zondag 18 december 2011

Marktdag 2

Van de week had ik een nachtmerrie. Een zware droom die dagen lang in mijn hoofd rond bleef spoken.
Het betrof de RAGT, een winkel voor boeren alias klein tuincentrum waar ik een grote tafel op mocht maken met wat kerstdecoraties die daar ook gekocht konden worden. De baas, met wie ik de afspraak maakte en heel enthousiast was dat ik wat mooie natuurlijke stukken bij hem neer wilde zetten, had eens twee weken vakantie.
Zo'n 10 dagen geleden bracht ik een volle auto. Een nieuw meisje met een bodywarmer met het bedrijfslogo ving me op en kon haar ogen niet geloven. Een ander personeelslid haalt een lange tafel op wieltjes die even tegen het rek met zaden aan geplant wordt zodat ik mijn gang kan gaan. Het meisje staat verwonderd te kijken hoe ik eerst een spierwit laken op de tafel leg en gaat bont gekleurd kerst pakpapier halen, wat ik weiger, want die stukjes vallen volledig weg op zo'n drukke achtergrond. met de armen over elkaar staat ze wat mees muilend te kijken naar het natuurlijke spul. Ik negeer haar, maar ik voel me dan al te kijk gezet, erger nog.
Zorgvuldig schrijf ik in een schrift op welke stukken er staan en voor welke prijs. Ik laat een stapel bestelformulieren achter en schrijf een mooi kaartje 'A La Commande' en zet dat goed in het zicht op de tafel. Een collega en zij komen kijken als ik een seintje geef dat ik klaar ben met de tafel, ze lezen het strookje dat meegegeven dient te worden bij aanschaf van een decoratie waarop staat dat de stukjes regelmatig water nodig hebben, ik de stukken volgend jaar kan renoveren en dat men de kaarsen en lampjes uit moet doen zodra men de kamer verlaat. Er wordt letterlijk smalend om gelachen. Het dringt niet tot me door dat ze niet weten dat er oase onder al dat mos en die takjes schuilt. Zeiknat zijn de stukken, zwaar dus ook.
Stoicijns verlaat ik de snikhete winkel. Ik moet dus na het weekend gelijk terug om water te geven.
Dan volgt de nachtmerrie waarin ik me nog erger voor gek gezet voel, de spot er dik bovenop ligt, er veel decoraties stuk gaan en men mijn geleende bus kwijt maakt, steelt of op laat lossen in de droom. Paniek, angst, afwijzing, het hele scala van negatieve emoties in één droom die me nogal raakt.
Op de kerstmarkt vorige week zondag komt de baas van de RAGT toevallig langs de wat lege kraampjes lopen. Hij bewondert de stukken die daar staan en ik vraag hem of hij de tafel gezien heeft die er in zijn winkel staat. Nee dus, want hij heeft vakantie. Hij wist wel dat de tafel verplaatst was, er moest ruimte gemaakt worden voor de orchideën. Pats, dat hakt erin, mijn stukken verplaatst voor die altijd weer verkochte orchideën in hun glimmende niet passende cellofaantjes.Verplaatsen.... oeps, dat zal niet makkelijk geweest, want je moet wel een beetje weten van hoe en wat. Het meisje leek teveel uit de klei getrokken om daar energie in te steken, dus houd ik na die zielige zondag mijn hart vast.
Na het weekend, afgelopen maandag, rijd ik weer terug naar die winkel met het voornemen om van leer te trekken, zonodig in het nederlands en de stukken er gewoon weer weg te halen om ze op te lappen en koel en nat weg te zetten voor gisteren, de 2e kerstmarkt in eigen dorp.
Ze zijn op een trapachtige constructie gezet, smalle richeltjes met te weinig ruimte voor de uitstekende takjes en natuurlijk is dat geval beplakt met schreeuwerig kerst pakpapier. De stukken staan kurkdroog te zijn, wel pal voor de ingang, maar dan nog. De bestelformulieren moet ik zoeken, die staan onder een mandje dat ik opgemaakt heb, het kaartje met 'op bestelling' is foetsie, evenals het laken. De strookjes zijn ook weggemoffeld. Een oude gediende van de winkel leent me een gieter en ik probeer wat te redderen. Het is net niet genoeg 'nachtmerrie' om ze met een stuurs gezicht daar gelijk weg te halen. De baas is er niet, nog op vakantie waarschijnlijk. De lange prachtige natuurlijke tafelloper met de enige drie sjieke gouden dinerkaarsen is ook al erg droog. Eén van de kaarsen is waarschijnlijk gevallen, gebroken en weer provisorisch opgelapt, maar mijn oog ziet dit gelijk. Geirriteerd dat ze dit niet even gewoon melden zodat ik ze had kunnen vervangen door gewone kaarsen, probeer ik mijn ogen ervan los te scheuren. "Water geven en wegwezen" denk ik, en dat is wat ik doe.
De rest van de week wind ik me erover op, stelletje knurften. Ook de droom doet er een schepje bovenop.
Ik besluit wel de ochtend voor de kerstmarkt de deco's weg te halen bij de RAGT, verkocht is er daar al die dagen niet één, ze maken ze stuk en zeggen niks, dat laken is kwijt en misschien kan ik er nog wat van verkopen op de markt.
Zaterdagochtend ga ik op tijd weg, ik moet eerst boodschappen halen, want de markt heb ik gelaten voor wat hij altijd is donderdagochtend. Op de terugweg rijd ik de auto gelijk voor de ingang, zet de laadklep open en loop met lege dozen de RAGT in. Alleen de baas is er, lieve man, gewoon, vriendelijk en iets wijzer als het hele zootje dat voor hem werkt. -Ja, helaas, even iets minder respectvol als ik normaal doe & schrijf. Het is de ervaring.- Hij kijkt zeer verbaasd dat ik de spullen in dozen laad en vraagt me of ik alles weghaal. Ik leg hem zo vriendelijk mogelijk uit dat zijn personeel de stukken twee maal verplaatst heeft, er diverse 'kapot' gemaakt zijn en dat er niets over gezegd is, dat ze de kaars niet vergoeden en de papieren onvindbaar maken die erbij horen. Ik zie hem zich ter plekke rot voelen, zich schamen zelfs, maar hij kan er weinig aan doen en die man wil ook wel eens vakantie. We praten wel even rustig over hoe dat nou kan; geen verkopen. Waar de mensen hier dan wel behoefte aan hebben en ja, het zijn de knipperende lampjes in alle kleuren en de orchideën... Hij 'koopt me uit' met 50 euro en een klein kerststukje met een gouden stompkaars erin die los hier al ruim 3 euro kosten. Ach, zo lief bedoelt, maar ik voel me er niet prettig bij. Toch neem ik de 50 euro aan. (Was het niet andersom? Dat je betaald om te exposeren of winkelruimte in beslag te nemen?)
Op de terugweg stop ik bij de dorpszaal om de decoraties daar vast in de dozen weg te zetten, scheelt het hobbel-de-bobbel bospad en nog meer nood-reparaties. Wat sterke mannen hebben de tent opgezet om de zaal meer capaciteit te geven. Deze wordt met een gaskanon verwarmd. Ze kijken me vreemd aan dat ik nu al met dozen heen en weer loop. Ik zoek alle tafels in de zaal af, daar waar ik vorig jaar stond ligt geen briefje met mijn naam erop. Alle tafels hebben zo'n beschreven geeltje, maar 'mijn tafel' is er niet bij. Ook de tafels in de tent zijn niet voor Tien terwijl ik half november als één van de eerste een plek reserveerde. Verstoord kijken de heren hoe ik de dubbele deur naar de tent openzet en ik doos voor doos via de ingang -deuren kan ik niet open zetten, er is geen wigje te bekennen- en het halletje naar binnen sjouw. "Ja, ik doe de schuifdeuren dicht als ik alles binnen heb gezet in de tent." ontvalt me enigszins snauwerig. De gas stank in de tent is onbeschrijfelijk. Als ik hier moet staan tot 8 uur vanavond heb ik een paar dagen hoofdpijn en de stukjes doen het ook niet op gas. Vertwijfeld ga ik naar huis. Wat moet ik nou toch met deze situatie??
Thuis doe ik mijn verhaal, Lief weet van de nachtmerrie, hij was erbij vorige week zondag, heeft al mijn taken waargenomen tijdens de productiedagen in de lekkende koude schuur en vindt dat ik het voor alsnog geweldig doe. Ook de stukjes vallen bij hem in de smaak.
Ik ben ontzettend moe, van afgelopen jaren vechten, integreren, mijn nek uitsteken -lees; moed tonen-, van het leren en fouten maken, van de hoop hoog houden, van de RAGT met z'n boerse houding, van de lange dagen in de schuur, het 1 km per uur rijden op die kleine kilometer bospad en het gesjouw met dozen.
Ik ben ontgoocheld, ik dacht te weten hoe klein en goedkoop de decoraties verkoopbaar zouden zijn gezien de chinese troep in de supermarkten. Ik dacht het zo goed ingeschat te hebben, het begrepen te hebben. Niet dus.
Radeloos luister ik naar Marc, die me 'erdoor heen' ziet zitten. Hij raadt me aan terug naar boven te rijden om alles weg te halen en in de schuur te zetten. Een warme hap te eten, te douchen en bij te komen enkele dagen, om daarna alles op te ruimen, op te stoken en de rest weer in de broodoven te zetten. Het verlies is al geleden, hoop doet in dit geval niet leven en om nog 6 uur te lachen en stil te staan terwijl de troep van het buurkraampje wel gaat als warme broodjes met lede ogen aan te zien, zie ik ook niet zitten. Lief gaat koken, ik spoed me voor de 2e keer naar boven om aan te komen bij een al drukke dorpszaal waar ik bijna iedereen ken van gezicht. Nu wel stuurs pak ik een doos op in de tent en sjouw hem naar de auto. Dat wordt , ehm... erg goed gezien en V. die hoofd van de feestcommissie is vraagt waarom ik de spullen weg aan het halen ben. Met mijn laatste restje energie probeer ik haar uit te leggen dat ik niet in die tent kan en wil staan, er geen tafel binnen vrij is voor me en ik te moe ben om voor mezelf op te komen. Dat ik zo moe ben dat ik besloten heb het bijltje erbij neer te gooien. Onthutst kijkt ze me aan. Gelijk schiet ze naar het podium en wijst me aan dat ik die over de hele lengte mag gebruiken. Maar dat podium is een kinderspeelplaats tijdens de activiteiten in de zaal, die ervaring heb ik ook. Ik ben ter plekke de kluts kwijt, kan me niet meer inhouden en voel die tranen dringen om op de eerste rang over m'n wangen te rollen. Ik heb te lang volgehouden, weer te lang. Ik loop terug naar de tent waar de rest van de dozen en kratjes staan. De eigenaresse van de kroeg ziet mijn gezicht en vraagt me op de vrouw af of het wel goed gaat. Ja, wil ik zeggen, Nee komt eruit. Ik doe in verschrikkelijk gebrekkig frans m'n verhaal, barst uit in stille tranen terwijl ik haar probeer op het hart te drukken, dat ik hier niet sta te grienen omdat er geen tafel met mijn naam erop klaar staat. Dat is het niet alleen, natuurlijk niet. Het is een 'montagne', een enorme berg met dingen die niet lopen. Al die moeite voor 'Dit'!!
Ze probeert me te overtuigen, dat we echt helemaal geaccepteerd zijn in de kleine gemeente, dat ik er echt bijhoor, dat ik gewoon terug moet komen na een goed maaltje thuis, dat ik prachtige dingen maak, dat de crisis het voor iedereen moeilijk maakt, dat deze omgeving straatarm is. Verder luistert ze, kijkt ze, leeft ze intens mee, lijkt ze het helemaal te begrijpen. Zij was ook diegeen die onze post bewaarde voordat we een brievenbus hadden, waar we koffie op de pof krijgen en altijd informeert hoe we het hebben in het gat van de gorges.
Alsof alle al aanwezige plaatselijke knutselaars en handelaren voelsprieten hebben, al staan zij en ik achterin die tent, ze hebben haarfijn door dat Martine er doorheen zit. Ik zeg de kroegbazin dat ik naar huis ga, zonder deco's, een douche neem, even eet en uithuil bij Marc en pas dan een beslissing wil nemen of ik terug kom. Maar ik kom niet weg, ik word eerst nog door een dame of 8 aan geklampt dat ik terug moet komen 's middags, dat ik mooie dingen maak en 'erbij hoor'.
Ik kan niet anders doen dan in tranen naar huis rijden, gefrustreerd, moe, verdrietig en besluiteloos, ontroerd.
Marc troost en luistert, ook vertederd door de reactie van een betrokken actief stuk van de gemeente en samen stellen we onze mening bij. Na het eten pak ik de auto in met lading nummer twee en rijd super voorzichtig naar boven met onbestemd gevoel. Ik loop 10 keer heen en weer geholpen door Dominique die altijd en overal een vrolijke noot brengt en helpende handen. Ik voel de mensen denken, de tamtam is nog niet uit getrommeld, ik weet heel goed dat er nu zo'n 500 mensen op de hoogte zijn.
Ze hebben nu de mens in mij gezien, de kwetsbaarheid die hier niemand vreemd is, het kleine mondiale leed en ik twijfel er nog aan of dit goed was. Is. Ik ben er wèl met heel mijn hebben en houwen.
Ik krijg de tafels van een handelaar die niet op is komen dagen, langzaam verdwijnt het teveel aan decoraties van het podium naar drie tafels naast elkaar, een enorme uitstalling. Tijd om alles rustig voor weggeef-prijzen van een kaartje te voorzien is er niet. De kleinere stukjes gaan hard, al zijn ze verdord en zijn de rozenbottels gaan rotten. Veel mensen voelen aan het groen om te ervaren dat het echte takjes zijn, niet van plastic uit Taiwan.
Het is warm, Marc komt te voet met Castel als het een beetje droog blijft. Want natte sneeuw is geen wandelweer, dus hij komt pas veel later nadat hij op het schuurdak is geklommen om te kijken of hij nog iets kan doen om de natte klets buiten te houden. Het is daar nog een atelier...
Of men nu uit medelijden kocht, of men het echt mooi en betaalbaar vond, of om me te steunen, het doet er niet zo toe, verkopen doe ik. Ik ben er niet zoals ik had gewild. Ik ben er maar half.
Zakjes toffees gaan voor 5 euro over de toonbank, de mandenvlechter verkoopt niets, maar vlecht rustig door, de honing gaat ook als broodjes, de muziek is verschrikkelijk en staat snoeihard. Kindjes rennen onder je door, kruipen daar waar geen grote voeten in winterschoenen het tapijt vies lopen en schreeuwen, klauteren en spelen verstoppertje. Er wordt gelachen, geroepen, onderhoudend gesproken, gekeken en opgepakt. De chocolaatjeskraam heeft het moeilijk, het is te warm binnen met al die mensen, warme wijn en biertjes. Ik praat hier en daar wat bij met mensen die ik al een tijdje niet gezien heb. Ook ik ben niet gek en ik voel dat inderdaad zo'n 500 mensen precies weten waar ik zit met mezelf. Een nieuwe bestelling voor weer zo'n grote guirlande komt binnen, dus al had ik klaar willen zijn met dit 'debacle', ik mag nog even door als ik echt uit de kosten wil komen. Weggeefprijzen zijn leuk, maar dekken de lading niet.
Zodra Marc arriveert slaken enkelen een zucht van verlichting, "tussen hen twee is alles in ieder geval goed" lijken ze te denken. En samen achter de kraam verkoopt nog beter... Een 10 minuten voor we alles weer op willen ruimen koopt de familie van 'godfather' Felix 4 dure stukken, Michel betaalt met een cheque, de cijfers gaan nog wel, maar het bedrag uitschrijven kan hij niet. Hij wordt geholpen door een nichtje denk ik. Michel is een zeer innemende man, superlief en werkt als spuiter bij de garage. Maar Michel is wel een geval van inteelt, dat klinkt grof dat ik dat zomaar zeg, maar het is te zien en te merken. Sociaal is hij intelligent, maar verder loopt hij toch veel achter en analfabeet op de koop toe. Dus met drie man maken we die cheque in orde. Het ontroert me, maar wat niet op dit moment?
De tafel is bijna leeg, ingepakt, er liggen nog wat kleine kransjes. Plots staat er een blond klein elfje voor, ze kijkt met glimmende ogen naar een gouden moskransje met donkerrode lintjes en gouden balletjes. "Ik kom m'n kransje halen" zendt ze uit. Marc fluistert me dit toe, dus schuif ik het elfje het kransje toe en ik krijg de meest lieve 'merci' sinds afgelopen 3 jaar.
Een ander niet verkocht kransje geef ik aan de moeder van V. Zij hebben hun dorpswinkeltje versiert met de enorme guirlande, die een ware blikvanger schijnt te zijn. V. verloor haar zoon door een ongeval met een jachtgeweer deze zomer, het gezin heeft ook het gedicht vertaald gekregen van H, dus weten ze dat de beprintte plaat van mij komt. Het oase-kransje is bekleed met mos, eenvoudig lint en drie mooie engeltjes erop die een muziekinstrument bespelen. Ze zegt het op het graf te leggen....bij de 'plaquette'. Ik schiet gelijk weer vol.
Met Castel voorin de auto tussen mijn benen -die heeft buiten een paar uur moeten wachten-, rijden we naar huis.
Ik ben diep onder de indruk van de steun van deze gemeente, het gezicht dat het kreeg voor mij deze zaterdag, kerstmarkt 2. Ik weet ook niet goed hoe ik mij voelen moet. Ik ben moe, verdrietig, blij dat de auto bijna leeg naar huis rijdt, doorgezweet, opgelucht dat het voorbij is, ook voel ik me wat opgelaten. Want ze hebben me gezien zoals ik ben, kwetsbaar, moe, ook hartelijk zoals ik altijd ben, eerlijk en (te?) open, wat veel van de mensen hier juist niet zijn.
Ik laat het even helemaal los, kruip weer onder de douche thuis en zet mijn hoofd op slot. Het hart klopt toch wel door.
We kunnen als vreemdelingen veel zeggen over de mensen in deze streek. Dat ze achter lopen en simpel zijn. Nog als in de middeleeuwen leven, stug en boers. Maar toch blijf ik mijn mening houden; mensen zijn mensen die elkaar overal ter wereld herkennen. Het maakt dus niet uit waar je gaat wonen op deze aardbol. De mensen blijven hetzelfde. Met klein leed en groots in de liefde, met ieder huisje zijn kruisje.
Over volgend jaar kerst doe ik komend half jaar geen uitspraken.....

1 opmerking:

  1. Meis.....wat een dag! Toch wel mooi dat je nu ziet dat deze mensen echt wel om je geven, en je volledig geaccepteerd hebben. Mooi.

    BeantwoordenVerwijderen