dinsdag 24 januari 2012

Haantje

Vanochtend was ik er als eerste uit, ik heb iets minder slaap nodig. De lucht is bleek blauw, de zon moet nog opklimmen tot voorbij de randen van de kloof. Zoals altijd laat ik de kippen eruit en geef ze wat voer en breng Castel haar ontbijt met een knuffel.
Marc gaat lauzes hakken en ik probeer vuur te maken in de schouw wat niet meevalt met niet droog hout. Na een uurtje rommel ruimen wil ik even bij Marc gaan kijken buiten, de gorges bewonderen, de frisse geur opsnuiven in het bos en mezelf een extra thuis-gevoel geven.
De kippetjes scharrelen voor de schuur rond de haan die het pad blokkeren naar de zijkant van het huis waar Marc stenen zit te hakken met een muts op, dik vest aan en handschoenen. De haan is het niet eens met een nieuw kippetje. Hij valt haar aan alsof het een andere haan is, een lelijke zwakke misvormde haankip op twee enorme poten met armen als vleugels die er losjes bij bungelen.
Wat ik bedoel te zeggen is dat meneer Haan mij aanvalt alsof zijn leven en dat van zijn toom -bestaande uit twee kipjes- ervan afhangt. Hij pikt me in de benen en of ik hem nu diverse schoppen geef met de ronde punt van mijn slippers of niet, Haan blijft me aanvallen en probeert me het huis in te jagen. Ik moet hem letterlijk van me aftrappen. Dus Haan is even vergeten dat de orde hier bestaat uit twee mensen, een vrouwtje en een mannetje, wat katten die hem negeren en een hond...
Ik moet me inhouden die Haan niet te vangen om z'n kop eraf te hakken. Gesteriliseerd is hij al, dus via hem geen kuikens voor meer kippen en eieren. Een verse hanensoep zou er eigenlijk wel ingaan, maar ik krijg hem niet te pakken.
Marc kijkt vanaf zijn hakstoel geamuseerd toe.
Ergens komende maanden maak ik soep, dat staat vast!

Eind van de middag na het verzagen van een enorme dode beuk die vervaarlijk aan de overkant van het ravijn een net zo grote linde probeert scheef te zetten, stuur ik Marc onder de douche, want die zit tot achter de oren onder de aarde en het zaagsel, en ga ik de CV-ketel schoon maken om hem daarna aan te steken. De schuurdeuren zet ik open en de kruiwagen plaats ik er dan voor om alle as er zo in te kunnen schuiven. Meneer de Haan is het nog steeds niet eens met mijn aanwezigheid en terwijl ik met mijn rug naar de deuren bij de ketel bezig ben vliegt hij me weer aan en pikt drie keer in mijn kuiten waar dus nu drie bloedende gaatjes zitten. SOEPHAAN!, en razend van de schrik ga ik hem achterna en zoek wat om naar zijn kop te gooien. Geen handgroote steen als je hem nodig hebt. Geen spa of schop als je hem nodig hebt, geen machete, sikkel of bijltje als je ze nodig hebt, dus krijgt hij wat flinke schoppen, ik nog twee gaatjes in mijn kuiten en uiteindelijk weet ik een veel te lange bamboe stok te grijpen om hem het stalpad op te jagen. SOEPHAAN!!!!


Geen opmerkingen:

Een reactie posten