Sleutelbloem
Ze staan er om en om te wuiven in hun rozet van bladeren op de taluds die de wegen scheiden van de weilanden. Thuis zijn ze al uitgebloeid. De oogst van vorig jaar met nat weer geplukt, dus het drogen van de bloem die zo lekker is in pannenkoeken was verloren aan de schimmel. De wind is niet zo fris meer, de zon schijnt fel, het gevaarlijke aprilzonnetje. Er glipt een kleine slang weg die op een open plek in het gras lag wakker te worden. Ik bied mijn verontschuldigingen aan voor het storen. Ik pluk maar een tiental meters sleutelbloem uit het gras met paardenbloemen. Mijn hand gaat ernaar geuren, of het is de tas die onder mijn neus bungelt, al snel vol genoeg, voldoende. Voor in de kruidenthee.
Bij & Brem
Nu de kippenren een feit is, is het pluimvee gedwongen zich te begeven op het oude terras boven achter de schuur en richting het oude zwembad. Marc heeft koste nog moeite gespaard achter de schuur een nette goot te maken voordat de dakplaten erop gingen. Die goot schoon maken van zand, tak, eikels en blad nis nooit makkelijk geweest. Echt loopruimte is er niet. Ik klem mezelf tussen rotswand en dakstenen en platen om tussen mijn benen door acrobatisch met veger en blik boodschappentassen te vullen met wat ik er aantref. De kippen graven en graven maar. Ook op die rotswand boven de schuur. Plok, tok, boink, pats. In no time ligt die goot vol met veel zand, erg veel steentjes -die pokken harder op de dakplaten- fiksere takken en het blad en de eikels lichting 2016. Dit keer 6 boodschappentassen vol die ik getrouw terug naar hun ren sjouw. Wel zo ver dat ze diezelfde lading niet weer naar benee kunnen harken. De rotshelling biedt ook ruimte aan mos, plantjes en premature eiken. En één bremstruikje dat dit jaar voor het eerst bloemen heeft. Niet voor ons dat struikje daar. Wel voor de kleine Bij die ik ontwaar tijdens een korte pauze van dit stoffige rotsklusje. Ik kijk hoe Bij van bloem tot bloem vliegt. Leer het verschil tussen 'al bezocht' en 'nog niet bezocht'. De laatste zijn maar voor de helft open, de half gekrulde meeldraden met hun oranje voetjes zijn nog niet zichtbaar. Bij weet hoe het moet. Gaat bovenop de onderste bloemlip zitten, trappelt met zijn achterste pootjes op de 2 nauw op elkaar aansluitende bloemblaadjes en poeff de bloem springt open en de meeldraden flappen eruit met de oranje stoffige voetjes op de rug van Bij. Bij lijkt te bedanken voor hij verder vliegt.
Ik peuter ook met twee heel kleine stokjes op de bloembladeren... niks. Ook met mijn vingers krijg ik het enkel met voor de bloem grof geweld voor elkaar deze de meeldraden te laten tonen. Vernuftig is Bij.
Vinken
Ik weet dat ook vogeltjes in de lente op hol slaan. Ze sloven zich uit, houden poetsen-lokroep-poetsen-lokroep uren vol, aan 1 stuk op 1 en dezelfde tak. Vooral de koolmees laat zich zo zien. Hij keurde wel de nestkast af. Die hangt hier al jaren, hoog, veilig en beschut. Maar de vogeltjes hebben er geen zin in. Misschien omdat moeder natuur ook voorziet in zat andere mogelijkheden voor uitbreiding.
Onbezonnen als ze nu zijn, vallen er soms wat ten prooi aan onze katten. De vinken maken het erg bont. Die zijn zo strijdvaardig de beste dame te veroveren, dat ze elkaars territorium terroriseren wat vorige week bijna uitmondde in de aanvaring met een mens. Te zeggen, ikzelf. Ik zag ze net op tijd in mijn ooghoek, want al dat gekwetter in een zonnig ontwakend bos overstemt veel. Dook weg en die vinken leken mij niet eens te hebben opgemerkt. Met elkaar al vliegend op de vleugel. Sarko draait ook de oren en kijkt omhoog. (Niets ontgaat hem, Ollie, z'n maatje, is de dromer.
Vlinders
Onvoorstelbaar veel dit jaar al. Een enorme diversiteit. Ongestoord door de vele andere kleine vliegers dartelen ze ongemoeid van water, naar hout, naar bloem en warme steen. Ook met gemak tussen de in de lucht graaiende kattenklauwen door. Er sneuvelde wel een koningspage in de emmer met zeep en nog af te wassen cakevormen. Een rotklus. Terwijl we even buiten op het terras zitten zien we weer een koningspage op en later in die emmer vliegen. Een ingezeepte vlinder. Afspoelen of niet. Ik zet het gedoopte insect op de rand van een stenen bak. Daar hopen we dat hij schoon is opgedroogd zonder ernstige schade. De zeep is gewone groene zeep, we zullen het nooit weten. Er vliegen er gewoon te veel van rond.
Ook tijdens een rustmoment met boek en schrift met de voeten in de bergbeek, zie ik ze ruzie maken in vlucht, ik zie bijna wolkjes vleugelstof. Oranjetipje vs. Citroenvlinder.
https://www.afanja.nl/lichtlijnig/ |
Ze zien er een beetje uit als wespen, prikbeesten dus. Maar het verschil is enorm groot en heel makkelijk te zien. Voornamelijk door het zweven, als helicoptertjes. Ze zonnen graag en zeker als er in de buurt ook water is, en wat te eten. Ze landen vaak op mensen. Vingers hebben hun voorkeur, overzichtelijk oppervlak, ready to take off. Maar als je ze laat gaan ze uitvoerig met hun zuigstampertjes je huid af. Zout, denk ik. En anders is het toch rommel voor m'n vingertop en iets te nassen voor de kleine zwever.
De natuur is mooi als je daar oog voor hebt.
BeantwoordenVerwijderenZonnige groet,