Zoals gebruikelijk leeg ik alle kleine prullebakjes in een huisvuilzak waar een verschrikkelijke rottingsgeur uit komt. Wat dat nou precies veroorzaakt wil ik op de vroege stralende ochtend niet weten. Gauw dicht die zak en achterin de Rode voor weer wat regelzaken, een boodschapje bij de blozende fantast van de RAGT die altijd warrig en verstrooid oogt zodra ik de sensor van de schuifdeuren activeer, naar de bank waar ik als klant voor de zoveelste keer de manager het schaamrood op de kaken bezorg doordat ik hem uit moet leggen hoe hij data in moet voeren voor een transactie tussen rekening M&M in Frankrijk naar rekening M&M in Nederland. De stagiaire, een jonge lieftallige brunette met een truitje aan dat zo uit een Parijse boetiek lijkt te komen, wordt plompverloren alleen gelaten bij de receptie, maar laat zich als stagiaire niet met een kluitje het riet insturen. Ze komt er gewoon bijstaan en leunt bevallig over het bureau van de manager. Dat ontlokt hem een zacht maar lieflijk compliment dat ik hardop bevestig. Terstond gaat de printer ratelen en is mijn transactie erdoor, hiep hiep, dat ging eens vlotter dan normaal. U mag weten dat meneer Fournal altijd erg nerveus wordt van 'buitenlandse' klanten die altijd met moeilijke vragen komen. Marion, een doorgewinterde meid die Engels sprak en ons altijd voor de voeten en haar bos hout kreeg, is vertrokken naar een ander filiaal. Meneer heeft nu dus geen Engels sprekende onderdanen meer om die lastige vreemdelingen aan toe te wijzen.
De zon doet erg zijn best enige vrolijkheid te verspreiden, maar de ijzige wind steekt er een koud stokje voor, terwijl het Cantal gebergte in de verte er nog wel een tijdje uit zal zien als wintersport gebied. Zo hoog zijn die bergen niet, de winter is nog niet voorbij, maar je ziet iedereen er naar hunkeren. Annet loop ik tegen het lijf. Een Duitse die hier al meer dan 35 jaar woont en sinds een paar jaar een erg leuke B&B heeft naast het gemeentehuis. 'Dat ze me al zo lang niet gezien heeft'. Toch vertoef ik iedere week een paar uur bij haar overburen. Daar bel ik één keer aan om de grote deurklopper om te draaien die ook als deurklink dienst doet en loop maar verder, gauw de warmte in om op de stoel naast een enorme gietijzeren radiateur te gaan zitten. Met het krantje van gisteren waar melding wordt gemaakt van de 5e ontvoering van Fransen in Afrika. Mali, Nigeria, Niger, rampgebieden waar 'toeristen', een gezin dit keer, ontvoerd zijn. Met als enig spoor een lege terreinauto verzakt in de modder. Nieuws dat snel geen nieuws meer is. Er gebeurd dagelijks zoveel en men vindt het toch belangrijker dat er brood op de plank ligt en de kou sneller weg trekt dan dat de winter duurt.
Het ruikt naar alles behalve vis in huis. Geen garnaaltjes in een schaal op tafel, geen vis dus! Vleesch noch visch, maar kip vandaag in een licht sausje van champions en olijfjes met wilde rijst en brood. 'Wijntje Martine'? Vraagt JP. Graag monsieur le Docteur, grap ik met moeite mee. Mijn hoofd staat niet zo naar lol. Dat kan, en dat mag. Ik hoef me hier niet welkom te voelen. Ik heb niet altijd meer zin om daar twee uur te zitten en zo zullen zij ook wel eens geen zin in me hebben, maar ik ben er gewoon. Gewoon zijn is erg prettig. En zoals gewoonlijk is er na het fruit als dessert koffie, een rokertje, de kruiswoordraadsels uit het lokale nieuwsblad, nieuws en achtergronden op TV2. Nog meer nieuws dus en ik probeer het wat te volgen, terwijl me opvalt dat zo'n 90% van de journalisten, presentatrices en 'spokesmen' dames zijn. Behalve bij de politie te Parijs waar vanochtend vroeg tijdens de start van de ochtendspits op de periferique interieur een ongeval plaats vond met 4 slachtoffers, allen politieagenten. Twee zijn er overleden, de andere twee zwaar gewond door een broekie van 22 jaar die stomdronken en zonder rijbewijs lekker aan het scheuren was en 'zomaar' de periferique opscheurde zonder op of om te kijken. Het mannetje had nog geen pleister nodig en zodoende was dit ongeval zo tragisch dat het als 'belangrijker' werd gebracht dan het ontvoerde gezin van 6 met oom in centraal Afrika. Onacceptabel vond een hoofdofficier van politie het ongeval. Is dat niet altijd na een tragische gebeurtenis die niet voorkomen had kunnen worden door de maatschappij die we met elkaar vormen? Met allemaal een stukje eigen vrijheid en verantwoordelijkheid? Helaas een jong ventje die een man genoemd wordt en die verantwoordelijkheid nou net niet dragen kon.
(Ik kijk even terug naar mezelf zo'n 17 jaar geleden; een kind was ik. Ik kon nog niet eens keuzes maken... oops)
Na mijn portie 'nieuws' wil ik naar de oudjes Ravelac, want ik word weinig wijzer van die felle decors achter een eeuwig vriendelijk ogende presentatrice en de alles prikkelende jingles en snelle beelden tussendoor. Maar daar wacht me hetzelfde; Het ijskonijn is in gesprek aan de telefoon, de hond blaft me een iets wat wantrouwig welkom, mevrouw Ravelac roept me gedag alsof ik licht doof ben en daar staat ook al de TV aan, kakofonie in een landelijk gekkenhuis. Ijskonijn trekt zich even terug in de bijkeuken om haar gesprek uit te zitten en mevrouw Ravelac hangt over de krant gebogen terwijl ze zonder bril op me voorleest hoe koud het komende week gaat worden. Ik knik naar de TV en kijk haar aan. Ze rolt haar ogen ten hemel waar een bruinig schrootjesplafond ons het zicht op die hemel ontneemt, maar alles zegt terwijl ze benadrukt dat het alleen maar reclames zijn tegenwoordig. Ik lach haar toe en vertel haar dat we geen TV hebben. Dat die reclames voor artikelen waar we niks aan hebben en hier ook niet bruikbaar en verkrijgbaar zijn, ons voorkomen als onzin. Zonde van de tijd ook, om daarnaar te gaan zitten kijken. Terwijl ik mezelf uit weet te drukken komt ijskonijn uit de bijkeuken en roept verbaasd en vragend uit hoe je kunt leven zonder TV. Heel eenvoudig dus, beter geen dan twee, zoiets. En dat wekelijkse portie nieuws bij mijn vrienden? Dat lijkt weinig meerwaarde te hebben dan het delen van een rook- en koffiemoment dat er ook wekelijks wel wordt gedeeld zonder TV.
Ik durf gerust te stellen dat ik in een nieuwsvrije zone leef, in de luwte van de pers die een veel te grote en negatieve sturende invloed heeft op de maatschappij. Want leuk en verrijkend nieuws komt me zelden toe, niet via die kijkbuis en niet via de kranten. Rob Wijnberg schreef hier een zeer goed boek over; De Nieuwsfabriek. Met recht een aanrader als u ook vaak het nieuws tot u neemt en er een vraagteken bij durft te plaatsen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten