Balken en planken.pennen voor de dakstenen. Het essenhout voor ossentuig en stelen voor allerhande gereedschappen.
De arme grond was voor de paar rijken uit de omgeving het summum, zij bezaten de vele hectaren en verbouwden druiven voor de wijn. Nu nog kun je 's winters de vele terrassen zien, gemaakt met droog gestapelde stenen muren waar destijds de wijnranken de mensen van het lokale kostelijke vocht voorzagen.
De armen waren de boeren, met hun versnipperde stukjes land op de plateaus. De kleine dorpjes waren gesloten gemeenschappen en een gezin stichten deed je bij voorkeur met iemand uit eigen dorp. Anders zag je je familie, zeker de vrouwen, alleen op de veemarkt in de stad. Een stad die nu nog maar 900 inwoners telt. Toen iets van 3 keer zoveel. 
De eerste wereldoorlog bracht ook de eerste grote demografische verandering in eeuwen. De jonge mannen moesten naar het front, de boeren kregen het nog zwaarder, het dorp aan de twee rivieren liep spreekwoordelijk leeg. Na de oorlog had het weinig zin terug te keren, als men het overleefd had tenminste. Er was vooruitgang, elektriciteit werd beschikbaar en de Fransen waren er vroeg bij de bergrivieren te gebruiken om elektriciteit op te wekken. De lepra kolonie was inmiddels gesloten, of doodgebloed, wie zal het zeggen. Vergeten waren ze al, weggestopt achter een hoge bergkam. De brug door gebrek aan onderhoud, geen mensen meer, ingestort, de delen weggespoeld met het smeltwater, de stenen geërodeerd. 
De overheid besloot een stuwmerencomplex aan te leggen. Het reeds leeg gelopen dorp werd ontruimd en ontmanteld. Getuige nog wat zware keurig vierkante blokken wit graniet begroeid met mos, verspreid over een flink gebied waaruit je op kunt maken hoe groot het dorp moet zijn geweest.

Hier eindigt het openbare bospad waar wij aan wonen, aangelegd een slordige 30 jaar na de tweede wereldoorlog. De oude paden van toen waren net breed genoeg voor een ossenkar. Paarden waren enkel voor de rijken en zo rijk waren de paar wijnboeren in de kloof ook niet. Met 10 mensen leefden ze in het nu als klein versleten cottage waar wij met z'n tweeën vaak nog ruimtegebrek lijden. Na de tweede oorlog ging er meer mis dan het gebrek aan jonge mensen die het boeren als enige manier van leven konden handhaven.
Er brak een ziekte uit in de wijnranken. Een alles vernietigende ziekte die alle soorten druiven aantastte, doodde en voor leegstand zorgde. Ruim 50 jaar bleef deze ziekte in de grond en zorgde ervoor dat de regio nog verder buitengesloten werd van de vooruitgang die de rest van Frankrijk op deed klimmen.
(Tijdens de tweede wereldoorlog was er hier weinig te merken van de ellende die oorlogen nu eenmaal meebrengen voor het volk. De Vichy regering was hier de oorzaak van, ook het geluk ondanks de jonge mannen die eigenwijs genoeg waren wel te gaan vechten voor hun land. De voedselschaarste in Parijs en andere grote steden bestond hier niet. In tegendeel; men zond kastanjes, als meel, naar Parijs. Het voorheen armenvoedsel werd duur en duurder. Nu kost 1 kilo kastanjemeel een euro of 8!)
De relatief rijke wijnboeren vertrokken, want de grond is te arm voor landbouw, het terrein te rotsig en te stijl voor een door een os getrokken ploeg. De domeinen werden vergeten, vervielen tot ruïne, een geitenboer hield stand. Werd later versleten voor een eenzame gek die het tot in de 90-er jaren volhield zonder telefoon, elektriciteit of andere voorzieningen. Robert was de enige buur van Christian, de heler en ex-bajesklant die ons huis begin 70-er jaren kocht als vakantiehuis. 
Robert, l'homme sauvage
Christian maakte een bezinkput voor de bron, kanaliseerde deze, liet een pad maken naar het reservoir van 2000 liter (een rechtopstaand stuk betonnen rioolbuis). Regelde met de Franse slag telefoon en zorgde voor elektriciteit waar Robert dan ook wat aan had. Het hoofdhuis was voor de helft ingestort, de traditionele schouw was verdwenen en werd vervangen door een schouw van stenen die gejat zijn van een ruïne dichtbij huis. Een keukentje met eco-dak werd aangebouwd en verder werd het zo goed en kwaad als hij kon opgeknapt.
Nu, het heden ten dage, staan de paar huizen die niet zijn opgegeten door de natuur, er doorgaans verlaten en of volledig geruïneerd bij. Het onze als enige uitzondering. De optrekjes zijn allemaal functioneel tot op het kleinste steentje aan toe. Ieder domein was zelfvoorzienend, in alles. De broodoven, de secadou (een speciaal drooghuisje voor kastanjes), de stal, de schuur, een klein woongedeelte met 2 kamers, de woonkeuken inclusief, een varkenskot, een kippenhok en de bronnen. Het was toen ruim, comfortabel en genoeg voor 10 man.
Vanuit de overtuiging dat wij mensen niet zo veel nodig hebben dan menigeen denkt, hebben wij in 2008 vrijheid gekocht. Het leek duurkoop en men zei nog dat we ons bekocht zouden moeten voelen gezien de berg stenen, de locatie en het gebrek aan comfort 'au norme' 21e eeuw. Gestart zonder CV, zonder warm water, zonder isolatie, zonder dieren of moestuin, maar met de ruimte en de tijd, 4 rechterhanden en gezonde lijven. Maar we hebben genoeg. Het comfort zit hem in die bron waarover we -notarieel vastgelegd, vruchtgebruik hebben. In het bos dat ons warmte, beschutting en timmerhout verschaft, eten voor de ezels en de varkens. Zeer comfortabel om geen ingewikkelde thermostaat te hebben,maar een breed lint dat boven een radiator in de kamer hangt en beweegt zolang er nog hout in de 60 jaar oude ketel brandt. Als het stopt met zwieren moeten er wat blokken bij. Enkele ramen met luxe dubbelglas, dat scheelt wel een paar kub hakken per jaar. En verder? Geen gekke moderne toestanden die hoofdbrekens kosten als het stuk gaat in verband met elektronica of onderhoudscontracten met firma's die ook failliet kunnen gaan.
Vroeger was alles beter? ....
Hier wel. En daar borduren we graag op voort en voegen toe wat voor ons 'au norme' is.

3 opmerkingen:

  1. Met respect gelezen.
    Bewonderende groet,

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ging zojuist weer even lopen over de onzichtbare brug.
    En zag dat M&M de verbinding met de authentieke waarden hebben opgepikt.
    De transformatie in volle vaart.
    Dank.

    Naam van deze 'Anoniem' bekend bij de redactie ;-)

    BeantwoordenVerwijderen