de twee wachters |
Zen klimt omhoog om met kip kennis te maken |
De modder op het terrein valt dit jaar mee. Dit door de goot die we geplaatst hebben halverwege de oprit. Tijdens de moesson wordt de opwaartse druk van het bronnetje ook hoger en de overloop kan het niet aan. Voorheen spuugde de opening boven de 1e stenen bak op de oprit het water over de rand, een stroompje op de oprit dat een modderpoel veroorzaakte.
Nat of niet; Zen is waar leven is. Als het zo heel de dag wat doorzeikt buiten laten we de boel open om door te waaien, met als gevolg ook binnen die luchtvochtigheid, maar dan is het 's avonds gezellig een vuur in de schouw. Hij doet zijn ding. Klimt bomen of de rotsmuur van het huis. Verkent zijn nieuwe wereld op zijn eigen tempo. Kip keek aandachtig toe hoe dit kleine katje zich een verticale weg omhoog baant. Een keer uithalen naar de kleine pluis was de enige les die Zen nodig had om op kitten-wijze diezelfde muur weer af te dalen. Ook zijn eerste confrontatie met een uit de kluiten gewassen hazelworm is achter de rug.
ze ontstaan hier vanzelf; die typische plaatjes |
Veel regen, als de zon door de wolken weet te breken voelt het tropisch aan. De luchtvochtigheid is enorm hoog, dat maakt benauwd. Al het jonge blad kan veel, heel veel water bevatten, de plakken mos hangen zwaar aan muurtjes en rotsen, de takken van de mooie esdoorn hangen zwaar door om het blad te torsen. Daglicht komt zwaar gefilterd de gorges binnen. De zon heeft weinig kracht als hij nog niet zo hoog geklommen is om de diepte te raken. Het maakt de kleuren extreem, ik zie het letterlijk terug op de foto's.
Door die paar zonnestralen tussendoor ontstaat er veel warmte die niet meegenomen kan worden door de wind, zelfs die bereikt het meer nauwelijks. Hierdoor ontstaan de nevelen die soms op het water rusten, als een dun rookgordijn zie ik ze ontstaan als ik er even de tijd voor neem om naar beneden te wandelen.
Het is er moeilijk weggaan. Als de turbines op halve kracht draaien stroomt het water rustig, zonder golfjes te maken. Het klotst wat tegen een van de dode bomen die de stromen al ruim 75 jaar trotseren. De mist zweeft als een stille deken boven het water. De oevers missen de biodiversiteit, die start waar het maximale niveau van het stuwmeer bepaald is door de hoogte van de dam een ruime 38 kilometer verderop. Het is tijdens de moesson vaak een somber oord om te zijn. Stil wordt je er wel van.
Als ik in het water kijk of de diepte van de nevelen probeer te grijpen, vervalt elk denken en doen. Af en toe deze leegte ervaren is bijna een basisbehoefte geworden.
vanaf het huis gezien |
halverwege het pad naar het meer |
aan het meer een andere wereld |
voor ons zijn ze een ruilmiddel |
Creche voor Escargots, op een dieet van kruiden |
De moesson hier in de kloof, aan de voet van het Centraal Massief, kent zo zijn eigen micro-klimaat. De uitbundige overdaad, die biodiversiteit, blijft verwonderen. De temperatuur is haast zwoel, de geur nog licht, volgende week de bloeiende acacia's erbij, bedwelmend en benauwd. Door al dat water lijken de bestuivende insekten ook een invasie te plegen op alles dat eetbaar is. Het gonst namelijk overal, ook van de vliegjes, diverse soorten. Met de dampende paden en de nevelen die lijken te plakken maar toch bewegen, blijft het lijken op de tropen.
Het slakken rapen is toegevoegd aan de dagelijkse routine. Weer of geen weer, het rondje rond het huis en in de moestuin is een must. Doe ik dit niet, dan zie ik mijn net ontkiemde broccoli nooit meer. Die grote slijmerige slok-op's, met en zonder huis, kunnen in 1 nacht erg veel vreten. De pluksla was al laat en alleen de minst favoriete slasoorten staan er nog fier bij door al die nattigheid, de rest is op en dit ondanks de slakkenkorrels.
Het is nu verboden escargots te rapen, hun paartijd is begonnen. Maar eerlijk gezegd; het zijn zij die te eten hebben of ik. Ze hebben plek zat, elders niet tussen mijn kruiden en groenten. Alle soorten en maten rapen we, meestal op de gemaaide stukjes, maar helaas moet ik de baby-naaktslakken van de kleine aardappelplantjes plukken. We sorteren ze naast de slakken-creche. Een torentje gebouwd van een autoband, wasmachinetrommel en teiltje dat een steen moet hebben, escargots drukken met gemak het teiltje van de trommel. We voeden ze met verse kruiden en ander jong fris groen. Net als de ezels houden ze niet van munt, ik ontzie ze tijdens hun laatste levensweken. De grote, vanaf 3 cm, gaan de trommel in. De rest in een emmertje naast het brood en de groenteresten voor de varkens. Die zijn verzot op slakken.
We verzamelen er ruim 350. De dakdekker krijgt ze als betaling voor spijkers en zwart papier dat we uit zijn voorraad mogen halen wanneer we willen. Een memo extra op zijn prikker, administratie is niet zijn sterkste kant. Voor de laatste 100 moeten we op pad. Het openbare bospad ter hoogte van het asfalt. Veelal laag gelegen met in beide bermen een keur aan lekker spul om naar binnen te slurpen. Ontwijken gaat niet als je er je auto overheen stuurt. Dit voorrecht krijgen slangen, vuursalamanders en padden wel. De laatste soort signaleren we tijdens de nattigheid ook weer op het terras. De pad woont hier al langer als ik, 'k zou hem eens een naam moeten geven. Zijn partner huist onder de douche-ton, ook lekker nat en koel met een bellevue.
het ontluiken gaat door |
De moesson, mag duren tot een eindje in mei. Daarna is de grond zwaar verzadigd en moet de zon het over gaan nemen.
Voor ons een vast gegeven dat de voegen in huis donker kleuren door gebrek aan drainage. Dat we 's avonds een vuur stoken in de hoop dat de gaatjes op de strooibussen van het zout weer open gaan. Van droge handdoeken in de badkamer beneden is geen sprake en ook de was neemt 4 dagen om te drogen. Natte sokken en natuurlijk doorweekte werkschoenen, alles went.
Hier is het vooral droog en winderig.
BeantwoordenVerwijderenNaar de warmte van de zon kijk ik uit.
Slakken heb ik nauwelijks in mijn tuin.
De ophoging van de straten en de verandering van de plantsoenen hebben de slakken laten verdwijnen.
Vriendelijke groet,