Gekkenhuis. Gewoon ronduit gekkenhuis. Zes maanden was het rustig op de markt, stond ik amper 4 minuten in de rij voor de groenten, was ik bij de super gelijk aan de beurt, werd er nergens voorgedrongen en hoefde er geen moeite gedaan te worden voor een stoel in de kroeg of het vinden van de persoon die je net even nodig hebt.
Nee, dan op een mooie lentedag. Parkeren in een straal van 300 meter rond het kleine marktplein? Vergeet het maar. Roger vinden om wat te vragen over varkens in combinatie met een ezel? Vergeet het maar. Staand een bak koffie leuten is ook zo wat en wat te denken van 300 meter lopen met een zware boodschappentas in de ene hand, handtas over de schouder en in de andere hand een papieren zak maat groene container vol oud brood. Dit voor een ezel die echt wachten moet, want we zitten echt in de knoei met de omheining. En dan de straatjes met een hellingshoek van, pak 'm beet, 30 graden. Omhoog vandaag.
Ik maak wel even kennis met een dame die ik wekelijks zie, maar nergens anders van dan van de markt. Ze ziet me tobben, kan niet helpen. Want ja, alle echte die-hard Aveyronnaises zijn 65+.
Maar ach, ik ben toch om half 12 bij Nadine en JP en snoei 'ff' de eerste linde om na vis en garnalen door te stomen met linde #2. Ze staan beide op de balustrade te kijken, flapdrol van een zoon staat binnen achter het raam te gluren met een angstig gezicht. Die snapt niets van mijn capriolen.
De Rode is misschien overleden en ik rij even langs de garage om te vragen of ze het probleem al gevonden hebben of dat het werkdier op wielen nu echt dood verklaard is. Het zou me aan het hart gaan en Marc chagrijnig maken. De L200 is dan wel een stoere bak met alle comfort op het asfalt, maar op terrein valt hij vies tegen. De Rode is gewoon een kei van een 4x4 die alles kan, gewend als we ook zijn aan de stugge besturing en het spartaanse gebruikersgemak. (Stiekem dus op zoek naar een Landrover Defender 110 pick-up uit het laatste lustrum van de vorige eeuw.)
Door naar mevrouw Ravelac. IJskonijn is er niet, oude meneer Ravelac heeft zijn siësta. Stofzuigen, strijken en de wc, zo gepiept. Door naar het centrum voor yoga waar een journalist uit Toulouse een goede advertorial wil schrijven voor een activiteitenkalender voor de Midi-Pyreneën. Misschien dus ergens ooit een foto van wat yoga beoefenaars met mij achterin de hoek in oranje drollenvanger.
Soms is het zo heerlijk om thuis te komen. Even naar de varkentjes die echt tam zijn en het schrikdraad nu durven naderen, maar zich dus echt geen twee keer stoten aan dat draad. Kipjes en katjes, moestuin met hoofdzakelijk bloemen en gras dat echt zeer doet aan de ogen en een rommelende Marc die ook blij is de dag door te kunnen nemen.
Ik vergeet het iedere winter weer; dat gekkenhuis vol toeristen en bezitters van vakantie- en familiehuizen.
Zo min mogelijk je gezicht laten zien daar dus, lijkt me het beste ;)
BeantwoordenVerwijderenOui, volgende donderdagen met goed weer (DE eis van toeristen) pak ik de kleinste straatjes en neem ik de tijd om op de balustrade van Nadine te niksen en le Courrier Internationale door te pluizen op zoek naar een leesbaar artikel. Ik ga dan nog vroeger weg en parkeer doodleuk naast het marktplein met die grote bak.
Verwijderen