zondag 27 november 2011

Bijbabbelen.

De timmerman belde donderdagavond dat hij deze vrijdag om 9 uur bij ons zou zijn.
Wij verwachtten niets, beter van niet gezien de bekende verhalen van de fransen die niet op komen dagen, je uren, dagen, weken en maanden laten wachten en de teleurstelling dat je je plannen moet opschorten.Maar hij staat er met een jonge man en ze gaan gelijk aan de slag. In nog geen drie uur zijn ze ook weer vertrokken, wilde geen koffie tussendoor en zonder blikken of blozen zetten ze ff twee nieuwe ramen in de grove stenen muren en ruimen nog op ook met een vegertje en blikje, zo klein dat ze er misplaatst uitzien in de grote werkhanden. Ze zijn zeer vriendelijk, kunnen ook lachen en de sfeer is ronduit tof te noemen. Ze zijn dan ook niet bij typische buitenlanders, dat zijn wij wel, maar het huis, de inrichting, de magazines en de krant op tafel, de snuisterijen zo hier en daar zijn 100% frans, alsof hen dat gerust stelt. Van buitenaf ziet het eruit of het altijd al zo was. Binnen is het andere koek, zo licht en net even te strak als je al 3 jaar tegen donker houten sponningen aankijkt. Het lijkt op kunststof, toch is het strak geverft hout.
We zijn er erg blij mee, het effect is direkt; geen tocht en stiller. Nu moet Castel maar leren 's winters harder te blaffen....

's Middags zeul ik alle kerstspullen naar boven en maak een werk-opstelling in de schuur. Voor volgende week, want dan gaat het echte werk pas beginnen. Ik mag een schap en een tafel vullen bij de RAGT, een tuincentrum annex boerenwinkel. Twee dagen erna de kerstmarkt in de stad. Die week erop de 2e kerstmarkt en als ik wil op de gewone markt. Dit hangt alles af van het weer, maar toch worden dit weer heel veel kerststukken, kransen en guirlandes....

De Wandeling
We verzamelen in de gemeentezaal die in deze enige rijke gemeente er spik en span uit ziet. Lichte platen aan het plafond stralen een enorme hitte uit, unieke wijze van verwarmen en een beetje vreemd modern in de context.
De avondwandeling is een initiatief van de wandelclub, maar niet alle mensen die meedoen zijn daar lid van. Het is het typische verenigingsleven waar wij alle twee niet zoveel mee op hebben. Toch staan we daar; Marc observeert de beginnende bedrijvigheid van liefdewerk-oud papier, ik voel me net een antropologe en herken mezelf erin. Iedereen die binnenkomt blijft staan praten en schiet van de één naar de ander voor een begroeting en een praatje. Uiteraard maar toch tegen mijn verwachting in zie ik bekende gezichten, lieve mensen die ons een warm welkom heten dat we er ook zijn.
Een boom van een kerel met een rond zacht gezicht en iets afhangende ogen staat te drentelen om met ons een gesprekje aan te gaan. Zwart dunnend haar, grote handen die spelen met muts en wanten en een houding waar geen kwaad in zit, maar wel ontwikkeld; Meneer Pastoor. Gelijk moet ik denken aan 'Dagboek van een herdershond', een televisie-serie die ik prachtig vond. "Of we de kerk kennen"? Ja, ik ben daar vaak even naar binnen gelopen voor de sfeer. Ik ben alles behalve katholiek, ik kan het hem niet uitleggen, de taal de taal. Onder de hoede van deze man gaan we na een half uurtje wachten op al die binnen druppelende winters gekleede mensen de duisternis in nadat we geteld zijn, als schaapjes, zodat we niemand kwijt raken.
Natuurlijk heeft iedereen wel een lampje bij zich, zak- of koplampje in alle kleuren en soorten.
Naast de feestzaal begint de duisternis direct, lopen we één voor één de veesluis door en staan gelijk in een pikkedonker bos. 48 Wandelaars, achtenveertig is veel voor deze jaarlijkse wandeling. Vorig jaar bleek het een fiasco, toen lag er ijzel, sneeuw en regende het vieze natte vlokken, nu is het kraak helder, vriest het licht en is het nieuwe maan zodat de sterren nog indrukwekkender zijn. Maar geen moment om naar de melkweg te turen, want het pad is vol stenen en verborgen boomwortels door het gevallen blad. Geroezemoes en stiltes, zwenkende lampjes en een lach zo nu en dan, de stoet is lang, het pad breed genoeg voor 1 persoon tegelijk. We kijken steeds even achterom en zien alleen al die verschillende lampjes bewegend door een donker bos, sprookjesachtig. Langs het riviertje dat ruisend door een stenige bedding stroomt wandelen we omhoog het dal uit. Wij zijn al heel snel het spoor bijster, we kunnen ons echt niet oriënteren. Lief en ik halen herinneringen op aan de droppings die we hebben beleeft tijdens onze jeugd en af en toe haak ik even aan bij een yoga vriendin.
De tijd gaat snel, het is zo onwerkelijk om temidden van een groep fransen in het donker een wandeling te maken. Als we ons afsluiten en het geroezemoes tot ons door laten dringen, is het een onverstaanbaar gebrabbel met de wetenschap dat we elkaar prima begrijpen als we één op één met iemand praten. De stilte is er ook en als we langs een huis of boerderij lopen, waarvan de luiken gesloten zijn en het er stil is, is de tijd verdwenen. Het had net zo goed een middeleeuwse wandeling kunnen zijn, of na spertijd tijdens de oorlog, of een andere tijd. Het blijft 2011 met die moderne koplampen met LED-licht.
De laatste paar honderd meter is door het dorpspark dat modern verlicht is met enorm sterke lampen in het gazon ingebed. Alles is altijd spik en span hier, gazons, perken, bomen, altijd alles tip top onderhouden, schoon, gesnoeid en blad geruimd. Als bewoner heb je er niet zoveel aan, zijn je buren ook de buren zonder dat keurige onderhoud, maar het straalt er vanaf dat er geld te over is en een schril contrast vormt met ons eigen dorp en de zovele in deze regio.
De zaal is bij terugkomst opgewarmd als een beginners sauna, de jassen gaan uit en weer neemt niemand plaats. Het is tegen 9 uur als we een kir krijgen in een plastic bekertje en hapjes zoals kaasstengeltjes en farcous. (gefrituurde bladgroente koekjes) Ik dacht nog aan worst en truffade, maar nee ;kaassoep, wat we er ons ook bij voor mogen stellen.
Over negenen gaan we aan tafel die in een lange U staan, tegen het podium aan. Kaassoep.... Ugh!!!!! We bekijken de inhoud van de schalen en trekken, hopelijk zo onzichtbaar mogelijk, onze neuzen op. Het geurt niet naar een smaakvolle hap en zo ziet het er ook niet uit. Plakken (oud?) gebakken of gegrild brood in een grijzig sap (bouillon) met iets dat lijkt op kaas (-slierten) zien eruit als varkensvoer, meer kunnen we er niet van maken. Zodra iedereen opschept en de lepels ter hand neemt wagen wij ook de gok. Iets kartonnerig, muf. Ik voel me een varkentje. We eten het op, maar de 2e opschepronde laten we aan ons voorbij gaan. De dame naast me is heel lief, ik ken haar van het centrum, maar druk en met gesticuleerde gebaren en een harde stem vraagt ze ons of het lekker is. Nee, we geven eerlijk antwoord, het is niet echt lekker. Vies is anders hoor, maar nee. Gezien het bestek weten we dat er meer komt, dus de ergste honger wordt wel gestild. Om half 10 's avonds pas wat te eten krijgen is frans, heel frans.
Helaas voor Lief is de 2e gang een dikke plak paté gemaakt door de slagersvrouw, lid van de club en prominent aanwezig als een boom van een ..... vrouw. Ze is compact en een zéér grof gebouwde dame met een flinke lengte wat haar een reus maakt met een gen teveel of te weinig. Maar uiterst beminnelijk met een brede lach en een vriendelijkheid waar we met z'n allen wat van kunnen leren. Wel echt een slagersvrouw. Nu wil het feit dat Marc absoluut geen paté eet en dat mini-augurkje ernaast al helemaal niet. Dus snoept hij brood en ik steel steeds een stuk van de grove kwalitatief hoogstaande paté, och wat is dat lekker!!
Het stukje kaas gaat er goed in om daarna verrast te worden met een desert-keuze op grote schalen. Witte chocolade flikken, marmercake, appel- en kokostaarten, het kan niet op. Marc haalt zijn schade in en daarna ook nog eens fruit en koffie.
Die koffie is grappig; de kleinste plastic bekertjes ooit gezien worden gevuld met water uit een waterkoker. Een paar minuten daarna komen de staafjes oploskoffie, staafjes koffiemelk en staafjes suiker in felle kinderkleurtjes. Maar dit alles met veel liefde en plezier uitgedeeld.
We hebben weer flink bij gebabbeld met iedereen, nieuwe mensen leren kennen en genoten van die ongedwongen groepssfeer die we beide in Nederland nooit hebben gekend.
Uiteraard is het om elf uur echt afgelopen en rijden we door het zwarte gat naar huis.
Volgend jaar weer in de hoop dat die kaassoep vervangen wordt door mensen eten.

Lief ziet het even niet meer zitten. Handen te weinig, vaklui die geen tijd hebben, de twee belangrijkste daken open en niet klaar voor regen en sneeuw. Een berg lauze-stenen die allemaal gehakt en op maat gesorteerd moeten worden, de kou 's ochtends die je vingers ongevoelig maken, de platen die in de weg liggen, maar nergens anders kunnen liggen, vrouw-lief die komende maand veel ander werk heeft, het is teveel. Ik kan hem niet geruststellen, niet helpen of troosten. Het is gewoon teveel.

We willen friet&film op zaterdagavond, maar eerst moet het frituurvet vervangen worden. Als we dit buiten op de composthoop of in het bos dumpen, doet Castel er alles aan om het op te slobberen. Al moet ze kastanjebollen erbij opvreten of de zanderige grond en rottende plantenresten. Dat willen we voorkomen, maar hoe?
"We doen het verbranden in de schouw" zegt lief. Cursus 'Hoe steek je je huis in brand'.
Eerst in een doosje, maar dat lekt door de kieren. Door de warmte van het vuur wordt het als water, dus lekt het zo over de rand de kamer in. Als dit in de fik vliegt weet ik hoe ik super-plavuizen aan het branden moet krijgen..... We staan erbij en kijken naar het druipende oude frituurvet, mij een gruwel, dus pak ik die hele friteuse en giet de rest alsnog op de stookplaats op het achterterras. Bah!! Vieze zoot. De doos met vet en alle keukenpapiertjes gaan wel op het vuur, we hebben het er uren warm van.
Friet&Film gaan er goed in, dat moet zo af en toe. Maar de zorgen om al het werk blijft, lastig en om hopeloos van te worden.

3 opmerkingen:

  1. Ik zie die boom van een kerel 'de pastoor' staan:-) Misschien kan je een mooi stuk voor z'n kerk maken? Alle pub is meegenomen toch ?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Laat dat nu ook mijn 2e gedachte zijn na 'dagboek van een herdershond' ...... Een krans voor aan de stokoude bewerkte kerkdeuren....

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Reactie van H;
    Jammer dat die soep niet lekker was. Normaal gesproken is het een lekkere Franse uien soep die intrekt in oud brood waar tussen die laagjes Entre Deux kaas zit. Echt winter voer, ligt als een baksteen op de maag maar ik vind het zalig, maar ja, als kind maakte ik al kattebrood door stukken brood in mijn soep te gooien!

    Klopt H, maar franse uiensoep is inderdaad zalig! Dit was dus echte franse kaassoep; mij niet meer gezien!

    BeantwoordenVerwijderen