woensdag 19 september 2012

'wees jij maar de minste'

De titel van deze log is een aanrader van mijn oma. Niet aan mij natuurlijk, ik verloor haar op te jonge leeftijd en herinner oma alleen nog als een oudere vrouw met krullenpruik die waggelend door een te kort been ons kleinkinderen van ranja voorzag. De aanrader was aan mijn moeder, de jongste uit een nest van drie, die net zo spring-in-het-veld was als ik, ook goedlachs en spontaan, maar met haar zus niet zo gewenst als de oudste, de zoon. Als mijn moeder voor haar positie vocht, haar eigen plek opeiste, was daar niet zoveel ruimte voor en raadde haar moeder aan een stapje terug te doen, bescheiden te zijn, nederig misschien ook wat gezien het tijdsbeeld te begrijpen was en toch vooral 'de minste'. Was, niet is en toch is het ook mij haast met de paplepel ingegoten. Ook ik heb een oudere broer, maar in die context heeft mijn moeder het nooit hoeven plaatsen. Een slimme meid is tenslotte op haar toekomst voorbereid. Wat voor mij inhield dat het wijs is onafhankelijk en zelfstandig te zijn. En dat ben ik, dacht ik.
Toch is dat 'wees jij maar de minste' enorm gaan etteren. Voornamelijk in mijn relatie's met sterke persoonlijkheden, zoals Marc zich heeft laten kennen. Ergens diep van binnen zit de gedienstigheid in mij besloten als een duveltje dat niet met zijn tijd is meegegaan. Nu heb ik een hoge mate aan zorgzaamheid in me huizen, waar niks mis mee is zolang ik maar die zorgzaamheid voor mezelf voorop blijf plaatsen, en daar zit hem de kneep; dat lijkt een onmogelijke opgave. Zodra ik mezelf voorop plaats is er iets in mij dat me mijn plek wijst, 'terug jij, eerst de ander'. Hoe ergerlijk als je maatje dat nou juist niet wil, ik als ego ook niet, maar mijn wezen dat toch doet? Tot vervelends toe cijfer ik mezelf weg, altijd en overal.
Bewustwording scheelt een berg maar werkt niet als zaligmakend of de absolute oplossing. Een ingesleten patroon maakt het me meer dan moeilijk vast te houden wat ik me, tussen de bedrijven door, heb eigen gemaakt afgelopen zomer zonder echtgenoot om me heen die precies weet wat, wanneer en hoe hij leven wil.
Het is enkel ik die het me afneemt en mezelf keer op keer doet verliezen. Een bewijsdrang, een geldingsdrang die me soms lijkt aan te sturen om de ander te laten zien dat ik het heus wel zelf kan. Er klopt niets van, want ik hoef een ander niet te laten zien dat ik sterk genoeg ben, of slim genoeg, of misschien alleen de moeite waard om voor te gaan. Afgelopen zomer heb ik de basis hier prima in stand weten te houden, maar dat was natuurlijk niet genoeg, voor mezelf. Meer, mooier, beter, verbeterd, ten koste van.... uiteraard; mezelf. Om even sterk en slim en goed te zijn als een man, mijn man, is juist niet zo slim geweest, ook niet sterk van mezelf en zeker niet goed. Toegeven aan wie ik wel ben blijkt veel sterker en ook slimmer, maar dat komt niet uit de lucht vallen. Lief's manier om me juist uit mijn eigen verdomhoekje te krijgen is negatieve motivatie, iets dat bij hem werkt, maar bij mij niet.

11 Jaar geleden kreeg ik van een vriendin ter afsluiting van een lange moeilijke groei-periode een dik boek kado; De Ontembare Vrouw van Clarissa Pinkola Estés. Nog te vol van het geleerde en te druk met de doorstart van mijn leven als vers gescheiden jonge vrouw, kwam het boek terecht in mijn gestaag groeiende boekenkast op de plank met boeken over vrouwen, mystiek, psychologie en aanverwante boeken op onderwerp gesorteerd. Ja, ook toen had ik een periode waarin het lezen van boeken even moeilijk was. Alleen dunne romans gingen nog wel, maar de dikke pillen en zware kost moesten wachten. Het boek verhuisde steeds mee, de titel en de cover stootte me een beetje af, want de rennend dansende dames met beide één ontblootte borst en het woord 'ontembaar' kwamen me wat al te wild en onaangepast voor. Uiteraard een vooroordeel, de tijd was waarschijnlijk nog niet rijp om me eraan te vergrijpen.
Maart dit jaar werd ik geraakt door een 8-regelig Frans gedichtje. Een gedicht dat totaal los staat van mijn vrouw-zijn, de minste of wilde vrouwen die hand in hand met ontblootte borst rond dansen en toch vroeg Marc me nog geen twee weken later wat er met mij aan de hand was. Zoveel energie dat ik had, vrijer ik me voelde, initiatieven die ik nam en tegengas die ik hem 'opeens' leek te bieden. Tijd voor wat zelfonderzoek!
En wéér botste ik tegen het feit aan dat ik maar de minste moest zijn en de ander, wie dan ook, voorrang bood. Een gebed zonder einde om daar tegen te strijden, dacht ik. De strijd is inderdaad een zonde, overbodig, maar het loslaten daarvan blijkt een must. Hoe? Geen idee, nog steeds niet, maar het lezen van dit boek is als hypnotherapie, want het werkt ongemerkt, het gaat vanzelf, alleen kost het tijd, heel veel tijd. Het lezen zelf mag zijn tijd krijgen, 550 bladzijden met relatief zware kost is niet 1-2-3 gedaan al is het op een verhalende en vertellende wijze geschreven. De tijd die de inhoud van dit boek, de boodschap die Clarissa Estés over wil brengen, nodig heeft om zich te manifesteren is op zijn zachtst gezegd tijdrovend, maar niet minder de moeite waard.
Ik zou het bijna verplicht willen stellen aan jonge vrouwen die net beginnen aan hun leven in de huidige veeleisende maatschappij. Misschien ook wel aan (jonge) mannen die vrouwen wat beter willen leren begrijpen.
Dit boek, het gedicht dat mij in maart onder ogen kwam, mijn huidige extreem moeilijke situatie, de ruimte die ik nam door de reis die Marc zichzelf gaf (en hetzelfde boek in één ruk in stilte uit kon lezen), het kleine stukje aardse paradijs waar ik verkoos te leven en de ondersteuning van Marc maken het mij onmogelijk terug te vallen in het de minste zijn. Wat strijd oplevert, voornamelijk in mezelf, want dat oude duveltje schreeuwt moord en brand als ik de afwas laat staan of niet op mijn mobiel kijk tijdens het brem knippen terwijl de zon me zegt dat het al midi is; kooktijd. (Thuis staat er een warme hap met rauwkost op tafel en zit een glimlachende echtgenoot op me te wachten terwijl de was aan de lijnen wappert!)

Nog maakt het me erg kwetsbaar. Er hoeft maar één situatie om de minste te roepen of mijn kern biedt zich al aan. Voorlopig ben ik nog te moe, noem het een burn-out, whatever (labeltjes blijven handig). Voorlopig weet ik me 'kwetsbaar' in het nieuwe, als een baby moet ik voorzichtig met mezelf zijn, maar vooral lief, heel lief. Geen puf? Niet doen. Geen zin? Niet doen. Geen concentratie? Lekker laten liggen en morgen toch weer een nieuwe dag!
Nooit meer de minste! Ouderwetse kul.
Dames, Heren; lezen dit boek!!

De Ontembare Vrouw      van Clarissa Pinkola Estés
ISBN 90 230 0849 9
eerste druk 1994
Uitgeverij Altamira-Becht

Eerst weten waar het over gaat? Klik dan op deze link

Het is geen goedkoop boek, maar voor deze prijs ben en voel je je nooit meer de minste!!

2 opmerkingen:

  1. Ik ben om die reden begonnen met EMDR, mag dat ook? Ik ben ook van de wegcijfer, het iedereen onder mijn vleugels nemen, zorgen voor, vertroetelen. En ik vergeet en passant dan gewoon mijn eigen belangen. DOM! Maar ik leer het wel. Ooit. One day... Gelukkig heb ik Vlam die me zo nu en dan dwingt niks te doen en alleen maar te nemen, even niet te geven.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. ik denk dat er nog legio vrouwen zijn van onze generatie Zuster... emancipatie klinkt misschien wel leuk, maar daar zijn meer generatie's dan één voor nodig om geboren te worden met een gezonde innerlijke balans. maakt ons pioniers!! :-) EMDR? of dat mag? ALLES mag :-)

      Verwijderen