Ik heb me maar een wijntje ingeschonken. Als rustgever, om me op de bureaustoel te laten plakken voor het er allemaal uit is. De dagelijkse fluthoroscoop in het net zo flutkrantje 'Le Montagne' dat op de lange dinertafel van JP ligt voorspelde het al voor vandaag; werk; grote kans op een snelle succesvolle carrieremove, liefde; in overvloed voor je partner en heb je die niet, dan is de dag er goed voor je open te stellen voor een ontmoeting van belang met liefdevolle gevolgen (of zoiets, is natuurlijk vrij vertaald) gezondheid; kans op slapeloosheid. Wellicht, dacht ik tussen de middag al. Ik had al een enerverende ochtend achter de rug waarbij de wereld me toelacht en ik dit in de felle winterzon alleen maar beantwoorden kan zonder nadenken, in het volste vertrouwen. Vandaag komt alles goed, dat wat betrekking heeft op mij dan. Want lief is uitgeput, door het systeem dat blijft zeuren, curatoren, belastingdienst, krom liggen a 30 jaar, altijd belasting betalen, alles keurig volgens de wet en overige regels en toch onrechtmatig verdrukt en gedwongen worden om verder te gaan dan het spreekwoordelijke gaatje. Maar goed, de zon en zijn kracht had mij volledig te pakken vandaag. Thuis in de zon rommelen zit er toch niet in op de donderdagen, dus 'haal er alles uit dat erin zit'. Het is aan mij besteed.
Ik had gisteren de moed gevat om de vrouw van de bomenklusklant te bellen om haar te vragen of het vrijdag of zaterdag uit komt dat we komen. Het weer is perfect, de maan staat gunstig, nu of nooit. Maar mevrouw verstaat tot twee keer toe niet dat ik mijn naam noem en keurig vraag of ik mevrouw aan de lijn heb. Bitser dan ooit blijft ze drammen dat het onbeleefd is als iemand die belt zijn naam niet noemt. Gelijk heeft ze, maar ze herkent mijn naam niet en denkt "merde foeterdefoeter" weer met een verkoper van doen te hebben. De reden dat wij bellers met 'ID Masquee' negeren. Uiteindelijk wordt het duidelijk, de boomverzorgster, hoe onwaarschijnlijk de vrouwelijke vorm van het beroep ook is, die toch vriendelijk blijft. Ze weet het nog niet, manlief is niet thuis, "hij belt u wel". Oké, ik kom de beste man toch wel in de bistro tegen, vandaag, tijdens de marktochtend. Maar ik voelde nattigheid. Die klus gaat misschien niet door....
Voor ik huis en veilige haven verlaat om me weer te begeven onder de Fransen, lijkt het weer een volksverhuizing. De Rode moet eerst ontdaan van kettingzagen, kettingen, handschoenen, een tak die de klep blokkeerd, olie en benzine. Zak huisvuil erin, een lege fles, boodschappentassen, tasje met pantoffels voor bij Nadine en mevrouw Ravelac, Nederlands boek ter ontspanning, lijstjes, usb-stick, geld (auw), kortingsbon van de RAGT, extra trui en on y va.
Bij die boerenbond winkel neem ik het ervan; nieuwe werkschoenen, nog maar een rol thyleen voor de reservewaterleiding, brokjes voor kat en hond (zakken a 15 kilo), eco aanmaakblokjes en mijn oog valt op flesjes vitamine voor pluimvee. Dat geef ik regelmatig en dit is twee keer goedkoper als bij de dierenarts terwijl de flesjes drie keer meer inhoud hebben. Ik bestudeer het etiket en mijn wakkere oog valt op de houdbaarheidsdatum, oh la la, al 6 weken verstreken. Brutalen hebben de halve wereld? Kom ik ergens als ik beschaafd en bescheiden blijf zijn? Nee dus en ik doe een grappige gooi bij de kassa voor het flesje gratis. De bedrijfsleider scheldt de halve winkel bij elkaar dat dat nog steeds in de schappen staat. Met andere woorden, hij staat een beetje voor schut, denkt na terwijl hij een mailtje schrijft naar een leverancier om voor mij een nieuw handzaagje te vinden dat aan mijn klimharnas past, om daarna te besluiten me de fles vitamines mee te geven voor nop met een scheer naar de meid naast hem dat ik toch maar een handig zakenvrouwtje ben. Inwendig schiet ik in een deuk, ik en zakelijk zijn twee wel heel verschillende dingen. Denk ik nog rond half 11 deze ochtend.
Met zenuwen in het lijf omdat ik bang ben teveel gebluft te hebben op de offerte voor de es die ik wil snoeien, parkeer ik bij de dierenarts, altijd plek en geen gezeik met stadsgast-olie-leveranciers. Even loop ik het arbeidsbureau binnen voor het uitprinten van wat documenten. Het is wat veel, dit keer neem ik me voor netjes te betalen voor de stapel prints. Het mag weer niet en Geraldine met een elfjesachtig voorkomen vraagt me even te gaan zitten. Ze pakt mijn prospectus erbij, de flyer die ik maakte en daar ophing. Ze ratelt vlot Frans en ik vang twee woorden op 'Centre Presse' en 'journalist'. Ik loop gelijk rood aan en het leed is geschied, ik ga zweten. Dat snelle zweet, van de stress, positief of negatief, stinkt, mag u weten. U, als lezer, heeft er toch geen last van. De journalist van dit lokale veel gelezen (flut)krantje wil een artikel schrijven over de plaatselijke boomverzorg(st)er en de voor mij makkelijkste contactinformatie. Ik stel Geraldine voor eerst maar eens de klus rond te krijgen, die al op zijn grondvesten schudt na het zo bot te woord gestaan zijn door mevrouw. Tijdens het printen staat de beste man opeens voor me en u mag weten; hoe flut zo'n krant ook op me overkomt, het zou het summum zijn en goede reclame voor een vak waarvan het bestaan hier niet bekend is. Ook al kunnen we het werk misschien niet aan, ja heb ik, nee kan ik geven, n'est pas? Ik beloof hem te bellen, voor een primeurtje volgende week.
Ik koop voor de schrik maar een appelbeignet en breng de groeten over aan de vrouw van de beignet- en farcouxbakker en eet mijn beignet op het randje van de pui van de bank, in de ochtendzon, waar ik tig keer wat mensen begroet. Het leven is mooi, nu, vandaag. Ik bestel mijn gratis café au lait en neem plaats, als enige, op het terras in het zonnetje dat me het zicht op het toch altijd lieflijke markt tafereel ontneemt. De bomenklant in de bistro komt met verschrikte ogen op me af en laat zijn kroegmaten even staan om zijn excuses te maken voor het brute gedrag van zijn vrouw aan de telefoon. Het is al goed beste man, wij nemen de telefoon niet eens op als we niet weten wie het is en toegegeven; mijn telefoonFrans is uitermate belabberd na 4 jaar. Ze zijn van het slag 'kastje-muur', want hij zou me bellen, wat hij niet deed, en nu ik hem tref stuurt hij me naar buiten om zijn vrouw te zoeken op de markt om het weer met haar op te nemen. 'Ammehoela' denk ik. Ze komt maar naar mij. Het is hun boom, hun dakrand die al jaren niet is vrijgemaakt van die woekerende klimmer. Ik zit nog niet koud op de plastic terrasstoel of daar verschijnt mevrouw met timide pas. Ik schenk haar mijn onveranderlijke, onaantastbare lach die vele al deed smelten. Ook met zonnebril lijkt het of ze door het stof zou willen kruipen, vele excuses, 'dacht dat je weer zo'n ergerlijke verkoper was. Maar kunnen we even over je offerte praten? Het is me te duur. Kan ik contant betalen? Dat maakt het zo'n 200 euro goedkoper?' Praten kan altijd met mij, ben de lulligste niet. Ik pak er een lege pagina in mijn agenda bij, een pen en reken uit voor haar neus waar de zonnebril stevig op blijft zitten, dat mijn prijs niet gebaseerd is op 35% belasting, maar op kennis en techniek, 2 personen, materiaal en andere onkosten die los staan van het belastingstelsel. Ze heeft geluk, maar dat weet ze zelf nog niet. Nadine liet 2 jaar geleden een 2e offerte maken door een bedrijf voor het snoeien van haar Lindebomen. Ik ben nog steeds stukken goedkoper, want zelfstandig ondernemer die voor haar collega c.q. buddy maar 2 tientjes per uur vraagt. Dat kan een groter bedrijf niet evenaren. De enige concurrentie zit te ver weg, die reiskosten worden gewoon berekent en ik ben creatief (ondernemer). Ik doe haar een voorstel. Per uur zal ik rekenen. Dan snoei ik de es wat minder laag, besteed ik minder tijd aan het afvangen van grote brokken, neem ik minder risico, zijn we sneller klaar en kan ik de dakrand ook nog even meenemen. Iedereen tevreden en natuurlijk mevrouw; u mag in twee keer betalen. Concessies doen op basis van redelijkheid. Dat wat ik kan, kan een curator in Nederland dus niet! Ze gaat nog akkoord ook, ik heb de klus en een artikel in de krant, zij hebben een schone dakrand en meer licht in de tuin. Zaterdag dus, interview op de koop toe. Het zal mij benieuwen. Of ik de kas onder de es weet te sparen. Of ik geen stuk es op de punten van het hek laat vallen. Maar zeker of mevrouw na gedane arbeid nu eindelijk begrijpt dat ik geen veredelde tuinjuffer ben die viooltjes poot en wat mest uitstrooi. Ben toch zakelijker dan gedacht.
Nadine schiet later vuur dat mevrouw klaagt over de prijs, ze zal zeker op haar inpraten op een geschikt moment. Een vriendin van het gezin eet mee vandaag. Ze eet traag, ze kletst, gezellig. Ik heb mijn dag en kan dus bijna alles volgen. Geen TV2, nee, koffie en een gauloise en gezellig babbelen. Ze kent onze stek. Sliep er zelfs wat nachten toen het door de vorige eigenaar werd opgeknapt, als kleine meid mocht ze in mijn kamer slapen. Het huis had toen nog geen elektriciteit en zij was nog een kleine meid, kent verhalen over hoe slecht het pad was, hoe zwaar het was juist hier een zwembad aan te leggen met de daarop volgende vraag of wij nog dat zwembad hebben. Ja natuurlijk, voor de was en opslag van balken en bruikbaar ijzer.
Na de maaltijd nog even naar de computerzaak. Een man die perfect Engels spreekt en helemaal opfleurt als ik met een lastige vraag kom die ik alleen in het Engels uit kan leggen. Ook weer een verlegen computernerd met teveel extra zitvlees dat ook naar zijn buikstreek is verplaatst en de regio voorziet in iets 'moderns' en mijn flyers uitprintte voor een appel en een ei.
De dag is van mij, de zon staat aan mijn kant en ook bij vrouwtje Ravelac gaat het er gemoedelijk toe. IJskonijn is er nog niet, maar die komt luid babbelend binnen terwijl ik boven de badkamer onderhanden neem. Ze heeft nul op rekest gekregen van het arbeidsbureau om me bij haar zus 2 uurtjes schoon te laten maken. Nee, er moet voor die twee uur een nieuw contract gemaakt worden. Ach, dan hebben de dames daar ook weer wat extra werk om handen. Ik vraag IJskonijn om een aanhangertje mest, de berg achter de moestuin doet vermoeden dat ze wel wat kunnen missen. Maar zo'n aanhanger die je hier achter tractoren ziet, passen niet achter de Rode. Ook dat regelen M&M dan wel te zijner tijd. Ondanks dat ik niet hoef te strijken maar in 60 minuten de eerste etage moet zuigen, de badkamer en die vieze plee moet doen, blijft de dag de mijne.
Op het bospad, in de laatste bocht voor 'thuis', kan ik meneer de burgemeester nog net ontwijken in het grijze pukkeltje van zijn vrouw. Ik zie het te laat, de voorruit van kleine auto's spiegelen zo, anders had ik een praatje gemaakt. Ik denk nog dat hij even aanwipte bij Marc, dus laat ik mijn voet van het rempedaal. Mijn dag was al te vol, en te intens. Meneer de burgemeester, u mag een donderdag overslaan. Thuis tref ik Lief aan in zak en as. Ik lees zijn briefje aan mij, over wat er die dag door zijn hoofd spookt. Het liegt er niet om. En zo, deel ik mijn dag met hem, samen de helft van een goede dag, maar een dag gewoon, zoals ie zijn moet. Een drukke donderdag met volle overgave.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten